Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over o.a. voorhang concept-KB houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 15 van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius
35 422 Herstel van de voorzieningen in het bestuur van het openbaar lichaam Sint Eustatius (Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius)
Nr. 23
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 10 maart 2023
De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over
de brief van 3 februari 2023 over de voorhang concept-KB houdende vaststelling van
het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 15 van de Wet herstel voorzieningen
Sint Eustatius (Kamerstuk 35 422, nr. 20) en over de brief van 23 februari 2023 over proces fase 2.2 Wet herstel voorzieningen
Sint Eustatius (Kamerstuk 35 422, nr. 22).
De vragen en opmerkingen zijn op 8 maart 2023 aan de Staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties voorgelegd. Bij brief van 8 maart 2023 zijn de vragen
beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Paul
De adjunct-griffier van de commissie, Meijer
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersoon
Met belangstelling heb ik kennisgenomen van de schriftelijke vragen van de vaste commissie
voor Koninkrijksrelaties, waartoe de fracties van de VVD, het CDA, D66, PvdA, GroenLinks,
PvdD, ChristenUnie, Volt en BIJ1 inbreng hebben geleverd. De verschillende vragen
die zijn gesteld, worden hierna beantwoord. Vooruitlopend daarop ga ik in op de context
van de stap die nu wordt gezet.
Inleiding
Het is ongeveer 5 jaar geleden dat de Nederlandse overheid bestuurlijk heeft ingegrepen
op Sint Eustatius. Aanleiding voor de ingreep was de grove taakverwaarlozing door
het toenmalige eilandbestuur. Eén van de voornaamste uitdagingen was het op orde brengen
van de financiën van het Openbaar Lichaam Sint Eustatius (OLE), omdat de Auditdienst
Rijk in 2018 had geconstateerd dat de financieel functie van het OLE sterk verwaarloosd
was. Het advies van de Auditdienst Rijk was om de gehele financiële functie opnieuw
in te richten en te digitaliseren.
Het in december 2022 uitgebrachte rapport van Ernst en Young (EY) bevestigd dat de
inhaalslag op de financieel functie ver is gevorderd, waardoor het OLE inmiddels aan
twee van de drie criteria voor de teruggave van het budgetrecht heeft voldaan. Daarnaast
is men ook ver gevorderd met betrekking tot het derde en laatste criterium. Op het
gebied van financieel beheer – in het bijzonder de administratie organisatie en interne
beheersing (AO/IB) – moeten nog stappen worden gezet. Dit gegeven is voor mij aanleiding
geweest om afspraken te maken met het OLE over de nog door te voeren verbeterstappen
financieel beheer en voorwaarden te stellen alvorens het koninklijk besluit ter ondertekening
wordt voorgelegd aan Z.M. de Koning.
Ik ben mij ervan bewust dat dit een grote stap is voor Sint Eustatius en ik begrijp
de zorgen van uw Kamer. Een situatie als voor de ingreep zou zich niet meer mogen
voordoen. Het is goed om voor ogen te blijven houden dat het gaat om een eiland met
een kleine gemeenschap en een kleine ambtelijke organisatie. De verbeterstappen zullen
veel van hen vragen. Tegelijkertijd is het belangrijk dat het lokale bestuur weer
in positie komt, zeker met het oog op de verkiezingen in maart en de verwachtingen
van de bevolking om weer over een volwaardig lokaal bestuur te kunnen beschikken.
Dat betekent ook dat verantwoordlijkheden weer wordt belegd waar deze binnen democratische
verhoudingen horen te liggen.
De aanstaande teruggave van het budgetrecht betekent niet het einde van mijn betrokkenheid
bij de ontwikkeling van de financiële functie van het OLE, bij begrotingsvraagstukken
waar het OLE de komende jaren voor staat en de verdere versterking van de organisatie
van het openbaar lichaam. Tot aan de benoeming van de gezaghebber blijft de regeringscommissaris
in positie en zullen bovendien op grond van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius
aanvullende bepalingen gelden voor het financieel toezicht op het OLE. Voorbeeld hiervan
zijn de aanvullende gronden voor het onthouden van goedkeuring aan de begroting en
besluiten met financiële gevolgen. Dit is mogelijk wanneer het besluit voor de ingezetenen
onevenredig nadelige gevolgen heeft in verhouding tot de met het besluit te dienen
doelen, leidt tot onredelijke administratieve of financiële lasten voor het OLE of
het behoorlijk functioneren van het eilandsbestuur in de toekomst belemmert.
