Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over Comply or explain: wetgevingsoverzicht (Kamerstuk 36200-IV-44)
2023D11516 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties hebben de onderstaande fracties
                  de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Binnenlandse
                  Zaken en Koninkrijksrelaties over de brief van 22 december 2022 inzake Comply or explain:
                  wetgevingsoverzicht (Kamerstuk 36 200 IV, nr. 44).
               
De voorzitter van de commissie,
Paul
Griffier van de commissie,
Meijers
Inhoudsopgave
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng VVD-fractie
Inbreng D66-fractie
Inbreng CDA-fractie
II. Antwoord / Reactie van de Staatssecretaris
III. Volledige agenda
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
               
Inbreng leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van
                  de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het toepassen
                  van Nederlandse wet- en regelgeving op Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES), d.d.
                  22 december 2022.
               
De leden van de VVD-fractie zouden graag enkele vragen stellen en enkele opmerkingen
                  maken naar aanleiding van de brief van de Staatssecretaris. De leden van de VVD-fractie
                  lezen dat er voor is gekozen om gefaseerd te werk te gaan bij de uitvoering van het
                  principe van comply or explain in verband met het niet op één moment te veel willen belasten van de uitvoeringskracht
                  en -capaciteit binnen Caribisch Nederland en de departementen. De leden van de VVD-fractie
                  hebben begrip voor het opsplitsen van het wetgevingsoverzicht en dus voor de keuze
                  om eerst «achterstallig onderhoud» in de wetgeving aan te pakken, de noodzakelijke
                  kaderwetgeving op te stellen en te werken aan het opstellen van wetgeving op verzoek
                  van de BES-eilanden. Dat is een grote opgave en zal een langjarig traject zijn. De
                  leden van de VVD-fractie zouden wel van de staatsecretaris willen weten wanneer er
                  een totaaloverzicht komt van alle wetgeving. Kan de Staatssecretaris aangeven wanneer
                  het integrale wetgevingsoverzicht wordt verwacht?
               
Over het wetgevingsoverzicht dat is meegezonden als bijlage bij de brief van 22 december
                  2022 hebben de leden van de VVD-fractie enkele vragen. Verwacht de Staatssecretaris
                  dat het wegwerken van zoals ze het zelf in haar brief noemt «achterstallig onderhoud»
                  gevolgen zal hebben voor nieuwe wetgevingstrajecten en de capaciteit die daarvoor
                  beschikbaar is? Kan de Staatssecretaris aangeven wat de prioritering is van de wetgeving
                  die is opgenomen in bijgevoegd overzicht en of er voor deze wetgeving voldoende capaciteit
                  is of dat deze gefaseerd zal worden ingevoerd? Zo ja, kan de Staatssecretaris meer
                  inzicht geven in de planning?
               
Voorts lezen de leden van de VVD-fractie dat de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer
                  (Wabb) ook van toepassing zal zijn op de BES-eilanden. Wanneer, zo is de verwachting,
                  wordt hiervoor een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend? De leden van de VVD-fractie
                  hechten waarde aan een zo spoedig mogelijke invoering van het BSN op de BES-eilanden
                  omdat dit ook voorwaardelijk is voor de digitalisering op de eilanden.
               
De bestuurscolleges van de BES hebben in een brief van 10 mei 2022 aangegeven de gelijke
                  behandelingswetgeving zo snel mogelijk in- en uitgevoerd te willen zien in Caribisch
                  Nederland. Ook de leden van de VVD-fractie zouden graag zo snel mogelijk zien dat
                  deze wetgeving op de BES wordt ingevoerd en zij hebben hierover daarom ook enkele
                  vragen. Hoe ziet de planning ten aanzien van dit wetgevingstraject eruit? Wanneer
                  kan er een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer worden ingediend?
               
