Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
36 324 Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en de Algemene douanewet ter opheffing van de geheimhoudingsplicht in verband met het verstrekken van gegevens aan de inspectie belastingen, toeslagen en douane (Wet opheffing geheimhoudingsplicht ten behoeve van de inspectie belastingen, toeslagen en douane)
Nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
Inhoudsopgave
I.
ALGEMEEN
1
1.
Inleiding
1
2.
Hoofdlijnen van de wijziging
1
3.
Verwerking van persoonsgegevens
4
4.
Bijzondere persoonsgegevens
6
5.
Waarborgen
6
6.
Advies Autoriteit Persoonsgegevens en advies Afdeling advisering van de Raad van State
7
II.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
8
I. ALGEMEEN
1. Inleiding
Deze maatregel heeft tot doel het verstrekken van gegevens en inlichtingen, verkregen
door de directoraten-generaal Toeslagen en Douane in de uitvoering van hun taken en
waarop de geheimhoudingplicht van toepassing is, aan de inspectie belastingen, toeslagen
en douane (IBTD) mogelijk te maken.
2. Hoofdlijnen van de wijziging
Per 1 januari 2022 is de IBTD ingesteld.1 De IBTD heeft de volgende taken:
a. het ter beoordeling van de inspecteur-generaal signaleren, onderzoeken en agenderen
van structurele en incidentele problemen in de kwaliteit van de uitvoering door de
directoraten-generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane. De IBTD houdt toezicht
vanuit het perspectief van de rechtsstatelijkheid en kijkt daarbij naar het volledige
proces van wet- en regelgeving, uitvoering inclusief rechtsbescherming en rechtspraak;
b. het toezicht houden op de directoraten-generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane,
zowel op de taakuitvoering door die directoraten-generaal, als op de aansturing en
de samenwerkingsrelaties in het kader van de uitvoering, en
c. het delen van bevindingen en adviezen met de bewindspersonen over onderwerpen die
hen aangaan, voor zover dat het werkterrein van de IBTD betreft.2
Kort gezegd is haar taak erop toe te zien dat de overheid mensen en bedrijven rechtvaardig
behandelt wanneer zij te maken hebben met belastingzaken, toeslagen of de douane.
Dit toezicht heeft betrekking op zowel de taakuitvoering door de directoraten-generaal
als op de aansturing en de samenwerkingsrelaties in het kader van de uitvoering. De
IBTD onderzoekt structurele risico’s en kijkt daarbij naar het gehele proces van totstandkoming
van wetten en regels tot en met de uitvoering daarvan. De bevindingen en adviezen
van de IBTD worden gedeeld met de betrokken bewindspersonen. Ook kan zij op verzoek
van een of beide Kamers der Staten-Generaal aan een of beide Kamers der Staten-Generaal
feitelijke informatie verstrekken en haar oordelen op basis van door haar afgerond
en openbaar gemaakt onderzoek bespreken.
In het kader van de uitoefening van de aan haar opgedragen taken verricht de IBTD
verschillende soorten onderzoeken. Het kan onder andere gaan om thematisch, systeemgericht
en actualiteitsonderzoek. Het actualiteitsonderzoek door de IBTD bestaat uit het onderzoek
van actuele onderwerpen die door bijvoorbeeld burgers of medewerkers van het Ministerie
van Financiën bij de IBTD zijn gemeld of die de IBTD zelf signaleert.
Om haar taken goed te kunnen uitoefenen, is een goede informatievoorziening van de
IBTD essentieel. Om die goede informatievoorziening te borgen is in een regeling waarin
de taakuitoefening en bevoegdheden van de IBTD zijn geregeld, voor alle medewerkers
van het Ministerie van Financiën de verplichting neergelegd om de IBTD alle medewerking
te verlenen en om alle informatie te verstrekken die naar het oordeel van de IBTD
noodzakelijk is voor de uitvoering van de aan haar opgedragen taken.3 Wat voor informatie en uit welke informatiebronnen de IBTD informatie nodig heeft
hangt af van de aard en het onderwerp van het onderzoek. Zo kan het voorkomen dat
informatie over concrete individuele zaken noodzakelijk is om inzicht te krijgen in
de uitwerking of toepassing van regels, beleid of afspraken in de praktijk en te kunnen
onderzoeken of bepaalde knelpunten of risico’s structureel van aard zijn. De IBTD
zal uitsluitend gegevens en inlichtingen opvragen die al in bezit zijn van de Douane
of de Belastingdienst/Toeslagen en niet verzoeken aanvullende gegevens te verzamelen.
