Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Akerboom over de aangifte van de dochter van een vermoorde mensenrechtenactivist tegen de Nederlandse Financieringsmaatschappij voor ontwikkelingslanden (FMO)
Vragen van het lid Akerboom (PvdD) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de aangifte van de dochter van een vermoorde mensenrechtenactivist tegen de Nederlandse Financierings-maatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO) (ingezonden 27 januari 2023).
Antwoord van Minister Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking),
mede namens de Minister van Financiën (ontvangen 24 maart 2023). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1598.
Vraag 1
Kunt u zich de Kamervragen van de leden Teunissen en van Raan (beiden PvdD) herinneren
over het door FMO gefinancierde Hondurese bedrijf dat werd veroordeeld voor een moordcomplot?1
Antwoord 1
Ik ben bekend met deze Kamervragen en de beantwoording op 17 december 2021.
Vraag 2
Kunt u een update geven over hoe het nu staat met de ontwikkelingen in deze zaak?
Antwoord 2
In deze zaak loopt een civiele procedure tegen FMO. Deze procedure is aanhangig gemaakt
door onder anderen de nabestaanden van wijlen Berta Cáceres en COPINH, de Hondurese
organisatie waarvan zij de voorvrouw was. De civiele procedure is op initiatief van
de daarbij betrokken partijen stilgelegd met het oog op overleg tussen de partijen.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat de dochter van wijlen Berta Cáceres, de mensenrechtenactivist
die vermoord is in opdracht van DESA om haar verzet tegen de waterkrachtcentrale,
op 27 juni strafrechtelijke aangifte heeft gedaan tegen FMO?
Antwoord 3
Ik heb uit de media vernomen dat er door COPINH strafrechtelijk aangifte is gedaan
tegen FMO. De dochter van Berta Cáceres, de voorvrouw van COPINH, heeft dit bevestigd
aan mijn medewerkers tijdens een gesprek in juni 2022. Het Ministerie van Buitenlandse
Zaken is hier niet door het Openbaar Ministerie over geïnformeerd. Ik heb van FMO
begrepen dat de stand van zaken betreffende deze aangifte ook bij hen niet bekend
is.
Vraag 4, 5 en 6
Klopt het dat the Intercept een reconstructie heeft gemaakt van hoe een groot deel
van de gelden die FMO ter beschikking stelde voor de ontwikkeling van de waterkrachtcentrale
door het Hondurese bedrijf DESA zijn verduisterd? Wat is uw reactie op het artikel?2
Hoe is het mogelijk dat een grotendeels publieke bank het monitoringsproces van haar
investeringen zodanig niet op orde blijkt te hebben dat FMO-geld mogelijk terecht
is gekomen bij huurmoordenaars? Heeft u hier contact met FMO over gehad?
Heeft FMO u op enig moment op de hoogte gesteld van de ongeregeldheden rondom het
beheer van de gelden die genoemd worden in het artikel van de Intercept? Zo ja, wanneer
en wat heeft u (toen) gedaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4, 5 en 6
Ik heb kennisgenomen van het artikel in the Intercept, waarin vergelijkbare verbanden worden gelegd als eerder in juli 2021 in een artikel
in het Financieele Dagblad.
De Staat heeft FMO naar aanleiding van de veroordeling van David Castillo en de berichtgeving
in het Financieele Dagblad in juli 2021 vragen gesteld over de gang van zaken. Daarop
heeft FMO aangegeven een nader onderzoek te zijn gestart. FMO heeft intussen laten
weten dat hieruit niet naar voren komt dat de door FMO verstrekte gelden terecht zijn
gekomen bij huurmoordenaars.
Ondertussen loopt er ook een civiele procedure. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken
is geen partij in deze procedure en het oordeel daarin is aan de rechter. Om de rechtsgang
niet te verstoren doe ik over de rol van FMO geen nadere uitspraken.
