Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wilders over fatwa’s en bedreigingen
Vragen van het lid Wilders (PVV) aan de Minister-President en de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid over fatwa’s en bedreigingen (ingezonden 30 januari 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Ministers
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Buitenlandse Zaken (ontvangen
10 maart 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1600.
Vraag 1
Herinnert de Minister-President zich zijn antwoorden van 3 mei 2022 op mijn vragen
van 22 april 2022 aangaande tegen mij uitgesproken fatwa’s en dreigementen?
Antwoord 1
Ik ben op de hoogte van de beantwoording van 3 mei 2022 op de vragen van 22 april
2022.
Vraag 2
Kunt u aangeven of er aangaande de volgende zaken inmiddels mensen zijn opgespoord,
aangehouden, vervolgd, veroordeeld of uitgeleverd: – de over mij uitgesproken fatwa
uit 2018 uit Pakistan waarin opgeroepen werd mij te vermoorden, – de uitspraak van
Al Qaida uit 2020 waarin ik als mede-doelwit werd verklaard bij hun dreigementen aan
het adres van het Franse blad Charlie Hebdo en de vele doodsbedreigingen uit 2022
uit islamitische hoek na de aanslag op Salman Rushdie in de VS, waarin gesteld werd
dat ik de volgende ben, – de over mij uitgesproken recente fatwa uit 2022 uit Pakistan
waarin opnieuw werd opgeroepen mij te vermoorden, – de uitspraak van voormalig premier
Khan van Pakistan die mij publiekelijk een blasphemist noemde, waar daar en elders
in de islamistische wereld de doodstraf op staat, – de uitspraak van Pakistaanse TLP-leider
Jalali die opriep mij te executeren? Kunt u dat voor alle in deze vraag genoemde zaken
apart benoemen?
Antwoord 2
Ik kan niet ingaan op individuele zaken, het Openbaar Ministerie is de aangewezen
instantie om u, als betrokkene, vertrouwelijk over dergelijke zaken te informeren
of vragen over specifieke zaken te beantwoorden.
Wel kan ik verwijzen naar de beantwoording van de Kamervragen van het lid Wilders
van de PVV van 22 april 2022 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr.
2620) waarin is gemeld dat er rechtshulpverzoeken aan Pakistan zijn gericht met het verzoek
om medewerking te verlenen aan het Nederlandse strafrechtelijk onderzoek naar aanleiding
van onder andere de fatwa uitgesproken in 2018. Die rechtshulpverzoeken zijn tot op
heden onbeantwoord gebleven. Dit is diverse malen op verschillende niveaus bij Pakistan
onder de aandacht gebracht. Ook uit de Nederlandse overheid op alle niveaus regelmatig
ernstige zorgen over de bedreigingen aan het adres van de heer Wilders.
Het Openbaar Ministerie zet zich blijvend in om bedreigingen van volksvertegenwoordigers
te onderzoeken en waar mogelijk te vervolgen. Het Openbaar Ministerie heeft mij laten
weten dat veelal niet kan worden vastgesteld welke personen uitlatingen hebben gedaan
of in welk land deze zouden verblijven, zodat geen rechtshulpverzoek kan worden gedaan.
Het Openbaar Ministerie kan alleen personen in Nederland vervolgen die rechtstreeks
zijn te identificeren op basis van hun online gedane uitlatingen. Zelfs in die gevallen
zijn de mogelijkheden voor vervolging afhankelijk van de medewerking van het betreffende
land waar de verdachte woonachtig is of verblijft, bijvoorbeeld naar aanleiding van
een rechtshulpverzoek aan het betreffende land. Het OM weegt voortdurend alle factoren
af om te beoordelen welke mogelijkheden er zijn.
Vraag 3
Wat heeft u en wat hebben justitie, Buitenlandse Zaken, de NCTV en de AIVD in al deze
zaken concreet gedaan om opsporing, aanhouding, vervolging, veroordeling of uitlevering
gerealiseerd te krijgen?
Antwoord 3
Zoals in het vorige antwoord benoemd heeft de Nederlandse overheid bij de Pakistaanse
autoriteiten herhaaldelijk aangedrongen op een reactie op de rechtshulpverzoeken die
naar Pakistan zijn gestuurd. Dit zal de Nederlandse overheid blijven doen.
Ik kan verder niet ingaan op de stand van zaken en voortgang in lopende individuele
strafzaken. Over specifieke zaken doet de AIVD in het openbaar ook geen uitspraken.
Vraag 4
Bent u ervan op de hoogte dat ik daarnaast vorig jaar bijna 1.000 keer met de dood
ben bedreigd door moslims in binnen- en buitenland? Wat doet u en wat hebben justitie,
Buitenlandse Zaken, de NCTV en de AIVD hiermee gedaan? Hoevaak zijn betrokkenen vervolgd,
hoe vaak zijn ze niet vervolgd en hoe vaak hebben ze slechts een reprimande of foei-gesprek
gehad? Kunt u deze cijfers ook geven met bedreigingszaken richting politici die lid
zijn van een coalitiepartij?
Antwoord 4
Ik ben er van op de hoogte dat het lid Wilders bedreigd wordt en ik keur deze bedreigingen
stellig af. Zoals in deze en eerdere beantwoording op uw Kamervragen van 16 december
2022 gesteld, horen bedreigingen en in het bijzonder bedreigingen van onze volksvertegenwoordigers,
absoluut niet thuis in onze samenleving.
