Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over Comply or explain: wetgevingsoverzicht (Kamerstuk 36200-IV-44)
2023D11516 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties hebben de onderstaande fracties
de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties over de brief van 22 december 2022 inzake Comply or explain:
wetgevingsoverzicht (Kamerstuk 36 200 IV, nr. 44).
De voorzitter van de commissie,
Paul
Griffier van de commissie,
Meijers
Inhoudsopgave
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng VVD-fractie
Inbreng D66-fractie
Inbreng CDA-fractie
II. Antwoord / Reactie van de Staatssecretaris
III. Volledige agenda
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van
de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het toepassen
van Nederlandse wet- en regelgeving op Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES), d.d.
22 december 2022.
De leden van de VVD-fractie zouden graag enkele vragen stellen en enkele opmerkingen
maken naar aanleiding van de brief van de Staatssecretaris. De leden van de VVD-fractie
lezen dat er voor is gekozen om gefaseerd te werk te gaan bij de uitvoering van het
principe van comply or explain in verband met het niet op één moment te veel willen belasten van de uitvoeringskracht
en -capaciteit binnen Caribisch Nederland en de departementen. De leden van de VVD-fractie
hebben begrip voor het opsplitsen van het wetgevingsoverzicht en dus voor de keuze
om eerst «achterstallig onderhoud» in de wetgeving aan te pakken, de noodzakelijke
kaderwetgeving op te stellen en te werken aan het opstellen van wetgeving op verzoek
van de BES-eilanden. Dat is een grote opgave en zal een langjarig traject zijn. De
leden van de VVD-fractie zouden wel van de staatsecretaris willen weten wanneer er
een totaaloverzicht komt van alle wetgeving. Kan de Staatssecretaris aangeven wanneer
het integrale wetgevingsoverzicht wordt verwacht?
Over het wetgevingsoverzicht dat is meegezonden als bijlage bij de brief van 22 december
2022 hebben de leden van de VVD-fractie enkele vragen. Verwacht de Staatssecretaris
dat het wegwerken van zoals ze het zelf in haar brief noemt «achterstallig onderhoud»
gevolgen zal hebben voor nieuwe wetgevingstrajecten en de capaciteit die daarvoor
beschikbaar is? Kan de Staatssecretaris aangeven wat de prioritering is van de wetgeving
die is opgenomen in bijgevoegd overzicht en of er voor deze wetgeving voldoende capaciteit
is of dat deze gefaseerd zal worden ingevoerd? Zo ja, kan de Staatssecretaris meer
inzicht geven in de planning?
Voorts lezen de leden van de VVD-fractie dat de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer
(Wabb) ook van toepassing zal zijn op de BES-eilanden. Wanneer, zo is de verwachting,
wordt hiervoor een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend? De leden van de VVD-fractie
hechten waarde aan een zo spoedig mogelijke invoering van het BSN op de BES-eilanden
omdat dit ook voorwaardelijk is voor de digitalisering op de eilanden.
De bestuurscolleges van de BES hebben in een brief van 10 mei 2022 aangegeven de gelijke
behandelingswetgeving zo snel mogelijk in- en uitgevoerd te willen zien in Caribisch
Nederland. Ook de leden van de VVD-fractie zouden graag zo snel mogelijk zien dat
deze wetgeving op de BES wordt ingevoerd en zij hebben hierover daarom ook enkele
vragen. Hoe ziet de planning ten aanzien van dit wetgevingstraject eruit? Wanneer
kan er een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer worden ingediend?
In het wetgevingsoverzicht lezen de leden van de VVD-fractie dat er naar aanleiding
van een evaluatie in 2018 aanpassingen benodigd zijn van de Wet Toelating en Uitzetting
BES (WTU-BES). Deze wijzigingen hebben betrekking op onder andere de controle van
grensoverschrijding. Deze controle is van belang voor het monitoren wie de grenzen
van de BES-eilanden passeert. In het wetgevingsoverzicht lezen de leden van de VVD-fractie
dat dit punt zich momenteel in de ambtelijke voorbereidingsfase bevindt. Ditzelfde
geldt voor de modernisering van de strafbaarstelling van mensenhandel. De leden van
de VVD-fractie achten het van belang dat ook op dit terrein zo spoedig mogelijk vorderingen
worden gemaakt. Kan de Staatssecretaris aangeven wanneer de benodigde aanpassingen
aan de WTU-BES en de strafbaarstelling van mensenhandel gedaan kunnen worden?
