Brief Kamer : Begrotingstoelichting bij de Raming der voor de Tweede Kamer in 2024 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten
36 328 Raming der voor de Tweede Kamer in 2024 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten
Nr. 3 BEGROTINGSTOELICHTING (UITGAVEN EN ONTVANGSTEN)
1. Algemeen
a. Algemene uitgangspunten
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor
het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer
over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4, lid 4 Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de colleges,
waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties neemt de ramingen, zoals
opgesteld door de Kamers der Staten-Generaal, op in het voorstel van wet tot vaststelling
van de begrotingsstaten van de Staten-Generaal, tenzij een evident zwaarwegende reden
zich hiertegen verzet. Indien de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
ramingen wegens evident zwaarwegende redenen niet of niet geheel opneemt, dan licht
hij dit gemotiveerd toe (artikel 4.5, lid 2 en 3 Comptabiliteitswet 2016).
Een College dient, conform artikel 2.1 lid 7 van de Comptabiliteitswet 2016 betreffende een niet-departementale begroting, enkel haar taken en bedrijfsvoering
weer te geven. Derhalve bevat deze niet-departementale begroting – in vergelijking
met departementale begrotingen waarbij wel een weergave van het beleid wordt opgenomen –
geen beleidsagenda. Vanwege de bijzondere positie van de Staten-Generaal wijkt de
presentatie op deze punten af van de in de Rijksbegrotingsvoorschriften (Rbv) voorgeschreven
sjablonen en richtlijnen.
b. Financiële uitgangspunten
Het uitgangspunt voor de Raming 2024 is het meerjarencijfer voor dat jaar zoals opgenomen
in hoofdstuk IIA van de Rijksbegroting voor 2023 (Kamerstuk 36 200 IIA).
De mutaties naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2023 hebben betrekking op het jaar
2023 (en op de jaren na 2023).
De afronding van de Rijksbegroting is later dan de behandeling van de Raming in de
Kamer. Uit deze afronding kunnen nog generieke mutaties voor de Raming voortvloeien,
die vanzelfsprekend nog niet zijn verwerkt.
c. Opbouw
Deze begroting is opgebouwd uit de volgende beleidsartikelen:
• Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer;
• Artikel 3. Wetgeving en controle Tweede Kamer;
• Artikel 4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer.
d. Algemeen begrotingsbeeld
De begroting van de Tweede Kamer stijgt over de periode 2023–2028 jaarlijks met circa
€ 12,3 mln. voor structurele uitgaven (dit is exclusief technische mutaties). De fluctuaties
in de meerjarenbegroting in de periode 2023–2028 worden verklaard door incidentele
uitgaven. Verder is in 2023 sprake van incidenteel hogere ontvangsten. Deze worden
ingezet ter dekking van een deel van de hogere uitgaven in 2023. In onderstaande tabel
is het cijfermatige beeld opgenomen en vervolgens staat per artikel (-onderdeel) een
toelichting vermeld.
Tabel 0 Algemeen begrotingsbeeld
Begroting uitgaven
artikelen 2, 3 en 4
2023
2024
2025
2026
2027
2028
Huidige meerjarenbegroting
190.057
184.028
187.918
185.107
183.563
183.563
Mutaties Voorjaarsnota 2023
Artikelonderdeel 3.1 Apparaatsuitgaven
17.167
15.822
11.999
19.474
15.273
12.605
Artikelonderdeel 3.4 Fractiekosten
901
1.220
1.127
1.188
1.218
1.218
Artikelonderdeel 3.6 Parlementaire enquêtes
1.916
300
Totaal mutaties Voorjaarsnota 2023
19.984
17.342
13.126
20.662
16.491
13.823
Meerjarenbegroting inclusief mutaties
210.041
201.370
201.044
205.769
200.054
197.386
Begroting ontvangsten
artikelen 2 en 3
2023
2024
2025
2026
2027
2028
Huidige meerjarenbegroting
3.725
3.725
3.725
3.725
3.725
3.725
Mutatie Voorjaarsnota 2023
4.700
Meerjarenbegroting inclusief mutaties
8.425
3.725
3.725
3.725
3.725
3.725
2. Artikel 2: Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer
Onder dit artikel worden rechtspositionele uitgaven aan leden en oud-leden van de
Tweede Kamer, alsmede hun nagelaten betrekkingen geraamd.