Op alle informatie die bij de uitvoering van de belastingwet of de inkomensafhankelijke
regelingen is verkregen, is een geheimhoudingsplicht van toepassing.4 Ook alle door de Douane bij de uitoefening van haar taken verkregen inlichtingen
die van vertrouwelijke aard zijn of die als vertrouwelijk zijn verstrekt, vallen onder
het beroepsgeheim.5 Het betreft hier fiscale gegevens, concurrentiegevoelige gegevens of persoonsgegevens.
Ten behoeve van de leesbaarheid van deze tekst zal verder overal waar «geheimhoudingsplicht»
staat, ook het beroepsgeheim van de Douane worden bedoeld. Ingevolge de Regeling taakuitoefening
en bevoegdheden IBTD6 wordt de informatie die door de medewerkers van het Ministerie van Financiën aan
de IBTD wordt verstrekt, ontdaan van informatie waar de geheimhoudingsplicht op van
toepassing is.
Indien in het kader van het onderzoek van de IBTD fiscale gegevens noodzakelijk blijken
te zijn waarop de geheimhoudingsplicht van toepassing is, wordt door de inspecteur-generaal
belastingen, toeslagen en douane aan de Minister van Financiën een verzoek om ontheffing
gedaan.7 Dit geldt eveneens voor gegevens van de Douane op het gebied van accijns en belastingen
die in het binnenland worden geheven op basis van de Wet op de accijns en de Wet op
de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken. Bij de beoordeling van een verzoek
om ontheffing van de geheimhoudingsplicht zal steeds worden beoordeeld of de gevraagde
gegevensverwerking voldoet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit en
of het belang van het onderzoek zwaarder weegt dan het handhaven van de geheimhoudingsplicht.
Bij verlening van een ontheffing wordt steeds de voorwaarde gesteld dat de IBTD voldoet
aan de daarvoor geldende privacyvereisten. Hierbij moet worden gedacht aan de wijze
van opslag, de wijze van verwerking, wie de gegevens mogen verwerken en de opslagtermijn.
Ook zal worden afgewogen of het in de rede ligt dat de belanghebbende moet worden
geïnformeerd dat zijn gegevens worden verstrekt aan de IBTD.
Aangezien in de praktijk is gebleken dat de IBTD voor het uitvoeren van haar taak
steeds vaker is aangewezen op gegevens waarop de geheimhoudingsplicht van de AWR8 van toepassing is, zal daarvoor een afzonderlijke structurele opheffing worden gecreëerd.
Het afgeven van een soortgelijke ontheffing van de geheimhoudingsplicht ten aanzien
van gegevens die verkregen zijn bij de uitvoering van de inkomensafhankelijke regelingen
en de andere dan hiervoor genoemde taken van de Douane is niet mogelijk. Alvorens
informatie met de IBTD te kunnen delen, moet deze dus in beginsel worden ontdaan van
de informatie waarop een geheimhoudingsplicht rust. Ingevolge de douane- en de toeslagenwetgeving
mag namelijk alleen de bedoelde informatie worden verstrekt indien de Douane en de
Belastingdienst/Toeslagen ingevolge een wettelijke bepaling daartoe gehouden is. Zoals
al is aangekondigd in de toelichting bij de Regeling taakuitoefening en bevoegdheden
IBTD, wordt om die reden met het onderhavige voorstel voor de gevallen waarvoor de
gegevens in het kader van de taakuitoefening door de IBTD noodzakelijk blijken een
formeel wettelijke basis gecreëerd om de geheimhoudingsplicht te doorbreken.
