Schriftelijke vragen : Het bericht 'How China’s police are ensnaring thousands of suspects abroad'
Vragen van het lid Gündoğan (Gündoğan) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «How China’s police are ensnaring thousands of suspects abroad» (ingezonden 20 februari 2023).
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «How China’s police are ensnaring thousands of suspects
               abroad»?1
Vraag 2
            
Kunt u vanuit het Nederlandse perspectief, de opvatting uit het artikel bevestigen,
               dat «het meest verrassende element is China's achtervolging van voortvluchtigen buiten
                  haar grenzen. De schaal van deze activiteiten wereldwijd is nu onthutsend – waarbij
                  vele duizenden verdachten betrokken zijn – en het zet de betrekkingen met het Westen
                  steeds meer onder druk»?
Vraag 3
            
Deelt u de observaties van FBI directeur Christopher Wray over wat volgens hem inmiddels
               op grote schaal aan de orde is: «inmenging in onze onafhankelijke rechterlijke macht, schending van zowel onze soevereiniteit
                  als de normen van politiegedrag om hier in onze achtertuin wetteloze intimidatiecampagnes
                  te voeren». «We zien dat de Chinese regering haar toevlucht neemt tot chantage, bedreiging
                  met geweld, stalking en ontvoeringen. Ze hebben daadwerkelijk criminele organisaties
                  in de VS ingeschakeld en hen premies aangeboden in de hoop doelen met succes terug
                  te brengen naar China»? Wat vindt u hiervan?
            
Vraag 4
            
Heeft u aanwijzingen dat de Volksrepubliek China dergelijke activiteiten op Nederlands
               grondgebied heeft voortgezet, sinds de Chinese ambassadeur door de Nederlandse regering
               op 31 oktober is aangesproken op de aanwezigheid van «overzeese politie service stations»?
               Houdt u rekening met de mogelijkheid dat (een deel van de) activiteiten van deze «overzeese
               politie service stations» ondergronds wordt voortgezet?
            
Vraag 5
            
Erkent u dat de werkwijzen van de Volksrepubliek China een intimiderende uitwerking
               hebben of kunnen hebben op mensen uit de Chinese diaspora in Nederland, waarbij de
               mogelijkheid om aangifte te doen mogelijk niet opweegt tegen de risico’s die dat voor
               deze mensen met zich meebrengt? Kunt u uitsluiten dat dit in Nederland ook aan de
               orde is? Kunt u iets doen om de invloed van Chinese intimidatie op de aangiftebereidheid
               van mensen uit de Chinese diaspora te beperken?
            
Vraag 6
            
Heeft u kennis genomen van het antwoord van premier Rutte op de vraag van het lid
               Gündoğan tijdens het debat over de Europese top op 8 februari jongstleden «of er binnen de EU een plek is waar informatie over het gedrag van de volksrepubliek
                  jegens haar voormalige onderdanen op ons grondgebied wordt geïnventariseerd»? Kunt u het antwoord van de premier over uw inzet preciseren?
            
Vraag 7
            
Heeft u kennis genomen van het feit dat de moeder van de Nederlandse luchtmachtofficier
               M. J., is gearresteerd en is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 jaar, klaarblijkelijk
               omdat zij hem in 2014 in Nederland heeft bezocht in verband met zijn huwelijk? Heeft
               u kennis genomen van het feit dat de schoonzus van de Nederlandse luchtmachtofficier
               J., daarna ook is gearresteerd en is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 jaar,
               klaarblijkelijk omdat zij contact heeft gehad met de heer J. via WeChat en hem heeft
               geïnformeerd over het trieste lot van zijn moeder?
            
Vraag 8
            
Kunt u bevestigen dat de Verklaring van Geen Bezwaar (VGB) van de heer J. vanwege
               deze kwestie is ingetrokken hetgeen zijn carrièreperspectief bij het Ministerie van
               Defensie nagenoeg onmogelijk maakt? Kunt u bevestigen dat de MIVD een onderzoek is
               gestart naar de heer J. omdat de Dienst van oordeel is dat hij vanwege de kwestie
               met zijn moeder en schoonzus mogelijk chantabel is?
            
Vraag 9
            
Heeft de Nederlandse regering, naast het intrekken van de VGB van de heer J. en het
               starten van een onderzoek door de MIVD naar de heer J., ook nog iets concreets ondernomen
               in het belang van de heer J. en zijn familie?
            
Vraag 10
            
Bent u op de hoogte van de exacte locaties waar de moeder en de schoonzus van de heer
               J. op dit moment worden vastgehouden, wat volgens de Volksrepubliek China de exacte
               grond is voor beide veroordelingen en welke bewijzen er zijn geleverd om hun schuld
               aan te tonen? Indien nee, bent u bereid om deze informatie te achterhalen?
            
Vraag 11
            
Deelt u de zienswijze dat de etnisch Oeigoerse achtergrond van de heer J. en zijn
               familie een verklaring kan zijn (of is) voor de handelwijze van de Volksrepubliek
               China? Wat vindt u daarvan? Deelt u de zienswijze dat het bijzonder pijnlijk zou zijn
               als de etnisch Oeigoerse achtergrond van de heer J. niet alleen heeft bijgedragen
               aan de handelwijze van de Volksrepubliek China jegens hem en zijn familie maar dat
               hij er indirect ook nog zijn baan in Nederland door kwijtraakt? Wat kunt u doen om
               deze voor de Nederlandse regering én voor de heer J. uiterst pijnlijke uitkomst te
               vermijden?
            
Vraag 12
            
Heeft u reeds of bent u bereid om op enigerlei wijze bijstand te verlenen of actief
               aan te bieden aan de moeder en de schoonzus van de heer J.? Of bent u bereid om op
               een andere wijze een diplomatieke poging te ondernemen om de Volksrepubliek China
               ervan te overtuigen dat het contact van de heer J. met zijn moeder en schoonzus, louter
               familiair van aard is geweest en dat dit ook in de Volksrepubliek geen grond geeft
               voor extreem lange strafrechtelijke veroordelingen? Indien nee, waarom niet?
            
Vraag 13
            
Klopt het dat er een mogelijkheid bestaat om individuen te plaatsen op een lijst of
               met een status van «uitgenodigde vluchtelingen»? Zou het toekennen van deze status
               in deze kwestie mogelijk een effect kunnen hebben op de houding van de Volksrepubliek
               China? Is het voor u een optie om de moeder en de schoonzus van de heer J. deze status
               toe te kennen? Indien nee, waarom niet?
            
Vraag 14
            
Bent u bereid om de heer J. een alternatieve functie of een baangarantie te geven
               binnen de volle breedte van de Nederlandse overheid, als voortzetting van zijn betrekking
               bij de Koninklijke Luchtmacht om welke reden dan ook niet meer mogelijk is? Indien
               nee, waarom niet?
            
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken - 
              
                  Indiener
N. Gündogan, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.