De teruggave van het budgetrecht betekent wel dat het eiland weer zelf aan zet is
om besluiten te nemen, uitdagingen het hoofd te bieden en financiële discipline daarbij
in acht te nemen. Waar nodig heb ik reeds toegezegd dat ik – binnen de financiële
kaders – het verbetertraject van de financiële functie zal blijven ondersteunen.
In mijn brief van 23 februari jl. heb ik uiteengezet dat er nog twee weegmomenten
volgen en dat ik uw Kamer over beide weegmomenten per brief zal informeren. Het laatste
weegmoment is het gesprek met de nieuwgekozen gedeputeerden en eilandsraadleden over
hun commitment aan het doorvoeren van de verbeterstappen die ná de verkiezingen moeten
worden gerealiseerd. Mede gelet op de bijzondere aard van de procedure tot herstel
van de voorzieningen op Sint Eustatius door middel van het koninklijk besluit, zeg
ik toe om uw Kamer de tijd te geven om te reageren op het bereikte resultaat voordat
het koninklijk besluit ter ondertekening aan de Koning wordt aangeboden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie en reactie van de bewindspersoon
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de Voorhang concept-KB houdende
vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 15 van de Wet herstel
voorzieningen Sint Eustatius, Kamerstuk 35 422 nr. 20, d.d. 3 februari 2023 en de twee brieven van de Staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties aangaande dit onderwerp. Respectievelijk de brief naar
aanleiding van het schriftelijk overleg inzake teruggave van het budgetrecht Sint
Eustatius d.d. 03-02-2023 (Kamerstuk 35 422, nr. 21) en de brief naar aanleiding van de procedurevergadering d.d. 23-02-2023 (Kamerstuk
35 422, nr. 22). De leden hebben een aantal aanvullende vragen en opmerkingen.
Vraag 1
Een belangrijke aanleiding voor de bestuurlijke ingreep op Sint Eustatius in 2018
was gelegen in het feit dat de financiële administratie alsmede de financiële besluitvorming
niet tot nauwelijks voldeed aan de eisen die daaraan werden gesteld. De leden van
de VVD-fractie lezen in de brief dat er al grote stappen zijn gezet, maar dat er op
het terrein van financieel beheer nog wel een aantal verbeterpunten moeten worden
doorgevoerd en dat dit nog tot minimaal september 2023 zal vergen om ze allemaal door
te voeren. De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het voornemen van
de Staatssecretaris dat zij vooruitlopend hierop het budgetrecht al zo spoedig mogelijk
na de eilandsraadsverkiezingen van 2023 terug wil geven. De leden van de VVD-fractie
vinden ook dat de bestuurlijke ingreep op Sint Eustatius niet langer moet duren dan
noodzakelijk is. Echter moet dit wel verantwoord gebeuren, anders zijn de inwoners
van Sint Eustatius de dupe. De leden van de VVD-fractie hebben dan ook zorg of teruggave
van deze bevoegdheid vooruitlopend op de implementatie van de benodigde verbeteringen
geen risico’s met zich meebrengt. Hoe weegt de Staatssecretaris dit?