In het wetgevingsoverzicht lezen de leden van de VVD-fractie dat er naar aanleiding
                  van een evaluatie in 2018 aanpassingen benodigd zijn van de Wet Toelating en Uitzetting
                  BES (WTU-BES). Deze wijzigingen hebben betrekking op onder andere de controle van
                  grensoverschrijding. Deze controle is van belang voor het monitoren wie de grenzen
                  van de BES-eilanden passeert. In het wetgevingsoverzicht lezen de leden van de VVD-fractie
                  dat dit punt zich momenteel in de ambtelijke voorbereidingsfase bevindt. Ditzelfde
                  geldt voor de modernisering van de strafbaarstelling van mensenhandel. De leden van
                  de VVD-fractie achten het van belang dat ook op dit terrein zo spoedig mogelijk vorderingen
                  worden gemaakt. Kan de Staatssecretaris aangeven wanneer de benodigde aanpassingen
                  aan de WTU-BES en de strafbaarstelling van mensenhandel gedaan kunnen worden?
               
De Staatssecretaris geeft in haar brief aan dat voor de wat langere termijn gekeken
                  wordt welke Europees Nederlandse wet- en regelgeving van toepassing moet worden verklaard
                  in Caribisch Nederland en dat zij over de wijze waarop zij deze informatie met de
                  Kamer gaat delen, de Kamer nader zal informeren. Op welke termijn is meer duidelijkheid
                  te verwachten over welke Europees Nederlandse wet- en regelgeving van toepassing zal
                  zijn in Caribisch Nederland?
               
De leden van de VVD-fractie missen voorts de planning van de WolBES en de FinBES in
                  dit overzicht. Kan de Staatssecretaris meer inzicht geven in de planning op dit punt?
               
In het kader van een goede beoordeling van het comply or explain-principe achten de leden van de VVD-fractie het van belang dat er duidelijkheid is
                  over de gehanteerde criteria. In dit kader verwijzen zij ook naar de motie Wuite c.s.,
                  Kamerstuk 36 200 IV, nr. 4. Zou de Staatssecretaris aan kunnen geven wat deze criteria precies zijn en kan de
                  Staatssecretaris aangeven hoe en wanneer zij gevolg gaat geven aan deze motie?
               
Inbreng leden van de D66-fractie
Het uiteenvallen van de Nederlandse Antillen en de nieuwe situatie van de drie bijzondere
                  gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba met een populatie van inmiddels ruim 25.000
                  inwoners zorgde ervoor dat in 2010 de keuze werd gemaakt om het principe van legislatieve
                  terughoudendheid toe te passen. Men was de mening toegedaan dat door het insulaire
                  karakter en het absorptievermogen van Caribisch Nederland, het onwenselijk was om
                  alle Nederlandse wet- en regelgeving in een keer over te nemen. Dit heeft ertoe geleid
                  dat diverse wet- en regelgeving met betrekking tot bijvoorbeeld bestaanszekerheid,
                  publieke gezondheid, onderwijs, belastingen, ruimtelijke ontwikkeling of klimaat niet
                  van toepassing is voor de Nederlandse burgers die wonen in Caribisch Nederland.
               
Het in 2015 uitgebrachte rapport van de commissie Spies «Vijf jaar verbonden», de
                  voorlichting van de Afdeling advisering van de Raad van State en het Interdepartementaal
                  Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties (Kamerstuk 35 300 IV, nr. 11) trokken allemaal uiterst kritische conclusies. Nederlandse burgers op deze drie
                  eilanden zijn teleurgesteld en negatief over de transitie: ze horen er niet bij en
                  worden met beleid en wetgeving bijna altijd vergeten. Er heerst soms een gevoel wel
                  de lasten, maar niet de lusten te ervaren.
               
Sinds 2017 schrijft artikel 132a, lid 4 van de Nederlandse Grondwet voor dat voor
                  deze drie openbare lichamen regels kunnen worden gesteld en andere specifieke maatregelen
                  worden getroffen met het oog op bijzondere omstandigheden waardoor deze openbare lichamen
                  zich wezenlijk onderscheiden van het Europese deel van Nederland. Indien er afwijkingen zijn dan
                  moet dat helder worden uitgelegd aan de hand van criteria zoals het insulaire karakter,
                  kleinschaligheid, klimatologische omstandigheden, draagkracht, en sociaaleconomische
                  omstandigheden.
               
