Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Leijten over het handelen van DGB Energie
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Minister voor Klimaat en Energie over handelen van DGB Energie (ingezonden 16 januari 2023).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 3 februari 2023).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de reconstructie van de werkwijze van DGB Energie, zelfs nadat
zij een boete van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft gekregen?1
Antwoord 1
Ik heb kennis genomen van de reconstructie van de werkwijze van DGB Energie. Ik vind
dat DGB Energie zich net als elke leverancier aan de regels moet houden, zoals de
regel dat bij het aanbieden van leveringscontracten, direct of via een tussenpersoon,
de voorwaarden verbonden aan de leveringsovereenkomst transparant en eerlijk moeten
zijn voor de consument. De ACM heeft als onafhankelijke toezichthouder de bevoegdheid
om bij het overtreden van de wettelijke regels te handhaven. Ik vind het belangrijk
dat de toezichthouder scherp let op eventuele overtredingen van deze regels en zo
nodig optreedt wanneer die niet nageleefd worden.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat energieleveranciers een andere partij inhuren om de klantenservice
te verzorgen?
Antwoord 2
De vergunninghoudende leverancier blijft te allen tijde aansprakelijk voor het handelen
van de wederverkoper en ook bij het uitbesteden van diensten verplicht zich aan de
daartoe geldende wettelijke regels te houden. Het is mogelijk om als leverancier diensten
uit te besteden, zoals het verzorgen van de klantenservice. Het uitbesteden van diensten
kan zorgen voor bijvoorbeeld meer en/of flexibelere capaciteit of een gerichtere dienstverlening
bij de klantenservice. Consumenten kunnen hierdoor sneller en beter geholpen worden,
bijvoorbeeld door verbetering van de wachttijd en bereikbaarheid. De leverancier blijft
in alle gevallen eindverantwoordelijk om ervoor te zorgen dat er een goede klantenservice
wordt geleverd.
Vraag 3
Vindt u het wenselijk dat energieleveranciers andere bedrijven inhuren om telefonisch
mensen over te halen om over te stappen? Wat zegt dit u over het bedrijfsmodel van
een energieleverancier? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
Een wederverkoper (tussenpersoon) mag namens een vergunninghoudende leverancier leveringscontracten
aan kleinverbruikers aanbieden. In het contract dat hij namens de energieleverancier
aan de kleinverbruiker aanbiedt, moet de naam van de vergunninghoudende leverancier
vermeld staan als de contracterende partij, zodat transparant is met wie de overeenkomst
gesloten wordt. De vergunninghoudende leverancier blijft altijd verantwoordelijk voor
het naleven van de wettelijke regels, ook indien diensten worden uitbesteed. In de
bemiddelingsovereenkomst tussen de vergunninghoudende leverancier en de wederverkoper
of intermediair dient geborgd te zijn dat de laatste zich houdt aan de verplichtingen
waar de leverancier aan onderworpen is bij het verkopen van leveringsovereenkomsten.
Vraag 4
Zijn er afspraken gemaakt, bijvoorbeeld in het kader van het prijsplafond, om te voorkomen
dat energieleveranciers andere partijen inhuren om mensen telefonisch te misleiden
om over te stappen? Zo ja, welke precies? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Er zijn hierover geen aanvullende afspraken gemaakt in het kader van het prijsplafond.
Telefonische misleiding is ook al wettelijk verboden. Energieleveranciers moeten duidelijk
zijn over het contract dat zij aanbieden. Consumenten met onjuiste en onvolledige
informatie aanzetten tot het sluiten van een energiecontract is niet toegestaan. Zo
moet het bijvoorbeeld voor de consument direct duidelijk zijn dat een bedrijf belt
om een energiecontract te verkopen. Deze regels gelden onafhankelijk van de vraag
of een energieleverancier zelf mensen belt of dat hiervoor een externe partij inhuurt.
Als een energieleverancier niet aan de wettelijke eisen voldoet, is het aan de ACM
om hierop te handhaven.
Vraag 5
Hoe garandeert u dat energieleveranciers voldoende bereikbaar zijn, zonder lange wachtlijsten,
en binnen een redelijke termijn reageren?
