Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de Streefdatum teruggave budgetrecht eilandsraad Sint Eustatius (Kamerstuk 35422-18)
2023D03863 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties hebben de onderstaande fracties
de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties over de Tiende Voortgangsrapportage Sint Eustatius (Kamerstuk
36 200 IV, nr. 40) en de brief Streefdatum teruggave budgetrecht eilandsraad Sint Eustatius (Kamerstuk
35 422, nr. 18).
De voorzitter van de commissie,
Paul
De griffier van de commissie,
Meijers
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Algemeen
Tiende Voortgangsrapportage Sint Eustatius
Streefdatum teruggave budgetrecht eilandsraad Sint Eustatius
Overig
II Antwoord / Reactie van de Minister
III Volledige agenda
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brieven van de Staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangaande dit onderwerp. Respectievelijk
de brief over de Streefdatum teruggave budgetrecht eilandsraad Sint Eustatius, Kamerstuk
35 422, nr. 18, d.d. 15 december 2022 en de brief over de Tiende Voortgangsrapportage Sint Eustatius,
Kamerstuk 36 200 IV, nr. 40, d.d. 16 december 2023. De leden hebben een aantal aanvullende vragen en opmerkingen.
De leden van de D66-fractie onderstrepen wederom dat zij pal staan voor het recht
op democratisch zelfbestuur. Het is de plicht van politieke en bestuurlijke actoren,
op alle bestuurlijke niveaus, om het democratisch zelfbestuur goed te waarborgen.
Deze leden erkennen dat indien er sprake is van enige vorm van nalatigheid, verschillende
bestuurlijke instrumenten toegepast kunnen worden om het tij te keren.
De leden van de D66-fractie menen echter dat een bestuurlijke ingreep een zeer ingrijpend
middel is om het democratisch zelfbestuur te beschermen. Deze leden zijn van mening
dat binnen het instrumentarium dit middel zeer ingrijpend is en daarmee ook consequenties
heeft voor de verhoudingen tussen de burger en de (lokale) overheid. Signalen lijken
helder te maken dat de huidige bestuurlijke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
niet meer goed zijn te begrijpen voor de burger. Daarom vinden deze leden dat hier
niet lichtvaardig over moet worden gedaan.
De leden van de D66-fractie vinden de bestuurlijke ingreep op Sint Eustatius dan ook
een pijnlijke gebeurtenis in de bestuurlijke geschiedenis van het eiland en binnen
het Koninkrijk der Nederlanden. Nog nooit heeft een bestuurlijke ingreep in een Nederlandse
gemeente zolang geduurd. Deze leden verwijzen ook naar het verantwoordingsonderzoek
2021 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, waarin de Algemene
Rekenkamer benadrukt dat de bestuurlijk ingreep de Statianen het gevoel geeft dat
zij van hun stemrecht zijn beroofd (Kamerstuk 35 830 VII, nr. 2).
De leden van de D66-fractie vinden dat een bestuurlijke ingreep met de looptijd van
zes jaar een hele lange tijd is. Dit heeft een enorme impact op het vertrouwen van
de Statianen in zowel het lokaal alsook het landelijk bestuur. De facto heeft het
lokale politiek bestuur in handen gelegen bij de Minister/Staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties en dat is ver weg.
Deze leden zijn van mening dat wat hen betreft en conform de wet herstel voorzieningen
Sint Eustatius, 1 september 2024 de uiterste deadline is voor de terugkeer van de
democratie op Statia, en dat die niet meer wordt verlengd.
Deze leden hebben dan ook met belangstelling kennisgenomen van de brieven van de Staatssecretaris
(Kamerstukken 36 200 IV, nr. 40 en 35 422, nr. 18), de genomen stappen en voortgang die dit mogelijk maken.
De onderlinge verhoudingen moeten gestoeld zijn op wederzijds begrip en vertrouwen.
Deze leden zien de democratische rechtstaat, democratisch zelfbestuur en goed bestuur
als belangrijke uitgangspunten om te waarborgen. Deze leden zien diezelfde houding
ook terug bij de Staatssecretaris en willen de volgende vragen aan haar voorleggen.
Tiende voortgangsrapportage Sint Eustatius
De leden van de VVD-fractie verwijzen voor de vragen met betrekking tot de voortgang
van de wet herstel voorzieningen Sint Eustatius en de overdracht van het budgetrecht
naar onderstaande vragen zoals door deze leden zijn gesteld en hebben over deze specifieke
brief nog enkele vragen. De leden zouden graag een nadere toelichting willen op de
doelstellingen en invulling van het dialoogplatform.
