Schriftelijke vragen : Digitalisering in de zorg
Vragen van het lid Van den Berg (CDA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over digitalisering in de zorg (ingezonden 13 februari 2023).
Vraag 1
Kent u het bericht «Platform revolutie in de zorg», «VWS gaat voor data beschikbaarheid
in 2035», en het platform OpenEHR?1, 2, 3
Vraag 2
Klopt het dat diverse landen gebruikmaken van de internationale standaard openEHR?
Kunt u aangeven wat openEHR voor de Nederlandse zorgmarkt zou kunnen betekenen? Wordt
openEHR ergens in Nederland al toegepast?
Vraag 3
Wordt bij de besteding van transitiegelden, ten behoeve van de verdere uitrol van
digitalisering van gegevensuitwisseling in de zorg, gedacht aan nieuwe Versnellingsprogramma
Informatie-uitwisseling Patiënt & Professional (VIPP)-regelingen? Zo ja, in welke
domeinen? Kunt u aangegeven met een overzicht wat de huidige VIPP-regelingen zoals
babyconnect hebben gekost en concreet hebben opgeleverd?
Vraag 4
In hoeverre is de functionaliteit die VIPP 1 heeft opgeleverd, daadwerkelijk gebruikt
en nog in gebruik?
Vraag 5
In hoeverre vindt afstemming met leveranciers plaats zodat er meer aansluiting is
bij de actuele ontwikkelingen zoals internationale standaarden en of bestaande geïmplementeerde
oplossingen?
Vraag 6
Klopt het dat er diverse VIPP-trajecten waren die geen aansluiting vonden bij de ontwikkelingen
in het zorglandschap – vooral niet vanuit het oogpunt van impact, schaalbaarheid en
aansluiting bij internationale standaarden?
Vraag 7
Kunt u aangeven hoe het staat met het programma CumuluZ dat de Universitair Medisch
Centra (UMC’s) ontwikkelen? Hoeveel financiële middelen zijn hieraan besteed en door
wie? Hoe wordt gecheckt dat dit een werkbaar voorstel is en past bij andere initiatieven
om tot een nationale infrastructuur te komen zoals Twiin en Nuts?
Vraag 8
Hoe staat het met de ontwikkeling van een landelijk dekkende infrastructuur? Waaraan
moet deze volgens u voldoen? In welke mate wordt gebruiktgemaakt van huidige infrastructuren
en is het de bedoeling dat alle zorgaanbieders hierop aangesloten zijn?
Vraag 9
Wat doet u om een eenduidige wijze van informatie invoeren in het bronsysteem door
zorgprofessionals te bespoedigen?
Vraag 10
Wat is de laatste stand van zaken met betrekking tot het vaststellen van een gestandaardiseerde
(open) application programming interface (API)-strategie? Hoe wordt geborgd dat het
uitgesloten is dat deze gestandaardiseerde (open) API-strategie afwijkt van internationale
open standaarden, dus zonder spreekwoordelijk Nederlands sausje hetgeen het aanbod
beperkt en duur maakt? Hoe wordt geborgd dat leveranciers ook tempo maken met het
maken van koppelingen op basis van open API’s?
Vraag 11
Hoe wordt voorkomen dat die koppelingen tot verdienmodellen worden gemaakt, bijvoorbeeld
door hoge kosten te rekenen bij iedere keer dat een koppeling wordt gebruikt zoals
Chipsoft naar wij begrijpen doet?
Vraag 12
Hoe gaat u voorkomen dat telkens een apart convenant nodig is als zorgorganisaties
besluiten gegevens met elkaar uit te wisselen, met hoge administratieve lasten en
grote vertraging tot gevolg?
Vraag 13
Wat is de laatste stand van zaken met betrekking tot Mitz? Klopt het dat alle betrokken
leveranciers moeten investeren in de ontwikkeling? Klopt het dat de kosten aan de
kant van leveranciers niet worden bekostigd vanuit Mitz? Worden de eisen aan koppelingen
gesteld op basis van open internationale standaarden? Hoe wordt geborgd dat historie
met betrekking tot reeds gegeven consent eenmalig en eenduidig overgezet kan worden?
Vraag 14
Klopt het dat het landelijke Twiin afsprakenstelsel nog niet helder en niet operationeel
is? Kunt u het antwoord toelichten?
Vraag 15
Hoe gaat u borgen dat er bij de verplichting van spoor 2 minder afhankelijkheid gaat
bestaan van enkele aanbieders?
Vraag 16
Klopt het dat er slechts één aanbieder is van het uitwisselen van beeld en dat DVD-exit
een gesloten systeem is, niet conform open internationale standaarden? Betekent dit
dat sprake is van interoperabiliteit? Deelt u de conclusie dat het niet aantrekkelijk
lijkt om in een nieuw open interoperabel systeem toe te laten terwijl het systeem
geen gestructureerde informatie geeft en slecht koppelt met andere systemen, aangezien
er inmiddels veel is geïnvesteerd in DVD-exit?
Vraag 17
Wat is de huidige stand van zaken en hoe wordt regie gevoerd op het lage gebruik van
Persoonlijke Gezondheidsomgevingen (PGO’s)?
Vraag 18
Hoeveel gemeenschapsgeld is reeds besteed aan het PGO-project qua voorbereiding en
uitvoering?
Vraag 19
Klopt het dat de business case om te investeren voor een groot deel van de zorgorganisaties
nu niet positief is? Hoe gaat u voorkomen dat organisaties de prikkel voelen om veel
door te verwijzen om de kosten van het systeem rendabel te maken?
Vraag 20
Hoe gaat u regie organiseren in het ontwikkelen, opschalen en implementeren van generieke
functies om te voorkomen dat er nodeloos geïnvesteerd wordt in lokale en regionale
oplossingen die uiteindelijk niet opschaalbaar zijn? Hoe worden leveranciers daarbij
betrokken?
Vraag 21
Hoe gaat u een overzicht van de oplossingen die in het veld worden gebruikt en ontwikkeld,
afgezet tegen de functionele behoefte, verwerven? Op welke wijze wordt dit getoetst
aan de functionele behoefte? Ontstaat geen onvolledig beeld, aangezien wordt begrepen
dat leveranciers hierover vooralsnog niet worden geraadpleegd?
Vraag 22
Hoe ziet u het speelveld om functies interoperabel te maken met NEN-normen? Ziet u
het risico enerzijds dat normen te nationaal worden ontwikkeld en internationale partijen
worden uitgesloten? Ziet u het risico anderzijds dat veldpartijen die niet om tafel
zitten worden geconfronteerd met keuzes die grote investeringen vragen of huidige
investeringen tenietdoen? Op welke wijze houdt u rekening met deze risico’s?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A.M.J. van den Berg, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.