Er is inmiddels een lappendeken van honderden regels en wetten die soms specifiek
                  voor de drie eilanden gelden en op andere onderwerpen wel of juist weer niet op Europees
                  Nederlandse wetgeving is gebaseerd. In 2019 is daarom het principe van comply or explain geïntroduceerd. Dit principe gaat er vanuit dat wet- en regelgeving voor Europees
                  Nederland automatisch geldt voor Caribisch Nederland.
               
De leden van de D66-fractie vragen of de (grondwettelijke) beleidsprincipes en uitgangspunten
                  voldoende consequent worden toegepast. De vraag die ook door steeds meer (internationale)
                  organisaties wordt gesteld is in hoeverre deze achterstand het gelijkwaardigheidsbeginsel
                  aantast. Op grond hiervan vragen deze leden zich af of er sprake is van gemakzucht
                  en of er naarmate het verschil in wet- en regelgeving groter wordt zelfs sprake is
                  van discriminatie. De leden van de D66-fractie onderstrepen het standpunt dat bij
                  het beleid voor Caribisch Nederland wordt gestreefd naar gelijkwaardigheid met Europees
                  Nederland.
               
Tijdens het commissiedebat Governance Caribisch Nederland (d.d. 14 april 2022) heeft
                  de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties toegezegd (Kamerstuk 35 925 IV, nr. 64) om een wetgevingsoverzicht te sturen naar de Tweede Kamer, zodat inzicht wordt verschaft
                  over de achterstand en hoe dit wordt ingehaald. De Staatssecretaris gaf tijdens dit
                  debat aan dat het dan specifiek gaat over Nederlandse wetgeving die moet worden aangepast
                  en omgezet naar wetgeving voor Caribisch Nederland.
               
Op grond van bovenstaande hebben de leden van de D66-fractie helaas met gemengde gevoelens
                  kennisgenomen van de brief en de bijbehorende bijlage van het wetgevingsoverzicht.
                  Deze leden constateren dat de staatsecretaris een overzicht heeft gestuurd met 49
                  wetten in voorbereiding. Het betreft deel I en een tweede deel volgt. Deze leden missen
                  in het overzicht een visie over het principe en de toepassing van het principe van
                  comply or explain. Deze leden vragen aan de Staatssecretaris om niet alleen stil te staan bij nieuwe
                  regelgeving, maar ook nader toe te lichten welke (huidige) Europees Nederlands wetgeving,
                  op welke wijze en binnen welk tijdsperspectief zal worden aangepast voor opname van
                  Caribisch Nederland. Daarnaast vragen deze leden welke huidige regelgeving niet zal
                  gelden en waarom.
               
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de doelstellingen die de Staatssecretaris
                  beoogt met onderhavig wetgevingsoverzicht. Ten eerste wil de Staatssecretaris door
                  middel van dit overzicht de Kamer te informeren over welke wet- en regelgeving op
                  korte en middellange termijn tot stand wordt gebracht. Ten tweede wil de Staatssecretaris
                  de bewustwording over het principe van comply or explain binnen alle departementen van de rijksoverheid bevorderen. De leden van de D66-fractie
                  zijn positief over deze doelstellingen, maar vragen waarom de staatsecretaris zich
                  niet ten doel stelt om te informeren of en welke Nederlandse wetgeving zou moeten
                  worden overgenomen. Daarnaast hebben de leden nog enkele andere kritische vragen die
                  zij graag willen voorleggen aan de Staatssecretaris.
               
De leden van de D66-fractie zijn geïnformeerd dat de Staatssecretaris een speciaal
                  projectteam Comply or explain heeft opgezet. De motie Wuite c.s. (Kamerstuk 36 200 IV, nr. 13) verzocht de regering de Kamer in het eerste kwartaal van 2023 te informeren over
                  de vorderingen van het projectteam comply or explain en hoe zij vertegenwoordigers en burgers van Caribisch Nederland betrekt en informeert.
                  Deze leden vragen aan de Staatssecretaris wat de samenstelling, de taken en bevoegdheden
                  zijn van dit team. Verder vragen deze leden welke vorderingen zijn gemaakt en wat
                  het plan van aanpak is.
               
