Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wilders over het niet-vervolgen van doodsbedreigers
Vragen van het lid Wilders (PVV) aan de Minister-President, vicepremier Kaag en de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het niet-vervolgen van doodsbedreigers (ingezonden 27 januari 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 10 maart 2023). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1596.
Vraag 1
Bent u bekend met het feit dat iemand die mij met de dood bedreigde geen straf, maar
een reprimandegesprek krijgt?1
Antwoord 1
Ik ben bekend met de beslissing van het Openbaar Ministerie om de betreffende bedreiger
niet te vervolgen.
Vraag 2 en 3
Bent u het ermee eens dat het onacceptabel is dat iemand die zegt «als ik jou tegenkom
krijg jij een kogel door je hoofd heen» geen enkele straf maar slechts een foei-gesprek
bij de politie krijgt? Zo nee, waarom niet?
Bent u het ermee eens dat het bij een doodsbedreiging onacceptabel is dat de Officier
van Justitie stelt dat er een «betere oplossing is dan straf»? Waarom heeft het Openbaar
Ministerie (OM) veel sympathie voor de dader en niet voor het slachtoffer van bedreigingen?
Antwoord 2 en 3
Ik wil vooropstellen dat bedreigingen, en in het bijzonder bedreigingen van volksvertegenwoordigers,
absoluut niet thuis horen in onze samenleving. Dit ondermijnt onze democratie. Ik
kan mij voorstellen dat dit een enorme impact heeft op de heer Wilders. Dit heeft
dan ook mijn volste aandacht als Minister van Justitie en Veiligheid. U vraagt mij
echter om in te gaan op een beslissing van het Openbaar Ministerie in een individuele
zaak. Als Minister van Justitie en Veiligheid kan ik niet ingaan op individuele zaken,
dit om politieke bemoeienis te voorkomen. Dat geldt niet alleen hier en in dit soort
zaken, maar in alle individuele zaken van het Openbaar Ministerie.
De keuze om een strafbaar feit op een bepaalde manier af te doen is aan het Openbaar
Ministerie; meer in het bijzonder aan de desbetreffende officier van justitie. Daarbij
maakt de officier van justitie een beslissing op grond van de feiten en omstandigheden
van het geval. Hierbij speelt de identiteit of politieke kleur van de volksvertegenwoordiger
geen enkele rol. Het Openbaar Ministerie heeft mij verzekerd dat aangiftes over bedreigingen
tegen volksvertegenwoordigers altijd en zonder uitzondering met de grootste zorgvuldigheid
worden beoordeeld.
Vraag 4
Hoe past dit besluit van het OM in uw toezegging dat de strijd tegen bedreigingen
van politici geïntensiveerd wordt?
Antwoord 4
Ik kan u verzekeren dat ik onverkort achter mijn toezegging blijf staan. De heer Wilders
heeft het recht om, net als iedere volksvertegenwoordiger, in vrijheid zijn standpunten
en mening te verkondigen. Dat recht moet door ons allen worden beschermd. Ik heb mede
daarom meerdere malen aangegeven dat de versterking en de hervorming van het stelsel
bewaken en beveiligen urgent is en daarmee een van mijn prioriteiten is. In mijn brief
van 1 november 20222 heb ik uw Kamer nog geïnformeerd over de voortgang van deze versterking.
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 2 en 3 kan ik mij niet uitlaten over individuele
beslissingen van het Openbaar Ministerie, om politieke bemoeienis te voorkomen.
Vraag 5
Herinnert u zich mijn recente vorige vragen waar het OM besloot iemand die mij bedreigde
met de tekst: «Kga vrijdag met mijn school naar de Tweede Kamer, knoop voor je dat
je er dan ni bent want deze Turken slaan je dood», eveneens niet te vervolgen? Bent
u ermee bekend dat het OM bij mij veel vaker besluit mensen die me met de dood bedreigen
niet te vervolgen en straffen? Wat is uw oordeel daarover?
Antwoord 5
Het is van het grootste belang dat volksvertegenwoordigers in veiligheid hun werk
kunnen doen. Ik heb hierover regelmatig contact met het Openbaar Ministerie.