De Staatssecretaris geeft in haar brief aan dat voor de wat langere termijn gekeken
wordt welke Europees Nederlandse wet- en regelgeving van toepassing moet worden verklaard
in Caribisch Nederland en dat zij over de wijze waarop zij deze informatie met de
Kamer gaat delen, de Kamer nader zal informeren. Op welke termijn is meer duidelijkheid
te verwachten over welke Europees Nederlandse wet- en regelgeving van toepassing zal
zijn in Caribisch Nederland?
De leden van de VVD-fractie missen voorts de planning van de WolBES en de FinBES in
dit overzicht. Kan de Staatssecretaris meer inzicht geven in de planning op dit punt?
In het kader van een goede beoordeling van het comply or explain-principe achten de leden van de VVD-fractie het van belang dat er duidelijkheid is
over de gehanteerde criteria. In dit kader verwijzen zij ook naar de motie Wuite c.s.,
Kamerstuk 36 200 IV, nr. 4. Zou de Staatssecretaris aan kunnen geven wat deze criteria precies zijn en kan de
Staatssecretaris aangeven hoe en wanneer zij gevolg gaat geven aan deze motie?
Inbreng leden van de D66-fractie
Het uiteenvallen van de Nederlandse Antillen en de nieuwe situatie van de drie bijzondere
gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba met een populatie van inmiddels ruim 25.000
inwoners zorgde ervoor dat in 2010 de keuze werd gemaakt om het principe van legislatieve
terughoudendheid toe te passen. Men was de mening toegedaan dat door het insulaire
karakter en het absorptievermogen van Caribisch Nederland, het onwenselijk was om
alle Nederlandse wet- en regelgeving in een keer over te nemen. Dit heeft ertoe geleid
dat diverse wet- en regelgeving met betrekking tot bijvoorbeeld bestaanszekerheid,
publieke gezondheid, onderwijs, belastingen, ruimtelijke ontwikkeling of klimaat niet
van toepassing is voor de Nederlandse burgers die wonen in Caribisch Nederland.
Het in 2015 uitgebrachte rapport van de commissie Spies «Vijf jaar verbonden», de
voorlichting van de Afdeling advisering van de Raad van State en het Interdepartementaal
Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties (Kamerstuk 35 300 IV, nr. 11) trokken allemaal uiterst kritische conclusies. Nederlandse burgers op deze drie
eilanden zijn teleurgesteld en negatief over de transitie: ze horen er niet bij en
worden met beleid en wetgeving bijna altijd vergeten. Er heerst soms een gevoel wel
de lasten, maar niet de lusten te ervaren.
Sinds 2017 schrijft artikel 132a, lid 4 van de Nederlandse Grondwet voor dat voor
deze drie openbare lichamen regels kunnen worden gesteld en andere specifieke maatregelen
worden getroffen met het oog op bijzondere omstandigheden waardoor deze openbare lichamen
zich wezenlijk onderscheiden van het Europese deel van Nederland. Indien er afwijkingen zijn dan
moet dat helder worden uitgelegd aan de hand van criteria zoals het insulaire karakter,
kleinschaligheid, klimatologische omstandigheden, draagkracht, en sociaaleconomische
omstandigheden.
Er is inmiddels een lappendeken van honderden regels en wetten die soms specifiek
voor de drie eilanden gelden en op andere onderwerpen wel of juist weer niet op Europees
Nederlandse wetgeving is gebaseerd. In 2019 is daarom het principe van comply or explain geïntroduceerd. Dit principe gaat er vanuit dat wet- en regelgeving voor Europees
Nederland automatisch geldt voor Caribisch Nederland.
De leden van de D66-fractie vragen of de (grondwettelijke) beleidsprincipes en uitgangspunten
voldoende consequent worden toegepast. De vraag die ook door steeds meer (internationale)
organisaties wordt gesteld is in hoeverre deze achterstand het gelijkwaardigheidsbeginsel
aantast. Op grond hiervan vragen deze leden zich af of er sprake is van gemakzucht
en of er naarmate het verschil in wet- en regelgeving groter wordt zelfs sprake is
van discriminatie. De leden van de D66-fractie onderstrepen het standpunt dat bij
het beleid voor Caribisch Nederland wordt gestreefd naar gelijkwaardigheid met Europees
Nederland.
Tijdens het commissiedebat Governance Caribisch Nederland (d.d. 14 april 2022) heeft
de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties toegezegd (Kamerstuk 35 925 IV, nr. 64) om een wetgevingsoverzicht te sturen naar de Tweede Kamer, zodat inzicht wordt verschaft
over de achterstand en hoe dit wordt ingehaald. De Staatssecretaris gaf tijdens dit
debat aan dat het dan specifiek gaat over Nederlandse wetgeving die moet worden aangepast
en omgezet naar wetgeving voor Caribisch Nederland.
