Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport : Advies Afdeling Raad van State en Nader rapport
36 324 Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en de Algemene douanewet ter opheffing van de geheimhoudingsplicht in verband met het verstrekken van gegevens aan de inspectie belastingen, toeslagen en douane (Wet opheffing geheimhoudingsplicht ten behoeve van de inspectie belastingen, toeslagen en douane)
Nr. 4
ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 14 december 2022 en het nader rapport d.d. 6 maart 2023, aangeboden aan de Koning
door de Staatssecretaris van Financiën. Het advies van de Afdeling advisering van
de Raad van State is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 23 september 2022, nr.
2022002037, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar
advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 14 december 2022, nr. W06.22.0188/III, bied ik U hierbij aan.
De tekst van het advies treft u hieronder cursief aan, voorzien van mijn reactie.
Bij Kabinetsmissive van 23 september 2022, no. 2022002037, heeft Uwe Majesteit, op
voordracht van Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane, bij de Afdeling
advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van
wet tot wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en de Algemene
douanewet ter opheffing van de geheimhoudingsplicht in verband met het verstrekken
van gegevens aan de Inspectie belastingen, toeslagen en douane (Wet opheffing geheimhoudingsplicht
ten behoeve van de inspectie Belastingen, Toeslagen en Douane), met memorie van toelichting.
Het wetsvoorstel heeft tot doel het verstrekken van gegevens en inlichtingen, verkregen
door de directoraten-generaal Toeslagen en Douane in de uitvoering van hun taken en
waarop een geheimhoudingsplicht, onderscheidenlijk beroepsgeheim van toepassing is,
aan de Inspectie Belastingen, Toeslagen en Douane (IBTD) mogelijk te maken.
De Afdeling advisering van de Raad van State maakt opmerkingen over de positionering
van de IBTD als dienstonderdeel van het Ministerie van Financiën en de Algemene Verordening
Gegevensbescherming. Voorts adviseert de Afdeling nader in te gaan op de verhouding
tussen de voorgestelde wettelijke bepalingen inzake gegevensverstrekking, tot de regulering
van het verwerken en verdere gebruik van gegevens door de IBTD op het niveau van een
ministeriële regeling. In verband daarmee is aanpassing van de toelichting en zo nodig
het wetsvoorstel wenselijk.
1. Achtergrond
De IBTD is per 1 januari 2022 opgericht.2 De IBTD is gepositioneerd als dienstonderdeel van het Ministerie van Financiën.3 Aan de IBTD zijn drie taken toebedeeld4:
a. het ter beoordeling van de inspecteur-generaal signaleren, onderzoeken en agenderen
van structurele en incidentele problemen in de kwaliteit van de uitvoering door de
directoraten-generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane. De inspectie houdt toezicht
vanuit het perspectief van de rechtsstatelijkheid en kijkt daarbij naar het volledige
proces van wet- en regelgeving, uitvoering inclusief rechtsbescherming en rechtspraak;
b. het toezicht houden op de directoraten-generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane,
zowel op de taakuitvoering door die directoraten-generaal, als op de aansturing en
de samenwerkingsrelaties in het kader van de uitvoering, en
c. het delen van bevindingen en adviezen met de bewindspersonen over onderwerpen die
hen aangaan, voor zover het het werkterrein van de IBTD betreft.
De medewerkers van het Ministerie van Financiën zijn verplicht om de door de IBTD
verlangde medewerking te verlenen en om alle informatie te verstrekken die naar het
oordeel van de IBTD noodzakelijk is voor de uitvoering van de aan haar opgedragen
taken.5 De te verstrekken informatie wordt ontdaan van gegevens waarop geheimhoudingsplicht
of beroepsgeheim van toepassing is.6
De bevindingen en adviezen van de IBTD worden gedeeld met de betrokken bewindspersonen.