Vanzelfsprekend vind ik het van groot belang dat FMO zich houdt aan wet- en regelgeving
inzake het voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering. Naleving van deze wet-
en regelgeving draagt bij aan de doelstelling van FMO, omdat hiermee wordt gewaarborgd
dat de door FMO verstrekte financiering op de juiste plek terecht komt. Het belang
van naleving is ook benadrukt in doorlopende dialoog tussen de staat en FMO.
Vraag 7
Wat doet FMO normaal gesproken om te verifiëren of haar geld op de juiste plek terecht
komt? Is het gebruikelijke goedkeurings- en betalingproces van FMO in de Agua Zarca-zaak
gevolgd of is daar in dit geval vanaf geweken?
Antwoord 7
In de financieringsovereenkomsten waarbij FMO partij is, neemt FMO bepalingen op die
erop gericht zijn te waarborgen dat de door FMO te verstrekken gelden op de juiste
plek terechtkomen. Zo worden leningen niet in één keer verstrekt, maar in delen, naargelang
de vorderingen van het desbetreffende project. FMO heeft mij laten weten dat bij het
Agua Zarca project niet is afgeweken van de gebruikelijke goedkeurings- en betalingsprocessen.
Vraag 8 en 9
Kunt u zich herinneren dat u in het antwoord op eerdere Kamervragen3 stelde dat niet te voorzien was dat DESA zich schuldig zou maken aan een misdaad
als de moord op Berta Cacares? Klopt het dat FMO tussen 2013 en 2016 herhaaldelijk
is ingelicht over intimidatie, bedreigingen en spionage van de lokale bevolking door
mensen met een militaire achtergrond, zoals de CEO van DESA?
Hoe vallen deze waarschuwingen te rijmen met de opvatting van FMO dat een door DESA
georganiseerde moord op Berta Caceres en/of andere inheemse Rio Blanco-bewoners niet
was te voorzien?
Antwoord 8 en 9
Er is in de beantwoording van de Kamervragen op 17 december 2021 inderdaad aangegeven
dat het voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken, ook gegeven de informatie van
maatschappelijke organisaties, niet was te voorzien dat de CEO van DESA zich schuldig
zou maken aan betrokkenheid bij moord.
Zoals ook aangegeven in de beantwoording van de Kamervragen op 17 december 2021, kan
ik bevestigen dat FMO vanaf 2013 is ingelicht over risico’s verbonden aan het Agua
Zarca project.
FMO heeft ons laten weten dat tussen 2013 en 2016 verschillende maatschappelijke organisaties
aan FMO hun visie hebben gegeven op bepaalde aan het project verbonden risico's. Deze
berichten zijn door FMO steeds onderzocht als onderdeel van de door FMO voorafgaande
aan de financiering van het project verrichte due diligence (een vooronderzoek door FMO met betrekking tot een voorgenomen financiering) en van
de voortdurende monitoring gedurende het project. FMO heeft zich daarin laten bijstaan
door onafhankelijke deskundigen die ter plaatse aanwezig waren. Ook gegeven de door
maatschappelijk organisaties verstrekte informatie, was het volgens FMO niet te voorzien
dat de CEO van DESA zich schuldig zou maken aan betrokkenheid bij de moord op Berta
Cáceres.
FMO voert altijd een uitgebreide due diligence uit bij investeringen met een hoog (milieu en sociaal) risicoprofiel. Deze due diligence dient negatieve impact op mens en milieu zoveel mogelijk inzichtelijk te maken. Hierbij
wordt gekeken of de risico’s van een voorgenomen investering goed in kaart zijn gebracht,
of ze aanvaardbaar zijn en of FMO’s klant in staat is om de mitigerende maatregelen
te implementeren. Ook worden de signalen van de lokale bevolking hierin meegenomen,
door het voeren van gesprekken met de lokale gemeenschap en andere belanghebbenden
van directe investeringen met hoge (milieu en sociale) risico’s, waaronder met gemarginaliseerde
groepen.
