Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Omtzigt en Leijten over de rechtsstaat en beloofde verbeteringen na het toeslagenschandaal
Vragen van de leden Omtzigt (Omtzigt) en Leijten (SP) aan de Minister-President en de Ministers van Justitie en Veiligheid, voor Rechtsbescherming en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties over de rechtsstaat en beloofde verbeteringen na het toeslagenschandaal (ingezonden 9 januari 2023).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
            namens de Minister-President, Minister voor Rechtsbescherming (ontvangen 30 januari
            2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1293.
         
Vraag 1
            
Herinnert u zich dat de Raad voor de Rechtspraak op 11 mei 2022 haar jaarverslag presenteerde
               en daarin (bron: https://jaarverslagrechtspraak.nl/) 11 buikpijn dossiers benoemde?
            
Antwoord 1
            
Ja
Vraag 2
            
Herinnert u zich dat bij de regeling van werkzaamheden van 17 mei een groot aantal
               oppositiepartijen een plan vroeg om aan te geven (of en) wat de regering per dossier
               zou gaan doen?
            
Antwoord 2
            
Ja
Vraag 3
            
Kunt u voor elk van de 11 dossiers aangeven wat de stand van zaken is?
Antwoord 3
            
Op 31 oktober 2022 heeft de Minister voor Rechtsbescherming een reactie gegeven op
               de buikpijndossiers.1 Daarin zijn abusievelijk drie dossiers niet meegenomen. Het gaat om de Basisregistratie
               Personen, Bijzondere bijstand en het Dagloonbesluit WW. Deze zijn op 30 november 2022
               aan de Raad voor de rechtspraak doorgegeven. Ten aanzien van de Basisregistratie Personen
               zijn de eigenschappen van het signaal al langere tijd bekend bij het Ministerie van
               Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie. Het is om die reden dat BZK bezig is met
               het traject «Mogelijke herziening van het brondocumentenstelsel i.v.m. voor burgers
               knellende situaties in relatie tot het brondocumentenregime van de Wet BRP». Daarnaast
               is het onderdeel van de Ontwikkelagenda van het programma Toekomst BRP met de naam:
               Verbeteren weergave burgerlijke staatgegevens.
            
Ten aanzien van de signalen op het terrein van het Ministerie van Sociale Zaken en
               Werkgelegenheid geldt eveneens dat de signalen bekend zijn bij SZW. Deze worden onder
               andere meegenomen in het traject Participatiewet in balans (zie hierover de brief
               van de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen van 28 november 2022
               over de stand van zaken).2 Voor wat betreft het knelpunt inzake rijbewijszaken heeft de Raad voor de rechtspraak
               het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat eind 2022 laten weten dat dit niet
               langer als knelpunt wordt ervaren, omdat de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak
               over de evenredigheid rechters nu ruimte laat voor het maken van een belangenafweging.
            
Vraag 4
            
Herinnert u zich dat u in de brief over het aftreden van het kabinet-Rutte-III schreef:
               «Daarnaast is de inzet van het kabinet om strikt gebonden bevoegdheden in sectorale
               wetten waar nodig te vervangen door bevoegdheden met beoordelingsruimte of hardheidsclausules.»?3
Antwoord 4
            
Ja
Vraag 5
            
Kunt u aangeven welke wetten zijn aangepast en nu bevoegdheden met beoordelingsruimte
               of hardheidsclausules bevatten en welke wetten nog aangepast zullen worden?
            
Antwoord 5
            
In het kader van een schriftelijk overleg beantwoordde ik mede namens de Minister
               voor Rechtsbescherming op 18 januari 20234 enkele vragen vanuit uw Kamer over mijn brief van 11 juli «Acties kabinet bevorderen
               menselijke maat wetten en regels»5, onder meer over het onderzoek naar hardvochtige effecten van wetten en regels bij
               de departementen. Dit verloopt verder via de betreffende beleidsdomeinen. Zo heeft
               de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Kamer geïnformeerd over ontwikkelingen
               in het kader van de Participatiewet (zie ook het antwoord op vraag6 en de Wet inkomen naar arbeidsvermogen7 en heeft de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op 22 december 2023 een
               brief gestuurd over o.a. beleidswijzigingen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs.8
Vraag 6
            
Herinnert u zich dat u in dezelfde brief stelde: «Het kabinet gaat daarnaast in gesprek
               met de Rijksinspecties, waaronder ook de nieuwe Inspectie Belastingdienst, Toeslagen
               en Douane, met de Nationale ombudsman, de hoogste bestuursrechters, de advocatuur,
               cliëntenraden en de Raad voor de rechtspraak om te bezien hoe we daarbij aanvullend
               signalen kunnen krijgen over wet- en regelgeving en de uitvoeringspraktijk, als die
               ertoe leiden dat mensen in de knel komen.»?
            
Antwoord 6
            
Ja
Vraag 7
            
Kunt u aangeven welke signalen de inspecties, de ombudsman, de bestuursrechters, de
               advocatuur en cliëntenraden afgegeven hebben, hoe die zijn opgepakt en tot welke wets-en
               beleidswijzigingen dit geleid heeft of nog zal leiden?
            
