Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Mutluer over de voortgang van interlandelijke adoptie
Vragen van het lid Mutluer (PvdA) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de voortgang van interlandelijke adoptie (ingezonden 18 januari 2023).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 13 februari 2023).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1483.
Vraag 1
Herinnert u zich uw brieven over interlandelijke adoptie van 8 februari 2021 en van
2 november 2022?1, 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat de passage uit de eerstgenoemde brief dat «degenen die reeds
over een beginseltoestemming beschikken in de gelegenheid worden gesteld om hun procedure
af te ronden. Dit betreft aspirant-adoptieouders die bij vergunninghouders in bemiddeling
zijn" niet anders gelezen kan worden dan als een belofte aan ouders die al vergevorderd
in het adoptieproces zijn, dat dat proces afgerond kan worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
In de brief van 8 februari 2021 waaraan u refereert heeft mijn ambtsvoorganger te
kennen gegeven dat gedurende de opschorting degenen die reeds over een beginseltoestemming
beschikken in de gelegenheid worden gesteld om hun procedure af te ronden. Daarbij
merk ik op dat er bij een adoptieprocedure geen garantie bestaat op een match en daarmee
een adoptie van een buitenlands kind en dat er verschillen zijn in bemiddelbaarheid
tussen aspirant-adoptiefouders. Om die reden kan het afronden van een procedure, naast
het adopteren van een kind dat in eigen land niet veilig kan worden opgevangen, ook
inhouden dat de procedure eindigt – in het land waar de aspirant-adoptiefouders staan
ingeschreven.
Vraag 3
Deelt u de mening dat ook met de passage uit de tweede brief, dat «afbouwen betekent
dat er geen nieuwe dossiers meer naar deze landen zullen worden gestuurd, terwijl
er wel naar wordt gestreefd de reeds in de landen liggende dossiers door te laten
lopen»» tenminste de indruk wordt gewekt dat reeds vergevorderde adoptieverzoeken
door de nieuwe bemiddelingsorganisatie (CBO) overgenomen zullen gaan worden? Zo nee,
waarom niet?3
Antwoord 3
In mijn brief van 2 november 2022 heb ik inderdaad aangegeven ernaar te streven de
reeds in landen liggende adoptiedossiers door te laten lopen. Dit betekent evenwel
niet dat de periode van afbouw oneindig is en de nieuwe bemiddelingsorganisatie deze
lopende procedures in alle landen gaat overnemen.
De dossiers in landen van herkomst waarmee de adoptierelatie wordt voorgezet zullen
worden overgedragen aan de centrale bemiddelingsorganisatie (CBO). Vooral vanuit het
oogpunt van het belang van het kind kies ik ervoor om de dossiers die liggen in de
landen van herkomst waarmee de adoptierelatie zal worden beëindigd niet over te dragen
aan de CBO. Zoals bij u bekend, zijn de landen waarmee de adoptierelatie zal worden
afgebouwd de VS, China, Slowakije, Tsjechië, Peru, Colombia, Burkina Faso en Haïti.
De reden hiervoor is verschillend, bijvoorbeeld omdat het Internationaal Verdrag voor
de Rechten van het Kind niet is geratificeerd en/of een land wordt geacht zelf veilige
opvang te bieden en/of omdat er onvoldoende vertrouwen is rondom de procedures, organisaties
en samenwerking met het oog op kwaliteit, betrouwbaarheid en transparantie.
Momenteel ligt er een zestigtal dossiers in de herkomstlanden waarmee de adoptierelatie
wordt beëindigd. Aan de afbouw geef ik op zorgvuldige wijze vorm. Dit betekent voor
de aspirant-adoptiefouders wier dossier in een dergelijk land ligt dat zij op twee
wijzen hun adoptieprocedure kunnen voorzetten. Zij kunnen overstappen naar een land
waarmee de adoptierelatie zal worden voortgezet en waarvoor de CBO zal bemiddelen.
Of zij kunnen ervoor kiezen om gedurende de periode van afbouw hun procedure voort
te zetten in het land waar hun dossier nu ligt, waarbij de huidige vergunninghouders
de door hen gestarte bemiddeling verrichten. De vergunninghouders zullen tot eind
2025 in de gelegenheid worden gesteld af te bouwen. De verwachting is dat er vanaf
medio 2025 geen matches meer plaatsvinden in landen van herkomst waarmee de adoptierelatie
wordt beëindigd, willen de huidige vergunninghouders deze bemiddeling nog op een zorgvuldige
manier kunnen afronden in 2025.
Vraag 4
Klopt het dat het besluit om het VS adoptieprogramma af te gaan bouwen gaat betekenen
dat de adoptieprocedures niet meer kunnen worden voortgezet nadat de vergunning van
A New Way (de huidige vergunninghouder) afloopt en dat de lopende adoptieprocedures
niet worden overgenomen door de nieuwe bemiddelingsorganisatie (CBO)? Zo ja, hoe strookt
dit met de eerder gedane harde toezeggingen die veel ouders in een lopende procedure
hadden gerustgesteld, namelijk dat ouders in de gelegenheid zouden worden gesteld
om hun procedure af te ronden? Waarom worden de lopende adoptieprocedures van of uit
de Verenigde Staten niet door CBO overgenomen? Zo nee, wat klopt er dan niet?