De onderzoeken van de IBTD richten zich niet op individuele casussen. Individuele
casussen kunnen in onderlinge samenhang bezien echter wel een signaal opleveren dat
een onderzoek op een bepaald onderwerp gerechtvaardigd is. De noodzaak om toegang
te hebben tot informatie over individuele zaken om erachter te komen hoe bijvoorbeeld
bepaalde regels, beleid of afspraken in de praktijk uitwerken of worden toegepast,
is breder dan aanvankelijk voorzien. Om de «werking» te kunnen toetsen heeft de IBTD
concrete voorbeelden uit de praktijk nodig. Die informatie wordt gebruikt om te onderzoeken
of bepaalde knelpunten of risico’s structureel zijn. Voor de gevallen waarin de IBTD
wel dergelijke gegevens nodig heeft om haar taken te kunnen uitvoeren, wordt met dit
wetsvoorstel de geheimhoudingplicht opgeheven. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan hetgeen
waar in de motie Eerdmans c.s. om is verzocht.9
3. Verwerking van persoonsgegevens
Door deze voorgestelde wijziging kunnen gegevens van vertrouwelijke aard of die vertrouwelijk
zijn verstrekt worden gedeeld met de IBTD. Deze gegevens van vertrouwelijke aard of
die vertrouwelijk zijn verstrekt kunnen ook persoonsgegevens in de zin van de Algemene
verordening gegevensbescherming (AVG)10 al dan niet in samenhang met de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming,
betreffen.11
Deze verwerking van persoonsgegevens maakt een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer.
Het recht op eerbiediging daarvan is zowel in de Grondwet als in internationale verdragen
opgenomen.
Ingevolge de Grondwet heeft eenieder recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer,
behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen. Verder regelt de Grondwet
dat de wet regels stelt ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband
met het vastleggen en verstrekken van persoonsgegevens. Tenslotte wordt geregeld dat
de wet regels stelt inzake de aanspraken van personen op kennisneming van over hen
vastgelegde gegevens en van het gebruik dat daarvan wordt gemaakt, alsmede op verbetering
van zodanige gegevens.12 De AVG geeft de voorwaarden weer waaraan moet worden voldaan indien persoonsgegevens
worden verwerkt.
In het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele
vrijheden (EVRM) is het recht op eerbiediging van privé, familie- en gezinsleven vastgelegd.
Bepaald is dat eenieder recht heeft op respect voor zijn privéleven, zijn familie-
en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie. Geen inmenging van enig openbaar
gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij de wet is
voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de
nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land,
het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid
of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.13 Wanneer een inmenging in het privéleven van een betrokkene aan de orde is, is vereist
dat daar bij wet in is voorzien. Dit houdt in dat sprake is van een wettelijke basis
(in het nationale recht) en dat deze strookt met de principes van de rechtstaat. Die
wettelijke basis moet voor een betrokkene voldoende toegankelijk en voldoende voorzienbaar
zijn. De wettelijke basis dient verder afdoende waarborgen te bevatten om willekeur
en misbruik te vermijden.
De verwerking van de persoonsgegevens door de directoraten-generaal Toeslagen en Douane
heeft tot doel de uitvoering van de taken van de directoraten-generaal Toeslagen en
Douane. Het toezicht van de IBTD op de uitvoering van deze taken moet worden gezien
als een voortzetting van deze taken. De grondslag voor de verwerking van informatie,
voor zover het persoonsgegevens betreft, strookt met de AVG, aangezien de gegevensverwerking
noodzakelijk is voor de uitoefening van een publieke taak. Op grond van de Uitvoeringsregeling
Belastingdienst 2003 is het gezag over de rijksbelastingdienst, waar de directoraten-generaal
Belastingdienst, Toeslagen en Douane formeel toe behoren, belegd bij de Minister van
Financiën.14 De genoemde directoraten-generaal zijn daarmee, als dienstonderdeel van het Ministerie
van Financiën, belast met de goede uitvoering van de wetgeving op de domeinen belastingen,
toeslagen en douane. Het is de IBTD die namens de Minister op onafhankelijke wijze
toezicht houdt op de goede uitvoering van de taken door deze directoraten-generaal.
Zoals eerder beschreven gebruikt (verwerkt) de IBTD bij de uitvoering van haar taken
en werkzaamheden allerlei informatie. Gelet op de activiteiten en het doel van de
IBTD is het mogelijk dat hierbij persoonsgegevens worden verwerkt. Deze persoonsgegevens
kunnen betrekking hebben op:
a. medewerkers van de IBTD;
b. medewerkers van een organisatieonderdeel waar een onderzoek van de IBTD betrekking
op heeft;
c. belastingplichtigen, belanghebbenden of toeslaggerechtigden in informatie van het
IBTD-onderzoek.
De aard van het onderzoek van de IBTD bepaalt de benodigde informatie en informatiebronnen.