Antwoord 7
            
In de eerder genoemde brief van 11 juli 2022, heb ik, mede namens de Minister voor
               Rechtsbescherming en de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, aangegeven
               hoe de betreffende departementen ingaan op de door de Hoge Raad en de Raad voor de
               rechtspraak gegeven signalen over knelpunten in (de uitvoering van) wetgeving.9 Bij brief van 31 oktober10 heeft de Minister voor Rechtsbescherming u aanvullend geïnformeerd over de reactie
               op de zogeheten buikpijndossiers uit het jaarverslag van de Raad voor de rechtspraak.
               Tevens heeft de Minister voor Rechtsbescherming uw Kamer bij brieven van 30 juni 202111 en 16 december 202112 geïnformeerd over de Regeling Adviestoevoeging Zelfredzaamheid naar aanleiding van
               de signalen van de Vereniging Sociale Advocatuur Nederland en de Raad voor Rechtsbijstand.
            
Vraag 8
            
Op welke wijze volgt het kabinet of de verschillende beloften uit de reactie op het
               rapport «Ongekend onrecht» gestand worden gedaan? Kunt u deze voortgang met de Kamer
               delen?
            
Antwoord 8
            
In de reactie13 op de motie van het lid Omtzigt14 is toegelicht op welke wijze de Kamer geïnformeerd wordt over de verschillende acties
               die lopen in reactie op het rapport «Ongekend onrecht». Dit is een doorlopend proces,
               waarvan ik de stand van zaken van zaken per onderwerp aangeef.
            
Versterken dienstverlening door de overheid
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen en ik zonden uw Kamer op
               18 januari 2023 de eerste Staat van de Uitvoering 15, alsmede de eerste Voortgangsrapportage Werk aan Uitvoering, met tevens een overzicht
               van de stand van zaken van de op dit terrein door uw Kamer aangenomen moties. Voorafgaand
               aan de eerstvolgende dag van de publieke dienstverlening (22 juni 2023) zal uw Kamer
               de beleidsreactie ontvangen op de Staat van de Uitvoering en de Voortgangsrapportage
               Werk aan Uitvoering.
            
Verbeteren wet- en regelgeving en de aansluiting tussen beleid en uitvoering
Bij brief van 16 december 202216 heeft de Minister voor Rechtsbescherming uw Kamer geïnformeerd over de voorgenomen
               opzet en de planning van de Staat van de wetgevingskwaliteit. Dezelfde Minister stuurde
               uw Kamer op 21 april 202217 en 23 september 202218 brieven over de invoeringstoets en op 20 oktober 2022 over de introductie van het
               beleidskompas19. Over de acties van het kabinet gericht op de bevordering van de menselijke maat
               in en bij de toepassing van wetten en regels informeerde ik uw Kamer, zoals eerder
               aangegeven, per brief van 11 juli 2022, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming
               en de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen.20 In het kader van een schriftelijk overleg beantwoordde ik mede namens de Minister
               voor Rechtsbescherming op 18 januari 202321 enkele vragen vanuit uw Kamer over deze brief, onder meer over het onderzoek naar
               hardvochtige effecten van wetten en regels bij de departementen. Dit verloopt zoals
               eerder aangegeven via de betreffende beleidsdomeinen (zie het antwoord op vraag22. Verder stuurde ik uw Kamer op 20 januari 2023 ter kennisneming de teksten voor de
               preconsultatie van het wetsvoorstel versterking waarborgfunctie Awb.23
Discriminatie en het gebruik van nationaliteit
Op 22 april 202224 informeerde ik uw Kamer over de instelling van de Staatscommissie tegen Discriminatie
               en Racisme en vervolgens op 1 juli 202225 over de samenstelling ervan. Bij brief van 19 september 202226 zond ik samen met vijf andere bewindspersonen uw Kamer het Nationaal Programma tegen
               discriminatie en racisme toe, opgesteld onder coördinatie van de Nationaal Coördinator
               tegen Discriminatie en Racisme. Op 13 december 202227 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de totstandkoming van dit programma.
            
Open overheid
Ten aanzien van de verbetering van de informatiehuishouding heeft de Staatssecretaris
               van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 12 december 2022 een brief aan uw
               Kamer gestuurd met antwoorden op vragen uit een verslag van een schriftelijk overleg.28 Daarin staat aangegeven dat uw Kamer in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk jaarlijks
               geïnformeerd zal worden over de voortgang van de verbetering van de informatiehuishouding.
               Over de implementatie van de Wet open overheid heb ik uw Kamer op verschillende momenten
               geïnformeerd, waaronder op 8 juli 202229 en 28 november 202230. Met betrekking tot de uitvoering toezegging om bij het verzenden van stukken aan
               het Parlement onderliggende departementale beslisnota’s te verstrekken, heb ik uw
               Kamer bij brief van 13 juni 202231 op de hoogte gebracht van de stand van zaken.
            