Antwoord vraag 1
Zoals opgenomen in mijn brieven van 15 december 2022 (Kamerstuk 35 422, nr. 18) en
23 februari 2023 aan uw Kamer, wil ik de wens van het eilandsbestuur om het budgetrecht
zo spoedig mogelijk terug te geven graag honoreren ondanks dat bij de verkiezingen
op 15 maart 2023 nog niet alle verbeterstappen zijn afgerond. De wens om dit te doen
wordt mijn inziens ook breed gedragen gezien de aangenomen motie van het lid Wuite
c.s. en de motie van de leden Ceder en Kuiken welke de regering verzoeken om sneller
toe te werken naar het vervullen van de criteria voor artikelen 13, 14 en 15 van de
Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius en om hier capaciteit, hulp en opleidingen
voor aan te bieden, en de aanbeveling van de Rekenkamer (Kamerstuk 35 925 IV, nr. 55 en Kamerstuk 35 420, nr. 338).
Het is juist dat bij de teruggave van het budgetrecht nog niet alle verbeteringen
zijn gerealiseerd. Om die reden heb ik dan ook afspraken gemaakt met het OLE over
de door te voeren verbeterstappen financieel beheer en voorwaarden te stellen alvorens
het koninklijk besluit ter ondertekening wordt voorgelegd aan Z.M. de Koning.
Voor de verkiezingen zullen – onder verantwoordelijkheid van de regeringscommissaris
– het normenkader worden geïnventariseerd en geoperationaliseerd en de werkprocessen
salarissen en sociale lasten, inkoop en aanbesteding, en betaalverkeer worden beschreven
en geïmplementeerd. De regeringscommissaris informeert mij uiterlijk 10 maart a.s.
over de voortgang en behaalde resultaten m.b.t. deze verbeterstappen. Na de verkiezingen
zullen de resterende verbeterstappen worden doorgevoerd. Het is daarbij van belang
dat de nieuwgekozen gedeputeerden en eilandsraadleden zich committeren aan het doorvoeren
van deze verbeterstappen. Dit is een voorwaarde voorafgaand aan de ondertekening van
het Koninklijke Besluit voor de teruggave van het budgetrecht.
Ter borging van de voortgang van deze verbeterstappen zijn op mijn verzoek een stuurgroep
ingericht en projectleider aangesteld. Daarnaast wordt het OLE bij de uitvoering van
het gehele proces ondersteunt door een externe partij. Ook mijn ministerie zal het
OLE waar nodig ondersteunen.
Tot slot zullen ook na de teruggave van het budgetrecht vanuit de Wet herstel voorzieningen
Sint Eustatius aanvullende bepalingen gelden voor het financieel toezicht op het OLE.
Zo gelden er aanvullende gronden voor het onthouden van goedkeuring aan de begroting
en besluiten met financiële gevolgen. Dit is mogelijk wanneer het besluit voor de
ingezetenen onevenredig nadelige gevolgen heeft in verhouding tot de met het besluit
te dienen doelen, leidt tot onredelijke administratieve of financiële lasten voor
het OLE of het behoorlijk functioneren van het eilandsbestuur in de toekomst belemmert.
Ook zijn er aanvullende goedkeuringsverplichtingen voor bijvoorbeeld eilandsverordeningen
betreffende het financieel beheer, de inrichting van de financiële organisatie en
de controle op het financiële beheer, en is tot de benoeming van de gezaghebber de
regeringscommissaris in positie.
Met deze stappen acht ik het mogelijk om het budgetrecht z.s.m. na de verkiezingen
terug te geven.
Vraag 2
De leden van de VVD-fractie zien dat er veel goede stappen zijn gezet en er zowel
vanuit de Staatssecretaris, de huidige regeringscommissaris, als vanuit een groot
deel van de politieke partijen commitment is uitgesproken voor het zetten van de benodigde
stappen. Maar uiteindelijk gaat het niet om het commitment alleen, maar vooral ook
om de harde afspraken die worden gemaakt. Dit brengt een dilemma met zich mee. Want
de leden van de VVD-fractie hebben op zichzelf begrip voor het feit dat de Staatssecretaris
door wil met het proces van het koninklijk besluit en dat dit in aanloop naar de verkiezingen
een mooi signaal zou zijn, maar gelet op de onzekerheden die nog in het proces zitten,
zouden we als Kamer nog wel vinger aan de pols moeten kunnen houden. Om aan beide
elementen recht te doen, zouden de leden van de VVD-fractie de Staatssecretaris willen
vragen om, voor ze een handtekening onder het koninklijk besluit zet, de uitkomsten
van de onderhandelingen en de laatste stand van zaken met de Kamer te delen en dat
ze daarbij voldoende tijd laat tussen het moment van informeren van de Kamer en de
ondertekening van het KB (circa twee weken). Kan de Staatssecretaris dat toezeggen?
