Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Lee over uitspraken van de Israëlische Minister van Financiën en verdere escalatie van het geweld
Vragen van de leden Van der Lee (GroenLinks) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over uitspraken van de Israëlische Minister van Financiën en verdere escalatie van het geweld (ingezonden 3 maart 2023).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 28 maart 2023).
Vraag 1
Kunt u het bericht bevestigen dat de Israëlische Minister van Financiën Bezalel Smutrich
in een interview met Matan Hodorov stelde dat het Palestijnse dorp Hawara van de aardbodem
zou moeten verdwijnen, en dat de Israëlische overheid dat moet doen, en niet gewone
burgers?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw appreciatie van een dergelijke uitspraak, en heeft u deze uitspraak reeds
veroordeeld?
Antwoord 2
Deze uitspraak is onacceptabel. De Minister is, na brede internationale verontwaardiging
en kritiek, op zijn woorden teruggekomen.
Vraag 3
Hoe kijkt u naar het opnieuw oplaaien van het geweld aan beide kanten van het conflict,
waarbij de afgelopen week twee Israëli’s werden doodgeschoten en er door kolonisten
enorme verwoestingen werden aangericht in Hawara? Heeft u het geweld door beide partijen
reeds hard en openlijk veroordeeld?
Antwoord 3
De huidige spanningen en gebruik van geweld nemen steeds verder toe, zoals ook blijkt
uit de door u genoemde voorbeelden. Dit geeft reden tot grote zorg. Het is in het
belang van beide partijen om verdere escalatie te voorkomen. Nederland roept hiertoe
op, publiekelijk en in bilaterale contacten, richting beide partijen. Daarnaast spreekt
Nederland zich nadrukkelijk uit tegen unilaterale stappen die de situatie verder onder
druk zetten. Ook op Europees niveau wordt deze boodschap uitgedragen getuige de recente
verklaring van de Hoge Vertegenwoordiger Borrell namens alle 27 lidstaten.2Nederland steunt in dit kader ook de recente initiatieven van Jordanië, Egypte en
de VS in Aqaba om afspraken te maken om de situatie te de-escaleren.
Vraag 4 en 5
Hoe kijkt u terug op de oproep zoals gesteld in de «Antwoorden op Kamervragen over
de gewelddadige aanslagen Palestina en Israël en dreiging van escalatie conflict»
(27 februari) aan de Israëlische regering om terughoudend te zijn met het gebruik
van geweld in veiligheidsoperaties? Kunt u aangeven wat het effect hiervan is geweest?
Deelt u de mening dat enkel het uitspreken of veroordelen niet voldoende is om daadwerkelijk
een einde te maken aan de escalatie aan beide kanten, als dit geen of te weinig resultaat
oplevert?
Antwoord 4 en 5
Ik deel uw mening dat de situatie verder verslechtert ondanks herhaalde oproepen voor
de-escalatie vanuit Nederland en de internationale gemeenschap. Nederland blijft oproepen
tot de-escalatie, zoals ook recent in Europees verband via de verklaring van de Hoge
Vertegenwoordiger namens alle EU-lidstaten. Met het uitspreken of veroordelen van
acties geeft het kabinet aan wat het van deze acties vindt. Daarbij kan het kabinet
betrokken partijen oproepen tot aanpassing van gedrag, bijvoorbeeld om terughoudend
te zijn met het gebruik van geweld. Hoewel het uiteindelijk aan de betrokken partijen
is om hier gehoor aan te geven, kan door het uitspreken, veroordelen en oproepen,
liefst samen met gelijkgezinde landen, druk op de partijen worden opgevoerd om stappen
tot de-escalatie te zetten. Daarnaast verwelkomt Nederland initiatieven van andere
landen, zoals van Jordanië, Egypte en de VS in Aqaba om de partijen bij elkaar te
brengen en de situatie te de-escaleren.
Vraag 6
Welke concrete bescherming kunnen wij als Nederland bieden aan Palestijnen die hun
leven niet zeker zijn in Hawara?
Antwoord 6
De mogelijkheden van Nederland om concrete bescherming te bieden zijn beperkt. In
bilaterale contacten met Israël onderstreept Nederland consequent de noodzaak proportioneel
te handelen en adequaat op te treden tegen kolonistengeweld.
Vraag 7
Hoe kan Nederland bijdragen aan het zorgen voor vervolging van degenen die verantwoordelijk
zijn voor het geweld aan beide kanten?
Antwoord 7
Nederland onderstreept richting beide zijden consequent het belang van accountability.
Gezien de omvang van het geweld, en het aanzienlijk aantal doden, waaronder ook burgers,
is het doen van onderzoek en het eventueel instellen van vervolging een vereiste.
De lokale rechtsgang is hiervoor leidend. Nederland steunt zowel Israëlische als Palestijnse
maatschappelijk organisaties die onderzoek doen (bijvoorbeeld bij incidenten van kolonistengeweld)
en juridische vertegenwoordiging bieden in het rechtsproces.
Vraag 8
In de «Antwoorden op Kamervragen over de gewelddadige aanslagen Palestina en Israël
en dreiging van escalatie conflict» (27 februari) wordt gesteld dat «ook op Europees
niveau wordt gereflecteerd om te bezien hoe de EU kan bijdragen aan de-escalatie».
Maar bent u het niet eens dat dit een te vrijblijvende houding is van het Nederlandse
kabinet en dat we toe moeten naar concrete acties vanuit Europa om het geweld te stoppen?
Antwoord 8
Nederland staat in goed contact met andere EU-lidstaten over de huidige ontwikkelingen
en blijft dit doen. Op Europees niveau wordt gesproken over de wijze waarop de EU
kan bijdragen aan de-escalatie. Deze noodzaak wordt breed gedeeld getuige ook de verklaring
van de Hoge Vertegenwoordiger namens de 27 EU-lidstaten van 8 maart jongstleden waarin
ernstige zorg is uitgesproken over het toenemende geweld en extremisme in Israël en
de bezette Palestijnse gebieden, met een groot aantal Palestijnse en Israëlische slachtoffers,
onder wie kinderen, tot gevolg.
Vraag 9
Welke andere concrete plannen heeft u om te zorgen dat het geweld aan allebei de kanten
van het conflict een halt wordt toegeroepen?
Antwoord 9
Zie antwoord op vragen 3, 4 en 5.
Vraag 10
Welke mogelijkheden ziet u om de beweging in Israël die zich zorgen maakt om het afglijden
van de democratie en iedere zaterdag de straat op gaat concreet te ondersteunen?3
Antwoord 10
De demonstraties in Israël geven een duidelijk signaal over breed gedragen zorgen
in de maatschappij. Onafhankelijke rechtspraak is onmisbaar in een democratische samenleving
en in een rechtsstaat. In de dialoog met Israël wordt het belang hiervan onderstreept.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.