Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over het sluiten van kinderhartcentra in Utrecht en Leiden
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het sluiten van kinderhartcentra in Utrecht en Leiden (ingezonden 17 februari 2023).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 16 maart
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1763.
Vraag 1
Bent u bekend met het feit dat kinderhartcentra in Utrecht en Leiden op uw aangeven
gesloten gaan worden?1, 2
Antwoord 1
Nee. Deze centra gaan niet gesloten worden. Alleen de interventies bij kinderen met
een aangeboren hartafwijking en bij volwassenen met een complexe aangeboren hartafwijking
worden geconcentreerd bij het Erasmus MC en UMC Groningen. Alle andere zorg, ook voor
hartpatiënten en patiënten met aangeboren hartafwijkingen, blijft beschikbaar bij
de huidige ziekenhuizen.
Overigens betreft dit een voornemen. Pas na de fase van de zienswijzen wordt een definitief
besluit genomen.
Vraag 2
Deelt u de mening dat een Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kwalitatief
goede medische zorg niet moet afbreken, maar juist moet koesteren? Zo ja, heeft u
de bereidheid om alle vier de kinderhartcentra te behouden en met een snel groeiende
bevolking niet in te zetten op minder zorg, maar op behoud van zorg? Kunt u een gedetailleerd
antwoord geven?
Antwoord 2
Goede zorg moet inderdaad gekoesterd worden. Volgens patiëntenorganisaties en de beroepsgroepen
van artsen en chirurgen die bij deze interventies betrokken zijn, is concentratie
van deze interventies juist nodig om de kwaliteit en continuïteit van zorg ook in
de toekomst te borgen. Kinderen die geboren worden met een aangeboren hartafwijking
zijn vanaf het begin kwetsbaar en verdienen de allerbest mogelijke zorg. Het veld
komt er zelf niet uit waar de interventies geconcentreerd moeten worden, ook niet
na de impactanalyse van de NZa. Daarom hebben de patiëntenorganisaties, juist om deze
goede zorg te koesteren, bij mij aangedrongen op snelle besluitvorming.
Omdat volgens de beroepsgroep, patiëntenorganisaties, IGJ, NZa en umc’s zelf3, concentratie van deze interventies noodzakelijk is voor de kwaliteit en continuïteit
van zorg, wil ik deze interventies in de toekomst niet in op vier locaties laten uitvoeren.
Om vermijdbare risico’s te verminderen en de kwaliteit verder te verbeteren en om
de werkdruk bij de betrokken artsen te verminderen is concentratie noodzakelijk.
Vraag 3
Kunt u duiden waarom uw voorganger ruim een jaar geleden koos voor het Universitair
Medisch Centrum (UMC) Utrecht en het Erasmus MC in Rotterdam? Wat is de reden van
koerswijziging? Kunt u een gedetailleerd antwoord geven?
Antwoord 3
Na het besluit van de voormalig Minister van VWS heeft de NZa op mijn verzoek een
impactanalyse uitgevoerd.4 Daaruit kwam voort dat toegankelijkheid en regionale spreiding een belangrijk aandachtspunt
was bij de concentratie van deze interventies. Voor uitgebreidere toelichting over
mijn afweging verwijs ik naar mijn brief aan uw Kamer van 16 januari 2023 en de bijgevoegde
adviesaanvraag aan de NFU en naar mijn brief over mijn voorgenomen besluit met bijlagen
van 13 februari 2023.5
Vraag 4
Bent u bekend met het feit dat uw besluit grote gevolgen heeft voor het het UMC Utrecht,
met name voor de samenwerking met het Prinses Máxima Centrum dat naast hen zit waar
kinderoncologische patiënten worden behandeld en die met enige regelmaat ook met hartproblemen
kampen? Bent u bekend met het feit dat uw besluit grote gevolgen heeft voor het het
Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) voor pasgeboren baby's aangezien in Leiden
de meeste operaties bij deze doelgroep worden uitgevoerd?
Antwoord 4
De impactanalyse heeft in kaart gebracht wat de impact is van concentratie voor de
verschillende centra. Daaruit bleek dat elk centrum gevolgen ondervindt wanneer het
deze interventies moeten loslaten. Nu een voorgenomen besluit is genomen kan concreet
het gesprek worden gevoerd met de betreffende umc’s hoe mitigerende maatregelen deze
gevolgen in goede banen kunnen leiden.
Vraag 5
Vindt u het niet totaal onwenselijk dat ernstig zieke kinderen naar Rotterdam of Groningen
verplaatst moeten worden, hetgeen ingrijpend is, ook voor de ouders en andere familieleden?
Antwoord 5
Omdat het alleen om concentratie van de hoog specialistische operaties gaat, hoeven
de patiënten en hun ouders maar korte tijd in het interventiecentrum te verblijven
en kunnen zij voor de nazorg weer terug naar hun eigen ziekenhuis in de eigen omgeving.
Vaak gaat het om planbare operaties. De concentratie van deze interventies heeft als
doel de kwaliteit van de interventies te verbeteren en de risico’s voor de patiënten
te verminderen. Patiëntenorganisaties hebben daarop aangedrongen. Meer dan 80% van
de patiënten geeft aan verder te willen reizen als dat nodig is voor een betere kwaliteit
van de operatie.6
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.