De inspecteur-generaal (IG) van de IBTD kan ook op verzoek van een of beide Kamers
der Staten-Generaal aan een of beide Kamers der Staten-Generaal feitelijke informatie
verstrekken en haar oordelen op basis van door haar afgerond en openbaar gemaakt onderzoek
bespreken.7
2. Passende regeling voor gegevensverwerking
Er is een geheimhoudingsplicht van toepassing op informatie die bij de uitvoering
van de belastingwet, toeslagen- en douanewetgeving is verkregen.8 Volgens de toelichting is er voor de belastinggegevens geen noodzaak om een voorziening
te treffen. Door gebruikmaking van de ontheffingsmogelijkheid in de wet9 kunnen gegevens worden verstrekt aan de IBTD. Omdat dergelijke mogelijkheden volgens
de toelichting voor toeslagen- en douanegegevens niet beschikbaar zijn, worden in
onderhavig voorstel voorzieningen getroffen om ook op die terreinen de gegevensverstrekking
aan de IBTD mogelijk te maken.10
Het wetsvoorstel beoogt aan te sluiten bij de bestaande wetgeving; daaruit wordt blijkens
de toelichting afgeleid dat een wettelijke grondslag nodig is om voor toeslagen- en
douanegegevens de bestaande geheimhoudingsplicht te doorbreken. In het algemeen is
een wettelijke grondslag voor de verstrekking van het ene (dienst)onderdeel van het
ministerie, zoals in dit geval van de directoraten-generaal Douane resp. Toeslagen,
aan een ander dienstonderdeel, in casu de IBTD11, van het ministerie niet noodzakelijk.
Er zijn niettemin redenen voor een wettelijke grondslag voor onderlinge gegevensuitwisseling
wanneer het gaat om fiscale gegevens, concurrentiegevoelige gegevens of persoonsgegevens.
Ook voor verdere verwerking van dit type gegevens, en in het bijzonder voor persoonsgegevens,
binnen een organisatie (zoals een ministerie) geldt dat deze niet zomaar gebruikt
mogen worden voor een ander doel of taak dan waarvoor zij oorspronkelijk zijn verzameld
(doelbinding).12 Voor een dergelijk gebruik is, zoals gezegd, een wettelijke grondslag noodzakelijk.
Die noodzaak kan te meer gelden als gegevens aan derden, zoals aan beide Kamers, worden
verstrekt.13
De Afdeling adviseert de motivering van het voorstel in de toelichting in lijn met
het voorgaande aan te vullen.
Naar aanleiding van het advies van de Afdeling is de memorie van toelichting aangevuld
met een passage waarin is opgenomen dat in het algemeen geen wettelijke grondslag
nodig is voor de verstrekking van gegevens van het ene onderdeel van een ministerie
aan een ander onderdeel van hetzelfde ministerie, maar dat er niettemin redenen zijn
voor een wettelijke grondslag wanneer het gaat om fiscale gegevens, concurrentiegevoelige
gegevens of persoonsgegevens (en verdere verwerking van dit type gegevens), waar in
dit geval sprake van is.
3. Gebruik ministeriële regeling
In het wetsvoorstel wordt voor de verstrekking van een bepaalde categorie persoonsgegevens
een wettelijke grondslag geregeld. Voor alle overige gegevensverwerkingen worden echter
regels gesteld in de ministeriële regeling waarmee de IBTD is opgericht. Dit roept
de vraag op naar de verhouding tussen de voorgestelde wettelijke bepalingen inzake
gegevensverstrekking enerzijds en de regulering van het verwerken en verdere gebruik
van gegevens door de IBTD op het niveau van een ministeriële regeling anderzijds.
De Afdeling adviseert in de toelichting op het voorgaande in te gaan.
Naar aanleiding van het advies van de Afdeling zal worden bezien of het opportuun
is om de oprichting en gegevensverwerking van de inspectie belastingen, toeslagen
en douane alsnog bij wet te regelen. Dit wetsvoorstel hoeft daar niet op te wachten.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal opmerkingen bij het
voorstel en adviseert daarmee rekening te houden voordat het voorstel bij de Tweede
Kamer der Staten-Generaal wordt ingediend.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Van de gelegenheid is gebruikgemaakt om in het voorstel van wet en de memorie van
toelichting nog een aantal redactionele verbeteringen aan te brengen.
Ik verzoek U het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie
van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Staatssecretaris van Financiën,
A. de Vries
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Th.C. de Graaf, vicepresident van de Raad van State -
Mede ondertekenaar
A. de Vries, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.