Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op de vragen van het lid Van Haga over ‘de onduidelijkheden over de per abuis bewaarde OMT-opnamen, in relatie tot de Wob/Woo’
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de onduidelijkheden over de per abuis bewaarde OMT-opnamen, in relatie tot de Wob/Woo (ingezonden 8 februari 2023).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 17 maart
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1678.
Vraag 1 en 2
Kunt u uitleggen waarom u in uw beantwoording op schriftelijke vragen van het lid
Omtzigt van 22 mei 2022 aangeeft dat de geluidsopnames van Outbreak Management Team
(OMT)-vergaderingen onder de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) / Wet open overheid
(Woo) en de Archiefwet vallen, maar geeft u in de beantwoording op schriftelijke vragen
van het lid Van Haga van 31 januari 2022 aan dat deze opnamen niet (mede) worden bewaard
voor de behandeling van Wob/Woo-verzoeken? Vallen deze opnamen nu wel of niet onder
de Wob/Woo?1, 2
Indien de opnamen van OMT-vergaderingen primair bewaard worden ter ondersteuning van
het OMT-secretariaat om aantekeningen te maken, maar deze opnamen wel ook onder de
Wob/Woo vallen zoals u aangeeft in de beantwoording op de schriftelijke vragen van
het lid Omtzigt, waarom weigert u deze dan toch ter beschikking te stellen aan de
Kamer?
Antwoord 1 en 2
In mijn beantwoording op 20 mei 20223 van de vraag van het lid Omtzigt van 21 april 2022 – of het klopt dat geluidsopnames
van OMT-vergaderingen onder de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en de Archiefwet
vallen – heb ik toegelicht dat deze zowel onder de definitie van documenten in de
Wet open overheid (Woo) – de opvolger van de Wob – als onder de definitie van archiefbescheiden
in de Archiefwet vallen. Hierbij heb ik ook toegelicht dat het RIVM deze opnamen echter
niet archiveert, omdat het hier om geluidsopnamen gaat slechts ter ondersteuning van
de verslaglegging door het secretariaat.
Daarnaast heb ik in mijn beantwoording van 31 januari 20234 op uw schriftelijke vragen van 5 december 2022 – op de vraag of het juist is dat
dergelijke geluidsopnamen juist bewaard worden met het oog op eventuele Woo-verzoeken
– aangegeven dat dit niet correct is. Naast het hierboven genoemde verwijs ik hiervoor
ook naar mijn brieven van 19 oktober5 en 8 november6 2022 aan uw Kamer. Hierin licht ik toe dat in het protocol van het RIVM is opgenomen
dat geluidsopnamen door een notulist worden gebruikt ter ondersteuning indien blijkt
dat aantekeningen niet toereikend zijn. Na het definitief vaststellen van het verslag
worden deze bestanden verwijderd.
Ook heb ik in de hiervoor genoemde beantwoording van 31 januari 2023 benoemd dat ik
ten aanzien van de betreffende audiobestanden – die onbedoeld en ongewild zijn bewaard
– heb besloten deze voorlopig te bewaren om geen voldongen feiten te creëren. Het
is staand beleid om geen documenten – die onder de reikwijdte van een verzoek vallen
– te verwijderen als de Kamer erom vraagt of als er een Woo-verzoek is ingediend.
Tot slot vind ik het belangrijk om te benadrukken dat het feit dat de betreffende
audiobestanden onder het bereik van de Woo vallen niet per definitie wil zeggen dat
ze ook openbaar worden gemaakt.
Zoals ik mede in mijn beantwoording op 31 januari jl. op vragen uit het schriftelijk
overleg (SO) heb toegelicht, staat het belang van de staat in de weg aan het verstrekken
van de audiobestanden van OMT-vergaderingen aan de Kamer. Daarbij wil ik opmerken
dat via Woo-verzoeken niet meer informatie kan worden verkregen dan aan uw Kamer wordt
verstrekt.
Vraag 3
Waarom classificeert u de OMT-opnamen als separate data en vallen deze niet onder
de noemer van «relevante Covid-19 data en documenten ten behoeve van openbaarmaking
via de Wet open overheid»? Bent u niet van mening dat hetgeen besproken is in OMT-vergaderingen
bij uitstek geldt als «relevante Covid-19 data», aangezien op basis van wat besproken
werd in deze overleggen het coronabeleid werd gebaseerd?
Antwoord 3
Zoals ik in mijn bovengenoemde brief van 19 oktober 2022 heb toegelicht zijn de betreffende
audiobestanden – via een geautomatiseerd proces van documenten- en dataoverdracht
van het RIVM aan het Ministerie van VWS – onbedoeld en ongewild verzameld als onderdeel
van grote hoeveelheden relevante COVID-19-data en documenten ten behoeve van openbaarmaking
via de Wet open overheid (Woo). In mijn antwoord op vraag 1 en 2 heb ik toegelicht
dat het RIVM deze opnamen echter niet archiveert, omdat het hier om geluidsopnamen
gaat die slechts ter ondersteuning dienen van de verslaglegging door het betreffende
secretariaat.