De Tweede Kamer draagt ingevolge de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, de
Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers en de Wet schadeloosstelling, uitkering
en pensioen leden zorg voor de uitgaven ten behoeve van:
– de schadeloosstelling van de leden van de Tweede Kamer (artikel 2.1);
– de reis- en overige kostenvergoedingen van de leden van de Tweede Kamer (artikel 2.1);
– de wachtgelden van oud-leden van de Tweede Kamer (artikel 2.2);
– de pensioenen van oud-leden van de Tweede Kamer en hun nabestaanden (artikel 2.2);
De uitgaven bedragen:
Tabel 1: budgettaire gevolgen (x € 1.000,–)
Artikel 2: Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer (in € 1.000)
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2: Uitgaven t.b.v. leden en oud-leden Tweede Kamer
Verplichtingen
34.771
35.303
36.946
35.887
35.373
35.373
Uitgaven
34.771
35.303
36.946
35.887
35.373
35.373
1. schadeloosstelling
23.553
23.553
23.554
23.554
23.554
23.554
2. pensioenen en wachtgelden
11.218
11.750
13.392
12.333
11.819
11.819
Ontvangsten
86
86
86
86
86
86
Schadeloosstelling
Op dit artikelonderdeel staan de uitgaven voor de schadeloosstelling van de leden
van de Tweede Kamer. Ingevolge de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer draagt de Tweede Kamer de uitgaven voor schadeloosstelling en de reis- en overige
kostenvergoedingen voor de leden van de Tweede Kamer.
Pensioenen en wachtgelden
Op basis van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers draagt de Tweede Kamer zorg voor de uitgaven aan pensioenen en wachtgelden voor de
oud-leden van de Tweede Kamer. In verband met de verkiezingen van 2025 is de Raming
voor 2025 en 2026 hoger.
Ontvangsten
De ontvangsten op dit onderdeel hebben betrekking op de verrekening van neveninkomsten.
In onderstaand overzicht zijn, als kengetallen, de gerealiseerde uitgaven en gemiddelden
van de artikelonderdelen opgenomen voor de jaren 2018–2022.
Tabel 2: gemiddelde uitgaven per Kamerlid
Artikel 2: Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer (in € 1.000)
2018
2019
2020
2021
2022
2.1. schadeloosstelling
23.461
24.416
24.393
23.515
25.054
gemiddeld per lid TK
156
163
163
157
167
2.2. pensioenen en wachtgelden
10.943
9.463
9.468
11.918
10.275
2.3. schadeloosstelling leden Europees Parlement
117
45
0
0
0
Het betreft de volgende aantallen gerechtigden voor de pensioenen en wachtgelden:
Tabel 3: aantallen gerechtigden pensioenen en wachtgelden oud-leden
Aantallen deelgerechtigden
2018
2019
2020
2021
2022
Pensioenen oud-leden
442
430
432
451
448
Wachtgelden oud-leden
62
54
14
58
48
Totaal
504
484
446
509
496
3. Artikel 3: Wetgeving en controle Tweede Kamer
Als volksvertegenwoordiging heeft de Tweede Kamer twee hoofdtaken: controle van de
regering en (mede)wetgeving. Deze taken vloeien voort uit de artikelen 50 (vertegenwoordiging van het gehele Nederlandse volk), 65 tot en met 72 (werkwijze), 81 tot en met 87 (wetten en andere voorschriften), 105 (begrotingen), en 137 en 138 (grondwetgeving) van de Grondwet en enkele andere (grond)wetsartikelen.
De ambtelijke diensten
De ambtelijke diensten ondersteunen het constitutioneel proces. Dit doen de ambtelijke
diensten door middel van het bieden van een politiek neutrale, adequate en innovatieve
ondersteuning van de Kamerleden in alle facetten van hun werk als volksvertegenwoordiger.