Ik heb van FMO vernomen dat bij het begin van het Agua Zarca project een raadplegingsproces
is gestart met lokale gemeenschappen waar het project gevolgen voor zou hebben. De
meeste lokale gemeenschappen hebben in een door hen ondertekend document verklaard
achter het project te staan. Het project bood namelijk veel voordelen, waaronder banen,
inkomstenstromen naar de lokale economie en de verschillende sociale projecten voor
drinkwater, elektriciteit, verbeterde wegen en kleinschalige economische activiteiten.
Zodra de constructie van het Agua Zarca project begon, hield FMO toezicht op de voortgang
en mogelijke problemen rondom het project via bezoeken aan het project en via externe
controles. Deze werden zowel door FMO als door onafhankelijke deskundigen uitgevoerd.
Daarnaast heb ik van FMO vernomen dat ze heeft onderzocht welke risico's verbonden
waren aan het project en of deze voldoende konden worden gemitigeerd. Op basis van
haar eigen bezoeken aan het project en de onderzoeken van onafhankelijke deskundigen,
heeft FMO destijds geconcludeerd dat deze risico's voldoende konden worden beheerst
en waar nodig gemitigeerd en besloten tot financiering van het project.
Vraag 10
Bent u sinds uw antwoorden op de Kamervragen van december 20214 omtrent Agua Zarca, bijvoorbeeld naar aanleiding van de strafbepaling van David Castillo
in juni 2022, de Gualcargue fraudezaak, of het artikel in de Intercept, nog in contact
geweest met de Nederlandse ambassade in Costa Rica? Zo ja, wat heeft u met de ambassade
besproken met betrekking tot deze zaak?
Antwoord 10
Mijn medewerkers op het departement en op de ambassade hebben regelmatig contact met
elkaar. Zij wisselen actualiteiten uit rondom diverse onderwerpen, waaronder deze
zaak. In februari 2023 bracht de ambassade een bezoek aan COPINH. Dit bezoek is eveneens
met mijn medewerkers in Den Haag besproken. Het doel van dit bezoek was om geïnformeerd
te blijven over het werk van COPINH en stil te staan bij de moord op Berta Cáceres.
Vraag 11
Wat heeft u tot nu toe gedaan om er voor te zorgen dat er transparantie is over de
Agua Zarca case? Op welke manier heeft u FMO wel of niet aangespoord de relevante
documenten te delen?
Antwoord 11
Het ministerie is in continue dialoog met FMO over deze zaak en wat die ons leert
ten aanzien van het bredere IMVO-beleid dat FMO voert. Zoals is aangegeven in de beantwoording
van de Kamervragen op 17 december 2021, heeft FMO het Ministerie van Buitenlandse
Zaken verzekerd om in het belang van de nabestaanden zoveel mogelijk transparantie
na te streven, met inachtneming van de lopende civiele procedure tegen FMO.
Vraag 12 en 13
Kunt u uitleggen waarom u in uw beantwoording van 17 december 20215 op een groot deel van de vragen over de rol van het ministerie geen antwoord heeft
gegeven vanwege de lopende civiele procedure, terwijl het ministerie hier zelf geen
procespartij bij is? Kunt u uitleggen waarom u geen uitspraken kon doen over de financiële
constructie in het Agua Zarca project vanwege deze civiele procedure, terwijl u geen
procespartij bent bij die procedure?
Kunt u zich herinneren dat u in uw beantwoording van Kamervragen van 17 december 20216 stelde dat nog niet vaststaat of FMO fouten heeft gemaakt in de monitoring van geldstromen
en u hier geen uitspraken over kan doen gezien de civiele procedure? Klopt het dat
het juist een kerntaak van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is om FMO te monitoren,
corrigeren en in te grijpen wanneer er (vermoedens van) ernstige gebreken bestaan
en niet die van een rechter? Zo ja, waarom zou u dan niet kunnen antwoorden op vragen
over de uitvoering van een kerntaak van uw ministerie?
Antwoord 12 en 13
FMO is een private onderneming met een eigen raad van bestuur en raad van commissarissen,
die zelfstandig opereert op afstand van de Staat. Het Ministerie van Financiën vervult
namens de Staat de rol van aandeelhouder, het Ministerie van Buitenlandse Zaken is
het betrokken beleidsdepartement.