In zijn algemeenheid kijkt de IBTD in het kader van een onderzoek naar bijvoorbeeld
de werkprocessen, werkinstructies, registratiesystemen, selectiesystemen, protocollen
en relevante beleidsnota’s en notulen van overleggen binnen en tussen de diensten
van het Ministerie van Financiën. Het verstrekken van werkinstructies en informatie
over processen kan noodzakelijk zijn in het kader van onderzoek naar de wijze van
uitvoering in de praktijk en de effecten daarvan voor burgers en bedrijven. Tevens
voeren medewerkers van de IBTD indien noodzakelijk in het kader van een onderzoek
gesprekken met medewerkers en leidinggevenden van verschillende dienstonderdelen van
het Ministerie van Financiën en wonen zij werkoverleggen en vergaderingen van managementteams
op alle niveaus bij. Ook daarmee komt de benodigde informatie beschikbaar. Ten slotte
voert de IBTD gesprekken met bedrijven en burgers op wie de uitvoering door de directoraten-generaal
Belastingdienst, Toeslagen en Douane betrekking heeft. Hierbij zullen regelmatig noodzakelijkerwijs
persoonsgegevens dienen te worden verwerkt die tevens vallen onder de geheimhoudingsplicht.
Alleen in die gevallen waarin de IBTD deze gegevens nodig heeft om haar publiekrechtelijke
taak uit te oefenen, kunnen deze gegevens worden verstrekt. Die verstrekking dient
in overeenstemming te zijn met de AVG, zoals dataminimalisatie, doelmatigheid en rechtmatigheid.15 Dit betekent in de praktijk dat de betreffende persoonsgegevens in het geval dat
de IBTD die gegevens niet nodig heeft om haar publiekrechtelijke taak uit te kunnen
oefenen, niet door de IBTD opgevraagd kunnen worden. Hiermee wordt de proportionaliteit
en de evenredigheid van de maatregel afdoende geborgd.
Een concreet voorbeeld van een lopend onderzoek waarvoor de verwerking van persoonsgegevens
door de IBTD noodzakelijk is, betreft het onderzoek Vroegsignalering.16 Aan de hand van dossiers van de Belastingdienst, de Belastingdienst/Toeslagen en
de Douane en interviews met de betrokken medewerkers en zzp’ers reconstrueert de IBTD
vanuit het eindpunt, bijvoorbeeld de definitieve uitspraak van de rechter of de afhandeling
van het betreffende dossier door het team, met behulp van een tijdlijn wat er is gebeurd,
hoe dat is ervaren, wie er bij de afhandeling betrokken zijn geweest en op welke momenten
op welke wijze gehandeld is. Naast de dossiers maakt de IBTD gebruik van persoonsgegevens
om betrokken partijen, nadat zij daarvoor toestemming hebben gegeven, te benaderen
voor een interview om de gang van zaken te reconstrueren. De van hen verkregen informatie
wordt zoveel als mogelijk geanonimiseerd verwerkt. De onderzoeksresultaten die de
IBTD naar buiten brengt, zullen niet herleidbaar zijn tot personen of medewerkers.
De verdere verwerking van de persoonsgegevens door de IBTD heeft geen directe gevolgen
voor een betrokken natuurlijk persoon, anders dan de kwaliteitswaarborg die een adequaat
toezicht op de directoraten-generaal met zich meebrengt.
4. Bijzondere persoonsgegevens
In bepaalde gevallen verwerken de directoraten-generaal Toeslagen en Douane bijzondere
persoonsgegevens. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij het onderzoek naar risicoselectie
en de systeemgerichte thema’s, zoals cultuur, sturing, rechtsbescherming en wet- en
regelgeving. De IBTD volgt bij een eventuele verwerking van bijzondere persoonsgegeven
de grondslagen van de directoraten Toeslagen en Douane, en verwerkt ook bijzondere
persoonsgegevens uitsluitend als dit noodzakelijk is.