Ik kan echter niet ingaan op zaken betreffende bedreigingen richting individuele volksvertegenwoordigers.
Het is niet aan mij als Minister in te gaan op individuele zaken, juist om politieke
bemoeienis te voorkomen. Het Openbaar Ministerie gaat over de vervolging van strafbare
feiten.
In zijn algemeenheid kan ik u het volgende melden. Het Openbaar Ministerie en de politie
zetten zich continu in om bedreigingen van volksvertegenwoordigers te onderzoeken.
Wanneer de bedreiging wordt beoordeeld als strafbare bedreiging, wordt door het team
bedreigde politici in beginsel aangifte opgenomen en wordt nader onderzoek verricht.
Het Openbaar Ministerie beoordeelt iedere aangifte van mogelijke bedreiging van een
politicus op strafbaarheid en beslist welke afdoening aangewezen is. Welke afdoening
in een individueel geval passend is, wordt door het Openbaar Ministerie beoordeeld
op grond van de feiten en omstandigheden van het geval. De vraag of betrokkene al
dan niet lid is van een coalitiepartij speelt daarbij absoluut geen enkele rol.
Voor het identificeren van verdachten die bedreigingen uiten via met name sociale
media, waarbij veelal geen gebruik wordt gemaakt van de eigen personalia en niet de
volledige personalia zijn genoemd, is nagenoeg altijd nader onderzoek nodig. Wanneer
een verdachte zich in een ander land dan Nederland bevindt, is voor dat onderzoek
rechtshulp nodig. Wanneer met een land geen rechtshulpverdrag bestaat, leert de ervaring
dat die rechtshulp in dit soort zaken moeizaam gaat. Het Openbaar Ministerie kan –
als er door het buitenland geen rechtshulp wordt verleend – alleen personen in Nederland
vervolgen die rechtstreeks zijn te identificeren op basis van hun online gedane uitlatingen.
Zoals in de voorgaande beantwoording gegeven, spreekt de Nederlandse overheid op alle
niveaus regelmatig ernstige zorgen uit over de bedreigingen aan het adres van de heer
Wilders. Onlangs gebeurde dit nog tijdens het gesprek van de Minister van Buitenlandse
Zaken met zijn Pakistaanse collega op 18 januari jl., tijdens de hoogambtelijke politieke
consultaties met Pakistan op 8 februari jl. en het gesprek tussen de Minister-President
met de premier van Pakistan op 20 februari jl.
Alle ontvangen berichten met (vermeende) bedreigingen van personen in het Rijksdomein,
worden door de NCTV ter duiding doorgestuurd aan de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
De AIVD kijkt vanuit zijn onderzoeksgebieden of er concrete of voorstelbare dreigingen
zijn tegen een persoon, object of dienst die valt in het zogenoemde Rijksdomein. De
inlichtingen van de AIVD dragen bij aan het stelstel dat onder meer politici, bewindspersonen
en diplomatieke objecten bewaakt en beveiligt. De AIVD stelt in het kader van het
stelsel bewaken en beveiligen dreigings- en risicoanalyses op. Ook kan de AIVD in
inlichtingenonderzoeken informatie verkrijgen over een persoon of organisatie die
zich mogelijk schuldig maakt aan strafbare feiten. De AIVD kan dan een ambtsbericht
uitbrengen aan het Openbaar Ministerie.
Vraag 5
Hoeveel interesse hebben het OM en de AIVD überhaupt in zaken betreffende een politicus
van de oppositie?
Antwoord 5
Het gegeven dat een bedreigde volksvertegenwoordiger onderdeel is van de oppositie
of de coalitie speelt absoluut geen enkele rol voor de uitvoering van de taken van
de AIVD of het Openbaar Ministerie.
Vraag 6
Bent u ervan op de hoogte dat ik wekelijks, zo niet dagelijks, filmpjes krijg toegestuurd
met beelden die vaak op de meest grove en beeldende manier laten zien dat en hoe ik
moet worden vermoord? Heeft u zelf wel eens de moeite genomen ze te bekijken? Zo nee,
waarom niet? Wat vindt u ervan en wat doet u en wat hebben justitie, Buitenlandse
Zaken, de NCTV en de AIVD hiermee gedaan?
Antwoord 6
Ja, daar ben ik van op de hoogte. Ik heb meerdere van deze weerzinwekkende filmpjes
en berichten gezien. Vooropgesteld, ik keur deze bedreigingen ten zeerste af. Naast
dat ik me kan voorstellen dat het een enorme impact op de heer Wilders heeft, ondermijnt
het onze democratie wanneer volksvertegenwoordigers worden bedreigd. Het Openbaar
Ministerie beoordeelt aangiftes over bedreigingen tegen volksvertegenwoordigers altijd
en zonder uitzondering met de grootste zorgvuldigheid.
Zoals gesteld in de beantwoording op vraag 4, worden alle ontvangen berichten met
(vermeende) bedreigingen van personen in het Rijksdomein, door de NCTV ter duiding
doorgestuurd aan de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Voor de taak van de AIVD verwijs ik u naar het antwoord op vraag 4.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.