Daarnaast vragen deze leden wat de omvang is van al het achterstallig onderhoud. Met
                  andere woorden, wat is het totale aantal wetsvoorstellen dat nog verwerkt moet worden
                  en nu niet in het overzicht is opgenomen? Deze leden hebben nog enkele vervolgvragen
                  over de totstandkoming van het wetgevingsoverzicht.
               
De leden van de D66-fractie merken op dat zowel de departementen en de openbare lichamen
                  hebben bijgedragen aan de prioritering van dit overzicht. De leden van D66-fractie
                  vragen of de Staatssecretaris kan toelichten wie van de openbare lichamen zijn geconsulteerd.
                  Zijn de gezaghebbers van Bonaire en Saba geconsulteerd, de Gedeputeerden en/of de
                  Eilandsraadleden en zo ja, wat zijn hun reacties op dit wetgevingsoverzicht? Welke
                  rol heeft de Rijksdienst Caribisch Nederland of de Taskforce Caribisch Nederland gehad
                  in de totstandkoming en de prioritering van dit overzicht? De leden van de D66-fractie
                  vragen aan de Staatssecretaris of alle drie de openbare lichamen tot dezelfde conclusie
                  zijn gekomen dat de 49 wetsvoorstellen in dit overzicht prioriteit genieten of is
                  er ook sprake van andere wet- en regelgeving die nu niet op de lijst staat.
               
De leden van de D66-fractie merken op dat een aantal belangrijke wetsvoorstellen niet
                  in het overzicht is opgenomen. Deze leden constateren dat met name beleid ten aanzien
                  van klimaat, natuur, milieu en ruimtelijke ordening geen onderdeel is van het wetgevingsoverzicht.
                  Deze leden missen bijvoorbeeld de volgende wetsvoorstellen:
               
• Ruimtelijk ordeningsprogramma BES;
• Visserijwet BES;
• Wet grondslagen natuurbeheer BES versus Wet Natuurbescherming in Nederland;
• Klimaatwet versus maatregelen ten aanzien van klimaatmitigatie en klimaatadaptatie
                        voor Caribisch Nederland;
                     
• Waterwet, waaronder waterveiligheidsnormen.
Deze leden vragen aan de Staatssecretaris waarom geen prioriteit is gegeven aan de
                  Wet minimumloon, de toeslagenwet of specifieke regelgeving voor toegang tot groei
                  en verduurzaming of economische versterking. De leden vragen de staatsecretaris aan
                  te geven waarom er bijzondere BES wet- en regelgeving wordt opgesteld en waarom huidige
                  (Europees Nederlandse) wetgeving niet zodanig wordt aangepast dat het ook voor de
                  drie eilanden geldt. Ter illustratie zien we bij de Wet op de Nederlandse organisatie
                  voor wetenschappelijk onderzoek: «NWO kan geen subsidies verlenen op CN; wordt nu
                  opgepakt in een verzamelwet» (zie wetgevingsoverzicht). Bij andere regelgeving zien
                  we dat ervoor wordt gekozen om het met Europees Nederlandse wetgeving samen te voegen.
                  Deze leden vragen aan de Staatssecretaris welke redenen eraan ten grondslag liggen
                  om voor specifieke regelgeving of voor het samenvoegen te kiezen.
               
De leden van de D66-fractie constateren dat het tijdpad voor de implementatie van
                  de 49 wetsvoorstellen uit het overzicht onduidelijk is. Deze leden merken op dat bij
                  een aantal wetsvoorstellen «Ambtelijke voorbereiding» staat genoteerd en dat vinden
                  deze leden erg vaag. Deze leden vragen of de Staatssecretaris kan duiden wat het gewenste
                  tijdpad is om zowel de eerste als ook de tweede tranche van achterstallige wetgeving
                  van kracht te laten zijn in Caribisch Nederland?
               