Antwoord 4
De VS is één van de acht landen van herkomst waarmee de adoptierelatie wordt afgebouwd.
De redenen hiervoor zijn weergegeven in de landenselectie die ik in november 2022
aan uw Kamer zond. Het is juist dat de in de VS liggende adoptiedossiers – en die
in andere landen waarmee de adoptierelatie niet wordt voorgezet – niet zullen worden
overgenomen door de CBO. Zoals hierboven benoemd, hecht ik er aan dat adopties uit
landen waarmee de adoptierelatie wordt beëindigd niet oneindig (kunnen) blijven voortduren.
Ook wil ik de nieuw op te richten CBO niet belasten met de dossiers uit de landen
van herkomst waarmee de adoptierelatie wordt beëindigd, bovenop de adoptieprocedures
in landen waarmee de adoptierelatie wordt voortgezet. Ik vind het van belang dat met
de start van de CBO een zichtbare breuk met het verleden wordt gerealiseerd en ik
wil niet het risico nemen dat de CBO (gelijk) wordt overbelast.
Het niet belasten van de CBO met de dossiers die in landen van herkomst liggen waarmee
de adoptierelatie wordt beëindigd houdt overigens niet in dat de adoptieprocedures
van deze aspirant-adoptiefouders per direct stoppen. Hun adoptieprocedure kan tot
medio 2025 doorlopen in het reeds verkozen land van herkomst bij de huidige vergunninghouders.
Tijdens deze periode moet een zorgvuldige afbouw plaatsvinden bij de vergunninghouders,
waarbij ik ze in redelijkheid financieel ondersteun. Een alternatief is dat deze aspirant-adoptiefouders
beslissen over te stappen naar een herkomstland waarmee de adoptierelatie wel zal
worden voorgezet en waarvoor de CBO zal bemiddelen.
Ik ben van oordeel dat hiermee met respect voor de kaders van het nieuwe adoptiesysteem
invulling wordt gegeven aan de uitspraak dat de gelegenheid wordt geboden dat procedures
kunnen doorlopen. Ik realiseer me ook dat dit wellicht niet de manier is die aspirant-adoptiefouders
zelf zouden hebben gekozen en dat zij mogelijk teleurgesteld zijn. Dit vind ik oprecht
vervelend voor hen.
Vraag 5
Hoeveel ouders hebben te horen gekregen dat lopende adoptieprocedures toch niet door
CBO overgenomen gaan worden? Uit welke landen zouden de adopties moeten plaatsvinden?
Antwoord 5
Voor zover mij bekend heeft één vergunninghouder aan aspirant-adoptiefouders die hun
dossier in een land hebben liggen waarmee de adoptierelatie wordt beëindigd laten
weten dat deze dossiers niet worden overgenomen door de CBO. Het gaat daarbij om 38
dossiers die op dit moment in de VS liggen.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de afbouw in deze overgangsfase zorgvuldig moet gaan en dat
daar de tijd voor moet worden genomen? Zo ja, hoe gaat u dit bewerkstelligen?
Antwoord 6
Zoals u uit mijn reactie op vorengaande vragen kunt opmaken, vind ik ook dat de overgangsfase
zorgvuldig moet verlopen. We nemen daar dan ook de tijd voor. De komende drie jaar
zal worden gewerkt aan de afbouw bij de huidige vergunninghouders. Zij zullen in de
gelegenheid worden gesteld om gedurende de periode van afbouw tot in 2025 dossiers
die in landen liggen waarmee de adoptierelatie zal worden beëindigd verder te behandelen
en af te ronden.
Vraag 7
Bent u bereid om na te gaan hoe het CBO deze dossiers alsnog kan overnemen nadat de
vergunning van de huidige bemiddelingsorganisaties voor interlandelijke adoptieprocedures
afloopt? Zo nee, bent u bereid om een andere werkbare oplossing hiervoor te bedenken
met uiteraard altijd oog voor het kind? Zo ja, hoe ziet u dat voor zich?
Antwoord 7
Nee, ik ben niet bereid om na te gaan hoe de CBO alsnog dossiers kan overnemen uit
landen waarmee de adoptierelatie wordt beëindigd. Hier heb ik over nagedacht, maar
om redenen zoals beschreven in mijn antwoord op vraag 4, niet voor gekozen. Ik meen
een werkbare oplossing, met oog voor het kind, te hebben gevonden in de mogelijkheid
om tot medio 2025 de adoptieprocedure te kunnen voortzetten in het verkozen herkomstland
en de optie van een overstap naar een land waarmee de adoptierelatie nog wordt voorgezet.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.