Antwoord 5
Energieleveranciers zijn wettelijk verplicht om helder te communiceren over hoe zij
bereikbaar zijn.2 De ACM ziet toe op de naleving van deze verplichting. Tijdens het vragenuurtje op
17 januari heb ik toegezegd dat ik de ACM, voor zover nodig, zal vragen hoe zij invulling
geeft aan deze toezichtstaak, gelet op de bijzondere omstandigheden waaronder de introductie
van het prijsplafond. Ook heb ik toegezegd dat ik de energieleveranciers actief zou
wijzen op hun verplichtingen rondom bereikbaarheid in de reguliere gesprekken die
ik met hen heb. In een eerste voortgangsrapportage over het prijsplafond in dit kwartaal
zal ik aangeven wat mijn gesprekken met de ACM en energieleveranciers daarover hebben
opgeleverd.
Verder verwijs ik u, onder meer voor een uitgebreidere uitleg over de oorzaak van
de slechte bereikbaarheid van energieleveranciers, naar de beantwoording van de Kamervragen
van de leden Kops en Wilders (beiden PVV) over de onbereikbaarheid van energiebedrijven
(kenmerk: 2023Z00022; ingezonden 4 januari 2023 en beantwoord op 16 januari 2023).
Vraag 6
Erkent u dat een energieleverancier een belangrijke rol speelt in de levering van
een primaire levensbehoefte en dat daar een goede en betrouwbare service en dienstverlening
bij hoort? Wat hoort volgens u en volgens de wet bij betrouwbare service en dienstverlening?
Antwoord 6
Ja. Daarbij horen onder meer duidelijke en heldere communicatie en redelijke wachttijden
wanneer de consument contact opneemt met de leverancier. In de Elektriciteitswet 1998
en de Gaswet is geregeld dat een vergunninghoudende leverancier de plicht heeft op
een betrouwbare wijze en tegen redelijke tarieven en voorwaarden zorg te dragen voor
de levering van elektriciteit en gas aan kleinverbruikers.3
Vraag 7
Deelt u de opvatting dat er ook eisen aan de dienstverlening gesteld moeten worden?
Zo ja, wanneer gaat u dat regelen?
Antwoord 7
Consumenten worden in Nederland beschermd door regels over onder meer precontractuele
informatieverplichtingen, verkoop aan de deur, op straat en aan de telefoon, en het
verbod op oneerlijke en agressieve handelspraktijken. De ACM ziet ook toe op de naleving
van deze regels door energieleveranciers en kan handhavend optreden als ze overtreden
worden. Desalniettemin blijf ik alert op signalen uit de markt en bekijk ik waar verdere
aanscherping van de bescherming van energieconsumenten nodig is.
Vraag 8, 9 en 10
Hoe reageert u op de boete van de door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) opgelegde
boete aan DGB Energie voor misleiding van consumenten?4
Vindt u het wenselijk dat wanneer een energieleverancier het gedrag waarvoor zij beboet
is, de vergunning behoudt? Kunt u uw antwoord toelichten?
Wilt u de ACM vragen om alles uit de kast te trekken om de vergunning van DGB Energie
in te trekken om de klanten te beschermen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8, 9 en 10
Het is de taak van de ACM om op te treden als de regels overtreden worden. Dat is
in het belang van de consument. Het is dus aan de ACM om te beoordelen of er voldoende
reden is om een leveringsvergunning in te trekken.
Vraag 11
Erkent u dat het beter is om vanuit het voorzorgprincipe een vergunning (tijdelijk)
in te trekken dan af te wachten tot een partij failliet gaat? Hoe ziet de ACM dit?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 11
De ACM kan een leveringsvergunning intrekken als de vergunninghouder niet meer aan
de eisen voor een vergunning voldoet. Een vergunning wordt niet enkel ingetrokken
bij faillissement, dit kan ook aan de organisatorische, financiële en technische vereisten
van de vergunning liggen.
Vraag 12
Erkent u dat een bedrijfsmodel dat er uitziet als een kerstboom met allemaal BV’tjes
een signaal is om op de hoede te zijn voor de continuïteit van dienstverlening? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 12
Het is aan de ACM om toe te zien of de vergunninghouder voldoet aan de organisatorische,
financiële en technische kwaliteiten voor een leveringsvergunning. De ACM let bij
het toezicht ook op signalen zoals een intransparante bedrijfsstructuur. De eisen
voor wat betreft de financiële regelgeving zijn vorig najaar aangescherpt.