Vraag 4 en 5
Nogmaals de vraag: kunt u onderbouwd aangeven welk «belang van de staat» precies in
gevaar komt als de bewaarde OMT-opnamen worden vrijgegeven aan de Kamer? Kunt u aangeven
wat volgens u precies «het belang van de staat» is? Welk risico loopt de staat wanneer
deze opnamen worden vrijgegeven? Welke concrete consequenties zou dit volgens u kunnen
hebben en op welke manier komen de belangen van de Nederlandse burger hierdoor in
het geding?
Kunt u aangeven waartegen de OMT-leden precies beschermd zouden moeten worden, op
het moment dat deze OMT-opnamen zouden worden vrijgegeven? Is de inhoud van deze opnamen
dan dusdanig explosief dat de leden van het OMT als personen en hun levenssfeer daardoor
in gevaar komen?
Antwoord 4 en 5
In mijn beantwoording van de vragen van uw Kamer tijdens het hierboven genoemde SO
heb ik aangegeven dat het belang van de staat uit artikel 68 van de Grondwet zich
verzet tegen het verstrekken van de audiobestanden aan de Kamer. Er zijn afspraken
gemaakt met de OMT-leden over vertrouwelijkheid ten behoeve van het goed functioneren
van het OMT en ter bescherming van de OMT-leden en hun persoonlijke levenssfeer. Het
tot personen kunnen herleiden van informatie is een aantasting van de persoonlijke
levenssfeer. Het respecteren van dergelijke afspraken en de bescherming van de persoonlijke
levenssfeer vallen onder de verschoningsgrond «belang van de staat» uit artikel 68
Grondwet. Het risico bestaat dat bij het verstrekken van de audiobestanden de vrije
gedachtenvorming binnen het OMT niet meer mogelijk is en daarmee bestaat ook het risico
dat in de toekomst bij een eventuele volgende pandemie geen gedragen advies tot stand
komt. Daarom kan ik de audiobestanden niet met uw Kamer delen.
Vraag 6
Aangezien u in uw beantwoording op de schriftelijke vragen van het lid Omtzigt aangeeft
dat «de vraag of het belang van de staat in de weg staat aan verstrekking van geval
tot geval zal moeten worden beoordeeld», klopt het dan dat voor iedere afzonderlijke,
per abuis bewaarde opname, een beoordeling is gedaan waaruit is gebleken dat ieder
van deze opnamen afzonderlijk potentieel kan leiden tot het in gevaar brengen van
het «belang van de staat» als deze opnamen worden vrijgegeven?
Antwoord 6
Nee, dat klopt niet. Ik verwijs hierbij naar mijn antwoord op de vragen 4 en 5. In
aanvulling hierop wil ik toelichten dat de hierin genoemde risico’s gelden voor het
openbaar maken van elk van de afzonderlijke bestanden.
Vraag 7
Zo ja, wanneer zijn deze afzonderlijke beoordelingen van elke per abuis bewaarde opname
gedaan, wanneer hebben deze beoordelingen plaatsgevonden, door wie zijn deze gedaan
en op basis van welke criteria?
Antwoord 7
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 6.
Vraag 8
Kunt u uitleggen waarom de «vrije gedachtenvorming» binnen het OMT volgens u «onmogelijk
wordt gemaakt» als de per abuis bewaarde opnamen worden vrijgegeven? Waarom zijn de
uitspraken van de OMT-leden op deze opnamen kennelijk dusdanig gevoelig en/of brisant
dat zij bij openbaarmaking zelfcensuur in de toekomst tot gevolg zouden kunnen hebben?
Als de inhoud van de gesprekken binnen het OMT puur epidemiologisch en anderszins
wetenschappelijk is, is er toch geen reden voor de leden om zich niet langer te kunnen/durven
uitspreken vanuit hun expertise?
Antwoord 8
Ik vind het belangrijk dat OMT-leden zich door deze vertrouwelijkheid maximaal veilig
voelen om tot een vrije gedachtewisseling te kunnen komen zonder dat die direct in
de openbaarheid komt. Bovendien is het in het belang van de kwaliteit van het advies
van het OMT, de samenleving en de volksgezondheid dat deze vertrouwelijkheid bewaard
wordt, nu en in de toekomst.
Vraag 9
Op welke manier raakt het openbaar maken van deze bewaarde opnamen aan het «belang
van de maatschappij?», zoals u aangeeft in uw Kamerbrief van 19 oktober 2022? Op welke
manier wordt de maatschappij benadeeld wanneer openheid wordt gegeven over wat er
tijdens de betreffende OMT-vergaderingen is besproken? Welke concrete, maatschappelijk
gevolgen zou dit volgens u kunnen hebben?7
Antwoord 9
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 8.
Vraag 10
Kunt u deze vragen beantwoorden voorafgaand aan het plenaire debat over het niet informeren
van de Kamer over de beschikbaarheid van opnames van OMT-vergaderingen?
Antwoord 10
Ja, op het moment van het toesturen van deze beantwoording aan uw Kamer heb ik voldaan
aan dit verzoek.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.