Het ministerie gaat derhalve niet over individuele investeringen en hoe deze financieel
worden geconstrueerd.
Waar ik geen antwoord heb gegeven op vragen over de rol van het ministerie is dat
omdat werd gevraagd naar een appreciatie van het handelen van FMO inzake een individuele
investering die onderwerp is van een lopende civiele procedure. Mocht de uitkomst
van de civiele procedure aanleiding geven om de invulling van de beleids- en aandeelhoudersrol
van de Staat tegen het licht te houden, dan zal ik mij hierop beraden, samen met de
Minister van Financiën.
Vraag 14
Bent u gezien het voorgaande alsnog bereid de vragen te beantwoorden?
Antwoord 14
Nee, om de redenen die ik hiervoor heb genoemd.
Vraag 15
Deelt u de mening dat zowel de nabestaanden van Berta Caceres alswel het Nederlandse
publiek – van wie het belastinggeld in dit project is geïnvesteerd – zouden moeten
weten wat er met dit geld gebeurd is?
Antwoord 15
Een goede verantwoording over de besteding van financiële middelen is uiteraard van
groot belang. FMO handelt naar internationaal geaccepteerde conventies, principes
en standaarden voor impact en risicomanagement. Daarnaast informeert FMO de ministeries
van Buitenlandse Zaken en Financiën over incidenten, inclusief de actie die de FMO
daarop onderneemt.
Vraag 16
Wat is de functie van het in oktober geopende FMO kantoor in Costa Rica en in hoeverre
zal FMO zich via dit kantoor bezighouden met eventuele klachten en zorgen van getroffen
gemeenschappen?
Antwoord 16
Ik heb van FMO vernomen dat ze als onderdeel van haar vernieuwde strategie nog verder
wil inzetten op samenwerking met organisaties ter plaatse om zo het begrip van de
lokale context te vergroten en de impact van investeringen te maximaliseren. Dit kunnen
bijvoorbeeld andere ontwikkelingsorganisaties, kennisinstituten en lokale en internationale
ngo’s zijn. Het openen van een regionaal kantoor in Costa Rica, gericht op Latijns-Amerika
en de Caraïben, is hier onderdeel van. FMO heeft verschillende kanalen voor vragen,
opmerkingen en klachten van lokale gemeenschappen. Het openen van een regionaal kantoor
is een uitbreiding daarvan.
Vraag 17
Klopt het dat in een interview met Michael Jongeneel (CEO van FMO) in het Financieel
Dagblad van 20 september jl.7 wordt gesteld dat FMO projecten in Honduras zal blijven financieren? Op basis van
welke lessen uit het Agua Zarca-project is FMO tot deze beslissing gekomen?
Antwoord 17
Ja, dat klopt. FMO neemt investeringsbeslissingen op basis van vele factoren, waaronder
ervaringen uit het verleden, de strategie en het beleid. Eerdere ervaringen hebben
het investeringsbeleid van FMO in de loop der jaren aangescherpt en veranderd. Sinds
de investering in Agua Zarca heeft FMO onder meer haar ESG-beleid aangepast, met name
gericht op mensenrechten, mensenrechtenactivisten en inheemse en cultureel diverse
gemeenschappen. Verder heeft FMO mij laten weten dat elke werknemer van FMO een verplichte
training over mensenrechten volgt, er bijscholing heeft plaatsgevonden op het gebied
van mensenrechten voor alle ESG-medewerkers en er versterkte maatregelen werden ingevoerd
om Free, Prior and informed Consent (FPIC) uit te voeren voor alle projecten met impact op inheemse volkeren. Voor investeringen
die geen impact hebben op inheemse volkeren, geldt een controle op brede steun van
de gemeenschap. FMO is van mening dat met deze maatregelen op een verantwoorde manier
geïnvesteerd kan blijven worden in Honduras, zodat kan worden bijgedragen aan armoedebestrijding.