De politieke prioriteiten, zoals door de Kamer bepaald, zijn daarbij leidend.
De aandachtspunten voor 2024 zijn toegelicht in de geleidende brief (stuknummer 1).
De uitgangspositie voor dit artikel is het meerjarencijfer bezien vanuit de begroting
2023 (Kamerstuk 36 200 IIA) aangevuld met (structurele doorwerking van) de mutaties naar aanleiding van de Voorjaarsnota
2023. De Tweede Kamer heeft «Voorjaarsnotamutatie(s)» (suppletoire begrotingswijziging
bij gelegenheid van de Voorjaarsnota 2023) aangemeld bij het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties.
Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid
Artikel 3: Wetgeving en controle
Tweede Kamer (in € 1 000)
2023
2024
2025
2026
2027
2028
Verplichtingen
173.696
164.493
162.524
168.308
163.107
160.439
Uitgaven1
173.696
164.493
162.524
168.308
163.107
160.439
3.1: apparaat
103.646
98.356
97.510
97.819
97.819
97.819
Mutaties n.a.v. de Voorjaarsnota 2023
• Uitvoeren moties
1.400
0
0
0
0
0
• Versterking parlementair proces
1.397
1.716
1.571
1.571
1.571
1.571
• Versterking ondersteuning Voorzitter en presidium
503
503
503
503
503
503
• Uitbreiding Woo
397
265
265
265
265
265
• Waarborgen veiligheid
4.282
4.097
4.097
4.097
4.097
4.097
• Borgen ICT organisatie
2.600
7.077
2.600
2.600
2.600
2.600
• Versterking bedrijfsvoering
1.079
1.079
1.079
1.079
1.079
1.079
• Renovatie Binnenhof
530
225
225
7.725
2.725
225
• Tijdelijke huisvesting
533
168
168
168
168
0
• IV jaarplan 2023
1.254
0
0
0
0
0
• Aanpassing lopende contracten
3.192
692
692
692
692
692
• Kasschuif en correctie extrapolatiejaar (technische mutatie)
0
0
799
774
1.573
1.573
3.2: kennis en onderzoek
1.235
2.468
2.468
2.468
2.468
2.468
3.3: publicatie officiële documenten
2.008
2.008
2.008
2.008
2.008
2.008
3.4: fractiekosten
41.649
41.634
44.727
42.666
41.636
41.636
Mutatie n.a.v. de Voorjaarsnota 2023
• Ramingsbijstelling
901
1.220
1.127
1.188
1.218
1.218
3.5: uitzending leden
484
484
484
484
484
484
3.6: parlementaire enquêtes
2.489
0
0
0
0
0
Mutatie n.a.v. de Voorjaarsnota 2023
• Ramingsbijstelling
1.916
300
0
0
0
0
3.7: bijdrage Prodemos
2.201
2.201
2.201
2.201
2.201
2.201
Ontvangsten1
8.339
3.639
3.639
3.639
3.639
3.639
3. Ontvangsten
3.639
3.639
3.639
3.639
3.639
3.639
Mutatie n.a.v. de Voorjaarsnota 2023
• Ramingsbijstellingen
4.700
0
0
0
0
0
X Noot
1
Bedragen inclusief Ramingsbijstellingen.
Kengetallen zijn opgenomen in de Staat van de Tweede Kamer 2022.
Toelichting mutaties Voorjaarsnota:
Artikelonderdeel 3.1 Apparaat
Algemeen
De mutaties in de Voorjaarsnota 2023 op artikelonderdeel 3.1 fluctueren over de periode
2023–2028. Dit heeft te maken met incidentele uitgaven. Zonder deze incidentele uitgaven
stijgt dit artikelonderdeel met circa € 11,0 mln. per jaar (dit is exclusief technische
mutaties). De structurele verhogingen hebben voornamelijk betrekking op formatieve
uitbreidingen binnen de Kamer ter versterking van de ondersteuning van het parlementaire
proces en de bedrijfsvoering (inclusief beveiliging) en een stijging van de uitgaven
voor de uitbreiding en prijsaanpassing van beheer en onderhoud van ICT contracten.