De leden van de D66-fractie trekken een voorzichtige conclusie dat de inhaalslag van
                  de achterstallige wet- en regelgeving nog jaren kan duren. Deze leden vragen aan de
                  Staatssecretaris of er een manier is om in één keer in alle Nederlandse wetgeving
                  van toepassing te laten verklaren voor Caribisch Nederland. Deze leden vragen via
                  welke hogere wetgeving dit kan worden uitgevoerd en of de Staatssecretaris de juridische
                  scenario’s uiteen kan zetten.
               
De leden van de D66-fractie hebben in de beslisnota kennisgenomen van het verzoek
                  van de Stuurgroep Caribische delen van het Koninkrijk (hierna Stuurgroep CdKNL), dat
                  de uitgangspunten van de toepassing van het principe comply or explain nadere bespreking behoeft. Deze leden merken op dat dit ook geldt voor de uitvoering
                  van de motie Wuite (Kamerstuk 36 200 IV, nr. 13). Deze leden vragen de Staatssecretaris wat de analyse is van de Stuurgroep en welke
                  kansen, knelpunten en/of bezwaren zij heeft met betrekking tot de toepassing van het
                  principe comply or explain. Deze leden zien deze analyse graag zo spoedig mogelijk tegemoet.
               
Tot slot constateren de leden van de D66-fractie dat de bewustwording en het consequent
                  toepassen van het principe comply or explain nog onvoldoende terugkomt in het beleid en de informatievoorziening van de rijksoverheid.
                  Deze leden zijn van mening dat Caribisch Nederland nog te vaak wordt vergeten. Deze
                  leden vragen aan de Staatssecretaris op welke wijze zij de komende tijd invulling
                  zal geven aan haar coördinerende en aanjagende rol bij haar collega bewindspersonen,
                  om de bewustwording en toepassing te vergroten en de inhaalslag voor zowel deel I
                  als deel II in te lopen.
               
Inbreng leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris
                  en het wetgevingsoverzicht in het kader van comply or explain (Kamerstuk 36 200 IV, nr. 44). Deze leden onderschrijven het uitgangspunt comply or explain, maar hebben over de brief en de lijst van prioritaire onderwerpen enkele vragen.
               
De Staatssecretaris geeft een overzicht van prioritaire (kader)wetgeving, onder meer
                  waar het achterstallig onderhoud betreft. De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris
                  aan te geven in welke gevallen er sprake is van achterstallig onderhoud. Deze leden
                  constateren dat verreweg de meeste prioritaire onderwerpen nog in ambtelijke voorbereiding
                  zijn. Zijn deze onderwerpen in voorbereiding omdat ze prioriteit hebben of staan ze
                  op de lijst prioritaire onderwerpen omdat ze in voorbereiding zijn? Deze leden vragen
                  wanneer de Kamer een uiteenzetting van de Staatssecretaris tegemoet kan zien over
                  de uitgangspunten bij de toepassing van het principe van comply or explain, nu de Stuurgroep Caribische delen van het Koninkrijk (CdKNL) van mening is dat die
                  nadere bespreking behoeven.
               
De leden van de CDA-fractie stellen het op prijs dat de lijst prioritaire onderwerpen
                  per onderwerp een toelichting bevat. Deze leden vinden die toelichting in sommige
                  gevallen te beknopt en daardoor cryptisch. Als voorbeeld noemen deze leden de toelichting
                  bij de Sanctiewet modernisering. Wie heeft welke aanbevelingen gedaan en wat moet
                  worden verstaan onder toekomstbestendiger? Ook ontbreekt in de meeste gevallen een
                  tijdpad.
               