Op grond van bovenstaande hebben de leden van de D66-fractie helaas met gemengde gevoelens
kennisgenomen van de brief en de bijbehorende bijlage van het wetgevingsoverzicht.
Deze leden constateren dat de staatsecretaris een overzicht heeft gestuurd met 49
wetten in voorbereiding. Het betreft deel I en een tweede deel volgt. Deze leden missen
in het overzicht een visie over het principe en de toepassing van het principe van
comply or explain. Deze leden vragen aan de Staatssecretaris om niet alleen stil te staan bij nieuwe
regelgeving, maar ook nader toe te lichten welke (huidige) Europees Nederlands wetgeving,
op welke wijze en binnen welk tijdsperspectief zal worden aangepast voor opname van
Caribisch Nederland. Daarnaast vragen deze leden welke huidige regelgeving niet zal
gelden en waarom.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de doelstellingen die de Staatssecretaris
beoogt met onderhavig wetgevingsoverzicht. Ten eerste wil de Staatssecretaris door
middel van dit overzicht de Kamer te informeren over welke wet- en regelgeving op
korte en middellange termijn tot stand wordt gebracht. Ten tweede wil de Staatssecretaris
de bewustwording over het principe van comply or explain binnen alle departementen van de rijksoverheid bevorderen. De leden van de D66-fractie
zijn positief over deze doelstellingen, maar vragen waarom de staatsecretaris zich
niet ten doel stelt om te informeren of en welke Nederlandse wetgeving zou moeten
worden overgenomen. Daarnaast hebben de leden nog enkele andere kritische vragen die
zij graag willen voorleggen aan de Staatssecretaris.
De leden van de D66-fractie zijn geïnformeerd dat de Staatssecretaris een speciaal
projectteam Comply or explain heeft opgezet. De motie Wuite c.s. (Kamerstuk 36 200 IV, nr. 13) verzocht de regering de Kamer in het eerste kwartaal van 2023 te informeren over
de vorderingen van het projectteam comply or explain en hoe zij vertegenwoordigers en burgers van Caribisch Nederland betrekt en informeert.
Deze leden vragen aan de Staatssecretaris wat de samenstelling, de taken en bevoegdheden
zijn van dit team. Verder vragen deze leden welke vorderingen zijn gemaakt en wat
het plan van aanpak is.
Daarnaast vragen deze leden wat de omvang is van al het achterstallig onderhoud. Met
andere woorden, wat is het totale aantal wetsvoorstellen dat nog verwerkt moet worden
en nu niet in het overzicht is opgenomen? Deze leden hebben nog enkele vervolgvragen
over de totstandkoming van het wetgevingsoverzicht.
De leden van de D66-fractie merken op dat zowel de departementen en de openbare lichamen
hebben bijgedragen aan de prioritering van dit overzicht. De leden van D66-fractie
vragen of de Staatssecretaris kan toelichten wie van de openbare lichamen zijn geconsulteerd.
Zijn de gezaghebbers van Bonaire en Saba geconsulteerd, de Gedeputeerden en/of de
Eilandsraadleden en zo ja, wat zijn hun reacties op dit wetgevingsoverzicht? Welke
rol heeft de Rijksdienst Caribisch Nederland of de Taskforce Caribisch Nederland gehad
in de totstandkoming en de prioritering van dit overzicht? De leden van de D66-fractie
vragen aan de Staatssecretaris of alle drie de openbare lichamen tot dezelfde conclusie
zijn gekomen dat de 49 wetsvoorstellen in dit overzicht prioriteit genieten of is
er ook sprake van andere wet- en regelgeving die nu niet op de lijst staat.
De leden van de D66-fractie merken op dat een aantal belangrijke wetsvoorstellen niet
in het overzicht is opgenomen. Deze leden constateren dat met name beleid ten aanzien
van klimaat, natuur, milieu en ruimtelijke ordening geen onderdeel is van het wetgevingsoverzicht.
Deze leden missen bijvoorbeeld de volgende wetsvoorstellen:
• Ruimtelijk ordeningsprogramma BES;
• Visserijwet BES;
• Wet grondslagen natuurbeheer BES versus Wet Natuurbescherming in Nederland;
• Klimaatwet versus maatregelen ten aanzien van klimaatmitigatie en klimaatadaptatie
voor Caribisch Nederland;
• Waterwet, waaronder waterveiligheidsnormen.