5. Waarborgen
Op grond van de Regeling taakuitoefening en bevoegdheden IBTD rust er op de medewerkers
van de IBTD een geheimhoudingsplicht.17
Als onderdeel van het Ministerie van Financiën volgt de IBTD het privacybeleid van
het Ministerie van Financiën. Dit betekent dat de IBTD in lijn met de geldende wettelijke
eisen en richtlijnen een passende beveiliging van persoonsgegevens toepast overeenkomstig
het privacybeleid van het Ministerie van Financiën. Betrokkenen kunnen overeenkomstig
de procedures van het Ministerie van Financiën de rechten die zij hebben op grond
van de AVG uitoefenen en bijvoorbeeld de Minister, als zijnde de verwerkingsverantwoordelijke,
verzoeken om onder meer inzage in persoonsgegevens en verwijdering van persoonsgegevens
die door de IBTD worden verwerkt. De Functionaris Gegevensbescherming van het Ministerie
van Financiën is daarmee ook de Functionaris Gegevensbescherming voor de IBTD. Persoonsgegevens
worden verder niet langer verwerkt dan noodzakelijk is voor het doel van de gegevensverwerking,
dan op grond van de Archiefwet is vereist of anderszins wettelijk is bepaald. Deze
informatie is ook terug te vinden in de privacyverklaring van het Ministerie van Financiën
dat online raadpleegbaar is.18
Hiermee wordt een adequaat niveau van gegevensbescherming met betrekking tot de verstrekte
persoonsgegevens gegarandeerd.
6. Advies Autoriteit Persoonsgegevens en advies Afdeling advisering van de Raad van
State
Advies Autoriteit Persoonsgegevens19
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) geeft in haar advies aan dat zij niet overtuigd
is van de noodzaak van het wetsvoorstel en adviseert de procedure niet voort te zetten
tenzij de noodzaak overtuigend is onderbouwd. De AP geeft aan dat de IBTD naar haar
oordeel geen op zichzelf staand bestuursorgaan is maar onder het Ministerie van Financiën
valt en dat zij het geenszins vanzelfsprekend acht dat op de uitwisseling van gegevens
tussen ambtenaren van hetzelfde bestuursorgaan de geheimhoudingsplicht van toepassing
is. Een dergelijke geheimhoudingsplicht zou het normale functioneren van bestuursorganen
in hoge mate frustreren. Daarnaast geeft de AP aan dat in artikel 2:5, eerste lid,
Awb is bepaald dat de geheimhoudingsverplichting vastgelegd in dit artikel niet geldt
als uit de taak van het bestuursorgaan de noodzaak tot mededeling voortvloeit. De
AP vindt dat in het wetsvoorstel niet wordt onderbouwd waarom het meewerken met de
IBTD niet tot de taak van Toeslagen moet worden gerekend. Hoewel de AP erkent dat
de geheimhoudingsplicht in het Douanewetboek van de Unie (DWU) strikter is geformuleerd
dan in artikel 2:5 Awb, concludeert de AP dat niet gegeven is dat een intern inspectiemechanisme
niet gezien zou kunnen worden als noodzakelijk voor de uitvoering van de douanewetgeving.
De AP geeft daarnaast aan dat wetgeving duidelijk en nauwkeurig moet zijn en de toepassing
ervan in de praktijk voor betrokkene voorspelbaar moet zijn, maar dat een wettelijke
basis niet noodzakelijk is voor gegevensverstrekkingen voor interne controle, zoals
volgens hen het geval is bij de controles door de IBTD.
De AP geeft tenslotte aan dat voortzetting van het concept niet zonder bezwaar is.
De AP denkt dat onduidelijkheid over de reikwijdte van de geheimhoudingsplicht tussen
ambtenaren van hetzelfde bestuursorgaan kan ontstaan en dat door deze verwerkingen
wettelijk te verplichten afbreuk wordt gedaan aan het recht van betrokkene om bezwaar
te maken tegen een concrete verwerking.
Advies Afdeling advisering van de Raad van State
De Afdeling advisering van de Raad van State (de Afdeling) merkt op dat in het algemeen
geen wettelijke grondslag nodig is voor de verstrekking van gegevens van het ene onderdeel
van een ministerie aan een ander onderdeel van hetzelfde ministerie. Er zijn volgens
de Afdeling niettemin redenen voor een wettelijke grondslag wanneer het gaat om fiscale
gegevens, concurrentiegevoelige gegevens of persoonsgegevens. Ook voor de verdere
verwerking van dit type gegevens geldt dat deze gegevens niet zomaar gebruikt mogen
worden voor een ander doel of taak dan waarvoor zij oorspronkelijk zijn verzameld
(doelbinding).