Op die manier ontstaat er een mogelijkheid voor de Kamer om, indien gewenst, nog een
debat te kunnen voeren met de Staatssecretaris alvorens het koninklijk besluit wordt
ondertekend. Op die manier kan de Kamer vinger aan de pols houden. In de tussentijd
kan de Staatssecretaris verder met het proces tot het gereedmaken van het koninklijk
besluit en loopt dat geen vertraging op.
Antwoord vraag 2
Mede gelet op de bijzondere aard van de procedure tot herstel van de voorzieningen
op Sint Eustatius door middel van het koninklijk besluit, zeg ik toe om uw Kamer twee
weken de tijd te geven om te reageren op het bereikte resultaat voordat het koninklijk
besluit ter ondertekening aan de Koning wordt aangeboden.
Vraag 3
De leden van de VVD-fractie zouden tenslotte graag van de Staatssecretaris vernemen
wat de mogelijkheden zijn om na teruggave van het budgetrecht in te grijpen mocht
daar aanleiding toe zijn. Hoe ziet dat proces er uit en wie heeft dan welke bevoegdheid?
Antwoord vraag 3
Zie het antwoord op vraag 1 van de VVD-fractie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie en reactie van de bewindspersoon
De leden van de CDA fractie hebben kennisgenomen van het concept-KB houdende vaststelling
van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 15 van de Wet herstel voorzieningen
Sint Eustatius. De leden van de CDA-fractie willen dat de inwoners van Sint Eustatius
het budgetrecht terugkrijgen. De komende verkiezingsdatum is een bijzonder goed moment
om dat te realiseren. Dus indien de Staatssecretaris goede afspraken over financieel
beheer kan maken met de nieuw gekozen eilandsraad en de gedeputeerden: alle steun
van de leden van de CDA-fractie! Maar als je wilt dat mensen goed functioneren, moet
je ze wel goede spullen geven. Wat de leden van de CDA-fractie betreft ontbreekt het
daar nu nog aan. De leden van de CDA-fractie willen daarom dat de Staatssecretaris
de volgende punten borgt voordat zij haar handtekening zet.
Vraag 1
Ten eerste: geen resultaten zonder toereikende middelen. De leden van de CDA-fractie
begrijpen dat Sint Eustatius meer dan een jaar zonder Directeur Bedrijfsvoering heeft
gezeten. Gaat de Staatssecretaris borgen dat er voldoende kennis en kunde is op het
eiland om de administratie te voeren en zo ja, hoe gaat dat gebeuren?
Antwoord vraag 1
De functie van directeur bedrijfsvoering is inmiddels vervuld. Een belangrijke oorzaak
waarom de vacature lang heeft open gestaan is de krapte op de arbeidsmarkt, in het
bijzonder op het gebied van financiën en bedrijfsvoering. Deze krapte op de arbeidsmarkt
is op Sint Eustatius – gelet op de kleinschaligheid en het insulaire karakter – een
nog grotere uitdaging dan dat die al is voor Europees Nederland.
De afgelopen jaren is hard gewerkt aan het creëren van de noodzakelijke randvoorwaarden
(kaders) voor de teruggave van de bevoegdheden aan het eilandsbestuur van Sint Eustatius.
Zo zijn achterstanden weggewerkt, is de organisatie verstevigd en hebben medewerkers
van het openbaar lichaam opleidingen en trainingen gevolgd. Ook zijn kritieke functies
zoals die van de directeur bedrijfsvoering ingevuld. Mijn ministerie heeft het OLE
daarbij (financieel) ondersteund. Voor het verbeteren van het financieel beheer is
de afgelopen jaren bijvoorbeeld $ 4,7 miljoen beschikbaar gesteld aan Sint Eustatius.