Vraag 18
Wat heeft u gedaan sinds de moord op Berta Caceres om te garanderen dat FMO haar praktijken
structureel verbetert?
Antwoord 18
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Ministerie van Financiën zijn doorlopend
met FMO in dialoog over het IMVO-beleid van FMO. Het is van essentieel belang dat
FMO risico’s goed en tijdig in kaart brengt bij voorgenomen financieringen en bestaande
risico’s monitort bij bestaande financieringen. De moord op Berta Cáceres onderstreepte
dit belang. Hier zijn lessen uit getrokken die vervolgens hebben geleid tot aanscherping
van het beleid van FMO omtrent IMVO. Zo is er in 2018 een ESG Performance Tracker ingesteld die FMO in staat stelt de ESG prestaties van de hoge risico klanten op
relevante risico’s systematisch te documenteren en te volgen. Daarnaast is er een
Independent Complaints Mechanism in het leven geroepen waar externe partijen, waaronder lokale gemeenschappen, een
klacht kunnen indienen over projecten die gefinancierd worden door FMO. De klacht
zal vervolgens onderzocht worden door een panel van drie onafhankelijke internationale
experts.
Tegelijkertijd blijft er ruimte voor verdere verbetering, zoals ook gesteld in de
meest recente FMO-evaluatie en de beleidsreactie hierop8. Het kabinet blijft in gesprek met FMO over deze verbeteringen, biedt waar mogelijk
ondersteuning en spreekt FMO aan wanneer het van mening is dat FMO onvoldoende voortgang
boekt. Deze zaak is ook meegewogen in de dialoog over de nieuwe strategie van FMO,
waarbij FMO zijn ESG-beleid verder heeft aangescherpt, inclusief het nadrukkelijk
betrekken van lokale belanghebbenden en de weging van de politieke economie in zijn
landenanalyse.
Vraag 19
Welke waarborgen zijn er om ervoor te zorgen dat mensenrechtenschendingen en criminele
activiteiten in relatie tot door FMO gefinancierde projecten nooit meer kunnen plaatsvinden?
Antwoord 19
Omwille van ontwikkelingsimpact investeert FMO in fragiele contexten. Deze zijn complex
en brengen aanzienlijke IMVO-gerelateerde uitdagingen met zich mee. In dergelijke
omgevingen hebben bedrijven vaak nauwelijks toegang tot financiering en zijn IMVO-standaarden
in veel gevallen laag of ontbreken geheel. Op deze plekken ontstaat duurzame bedrijvigheid
niet of nauwelijks zonder partijen zoals FMO en zijn verbeteringen in de IMVO-omstandigheden
vaak het hardst nodig. De keerzijde van investeren in deze uitdagende context is dat
de kans op misstanden niet op voorhand volledig is uit te sluiten. Ik verwacht van
FMO dat het de risico’s minimaliseert.
Het beheersen van witwasrisico’s, ESG-risico’s, het voorkomen van toegang door criminelen
tot financiële systemen en andere integriteitsrisico’s zijn dan ook speerpunten van
de in september 2022 vastgestelde ondernemingsstrategie. FMO heeft de afgelopen jaren
veel geïnvesteerd in haar Know Your Customer (KYC)-capaciteit en zal dit in de toekomst blijven doen. De KYC-aanpak van FMO is
niet beperkt tot een controle van projecten en klanten voorafgaand aan de start van
het project: ook gedurende de looptijd van de investering of lening van FMO vindt
monitoring en periodieke controle plaats van klanten en geldstromen. KYC en overige
risicosignalering zijn daarbij steeds verder geïntegreerd met de kernactiviteiten
van het (investerings)personeel.
Deze prioritering van risicomanagement is ook terug te zien in de samenstelling van
de raad van bestuur van FMO. FMO heeft afgelopen jaar haar statutaire raad van bestuur
uitgebreid van drie naar vijf personen. Risicomanagement, waaronder ESG risico’s,
is als separate kerntaak ondergebracht bij de afgelopen jaar benoemde Chief Risk Officer (CRO).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.