Vraag 13
Bent u bereid met de ACM in overleg te gaan om de bedrijfsstructuur ook een onderdeel
te laten zijn van de vergunningverlening, ten einde te voorkomen dat energieleveranciers
op papier financieel solide zijn, maar door hun bedrijfsconstructie gemakkelijk onderdelen
failliet kunnen laten gaan, dat niet zijn? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 13
Een vergunninghoudende leverancier moet aantoonbaar beschikken over de benodigde organisatorische,
financiële en technische kwaliteiten voor een betrouwbare levering van energie. In
de aangescherpte beleidsregel welke op 29 september 2022 in werking is getreden, zijn
de eisen voor vergunningverlening aangescherpt.5 Een onderdeel hiervan is dat de aanvrager een ondernemingsplan met daarin de vastgelegde
hoofdzaken met het oog op de beheersing en beperking van bedrijfsrisico’s en financiële
risico’s voor de betrouwbare levering moet indienen. Daarnaast moet de aanvrager de
inkoopstrategie beschrijven, met daarin onder andere de wijze waarop de aanvrager
van plan is de energievolumes in te kopen die de aanvrager verwacht te zullen leveren.
Verder wordt de financiële positie van de aanvrager of vergunninghouder getoetst.
Het gaat hierbij om zowel de solvabiliteit als de liquiditeit. Ook moet de aanvrager
aangeven hoe het risicomanagement is belegd binnen de organisatie. Tot slot moet de
aanvrager, ook in het kader van risicomanagement, kunnen aantonen over deugdelijke
procedures te beschikken voor het treffen van herstelmaatregelen, indien zijn financiële
positie daar aanleiding toe geeft.
Vraag 14
Krijgt DGB Energie op dit moment voorschotten in het kader van het prijsplafond? Hoe
worden het aantal klanten en hun gebruik getoetst?
Antwoord 14
DGB Energie heeft geen subsidie aangevraagd in het kader van de CEK23 en krijgt daarom
geen voorschotten in het kader van het prijsplafond. DGB geeft aan dat het wel de
tarieven voor afnemers zal aanpassen in lijn met het prijsplafond.6
In het algemeen geldt dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland de ontvangen voorschotaanvragen
toetst met data uit het centraal aansluitingenregister (CAR).
Vraag 15
Erkent u dat het werven van nieuwe klanten door het prijsplafond extra aantrekkelijk
is geworden? Houdt de ACM toezicht op hoe marktpartijen omgaan met klantenwerving?
Antwoord 15
Nee, in principe maakt het prijsplafond het niet meer of minder aantrekkelijk om nieuwe
klanten te werven. Ik heb ook geen informatie waaruit een dergelijke ontwikkeling
zou blijken. Het staat een leverancier, net als in andere jaren, vrij om klanten te
werven. De ACM kan beoordelen of de consument eerlijke en juiste informatie heeft
gekregen bij de keuze voor de leverancier en het afsluiten van een contract. Naast
de wettelijke verplichtingen voor leveranciers om op betrouwbare en redelijke wijze
te handelen (zie antwoord op vraag 6) en het toezicht van ACM daarop, hanteren de
energieleveranciers een Gedragscode Consument en Energieleverancier welke gaat over
verkoop van contracten en het werven van nieuwe klanten door energieleveranciers.
Vraag 16
Hoe krijgt de overheid het voorschot van het prijsplafond terug als een energieleverancier
failliet gaat? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 16
Er wordt in eerste instantie aan de voorkant bij het verstrekken van het voorschot
gecontroleerd of een aanvrager niet failliet is of in surseance van betaling verkeert.
Daarnaast zijn er verschillende waarborgen bij faillissement van een energieleverancier.
Zo wordt het subsidievoorschot voor een betreffende maand pas twee weken voorafgaand
aan die maand verstrekt door de RVO. Dit bedrag wordt zo snel mogelijk meteen doorberekend
aan de consument. Omdat het voorschot maandelijks wordt verstrekt, blijft de uitkering
per energieleverancier per maand relatief beperkt. Er blijft een risico voor de overheid
als een energieleverancier failliet gaat in de periode tussen de uitkering van het
subsidievoorschot en de levering van energie aan de consument. Voor consumenten blijft
het energieplafond altijd gelden, ook bij faillissement van hun leverancier.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.