Deze leden vragen aan de Staatssecretaris waarom geen prioriteit is gegeven aan de
Wet minimumloon, de toeslagenwet of specifieke regelgeving voor toegang tot groei
en verduurzaming of economische versterking. De leden vragen de staatsecretaris aan
te geven waarom er bijzondere BES wet- en regelgeving wordt opgesteld en waarom huidige
(Europees Nederlandse) wetgeving niet zodanig wordt aangepast dat het ook voor de
drie eilanden geldt. Ter illustratie zien we bij de Wet op de Nederlandse organisatie
voor wetenschappelijk onderzoek: «NWO kan geen subsidies verlenen op CN; wordt nu
opgepakt in een verzamelwet» (zie wetgevingsoverzicht). Bij andere regelgeving zien
we dat ervoor wordt gekozen om het met Europees Nederlandse wetgeving samen te voegen.
Deze leden vragen aan de Staatssecretaris welke redenen eraan ten grondslag liggen
om voor specifieke regelgeving of voor het samenvoegen te kiezen.
De leden van de D66-fractie constateren dat het tijdpad voor de implementatie van
de 49 wetsvoorstellen uit het overzicht onduidelijk is. Deze leden merken op dat bij
een aantal wetsvoorstellen «Ambtelijke voorbereiding» staat genoteerd en dat vinden
deze leden erg vaag. Deze leden vragen of de Staatssecretaris kan duiden wat het gewenste
tijdpad is om zowel de eerste als ook de tweede tranche van achterstallige wetgeving
van kracht te laten zijn in Caribisch Nederland?
De leden van de D66-fractie trekken een voorzichtige conclusie dat de inhaalslag van
de achterstallige wet- en regelgeving nog jaren kan duren. Deze leden vragen aan de
Staatssecretaris of er een manier is om in één keer in alle Nederlandse wetgeving
van toepassing te laten verklaren voor Caribisch Nederland. Deze leden vragen via
welke hogere wetgeving dit kan worden uitgevoerd en of de Staatssecretaris de juridische
scenario’s uiteen kan zetten.
De leden van de D66-fractie hebben in de beslisnota kennisgenomen van het verzoek
van de Stuurgroep Caribische delen van het Koninkrijk (hierna Stuurgroep CdKNL), dat
de uitgangspunten van de toepassing van het principe comply or explain nadere bespreking behoeft. Deze leden merken op dat dit ook geldt voor de uitvoering
van de motie Wuite (Kamerstuk 36 200 IV, nr. 13). Deze leden vragen de Staatssecretaris wat de analyse is van de Stuurgroep en welke
kansen, knelpunten en/of bezwaren zij heeft met betrekking tot de toepassing van het
principe comply or explain. Deze leden zien deze analyse graag zo spoedig mogelijk tegemoet.
Tot slot constateren de leden van de D66-fractie dat de bewustwording en het consequent
toepassen van het principe comply or explain nog onvoldoende terugkomt in het beleid en de informatievoorziening van de rijksoverheid.
Deze leden zijn van mening dat Caribisch Nederland nog te vaak wordt vergeten. Deze
leden vragen aan de Staatssecretaris op welke wijze zij de komende tijd invulling
zal geven aan haar coördinerende en aanjagende rol bij haar collega bewindspersonen,
om de bewustwording en toepassing te vergroten en de inhaalslag voor zowel deel I
als deel II in te lopen.
Inbreng leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris
en het wetgevingsoverzicht in het kader van comply or explain (Kamerstuk 36 200 IV, nr. 44). Deze leden onderschrijven het uitgangspunt comply or explain, maar hebben over de brief en de lijst van prioritaire onderwerpen enkele vragen.
De Staatssecretaris geeft een overzicht van prioritaire (kader)wetgeving, onder meer
waar het achterstallig onderhoud betreft. De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris
aan te geven in welke gevallen er sprake is van achterstallig onderhoud. Deze leden
constateren dat verreweg de meeste prioritaire onderwerpen nog in ambtelijke voorbereiding
zijn. Zijn deze onderwerpen in voorbereiding omdat ze prioriteit hebben of staan ze
op de lijst prioritaire onderwerpen omdat ze in voorbereiding zijn? Deze leden vragen
wanneer de Kamer een uiteenzetting van de Staatssecretaris tegemoet kan zien over
de uitgangspunten bij de toepassing van het principe van comply or explain, nu de Stuurgroep Caribische delen van het Koninkrijk (CdKNL) van mening is dat die
nadere bespreking behoeven.