Daarnaast lezen de leden van de VVD-fractie dat de Staatssecretaris voornemens is
om de regeringscommissaris de rechtspositionele bevoegdheid over de griffie en ambtelijke
organisatie weer te laten overdragen aan respectievelijk de eilandsraad en het bestuurscollege.
Deze sub-fase (2.1) zou in werking moeten treden op 15 maart 2023, de dag van de eilandsraadverkiezingen.
Er zijn echter wel enkele criteria om naar deze sub-fase over te gaan, aan welke op
1 maart 2023 moet worden voldaan. De Staatssecretaris stelt in haar brief dat voor
haar het weegmoment om te bepalen of dit daadwerkelijk het geval is, op 1 februari
2023 ligt. Kan de Staatssecretaris aangeven of aan de criteria wordt voldaan op de
streefdatum en of de rechtspositionele bevoegdheden op 15 maart 2023 overgedragen
kunnen worden aan respectievelijk de eilandsraad en het bestuurscollege? Zou de Staatssecretaris
daarnaast kunnen aangeven hoe de criteria worden getoetst?
De leden van de VVD-fractie zijn tenslotte blij om te lezen dat er een tijdelijk waarnemend
notaris is gevonden voor Saba en Sint Eustatius. Deze leden blijven dit echter kwetsbaar
vinden en zouden graag meer inzicht krijgen in welke concrete stappen er in de taskforce
worden gezet om een meer duurzame oplossing te realiseren.
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voornemen
van de Staatssecretaris om de fases 2.1 en 2.2 het komend jaar in te laten gaan en
de voorbereidingen te treffen voor de fase 3.0. De Staatssecretaris heeft in haar
voortgangsrapportage aangegeven dat zij het budgetrecht terug zal geven aan de Eilandsraad
mits zij voldoet aan een aantal voorwaarden. Deze leden kijken uit naar de toezegging
van de Staatssecretaris dat zij de Kamer verder informeert over verdere implementatie
van de fase 2.1 en 2.2. Deze leden vragen of van de zijde van Statia ook bepaalde
voorwaarden en verwachtingen kenbaar zijn gemaakt, en zo ja, welke dit zijn. Dit gaat
immers over een wederzijds proces.
Deze leden van de D66-fractie vragen aan de Staatssecretaris of, in het kader van
transparante besluitvorming en verwachtingsmanagement, de Kamer geïnformeerd wordt
aan de hand van een route-tijdtabel voor de fases 3.0 en fase 4.0. Deze leden verwijzen
wederom naar de uitvoering van de motie Özütok (Kamerstuk 35 422, nr. 8) en het advies van de Raad van State alsook de Algemene Rekenkamer (Kamerstuk 35 830 VII, nr. 2). Zij hebben op verschillende momenten benadrukt dat een concreet perspectief en
duidelijke tijdlijn nodig is voor het herstel.
De leden van de D66-fractie merken ook op dat de Algemene Rekenkamer ervoor heeft
gepleit om meer rekening te houden met de kleinschaligheid van het bestuur van het
eiland. Deze leden onderstrepen dit en ook de oproep om ondersteuning te bieden vanuit
het ministerie. Deze leden hebben met belangstelling kennisgenomen van de financiële
middelen die vanuit de Caribisch Nederland-envelop zijn toegekend om de lokale uitvoeringskracht
verder te versterken.
Deze leden vragen hoeveel van deze financiële middelen al zijn besteed en of er nog
voldoende middelen in de begroting 2023 zijn gereserveerd om belangrijke randvoorwaarden,
capaciteit en duurzame versterking te waarborgen. Terugval moet immers worden voorkomen
nadat er vanuit het Ministerie van BZK de plicht lag om duurzaam te versterken.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de tiende Voortgangsrapportage
Sint Eustatius. Met de inwerkingtreding van artikel 14 (fase 2.1) vervalt artikel 7
van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius. Dit houdt in dat de regeringscommissaris
de rechtspositionele bevoegdheid over de griffie en ambtelijke organisatie weer overdraagt
aan respectievelijk de eilandsraad en het bestuurscollege. De Staatssecretaris schrijft
dat is afgesproken dat deze subfase in werking zal treden op de dag van de Eilandsraadsverkiezingen,
15 maart 2023. De leden van de CDA-fractie vragen of inmiddels is voldaan aan alle
criteria die de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius daaraan verbindt.
