Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Leijten over de brandbrief van 50 topambtenaren over de verhouding tussen politiek en ambtenarij
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Minister-President en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brandbrief van 50 topambtenaren over de verhouding tussen politiek en ambtenarij (ingezonden 11 januari 2023).
Antwoord van Minister-President Rutte (Algemene Zaken), mede namens de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 1 februari 2023).
Vraag 1
Wat vindt u ervan dat de brandbrief van 50 topambtenaren, alsmede het gesprek dat
u hierover heeft, in de krant is gekomen? Kunt u uw antwoord toelichten?1
Antwoord 1
Een goed functionerende ambtelijke dienst is van groot belang voor onze democratische
rechtsorde. Hiervoor is het van groot belang dat ambtenaren hun werk goed kunnen doen.
Binnen ons staatsrechtelijk bestel is het aan de bewindspersoon om de ministeriële
verantwoordelijkheid te dragen, ook voor het handelen van de ambtelijke dienst. De
Minister of Staatssecretaris legt in de Tweede Kamer verantwoording af over het gevoerde
beleid en geeft hieraan uitleg in mediacontacten. De bewindspersoon is het scharnierpunt
tussen de gekozen volksvertegenwoordiging en de aangestelde ambtenaren.
Ambtenaren werken binnen de ministeriële verantwoordelijkheid en hebben staatsrechtelijk
bezien geen zelfstandige positie. Zij zijn niet politiek verantwoordelijk en kunnen
ook in het parlement geen verantwoording afleggen over het gevoerde beleid, of hierover
vrijelijk spreken in de media. Hoewel het in concrete casus aantrekkelijk kan lijken
om ook ambtenaren ter verantwoording te kunnen roepen over de uitvoering van beleid,
is dit expliciet en met goede redenen afgewezen bij de Grondwetsherziening van 1983.
Een toename van het aantal politiek verantwoordelijke functionarissen zou ondoorzichtigheid
met zich brengen; de macht van de ambtelijke dienst zou minder grijpbaar worden omdat
de toerekening daarvan niet meer integraal maar gespreid zou geschieden. Dit betekent
overigens niet ambtenaren hun gang kunnen gaan en geen verantwoording af hoeven te
leggen. Binnen het departement leggen ambtenaren op verschillende wijzen verantwoording
af. In laatste instantie is de ambtenaar verantwoording schuldig aan de Minister.
Schiet de ambtenaar tekort dan zijn, afhankelijk van de omstandigheden, rechtspositionele
maatregelen niet uitgesloten.
Voorkomen dient te worden dat ambtenaren inzet worden van een politiek of maatschappelijk
debat en de ministeriële verantwoordelijkheid wordt uitgehold. De brief is een krachtig
signaal dat een aantal ambtenaren zich over de politiek-ambtelijke verhoudingen zorgen
maakt, mede vanuit hun verantwoordelijkheid als goed werkgever voor hun medewerkers.
De brief staat niet op zichzelf, gelet op bijvoorbeeld het ongevraagde advies van
de Afdeling advisering van de Raad van State over de ministeriële verantwoordelijkheid
van 15 juni 2020, waarin wordt gesignaleerd dat het samenspel tussen Kamerleden, kabinet
en ambtenaren verruwt en het feit dat ook het overleg van Secretarissen-generaal hier
in hun brief van 12 april 2021 aan de informateur aandacht voor vraagt.
Het thema politiek-ambtelijke verhoudingen vraagt voortdurend onderhoud en hierom
wordt hier met regelmaat over gesproken binnen het kabinet en met ambtelijke vertegenwoordigers,
en ook met de Tweede Kamer. Zie voorts het antwoord op de vragen 2 en 5.
Vraag 2
Welke voorbeelden geven de topambtenaren voor hun observatie dat ambtenaren voor politieke
profilering worden gebruikt? Kunt u een overzicht geven?
Antwoord 2
In de brief, die is bijgevoegd, worden in dit verband geen voorbeelden gegeven.
Vraag 3
Kunt u aangeven welke vijf casussen zijn behandeld in de training «politiek-ambtelijke
verhouding» door dhr. Koolmees met de nieuwe ministersploeg?
Antwoord 3
Dit betrof een thematische bespreking van een aantal staatsrechtelijke onderwerpen
aan de hand van een fictieve casus, waarbij een vijftal voor aantredend bewindspersonen
relevante thema’s aan de orde kwamen, zoals actieve openbaarmaking, ministeriële verantwoordelijkheid
voor ambtenaren, wob/woo-verzoeken, moties en eenheid van kabinetsbeleid.
Vraag 4
Kunt u tevens aangeven waarom de topambtenaren aanstoot geven aan deze training die
dhr. Koolmees heeft gegeven?
Antwoord 4
In de brief wordt geen melding gemaakt van deze training.
Vraag 5
Kunt u de brief van 50 (hoge) ambtenaren naar de Kamer sturen, alsmede uw reactie
op deze brief?
Antwoord 5
De brief is bijgevoegd bij deze antwoorden. In reactie op deze brief zijn de secretaris-generaal
van Algemene Zaken, de (p)DGABD en enkele andere SG’s in gesprek gegaan met de opstellers.
Ook is het signaal besproken in een overleg op 11 januari 2023 tussen de Minister-President
en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de SG’s. Het thema
politiek-ambtelijke verhoudingen vraagt voortdurend onderhoud en hierom wordt hierover
met regelmaat over gesproken binnen het kabinet en met ambtelijke vertegenwoordigers,
en ook met de Tweede Kamer. Ik ben voornemens om deze gesprekken te blijven voeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Rutte, minister-president -
Mede namens
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.