In 2023 wordt de begroting opgehoogd met € 17,2 mln. In dit bedrag zitten incidentele
uitgaven voor bijvoorbeeld de uitvoering van moties (€ 1,4 mln.), de aanpassingen
van lopende contracten en dan specifiek de stijgende energielasten en voedsel- en
drankprijzen (€ 2,5 mln.) en het IV-jaarplan (€ 1,3 mln.).
In 2024 stijgt de begroting met € 15,8 mln., hiervan is € 4,5 mln. incidenteel voor
de (vervangings-) investeringen in het Rijksdatacenter.
In 2026 stijgt de begroting met € 19,5 mln. en in 2027 met € 15,3 mln. Deze stijging
hangt samen met de incidentele investeringen in de (gedeeltelijke) vervanging van
AV. Het gaat om € 7,5 mln. in 2026 en € 2,5 mln. in 2027. Als de terugverhuizing vertraging
oploopt dan worden deze middelen naar latere jaren verschoven.
Vanaf 2025 t/m 2028 wordt een technische mutatie verwerkt.
Toelichting per mutatie uit tabel 4, 3.1: apparaat
1) Uitvoering moties: dit betreft noodzakelijke uitgaven voor het ten uitvoer brengen
van reeds aangenomen moties m.b.t. het vergaderen in crisistijd (motie van het lid
Van Gent; Kamerstuk 35 322, nr. 43), papierloos vergaderen (motie van het lid Bromet; Kamerstuk 36 062, nr. 10), de motie inzake wegwerpbekers (motie van het lid Esch; Kamerstuk 30 872 nr. 280). Hiervoor is in 2023 € 1,40 mln. benodigd.
2) Versterking parlementaire proces: om de kwaliteit van de ondersteuning van het parlementaire
proces te behouden en verbeteren zijn extra uitgaven nodig voor personeel. Personele
uitbreiding is nodig bij de Griffies Commissies met 8,5 fte’s (waarvan 0,5 fte alleen
voor 2023 is) voor circa € 1,0 mln. structureel per jaar. Dit vanwege de toenemende
werkzaamheden voor Kamercommissies, de Commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven
en een permanente vertegenwoordiger in Brussel. Daarnaast wordt de formatie van de
Dienst Analyse en Onderzoek structureel uitgebreid met 4 fte EU-coördinatoren. Hiervoor
is € 0,6 mln. structureel nodig.
Voor het aanpassen van Parlis aan nieuwe gebruikerswensen en noodzakelijke technische
aanpassingen is in 2023 en 2024 jaarlijks € 0,15 mln. nodig.
3) Versterking ondersteuning Voorzitter en presidium: Het Stafbureau Voorzitter en presidium
wordt heringericht tot het Stafbureau Voorzitter/Griffier en met structureel 3 fte
uitgebreid. Dit vanwege de toenemende werkzaamheden ter ondersteuning en advisering
van de Voorzitter en de Griffier en het tijdig afhandelen van burgercommunicatie namens
de Voorzitter. Met deze uitbreiding komt er ook meer ruimte om de interne bestuurlijke
processen te borgen. Daarnaast wordt de invulling van de positie van woordvoerder
in de Raming geborgd (1 fte bij de Stafdienst Communicatie). In totaal is jaarlijks
€ 0,50 mln. nodig.
4) Uitbreiding Woo: de Kamerorganisatie wordt in toenemende mate belast door Woo-verzoeken.
In de periode vanaf 1 mei 2022 tot 16 januari 2023 zijn in totaal 39 Woo-verzoeken
ingediend. Om een goede afhandeling van deze Woo-verzoeken te kunnen waarborgen is
in 2023 3 fte nodig en vanaf 2024 structureel 2 fte. Hiervoor is in 2023 € 0,4 mln.
nodig en vanaf 2024 jaarlijks € 0,26 mln.