De leden van de CDA-fractie missen in de toelichting bij de prioritaire onderwerpen
                  de inbreng van het lokaal bestuur op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Alleen in de
                  toelichting bij de gelijkebehandelingswetgeving is vermeld dat de bestuurscolleges
                  van de drie openbare lichamen bij brief van 10 mei 2022 hebben aangegeven dat zij
                  de gelijkebehandelingswetgeving zo snel mogelijk in- en uitgevoerd willen zien in
                  Caribisch Nederland.
               
In hoeverre komen de prioriteiten van de departementen overeen met de prioriteiten
                  van het lokaal bestuur? Kan de Staatssecretaris aangeven op grond waarvan onderwerpen
                  op de lijst prioriteit hebben gekregen of behoren te krijgen? Welke prioritaire onderwerpen
                  hebben belang voor het dagelijks leven van de inwoners van Caribisch Nederland?
               
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris wat de stand van zaken is van
                  de uitvoering van het VN-verdrag Handicap in Caribisch Nederland. Bij brief van 27 november
                  2020 (Kamerstuk 24 170, nr. 238) kondigde de Staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport aan dat eerst
                  de problemen in de praktijk zouden worden opgepakt, voordat eventuele wijzigingen
                  in wet- en regelgeving in beeld komen. In het debat op 22 december 2022 over de implementatie
                  van het VN-verdrag zei de Minister voor Langdurige Zorg en Sport dat voor Caribisch
                  Nederland al een belangrijk aantal wijzigingen in gang zijn gezet, waaronder de Wet
                  gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte en de wijziging van
                  de Wet tot regeling van het toezicht op krankzinnigen BES. Deze leden vragen welke
                  belangrijke wijzigingen nog meer in gang zijn gezet.
               
Inbreng leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie danken de regering voor de toegezonden stukken
                  en het overzicht. De leden van de ChristenUnie-fractie vinden het ten principale pijnlijk
                  dat basale zaken zoals een BSN-nummer, WW en de implementatie van verdragen in Europees
                  Nederland wel goed zijn geregeld maar in Caribisch Nederland niet. Zij vragen of de
                  regering het ongemak van genoemde leden deelt dat het fundamentele zaken in Caribisch
                  Nederland – dat gewoon deel is van ons land – nog steeds niet geregeld heeft.
               
Het valt genoemde leden op dat een groot aantal wetten in ambtelijke voorbereiding
                  is, ook wetten die bijvoorbeeld raken aan de BSN en een goede werkloosheidsvoorziening.
                  Kan de regering in overleg met de eilanden tot prioritering van de wetgevingstrajecten
                  komen, zodat de wetten die het meest impact maken op het verbeteren van de leefsituatie
                  van mensen het eerst kunnen worden afgerond en behandeld?
               
De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat het nog vaak gebeurt dat bij wetgeving
                  die aan de Kamer wordt toegezonden onvoldoende aandacht is voor het al dan niet doorwerken
                  van deze wetgeving op de BES. Zij vragen de regering andermaal om bij nieuwe wetgeving
                  werking op de BES als uitgangspunt te hanteren, en hier enkel beargumenteerd en in
                  overleg met de eilandsbesturen van af te wijken. In het bijzonder vragen zij hoe binnen
                  de regering de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij
                  nieuwe wetgeving scherp is of dit voldoende is gebeurd.
               
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat het arbeidsongeschiktheidsstelsel van
                  Caribisch Nederland aanmerkelijk afwijkt van Europees Nederland. Zij vragen de regering
                  toe te lichten waarom uiteenlopen van beide stelsels onvermijdelijk is, op welke plekken
                  deze verschillen zitten en vooral hoe de rechtsbescherming van iemand die arbeidsongeschikt
                  is op de BES zich momenteel verhoudt tot de rechtsbescherming van iemand die die arbeidsongeschikt
                  is in Europees Nederland.
               
II. Antwoord / Reactie van de Staatssecretaris
               
III. Volledige agenda
               
Comply or explain: wetgevingsoverzicht. 36 200 IV, nr. 44 – Brief regering d.d. 22-12-2022, Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
                  A.C. van Huffelen
               
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties - 
              
                  Mede ondertekenaar
E.A.M. Meijers, griffier 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.