Streefdatum teruggave budgetrecht eilandsraad Sint Eustatius
Een belangrijke aanleiding voor de bestuurlijke ingreep op Sint Eustatius in 2018
was gelegen in het feit dat de financiële administratie alsmede de financiële besluitvorming
niet tot nauwelijks voldeed aan de eisen die daaraan werden gesteld. De leden van
de VVD-fractie lezen in de brief dat er grote stappen zijn gezet en dat is mooi, maar
dat er op het terrein van financieel beheer nog veel moet gebeuren en dit nog tot
minimaal september 2023 zal vergen om alle verbeteringen door te voeren. De leden
van de VVD-fractie hebben dan ook met verbazing kennisgenomen van het voornemen van
de Staatssecretaris dat zij vooruitlopend hierop bereid is om het budgetrecht zo spoedig
mogelijk na de eilandsraadsverkiezingen van 2023 terug te geven. Kan de Staatsecretaris
haar besluit nader toelichten en daarbij ook ingaan op hoe zich dit verhoudt tot de
juridische verplichting die voortvloeit uit de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius?
Deze wet stelt immers als voorwaarde dat de eilandsraad en het bestuurscollege hun
taken en bevoegdheden op grond van de FinBES zelf naar behoren kunnen vervullen. In
hoeverre heeft zij juridisch deze ruimte?
Los van het juridisch kader hebben de leden van de VVD-fractie grote aarzeling bij
het teruggeven van het budgetrecht voordat aan alle voorwaarden is voldaan. Uiteraard
zouden ook deze leden zo snel mogelijk terug willen naar de normale situatie, maar
dit moet wel verantwoord kunnen, want anders zijn de inwoners de dupe. De leden van
de VVD-fractie lezen in de brief dat een voorwaarde voor de snelle overdracht is dat
er middels tussentijdse afspraken flinke stappen gemaakt zullen worden. Een deel daarvan
moet voor de verkiezingen worden afgerond, de rest daarna. Kan de Staatssecretaris
toelichten welke afspraken dat zijn, hoe hard en concreet die zijn, op welke wijze
wordt beoordeeld of hieraan wordt voldaan en hoe zeker ze is dat die stappen ook daadwerkelijk
worden gezet? De leden van de VVD-fractie vragen zich in dit licht af waarom de Staatssecretaris
reeds nu al kiest voor een voorhang en of dat niet te prematuur is. Welke afspraken
zijn er gemaakt over de resterende verbeterpunten mocht er worden overgegaan tot vroegtijdige
teruggave van het budgetrecht aan de Eilandsraad? Welke punten zijn dat, welke risico’s
voor goed financieel bestuur zijn hiermee gemoeid en wat de is de impact bij het uitblijven
van deze verbeteringen? En wat als ze deze verbeteringen na de verkiezingen niet worden
doorgevoerd? Kan het besluit bijvoorbeeld weer worden teruggedraaid en zo ja, welke
criteria zijn daarvoor afgesproken en met welke termijn? En zo nee, hoe wordt dan
geborgd dat de benodigde stappen ook daadwerkelijk worden gezet?
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris
over de streefdatum teruggave budgetrecht eilandsraad Sint Eustatius. De Staatssecretaris
schrijft dat in het mediation-traject geen overeenstemming is bereikt over de streefdatum
voor de teruggave van het budgetrecht aan de eilandsraad (ook wel bekend als fase 2.2:
de inwerkingtreding van artikel 15 van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius).
De Staatssecretaris wil, ondanks dat bij de verkiezingen van maart 2023 nog niet alle
verbeterstappen zijn afgerond, de wens van de gedeputeerden en eilandsraad – om het
budgetrecht zo spoedig mogelijk terug te geven – honoreren. De leden van de CDA-fractie
vragen hoe dit voornemen zich verhoudt tot de voorwaarde die de Wet herstel voorzieningen
Sint Eustatius stelt aan de teruggave van het budgetrecht, namelijk dat de eilandsraad
en het bestuurscollege hun taken en bevoegdheden op grond van de FinBES zelf naar
behoren kunnen vervullen.
Overig
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de laatste stand van zaken met
betrekking tot de GTI. Deze leden vragen wanneer de Staatssecretaris de Kamer gaat
informeren over de scenario’s met de mogelijke toekomstperspectieven voor de GTI.
Deze leden vragen of de Staatssecretaris na de Eilandsraadverkiezingen maar voor de
zomer de Kamer kan informeren.
II. Antwoord / Reactie van de Staatssecretaris
III. Volledige agenda
Tiende voortgangsrapportage Sint Eustatius. 36 200 IV, nr. 40 – Brief regering d.d. 16-12-2022, Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen
Streefdatum teruggave budgetrecht eilandsraad Sint Eustatius. 35 422, nr. 18 – Brief regering d.d. 15-10-2022, Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
E.A.M. Meijers, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.