Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Klaver, Kuiken, Bouchallikh, Bromet, Bushoff, Ellemeet, De Hoop, Kathmann, Kröger, Van der Lee, Maatoug, Mohandis, Mutluer, Nijboer, Piri, Thijssen en Westerveld over de voortgang van de kabinetsdoelstellingen voor 2030
Vragen van de leden Klaver (GroenLinks), Kuiken (PvdA), Bouchallikh, Bromet (beiden GroenLinks), Bushoff (PvdA), Ellemeet (GroenLinks), De Hoop, Kathmann (beiden PvdA), Kröger, Van der Lee, Maatoug (allen GroenLinks), Mohandis, Mutluer, Nijboer, Piri, Thijssen (allen PvdA) en Westerveld (GroenLinks) aan de Minister-President over de voortgang van de kabinetsdoelstellingen voor 2030 (ingezonden 24 januari 2023).
Antwoord van Minister Rutte (Algemene Zaken) (ontvangen 3 februari 2023).
Vraag 1
Klopt het dat dit kabinet de volgende doelstellingen heeft voor 2030:
a. 60% CO2-reductie, maar in elk geval 55% CO2-reductie;
b. Halvering van de stikstofuitstoot;
c. 15% van landbouwgrond voor biologische landbouw (& een Europees doel van 25%);
d. 50% minder grondstoffengebruik;
e. 100% schoon water in 2027 (Kaderrichtlijn Water);
f. Halvering van het aantal mensen in armoede (ten opzichte van 2015)
g. Halvering van het aantal kinderen in armoede in 2025 (ten opzichte van 2015); h.
Halvering van het aantal mensen met problematische schulden;
i. 0 daklozen (Lissabon verklaring);
j. 0 jongeren in de gesloten jeugdzorg;
k. 0 thuiszittende kinderen;
l. 1 miljoen extra huizen, waaronder 250.000 sociale huurwoningen;
m. Aandeel van 30% sociale huurwoningen per gemeente;
n. Isoleren van 2,5 miljoen woningen in 2030, omgerekend 300.000 woningen per jaar;
o. Meer mensen met een passende huurquote (= tussen de 20% en 35%, afhankelijk van
de gezinssituatie) ten opzichte van het WoonOnderzoek 2021;
p. Halvering van het aantal verkeersslachtoffers;
q. 3% van het bbp wordt besteed aan R&D-uitgaven (Lissabon doelstelling);
Antwoord 1
Ja, met dien verstande dat deze doelstellingen nader zijn omschreven en/of aangepast
in de verschillende schriftelijke en mondelinge contacten met de Kamers van de voor
deze onderwerpen eerst verantwoordelijke bewindspersonen. Het kabinet staat voor belangrijke
opgaven waarbij in de aanpak hiervan en de uitvoering van het regeerakkoord door het
kabinet integraal afwegingen worden gemaakt.
Vraag 2
Kunt u per doelstelling exact aangeven wat de meest actuele prognose is voor 2030
(door bij elke doelstelling een concreet percentage/getal te noemen) en wanneer deze
prognose is gemaakt?
Antwoord 2
Het aangeven van de meest actuele prognoses is een aangelegenheid van de voor deze
onderwerpen eerst verantwoordelijke bewindspersonen.
Vraag 3
Kunt u bij elk van deze prognoses aangeven of deze prognose voldoende is om de doelstelling
te bereiken?
Antwoord 3
Het bij elk van deze prognoses aangeven of deze prognose voldoende is om de doelstelling
te bereiken is een aangelegenheid van de voor deze onderwerpen eerst verantwoordelijke
bewindspersonen.
Vraag 4
Indien er een doelstelling is waarbij bovenstaande vraag niet beantwoord kan worden
omdat de informatie ontbreekt, kunt u per doelstelling aangeven hoe u er alsnog voor
gaat zorgen dat het inzichtelijk wordt voor de Kamer of deze doelstelling daadwerkelijk
gehaald gaat worden?
Antwoord 4
Indien er een doelstelling is waarbij vraag 3 niet beantwoord kan worden omdat de
informatie ontbreekt, kan er per doelstelling door de voor dit onderwerp eerst verantwoordelijke
bewindspersoon worden aangegeven hoe deze er alsnog voor gaat zorgen dat het inzichtelijk
wordt voor de Kamers of deze doelstelling daadwerkelijk gehaald gaat worden.
Vraag 5
Bij hoeveel van de bovenstaande kabinetsdoelstellingen kunt u op basis van de meest
actuele prognoses aantonen dat deze doelstelling met het huidige kabinetsbeleid bereikt
gaat worden (graag een concreet getal tussen 0 en 17 noemen)?
Antwoord 5
Het aantonen bij hoeveel van de genoemde kabinetsdoelstellingen op basis van de meest
actuele prognoses de doelstelling met het huidige kabinetsbeleid bereikt gaat worden,
is een aangelegenheid van de voor deze onderwerpen eerst verantwoordelijke bewindspersonen.
Voor de in vraag 1 genoemde onderwerpen zijn andere bewindspersonen dan de Minister-President
de eerst verantwoordelijke bewindspersonen. Deze bewindspersonen kunnen in hun verschillende
contacten met de Kamers, waaronder brieven, begrotingen en voortgangsrapportages,
ingaan op de punten in de vragen 1 tot en met 5. Zo ontving u hierover onlangs informatie
van de Minister voor Klimaat en Energie in zijn reactie op een rapport van de Algemene
Rekenkamer dat op 25 januari jl. aan de Kamer is gezonden. In de ministerraad van
heden heb ik bij dit onderwerp, zoals opgenomen in de openbare besluitenlijst, de
aandacht van de bewindspersonen gevestigd op de gestelde vragen met het verzoek deze
te betrekken bij hun contacten met de Kamers.
Vraag 6
Kunt u deze vragen binnen drie weken een voor een beantwoorden?
Antwoord 6
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Rutte, minister-president
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.