Ik zal het OLE ook de komende jaren blijven ondersteunen bij het verder verstevigen
van de financiële functie. Dit zal – samen met de uitvoering van de resterende verbeterstappen
AO/IB – worden vastgelegd in de nieuwe bestuurlijke afspraken die ik dit jaar met
het nieuwe eilandbestuur van Sint Eustatius zal ondertekenen.
Vraag 2
Ten tweede lezen de leden van de CDA-fractie in de antwoorden van 21 februari jl.
op het schriftelijk overleg Sint Eustatius (Kamerstuk 35 422, nr. 22) dat juist allerlei werkprocessen met betrekking tot financieel beheer nog niet zijn
afgerond zoals salarissen en sociale lasten, inkoop en aanbesteding, planning-en-control-cyclus
en overheidsdeelnemingen. Deze processen moeten naar de mening van deze leden voor
de start gereed zijn. Hoe gaat de Staatssecretaris dat borgen?
Antwoord vraag 2
Met het OLE zijn afspraken gemaakt over welke verbeterstappen voor de verkiezingen
en welke na de verkiezingen moeten zijn uitgevoerd. Dit is opgenomen in het ontwerpKoninklijk
Besluit voor fase 2.2. Voor de verkiezingen zullen – onder verantwoordelijkheid van
de regeringscommissaris – het normenkader worden geïnventariseerd en geoperationaliseerd
en de werkprocessen salarissen en sociale lasten, inkoop en aanbesteding, en betaalverkeer
worden beschreven en geïmplementeerd. De regeringscommissaris informeert mij uiterlijk
10 maart a.s. over de voortgang en behaalde resultaten m.b.t. deze verbeterstappen.
De werkprocessen omtrent «planning & control cyclus» en «overheidsdeelnemingen» zullen
na de verkiezingen – onder aansturing van het lokale bestuur – worden beschreven en
geïmplementeerd. Het is van belang dat de nieuwgekozen gedeputeerden en eilandsraadleden
zich committeren aan de verbeterstappen die ná de verkiezingen moeten worden doorgevoerd.
Dit is een voorwaarde voorafgaand aan de ondertekening van het Koninklijke Besluit
voor de teruggave van het budgetrecht. Zoals hierboven aangegeven zal ik uw Kamer
informeren over de uitkomst van dit gesprek en uw Kamer twee weken de tijd geven om
te reageren op het bereikte resultaat voordat het koninklijk besluit ter ondertekening
aan de Koning wordt aangeboden. Mocht het commitment niet worden gegeven, dan zal
de ondertekening van het koninklijk besluit worden aangehouden. In het uiterste geval
totdat alle verbeterstappen zijn afgerond.
Om de voortgang van de uitvoering van de verbeterstappen AO/IB te borgen is op mijn
verzoek een stuurgroep ingericht en een projectleider aangesteld. Daarnaast wordt
het OLE ondersteund door een externe partij bij de uitvoering van de verbeterstappen.
Vraag 3
Ten derde: de leden van de CDA-fractie horen dat er een tekort is over de begroting
van 2022. Klopt dat en zo ja, geeft de Staatssecretaris de garantie dat Sint Eustatius
zonder een tekort begint en dat een eventueel tekort over 2022 ook niet in mindering
is gebracht op een eventuele reserve?.
Antwoord vraag 3
De begroting 2023 en verder is sluitend en toont voor de jaren 2023 tot en met 2026
overschotten van $ 0,1 tot $ 0,2 miljoen. Dit is mede mogelijk gemaakt door de structurele
verhoging van de vrije uitkering die de openbare lichamen ontvangen via de CN-envelop.
Op 20 februari jl. heeft het OLE haar 4e uitvoeringsrapportage 2022 opgeleverd. In deze rapportage is het voorlopig resultaat
opgelopen naar $ 2,2 miljoen negatief. Bij de vaststelling van de jaarrekening 2022
zal het definitieve resultaat worden vastgesteld. Bij een negatief resultaat zal conform
de begrotingssystematiek een onttrekking worden gedaan aan het eigen vermogen van
het OLE. Dit is ook de enige mogelijkheid nu het begrotingsjaar 2022 is afgesloten.