De leden van de CDA-fractie stellen het op prijs dat de lijst prioritaire onderwerpen
per onderwerp een toelichting bevat. Deze leden vinden die toelichting in sommige
gevallen te beknopt en daardoor cryptisch. Als voorbeeld noemen deze leden de toelichting
bij de Sanctiewet modernisering. Wie heeft welke aanbevelingen gedaan en wat moet
worden verstaan onder toekomstbestendiger? Ook ontbreekt in de meeste gevallen een
tijdpad.
De leden van de CDA-fractie missen in de toelichting bij de prioritaire onderwerpen
de inbreng van het lokaal bestuur op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Alleen in de
toelichting bij de gelijkebehandelingswetgeving is vermeld dat de bestuurscolleges
van de drie openbare lichamen bij brief van 10 mei 2022 hebben aangegeven dat zij
de gelijkebehandelingswetgeving zo snel mogelijk in- en uitgevoerd willen zien in
Caribisch Nederland.
In hoeverre komen de prioriteiten van de departementen overeen met de prioriteiten
van het lokaal bestuur? Kan de Staatssecretaris aangeven op grond waarvan onderwerpen
op de lijst prioriteit hebben gekregen of behoren te krijgen? Welke prioritaire onderwerpen
hebben belang voor het dagelijks leven van de inwoners van Caribisch Nederland?
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris wat de stand van zaken is van
de uitvoering van het VN-verdrag Handicap in Caribisch Nederland. Bij brief van 27 november
2020 (Kamerstuk 24 170, nr. 238) kondigde de Staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport aan dat eerst
de problemen in de praktijk zouden worden opgepakt, voordat eventuele wijzigingen
in wet- en regelgeving in beeld komen. In het debat op 22 december 2022 over de implementatie
van het VN-verdrag zei de Minister voor Langdurige Zorg en Sport dat voor Caribisch
Nederland al een belangrijk aantal wijzigingen in gang zijn gezet, waaronder de Wet
gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte en de wijziging van
de Wet tot regeling van het toezicht op krankzinnigen BES. Deze leden vragen welke
belangrijke wijzigingen nog meer in gang zijn gezet.
Inbreng leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie danken de regering voor de toegezonden stukken
en het overzicht. De leden van de ChristenUnie-fractie vinden het ten principale pijnlijk
dat basale zaken zoals een BSN-nummer, WW en de implementatie van verdragen in Europees
Nederland wel goed zijn geregeld maar in Caribisch Nederland niet. Zij vragen of de
regering het ongemak van genoemde leden deelt dat het fundamentele zaken in Caribisch
Nederland – dat gewoon deel is van ons land – nog steeds niet geregeld heeft.
Het valt genoemde leden op dat een groot aantal wetten in ambtelijke voorbereiding
is, ook wetten die bijvoorbeeld raken aan de BSN en een goede werkloosheidsvoorziening.
Kan de regering in overleg met de eilanden tot prioritering van de wetgevingstrajecten
komen, zodat de wetten die het meest impact maken op het verbeteren van de leefsituatie
van mensen het eerst kunnen worden afgerond en behandeld?
De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat het nog vaak gebeurt dat bij wetgeving
die aan de Kamer wordt toegezonden onvoldoende aandacht is voor het al dan niet doorwerken
van deze wetgeving op de BES. Zij vragen de regering andermaal om bij nieuwe wetgeving
werking op de BES als uitgangspunt te hanteren, en hier enkel beargumenteerd en in
overleg met de eilandsbesturen van af te wijken. In het bijzonder vragen zij hoe binnen
de regering de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij
nieuwe wetgeving scherp is of dit voldoende is gebeurd.
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat het arbeidsongeschiktheidsstelsel van
Caribisch Nederland aanmerkelijk afwijkt van Europees Nederland. Zij vragen de regering
toe te lichten waarom uiteenlopen van beide stelsels onvermijdelijk is, op welke plekken
deze verschillen zitten en vooral hoe de rechtsbescherming van iemand die arbeidsongeschikt
is op de BES zich momenteel verhoudt tot de rechtsbescherming van iemand die die arbeidsongeschikt
is in Europees Nederland.
II. Antwoord / Reactie van de Staatssecretaris
III. Volledige agenda
Comply or explain: wetgevingsoverzicht. 36 200 IV, nr. 44 – Brief regering d.d. 22-12-2022, Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
E.A.M. Meijers, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.