Het Openbaar Ministerie beoordeelt aangiftes over bedreigingen tegen volksvertegenwoordigers
altijd en zonder uitzondering met de grootste zorgvuldigheid. Daarbij speelt de politieke
voorkeur van de volksvertegenwoordiger geen rol. De keuze om een strafbaar feit op
een bepaalde manier af te doen is aan het Openbaar Ministerie; meer in het bijzonder
aan de desbetreffende officier van justitie. Daarbij maakt de officier van justitie
een beslissing op grond van de feiten en omstandigheden van het geval. Het is niet
aan mij als Minister van Justitie en Veiligheid om in te gaan op individuele zaken
om politieke bemoeienis te voorkomen. Dat geldt niet alleen hier en in dit soort zaken,
maar in alle individuele zaken van het Openbaar Ministerie.
Vraag 6, 7 en 8
Kunt u uitleggen waarom personen die u als premier en u als vicepremier bedreigen
altijd hard worden aangepakt en gestraft en vaak zelfs van hun bed worden gelicht,
terwijl mensen die mij met de dood bedreigen vaker een foei-gesprek krijgen?
Deelt u de mening dat hier sprake is van pure rechtsongelijkheid?
Waarom worden bedreigers van de premier en vicepremier, zijnde politici van VVD en
D66-huize strenger gestraft en anders behandeld dan de leider van de grootste oppositiepartij
PVV? Wat vindt u daarvan?
Antwoord 6, 7 en 8
De politieke voorkeur van de bedreigde volksvertegenwoordiger mag nooit een rol spelen
bij de beslissing of er vervolging wordt ingesteld. Het Openbaar Ministerie heeft
mij bevestigd zich continu volop in te zetten om bedreigingen van volksvertegenwoordigers
te onderzoeken en waar mogelijk te vervolgen. Het Openbaar Ministerie doet dit met
uiterste zorgvuldigheid. Welke afdoening in een individueel geval passend is, wordt
door het Openbaar Ministerie beoordeeld op grond van de feiten en omstandigheden van
het geval. Hierbij speelt de identiteit of politieke kleur van de volksvertegenwoordiger
geen rol.
Vraag 9 en 10
Wat heeft het voor zin voor mij om aangifte te doen als het resultaat is dat mensen
die mij met de dood bedreigen vaak niet vervolgd worden?
Wat voor signaal geeft u aan de bijna duizend personen die mij vorig jaar met de dood
bedreigden en de mullahs die afgelopen jaren verschillende fatwa’s over mij hebben
uitgesproken met de oproep mij te vermoorden, en de mensen die dat ook overwegen te
doen, als ze zien dat doodsbedreigingen aan mij vaak onbestraft blijven en de daders
er zonder straf mee wegkomen? Realiseert u zich dat dit de veiligheid van mij en mijn
gezin schaadt? Heeft de AIVD hier aandacht voor?
Antwoord 9 en 10
Ik ben mij ervan bewust dat u wekelijks bedreigingen ontvangt en wil hier nogmaals
benadrukken dat bedreigen, en in het bijzonder bedreigingen van volksvertegenwoordigers,
absoluut niet thuis hoort in onze samenleving. Dit ondermijnt onze democratie, en
heeft bovendien een enorme impact op de volksvertegenwoordigers zelf. De heer Wilders
heeft het recht, net als iedere volksvertegenwoordiger, in vrijheid zijn standpunten
en mening te verkondigen. Daar zal ik mij altijd voor inzetten.
Het Openbaar Ministerie en de politie zetten zich continu in om bedreigingen van volksvertegenwoordigers
te onderzoeken en waar mogelijk te vervolgen. Het Openbaar Ministerie heeft mij verzekerd
dat aangiftes over bedreigingen tegen volksvertegenwoordigers altijd en zonder uitzondering
met de grootste zorgvuldigheid worden beoordeeld.
Wat betreft de AIVD: de AIVD heeft mij laten weten dat hij vanuit de onderzoeksgebieden
kijkt of er concrete of voorstelbare dreigingen zijn tegen een persoon, object of
dienst die valt in het zogenoemde Rijksdomein. De AIVD stelt in het kader van het
stelsel bewaken en beveiligen dreigings- en risicoanalyses op. De inlichtingen van
de AIVD dragen bij aan het stelstel dat onder meer politici, bewindspersonen en diplomatieke
objecten bewaakt en beveiligt. Ook kan de AIVD in onderzoeken aanlopen tegen een persoon
of organisatie die zich mogelijk schuldig maakt aan strafbare feiten. De AIVD kan
dan een ambtsbericht uitbrengen aan het Openbaar Ministerie, zodat het Openbaar Ministerie
indien nodig kan acteren.
Over het kennisniveau, de werkwijze of de bronnen van de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
doet de AIVD in het openbaar geen uitspraken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.