Het eigen vermogen van het OLE bedroeg begin 2022 $ 30,7 miljoen.
De verslechtering is veroorzaakt doordat kosten voor elektriciteit, water en de vuilnisophaaldienst
abusievelijk niet in de begroting 2022 waren opgenomen en omdat de realisatie van
de lokale opbrengsten achterblijft bij de begroting 2022. De kosten voor elektriciteit,
water en de vuilnisophaaldienst zijn opgenomen in de begroting 2023 en verder. Daarmee
betreft het een incidenteel effect dat geen doorwerking heeft in de begroting 2023
en verder.
Het OLE doet onderzoek naar de oorzaken van het achterblijven van de lokale opbrengsten.
Afhankelijk van de uitkomsten van dit onderzoek moet de begroting van 2023 (en eventueel
opvolgende jaren) mogelijk worden aangepast. Ik heb het OLE verzocht dit in kaart
te brengen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie, PvdA-fractie, GroenLinks-fractie,
PvdD-fractie, ChristenUnie-fractie, Volt-fractie en BIJ1-fractie en reactie van de
bewindspersoon
De leden van de D66-fractie, PvdA-fractie, GroenLinks-fractie, Partij voor de Dieren-fractie
ChristenUnie-fractie, Volt-fractie en BIJ1-fractie constateren dat sinds 2018 het
lokale bestuur van Sint Eustatius in handen is van het Ministerie Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties. Al bijna vijf jaar is er geen sprake van volledig democratisch
zelfbestuur, en hebben ruim 3100 Nederlandse burgers weinig te zeggen over hun lokale
beleid.
De leden van deze fracties verwijzen naar eerdere uitspraken die zijn gedaan door
de Raad van State, de Algemene Rekenkamer en de vorig jaar aangestelde mediators op
Sint Eustatius, waarin zij hun zorgen hebben geuit over de beleidsuitvoering van deze
«bestuurlijke interventie». Voor Nederlandse begrippen is er een ongekend en zeer
ingrijpend middel ingezet. Deze leden delen de mening dat er nadrukkelijk rekening
moet worden gehouden met de lokale situatie en capaciteit.
Op basis hiervan zijn de leden van deze fracties van mening dat er alles aan gedaan
moet worden om de «bestuurlijke interventie» snel, goed en op basis van wederzijds
vertrouwen af te ronden. Deze leden hebben als inzet dat de democratie niet alleen
hersteld, maar zelfs aanzienlijk verbeterd zal zijn.
De leden van de D66-fractie, PvdA-fractie, GroenLinks-fractie, Partij voor de Dieren-fractie
ChristenUnie-fractie, Volt-fractie en BIJ1-fractie hebben kennisgenomen van de brieven
en de rapportages. Deze leden spreken hun steun uit aan de Staatssecretaris. De Staatssecretaris
zet in op teruggave van het budgetrecht aan het bestuur en de Eilandsraad, bouwt aan
wederzijds vertrouwen, maar blijft tegelijkertijd scherp op de criteria voor het verbeteren
van de bestuurlijke organisatie.
De leden van deze fracties hebben ook kennisgenomen van de brief van de Eilandsraad
die duidelijk hun commitment voor het proces uitspreken. Deze leden delen hun gevoel
van verdriet en verbazing over mogelijk uitstel van de teruggave van het budgetrecht.
Deze leden willen aan het bestuur, de Eilandsraad en burgers van Sint Eustatius zeggen:
We feel your pain and dissapointment! Don’t be discouraged and get out to cast your
vote on March 15! Deze leden hebben nog enkele vragen die zij aan de Staatssecretaris willen voorleggen.