Voor een dergelijk gebruik is een wettelijke grondslag wel noodzakelijk. Die noodzaak
kan te meer gelden als de gegevens aan derden zoals aan beide Kamers worden verstrekt.
Ook merkt de Afdeling op dat in het onderhavige wetsvoorstel voor de verstrekking
van slechts een bepaalde categorie persoonsgegevens een wettelijke grondslag wordt
geregeld (te weten gegevens die worden ontvangen van de Belastingdienst/Toeslagen
en de Douane waar een geheimhoudingsplicht op rust). Voor alle overige gegevensverwerkingen
worden regels gesteld in de regeling die de taken en bevoegdheden van de IBTD regelt
(Regeling taakuitoefening en bevoegdheden IBTD). Dit roept bij de Afdeling de vraag
op naar de verhouding tussen de voorgestelde wettelijke bepalingen inzake gegevensverstrekking
enerzijds, en de regulering van het verwerken en verdere gebruik van gegevens door
de IBTD op het niveau van een ministeriële regeling anderzijds.
Zoals de Afdeling in haar advies aangeeft klopt het dat in het algemeen geen wettelijke
grondslag nodig is voor de verstrekking van gegevens van het ene onderdeel van een
ministerie aan een ander onderdeel van hetzelfde ministerie. De gegevens die de Belastingdienst/Toeslagen
en de Douane verwerken betreffen echter voornamelijk gegevens met een hoog vertrouwelijkheidskarakter
zoals fiscale gegevens, concurrentiegevoelige gegevens en persoonsgegevens. Daarom
geeft het kabinet uitvoering aan de Motie Eerdmans c.s. waarin de Kamer heeft verzocht
om een formeel wettelijke basis te creëren die ontheffing van de geldende geheimhoudingsplicht
mogelijk maakt. Daarmee is voor eenieder duidelijk dat gegevens die worden aangeleverd
aan de Belastingdienst/Toeslagen en de Douane kunnen worden gedeeld met de IBTD.
II. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel I (Artikel 1:38 van de Algemene douanewet)
Artikel 12 DWU20 biedt de mogelijkheid om in nationale wetgeving een uitzondering te maken op de geheimhoudingsplicht.
In artikel 1:33 van de Algemene douanewet (Adw) zijn nationale uitzonderingen opgenomen.
Aangezien dat artikel ziet op douanetoezicht en douanecontrole is een separate bepaling
in een daarvoor in te voegen paragraaf in de Adw noodzakelijk teneinde de IBTD in
de gelegenheid te stellen de haar opgedragen taken ten volle te kunnen uitvoeren.
Door middel van het in te voegen artikel 1:38 Adw wordt de geheimhoudingsplicht om
gegevens en inlichtingen te delen met de IBTD opgeheven. Dit voor zover deze gegevens
en inlichtingen noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taken van de IBTD. De
IBTD mag alleen die gegevens opvragen die noodzakelijk zijn voor haar onderzoeken.
Het wordt de IBTD niet toegestaan de verkregen gegevens en inlichtingen die van vertrouwelijke
aard zijn aan derden te verstrekken.
Artikel II (artikel 38a van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen)
Artikel 38a van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) bevat een grondslag
voor gegevensverstrekking door de Belastingdienst/Toeslagen in een aantal nader bepaalde
situaties. Door middel van het toevoegen van een lid aan artikel 38a Awir wordt een
grondslag gecreëerd voor de gegevensverstrekking door de Belastingdienst/Toeslagen
aan de IBTD. Deze gegevensverstrekking is mogelijk voor zover deze gegevens noodzakelijk
zijn voor de uitvoering van de taken van de IBTD. De IBTD mag alleen die gegevens
opvragen die noodzakelijk zijn voor haar onderzoeken. Het wordt de IBTD niet toegestaan
de verkregen gegevens en inlichtingen die van vertrouwelijke aard zijn aan derden
te verstrekken.
Artikel III
Dit artikel regelt de inwerkingtreding van de wet nadat dit wetsvoorstel tot wet is
aangenomen en tot wet is verheven. Het tijdstip van inwerkingtreding wordt bepaald
bij koninklijk besluit. De inwerkingtreding zal gebeuren op een vast verandermoment
en met inachtneming van een minimale invoeringstermijn van twee maanden.
De Staatssecretaris van Financiën,
A. de Vries
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. de Vries, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.