Ambtelijk vakmanschap
In voornoemde brief van 29 juni 2021 is aangegeven dat uw Kamer over het vervolg van
               de inspanningen op het gebied van ambtelijk vakmanschap in algemene zin geïnformeerd
               zal worden via de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk. In de Jaarrapportage Bedrijfsvoering
               Rijk over het jaar 2021 is uw Kamer voor het eerst over de stand van zaken geïnformeerd.32 Bij brief van 20 januari 202333 heb ik uw Kamer daarnaast op de hoogte gebracht van de uitvoering van de motie van
               de heer Ellian om de ambtseed voor rijksambtenaren te wijzigen.
            
Hersteloperatie toeslagen
De inzet is om de hersteloperatie zo snel mogelijk af te ronden. Wij willen allemaal
               dat gedupeerde ouders en hun kinderen zo snel mogelijk verder kunnen met hun leven.
               Op 21 oktober 202234 zond de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane uw Kamer de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie Toeslagen. Op 2 december 202235 zond zij uw Kamer antwoorden op vragen over de elfde en de twaalfde voortgangsrapportage,
               alsmede een toelichting op een aantal aspecten rondom de hersteloperatie. De volgende
               Voortgangsrapportage bevat de mogelijkheden die het kabinet ziet om de hersteloperatie
               te verbeteren en te versnellen en de effecten daarvan op planning. Deze rapportage
               ontvangt uw Kamer begin februari.
            
Vraag 9
            
Hoe vaak is de Landsadvocaat in 2021 en 2022 ingeschakeld voor procedures van overheidsdiensten
               ten opzichte van burgers die in beroep gaan?
            
Antwoord 9
            
Daarvan zijn geen overzichten beschikbaar. In het algemeen kan het volgende worden
               aangegeven. Zoals eerder aan uw Kamer is medegedeeld36 betreft het grootste deel van de zaken waarin de landsadvocaat wordt ingeschakeld
               civiele procedures waarin vertegenwoordiging door een advocaat wettelijk verplicht
               is. Anders dan in het civiele recht geldt in het bestuursrecht in beginsel geen verplichte
               procesvertegenwoordiging. Uitgangspunt is dat bestuursorganen in deze gevallen vertegenwoordigd
               worden door ambtenaren die werkzaam zijn bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft
               genomen waartegen het beroep is gericht. In bijzondere gevallen wordt de landsadvocaat
               ook ingeschakeld in bestuursrechtelijke zaken. Bijvoorbeeld daar waar de specifieke
               expertise van de landsadvocaat gewenst is of de complexiteit van de zaak daar aanleiding
               toe geeft.
            
Vraag 10
            
Hoe vaak is de Landsadvocaat in 2021 en 2022 ingeschakeld om te adviseren bij overheidsdiensten
               over juridische kaders als het gaat om besluitvorming omtrent diensten of toekenningen
               aan burgers?
            
Antwoord 10
            
Daarvan zijn geen overzichten beschikbaar. In het algemeen kan het volgende worden
               aangegeven. De adviezen van de landsadvocaat hebben overwegend betrekking op te voeren
               procedures, af te sluiten contracten of voorgenomen besluiten in beleidskwesties.
               De Landsadvocaat kijkt in die gevallen naar de juridische aspecten en adviseert over
               de proceskansen en procesrisico's.
            
Vraag 11
            
Hoe vaak komt de Ministeriële Commissie Herstel Toeslagen (MCHT) bijeen? Kunt u besluitenlijsten
               en de lijsten van deelnemers van de MCHT delen met de Kamer?
            
Antwoord 11
            
De Ministeriële Commissie Toeslagen en Herstel (MCTH) is sinds de oprichting op 9 februari
               2021 twaalf keer bijeen gekomen, waarvan drie keer in 2022. De laatste vergadering
               vond plaats op 31 mei 2022 en de eerstvolgende zal plaatsvinden op 31 januari 2023.
               De MCTH heeft, net als andere ministeriële commissies, geen vaste vergaderfrequentie,
               maar komt bijeen wanneer hier aanleiding toe is. De besluiten uit de MCTH maken onderdeel
               uit van de besluitenlijst van de ministerraad die openbaar wordt gemaakt. De volgende
               bewindspersonen hebben zitting in de MCTH: de Minister-President, de Ministers van
               BZK, FIN, SZW en VWS, de Ministers voor APP, RB en VRO, en de Staatssecretaris van
               FIN (T&D). Daarnaast kan de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) uitgenodigd worden
               voor besprekingen in de MCTH om het perspectief van de gemeenten te betrekken.
            
Vraag 12
            
Wilt u deze vragen beantwoorden op 17 januari in verband met het debat over de rechtstaat
               op 19 januari 2023?
            
Antwoord 12
            
Zoals aangegeven in het debat is beantwoording voorafgaand aan het debat niet mogelijk
               geweest, met het oog op zorgvuldige afstemming met de diverse betrokken departementen.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties - 
              
                  Mede namens
M. Rutte, minister-president - 
              
                  Mede namens
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.