5) Waarborgen veiligheid: De veiligheidssituatie van het pand, de systemen en de leden
van de Tweede Kamer vragen om een structurele investering van personeel bij de Beveiligingsdienst,
Bureau Beveiligingsautoriteit en de CISO. Structureel gaat het om 29,5 fte. Jaarlijks
is hiervoor circa € 4,1 mln. nodig. In 2023 is € 0,2 mln. benodigd voor de inhuur
van externe expertise.
6) Borgen ICT organisatie: In 2018 was het voornemen om over te stappen naar SSC-ICT.
Hierdoor was de vaste formatie van de Dienst Automatisering (DA) gedaald en is de
bezetting de afgelopen periode voor een groot deel ingevuld met externe inhuur. De
uitgaven aan externe inhuur is jaarlijks incidenteel gedekt uit de eigen begroting
(door lagere materiële uitgaven voor ICT en onderuitputting binnen de totale begroting).
Inmiddels is er duidelijkheid over de benodigde structurele vaste formatie en wordt
zo veel als mogelijk de externe inhuur vervangen door eigen vast personeel. De uitgaven
voor vast personeel moeten structureel geborgd worden in de begroting. Daarom is het
nodig om de begroting structureel op te hogen met € 2,6 mln. De totale uitgaven voor
DA stijgen niet ten opzichte van voorgaande jaren. Verder is in 2024 eenmalig € 4,5 mln.
nodig voor (vervangings-)investeringen in het Rijksdatacenter.
7) Versterking van de bedrijfsvoering: de ondersteunende diensten worden geconfronteerd
met toenemende werkzaamheden door de groei van de Kamerorganisatie in de afgelopen
jaren voor met name het parlementaire proces en de beveiliging. Om de dienstverlening
te waarborgen is personele uitbreiding nodig bij de Stafdienst Human Resources, de
Facilitaire Dienst, de Stafdienst Financieel Economische Zaken en het Restaurantbedrijf.
In totaal gaat het om 9,6 fte waarvoor jaarlijks circa € 1 mln. nodig is.
8) Renovatie Binnenhof: De uitgaven voor de renovatie Binnenhof zijn structureel € 0,23 mln.
voor een goede begeleiding van de renovatie vanuit de Tweede Kamer en het inzetten
van externe expertise zodat op tijd en volledig conform afspraken en specificaties
de gerenoveerde gebouwen en dependances van de Tweede Kamer kunnen worden opgeleverd.
Als de terugverhuizing vertraging oploopt dan is dit budget langer benodigd (tot en
met twee jaar na de terugverhuizing).
Voor de geplande terug verhuizing naar het Binnenhof is in 2026 € 7,5 mln. en in 2027
€ 2,5 mln. nodig, voor investeringen in het AV-systeem dat gedeeltelijk nieuw moet
worden aangelegd in het Binnenhof. Als de terugverhuizing vertraging oploopt dan schuiven
deze uitgaven door naar latere jaren.
9) Tijdelijke huisvesting: de Tweede Kamer wordt geconfronteerd met hogere uitgaven als
gevolg van de huisvestingssituatie in B67, om zelf urgente klantwensen te kunnen oplossen
en uit te laten voeren. In 2023 is hiervoor € 0,36 mln. benodigd. Vanaf 2023 t/m 2027
is € 0,17 mln. benodigd voor extra capaciteit voor de tijdelijke huisvesting (1,5
fte). Als de terugverhuizing vertraging oploopt dan is deze capaciteit langer benodigd
(tot en met het jaar van de terugverhuizing).
10) IV-jaarplan: In het IV-jaarplan zijn IV initiatieven (projecten, lijnactiviteiten
en onderzoeken) opgenomen die op basis van prioritering tot uitvoer gaan komen. Hiervoor
is in 2023 € 1,25 mln. nodig.
11) Aanpassing lopende contracten: Door de aanhoudende prijsstijging van energie en voedsel
is voor 2023 € 2,50 mln. aanvullend benodigd, waarvan € 2,0 mln. voor hogere energiekosten.
Verder is vanaf 2023 structureel € 0,7 mln. opgenomen voor de uitbreiding en prijsaanpassing
van beheer en onderhoud van ICT contracten.