Vraag 1
De leden van de D66-fractie, PvdA-fractie, GroenLinks-fractie, Partij voor de Dieren-fractie
ChristenUnie-fractie, Volt-fractie en BIJ1-fractie vragen aan de Staatssecretaris
welke signalen zij ontvangt over het mogelijke uitstel. Deze leden vragen of de Staatssecretaris
verwacht dat het uitstel zal leiden tot een mogelijk lagere opkomst bij de verkiezingen
van 15 maart. Wat doet de Staatssecretaris om de democratie te beschermen en te versterken?
Antwoord vraag 1
Op 15 maart gaan de inwoners van Sint Eustatius hun stem uitbrengen voor een nieuw
eilandsbestuur. Ik zie dat de politieke partijen op verschillende wijzen de bevolking
actief betrekken en ik hoop dat de inwoners van Sint Eustatius gebruik maken van hun
stemrecht.
Het is daarom van groot belang dat er tijdig helderheid is over het proces en de uitkomst
van de teruggave van het budgetrecht, zodat er weer een volwaardig lokaal bestuur
is, dat over alle bevoegdheden beschikt om nieuw beleid vorm te geven. Dit is ook
mijn beeld uit de gesprekken die ik de afgelopen tijd heb gevoerd met de eilandsraad
en het bestuurscollege van Sint Eustatius.
In dat kader is ook de recente brief van de eilandsraad van 27 februari jl. aan uw
Kamer relevant. Daarin geven de politieke partijen aan de democratie volop te omarmen
en verzoeken zij het momentum van de verkiezingen aan te houden. Verder laten zij
weten het belang van de verbeteringen in de financieel beheer te onderkennen en verantwoordelijkheid
hiervoor te willen nemen. Op basis hiervan verwacht ik na de verkiezingen tot goede
afspraken te kunnen komen met het nieuwe bestuur op Sint Eustatius.
Om de democratie te versterken is er geïnvesteerd in de ontwikkeling van ambtenaren,
eilandsraadsleden en bestuurders. Deze trajecten zijn vormgegeven door onafhankelijke
partijen zoals het Netherlands Institute for Multiparty Democracy (NIMD) en de Nederlandse
Wethoudersvereniging. Ik beschouw deze ontwikkeling als een investering in de democratie
en ik blijf mij hiervoor inzetten, niet alleen op Statia maar ook op Bonaire en Saba.
Vraag 2
Op welke wijze heeft de Staatssecretaris burgerparticipatie de afgelopen periode verder
bevorderd?
Antwoord vraag 2
Burgerparticipatie wordt door het OLE vormgegeven via social media, een wekelijks
inloop spreekuur bij de regeringscommissaris en townhal meetings. De bewoners van
Sint Eustatius kunnen via deze kanalen informatie vragen en input leveren, bijvoorbeeld
over beleid en concept wetgeving. Daarnaast is er de mogelijkheid om in te spreken
bij de eilandsraad en de central commitee.
Vraag 3
Kan de Staatssecretaris toezeggen dat de benodigde (personele) middelen voor een zorgvuldig
en duurzaam herstel (fase 2 tot en met fase 4) zijn vrijgemaakt?
Antwoord vraag 3
De afgelopen jaren zijn grote stappen gezet door het OLE welke het mogelijk maken
om bevoegdheden terug te geven aan het eilandsbestuur. Ik heb het OLE daar (financieel)
bij ondersteunt. Voor het verbeteren van het financieel beheer is de afgelopen jaren
bijvoorbeeld $ 4,7 miljoen beschikbaar gesteld aan Sint Eustatius.
Met de teruggave van het budgetrecht is het aan het OLE en het eilandsbestuur zelf
om verder te gaan op de ingeslagen weg en het financieel beheer verder te verstevigen
ten dienste van het functioneren van het openbaar lichaam en de burgers van Sint Eustatius.
Ik zal het OLE ook de komende jaren blijven ondersteunen bij het verder verstevigen
van de financiële functie. Dit zal – samen met de uitvoering van de resterende verbeterstappen
AO/IB – worden vastgelegd in de nieuwe bestuurlijke afspraken die ik dit jaar met
het nieuwe eilandbestuur van Sint Eustatius zal ondertekenen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
S.F.F. Meijer, adjunct-griffier