Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Werner over bedreiging van cultureel erfgoed uit de periode 1965-1985
Vragen van het lid Werner (CDA) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over bedreiging van cultureel erfgoed uit de periode 1965-1985 (ingezonden 20 januari 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Uslu (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 7 februari
2023).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van recente berichten over bedreiging van cultureel erfgoed uit
de periode 1965-1985?1, 2, 3, 4, 5, 6, 7
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Deelt u de mening dat iconen uit deze tijd zeer kwetsbaar zijn en al te voortvarend
worden gesloopt?
Antwoord 2
Het belang van het erfgoed van na 1965 onderschrijf ik. Ik onderken ook dat er gebouwen
uit deze periode worden gesloopt. In de verkenning die de Rijksdienst voor het Cultureel
Erfgoed (RCE) in 2019 publiceerde naar cultureel erfgoed van de periode 1965–1990
en in de reactie daarop van mijn voorganger d.d. 28 april 2020 is aangegeven dat er
toen nog geen sprake was van grootschalige bedreiging.8 Vanwege de grote ruimtelijke opgaven waar Nederland anno 2023 voor staat en de impact
daarvan op het erfgoed, heb ik inmiddels besloten dat een (beperkt) aanwijzingsprogramma
nu toch nodig is (zie ook het antwoord op vraag 4).
Vraag 3
Heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed het gebouwde erfgoed uit de periode
1965-1985 en de actuele bedreigingen in beeld?
Antwoord 3
De door u aangedragen voorbeelden zijn bij de RCE bekend. Er is geen uitputtend overzicht
van waardevolle gebouwen uit de betreffende periode, noch van de eventuele voornemens
tot sloop of transformatie. Wel heeft de RCE, in samenspraak met andere overheden
en belangenorganisaties een eerste overzicht gemaakt van gebouwen die mogelijk vanuit
erfgoed optiek kunnen worden aangemerkt als behoudenswaardig.
Vraag 4
Welke concrete maatregelen neemt u om iconen uit de periode 1965-1985 te beschermen?
Antwoord 4
In vervolg op de stappen die mijn voorganger reeds heeft gezet heb ik de RCE gevraagd
om een Post 65-programma te starten en daarin een beperkt selectie- en aanwijzingsprogramma
voor te bereiden voor de periode 1965–1990. Het hierboven genoemde in samenspraak
met andere overheden en belangenorganisaties opgestelde overzicht van mogelijk behoudenswaardige
gebouwen, vormt belangrijke input hiervoor. Het programma Post 65 zal ook gebieden
die karakteristiek zijn voor deze periode inventariseren. Overigens is het ook een
taak van de gemeenten om cultureel erfgoed te waarderen en te beschermen. Dat geldt
ook voor het erfgoed uit de periode 1965–1990 en sommige gemeenten zijn hiermee ook
al gestart.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het wenselijk is dat het Rijk panden uit 1965-1985 proactief
gaat beschermen?
Antwoord 5
Ja, daarom heb ik de RCE ook de hierboven bij het antwoord op vraag 4 genoemde opdracht
gegeven. Ik wil echter ook andere overheden stimuleren om het erfgoed uit deze periode
te waarderen en te beschermen.
Vraag 6
Bent u bereid stappen te zetten om panden uit 1965-1985 te beschermen, zoals het Rijk
ook heeft gedaan met de periode van de Wederopbouw, in ieder geval 100 of 200 objecten
met een goede spreiding over Nederland?
Antwoord 6
Bij de selectie van objecten zal gelet worden op de relevantie voor het historische
verhaal van deze periode, het type gebouwen, ruimtelijke spreiding, de spreiding in
tijd, het type ontwerper en zowel alledaagse als exceptionele objecten. Het aanwijzingsprogramma
zal in eerste instantie beperkter van omvang zijn dan het in de vraag genoemde aantal.
Bescherming kan overigens ook plaatsvinden door aanwijzing als rijksmonument, maar
ook door middel van bijvoorbeeld opname in het Omgevingsplan (na inwerkingtreding
van de Omgevingswet).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.