Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bisschop over de ammoniakuitstoot van bronnen buiten de landbouw
Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Minister voor Natuur en Stikstof en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de ammoniakuitstoot van bronnen buiten de landbouw (ingezonden 20 december 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat), mede namens
            de Minister voor Natuur en Stikstof (ontvangen 14 februari 2023). Zie ook Aanhangsel
            Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1246.
         
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van de uitkomst van wetenschappelijk onderzoek naar de relatieve
               bijdrage van de ammoniakemissie bij verbrandingsprocessen?1
Antwoord 1
            
Ik heb kennis genomen van de uitkomst van het wetenschappelijke onderzoek naar de
               relatieve bijdrage van verbrandingsprocessen aan de ammoniakemissie. De daarvoor aangewezen
               taakgroepen van de Emissieregistratie wegen de implicaties van wetenschappelijke publicaties
               mee die relevant zijn voor de emissies in Nederland. Ik heb het RIVM, als eindverantwoordelijke
               voor de Emissieregistratie, gevraagd de conclusies van dit artikel te spiegelen aan
               de huidige inzichten van de Emissieregistratie. In de beantwoording van de verdere
               vragen zal ik hier nader op ingaan.
            
Vraag 2
            
Hoe waardeert u de conclusie dat ook in Europa de ammoniakemissie bij verbrandingsprocessen
               onderschat wordt?
            
Antwoord 2
            
Op dit moment is niet bekend of de ammoniakemissie bij verbrandingsprocessen in Europa
               wordt onderschat. Het RIVM zal deze studie daarom internationaal onder de aandacht
               brengen.
            
Vraag 3
            
Hoe verhoudt de volgens wetenschappers relatieve bijdrage van ammoniakemissie uit verbrandingsprocessen van ongeveer 44 procent ten opzichte van de totale
               ammoniakemissie in Europa zich tot de relatieve bijdrage van 13 procent in 2021 zoals
               die voor Nederland door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is vastgesteld?
            
Antwoord 3
            
De relatieve bijdrage van verbrandingsprocessen aan de gemiddelde ammoniakemissie
               in Europa zal altijd anders zijn dan in Nederland, door verschillen in bijvoorbeeld
               activiteiten en landgebruik. De cijfers die uit dit onderzoek komen, zijn niet een-op-een
               te relateren aan de situatie in Nederland, aangezien een groot deel van ons land door
               landbouw gekenmerkt wordt. De landbouw heeft in Nederland met 87% het grootste aandeel
               in de ammoniakemissie (bron: Emissieregistratie). 13% van de ammoniakemissie is afkomstig
               van andere bronnen, dit gaat om meer dan alleen verbrandingsprocessen.
            
Er is volgens het RIVM op dit moment geen aanleiding om de cijfers uit de Emissieregistratie,
               als het gaat om ammoniakemissies uit verbrandingsprocessen, bij te stellen. Het verschil
               in relatieve bijdragen van ammoniakemissie kan volgens het RIVM verklaard worden doordat
               in de studie de focus is gelegd op stedelijk gebied. In stedelijk gebied is het aannemelijk
               dat het aandeel van ammoniakemissie uit verbrandingsprocessen hoger ligt dan het landelijk
               gemiddelde.
            
Vraag 4
            
Deelt u de inschatting dat ook voor Nederland mogelijk sprake is van onderschatting
               van de ammoniakemissie uit verbrandingsprocessen en van de relatieve bijdrage ten
               opzichte van ammoniakemissies uit de landbouw?
            
Antwoord 4
            
Het RIVM heeft mij laten weten dat er momenteel geen aanleiding is om te veronderstellen
               dat er in Nederland sprake is van onderschatting van ammoniakemissies uit verbrandingsprocessen
               of dat de relatieve bijdrage ten opzichte van ammoniakemissies uit de landbouw verandert.
            
In de Emissieregistratie wordt op dit moment rekening gehouden met ammoniakemissies
               uit verbrandingsprocessen uit verkeer en biomassaverbranding, zoals door houtstook.
               Het gaat om ruim 3% van de totale landelijke ammoniakemissie (bron: Emissieregistratie).
               Het artikel benoemt ook ammoniakemissies uit steenkoolverbranding. Het RIVM gaat na
               of dit implicaties heeft voor de Nederlandse ammoniakemissies uit steenkoolverbranding.
               Hierover verwacht ik in mei dit jaar meer te horen, nadat het RIVM de studie in internationaal
               verband heeft besproken. Een eerste voorlopige inschatting is dat er geen bijstelling
               van emissies uit steenkoolverbranding nodig zal zijn. Indien blijkt dat dit toch het
               geval is, zal ik Uw Kamer hierover informeren.
            
Vraag 5
            
Bent u voornemens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) te vragen
               de huidige emissiefactoren van bronnen buiten de landbouw te spiegelen aan de resultaten
               van en de analyse in het genoemde onderzoek en de Kamer hierover te informeren?
            
Antwoord 5
            
Het RIVM heeft de huidige emissiefactoren van bronnen buiten de landbouw gespiegeld
               aan de resultaten van en de analyse in het genoemde onderzoek. Het RIVM laat weten
               dat er momenteel geen aanleiding is om de ammoniakemissiefactoren voor verkeer en
               biomassaverbranding te herzien aangezien de huidige waardes actueel zijn.
            
Zoals in antwoord op vraag 4 benoemd gaat het RIVM na of de conclusies uit het artikel
               implicaties hebben voor de Nederlandse ammoniakemissies uit steenkool. Indien er aanleiding
               is om de emissiefactor voor steenkoolverbranding aan te passen, zal ik u hier nader
               over informeren.
            
Vraag 6
            
Deelt u de mening dat een zo accuraat mogelijke inschatting van ammoniakemissies belangrijk is voor een effectieve stikstofaanpak?
Antwoord 6
            
Ja, ik deel deze mening.
Vraag 7
            
Is het mogelijk dat een onderschatting van de ammoniakemissie bij verbrandingsprocessen
               en een overschatting van de relatieve bijdrage van ammoniakemissies uit landbouwbronnen mede een verklaring is van de modelmatige onderschatting
               van de ammoniakconcentraties in de westelijke kustgebieden en de modelmatige overschatting
               van de ammoniakconcentraties in oostelijke gebieden (zonder correctie op basis van
               ruimtelijke kalibratie)?
            
Antwoord 7
            
Er is volgens het RIVM geen aanleiding om te veronderstellen dat in Nederland sprake
               is van onderschatting van ammoniakemissies uit verbrandingsprocessen en dit vormt
               om die reden ook geen verklaring voor modelmatige over- of onderschattingen.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat - 
              
                  Mede namens
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.