12) Dit betreft een kasschuif van € 0,8 mln. van 2026 naar 2025 en een correctie op de
extrapolatie van € 1,57 mln. vanaf 2026 (technische mutaties).
Artikelonderdeel 3.4: Fractiekosten
De verhoging van de fractiekosten komt voort uit het verhogen van het zetelbedrag
door de wijzigingen in de CAO Rijk. Het gaat om € 0,9 mln. in 2023 en om € 1,2 mln.
vanaf 2024.
Artikelonderdeel 3.6: Parlementaire Enquêtes
In 2022 is het begrote bedrag voor de Parlementaire Enquête Aardgaswinning niet volledig
benut en het restant € 0,89 mln. moet in 2023 worden toegevoegd.
In 2022 is de totale begroting van de Parlementaire Enquête Fraudebeleid en Dienstverlening
verhoogd naar € 4,27 mln. Per saldo moet de Raming hiervoor in 2023 worden opgehoogd
met € 0,78 mln. en in 2024 met € 0,3 mln.
Voor de Tijdelijke Commissie Corona is in 2023 € 0,25 mln. nodig. Het onderzoeksvoorstel
van de Commissie wordt in het voorjaar 2023 opgeleverd. Als de Kamer instemt met het
onderzoeksvoorstel zal de Raming voor deze Enquête worden opgehoogd.
Artikel 3: Ontvangsten
De Tweede Kamer begroot meerjarig ontvangsten. Deze ontvangsten hebben betrekking
op de omzet van het Restaurantbedrijf, doorbelastingen aan derden en inhoudingen op
lonen en salaris en ontvangsten voor zwangerschap- en bevallingsuitkeringen. Incidenteel
heeft de Kamer extra ontvangsten van fracties als blijkt dat hun egalisatiereserve
het maximum heeft bereikt. Conform de fractiekostenregeling wordt bij een overschrijding
het verschil door de stichting terugbetaald aan de Tweede Kamer. In 2023 worden de
ontvangsten opgehoogd met € 4,7 mln. (hogere ontvangsten vanuit de fractiekostenregeling
en de doorbelasting aan de derden).
4. Artikel 4: Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer
Op dit artikel zijn de uitgaven geraamd ten behoeve van gezamenlijke activiteiten
van de Eerste en Tweede Kamer, te weten deelname aan activiteiten van interparlementaire
organen.
Tabel 5: budgettaire gevolgen van beleid
Artikel 4: Wetgeving en controle
Eerste en Tweede Kamer (in € 1 000)
2023
2024
2025
2026
2027
2028
Verplichtingen
1.574
1.574
1.574
1.574
1.574
1.574
Uitgaven
1.574
1.574
1.574
1.574
1.574
1.574
3. interparlementaire betrekkingen
1.574
1.574
1.574
1.574
1.574
1.574
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
Het betreft de volgende uitgaven:
– uitzending van Kamerleden naar internationale organisaties;
– aandeel van Nederland in de kosten van interparlementaire organen;
– contacten tussen de (voormalige) parlementen van het Koninkrijk;
– ontvangst van buitenlandse parlementsleden en delegaties van internationale organisaties;
– de activiteiten van de Nederlandse groep van de Interparlementaire Unie (IPU).
In onderstaand overzicht zijn, als kengetallen, in meerjarig perspectief (2018–2022)
de uitgaven met betrekking tot dit artikel opgenomen. Voorts zijn, afgeleid hiervan,
gemiddelden per Kamerzetel (van Eerste en Tweede Kamer) opgenomen.
Tabel 6: gemiddelde uitgaven per lid
Artikel 4: Wetgeving en controle
Eerste en Tweede Kamer (in € 1 000)
2018
2019
2020
2021
2022
Interparlementaire betrekkingen
1.171
1.180
904
890
947
totaal artikel 4
1.171
1.180
904
890
947
gemiddeld per zetel (225)
5
5
4
4
4
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.A. Bergkamp, Voorzitter van de Tweede Kamer
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.