Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Werner en Van der Molen over het bericht ‘Verliest De Mearmin haar status?’
Vragen van de leden Werner en Van der Molen (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Verliest De Mearmin haar status?» (ingezonden 14 december 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Uslu (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 24 januari
2023).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Verliest De Mearmin haar status?»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Klopt het dat u molen De Mearmin in Damwâld uit het Rijksmonumentenregister wilt schrappen?
Antwoord 2
Ja
Vraag 3
Wat is de reden voor uw voornemen om de monumentenstatus van De Mearmin te laten vervallen?
Antwoord 3
De reden om de monumentenstatus van De Mearmin te laten vervallen is het feit dat
de eigenaar de molen heeft verplaatst naar een museale omgeving. Het verplaatsen van
monumenten met behoud van de monumentenstatus is op zich niet onmogelijk, maar de
nieuwe locatie hoort dan in landschappelijk of stedenbouwkundig opzicht functioneel
en cultuurhistorisch vergelijkbaar te zijn met de oorspronkelijke situering. Bij een
(buiten)museum is dit in beginsel niet het geval. Monumenten die naar een (buiten)museum
worden verplaatst verliezen dan ook hun status als rijksmonument. Dit beleid is laatstelijk
herbevestigd in het RCE-document Uitgangspunten en overwegingen gebouwde en groene
rijksmonumenten van 1 februari 2019 (te raadplegen op de website van de RCE).
Met het geschetste beleid wordt ook uitvoering gegeven aan artikel 5 van het Verdrag
inzake het behoud van het architectonische erfgoed van Europa (Verdrag van Granada,
1985).
Vraag 4
Klopt het dat molen De Mearmin in 2016 opnieuw is opgebouwd in buitenmuseum «De Sûkerei»
in Damwâld in overleg met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE)?
Antwoord 4
Ja, met dien verstande dat de RCE – in overeenstemming met de beleidsmatige uitgangspunten
– negatief heeft geadviseerd over de verplaatsing van de molen. Daarbij heeft de RCE
ook in een vroegtijdig stadium aangegeven wat de gevolgen van verplaatsing naar De
Sûkerei kunnen zijn voor de status als rijksmonument.
Vraag 5
Klopt het dat het Rijk subsidie heeft verleend voor de verplaatsing, de restauratie
en het onderhoud van De Mearmin?
Antwoord 5
De RCE heeft subsidie verleend voor de restauratie en het onderhoud van De Mearmin,
niet voor verplaatsing.
Vraag 6
Kunt u nader toelichten wat u in verband met De Mearmin bedoelt met: «In zijn algemeenheid
betekent het verplaatsen van een rijksmonument verlies van monumentale waarden en
historische context»? Zijn de ouderdom, de cultuurhistorische betekenis en de industrieel-archeologische
betekenis naar uw oordeel bij de verplaatsing van De Mearmin naar Damwâld verloren
gegaan?
Antwoord 6
Zie hiervoor mijn antwoord op vraag 3.
Door verplaatsing is de molen niet meer in de historische omgeving aanwezig. Ook is
er geen sprake van een vergelijkbare situering.
Vraag 7
Wat zijn de financiële gevolgen voor Stichting «De Sûkerei» van het schrappen van
de monumentenstatus van De Mearmin en de overgang naar een ander financierings- en
instandhoudingsregime?
Antwoord 7
Het verlies van de status als rijksmonument betekent dat de eigenaar niet langer een
beroep kan doen op subsidieregelingen voor rijksmonumenten, zoals de Subsidieregeling
Instandhouding Monumenten.
Vraag 8
Deelt u de mening dat de instandhouding van De Mearmin juist te danken is aan Stichting
«De Sûkerei» en dat het monumentenbeleid gericht dient te zijn op ondersteuning van
eigenaren, zoals deze stichting?
Antwoord 8
Het is zeker passend om waardering uit te spreken voor de activiteiten van Stichting
«De Sûkerei», om met vele vrijwilligers het verleden van de noordelijke Friese wouden
beleefbaar te maken. Getuige het negatieve advies over de verplaatsing van De Mearmin
naar De Sûkerei had de RCE liever een andere oplossing voor de toekomst van deze molen
gezien.
Het beleid is zeker gericht op de ondersteuning van eigenaren van monumenten. Het
monumentenbeleid is echter niet gericht op ondersteuning van de exploitatie van (buiten)musea.
Vraag 9
Onderkent u dat molens de meest kwetsbare monumenten zijn, met houten aandrijvingen
en werktuigen, die constant goed en gedegen onderhoud vergen? Zo ja, op welke wijze
wordt dit in uw beleid geborgd?
Antwoord 9
Zoals voor heel veel monumenten geldt ook voor molens dat zij kwetsbaar zijn als er
geen goede instandhouding plaatsvindt. Dat molens een van de bijzondere categorieën
in ons monumentenbestand zijn, blijkt uit de constante en ruime aandacht die maatschappij
en overheid aan dit erfgoed geven. Nog afgelopen jaar heb ik vanuit de regeerakkoordmiddelen
een storting gedaan in het Molenfonds waarmee eigenaren worden ondersteund.2 Daarnaast is de systematiek van de Subsidieregeling Instandhouding Monumenten (SIM)
zodanig dat zij in de praktijk vrijwel verzekerd zijn van toekenning van instandhoudingssubsidie.
Onderdeel van mijn beleid vormt ook de subsidiëring van de opleiding en examinering
van (vrijwillig) molenaars. Dit zorgt voor (aanwas van) bekwame molenaars die met
voldoende kennis dit kwetsbare type monumenten kunnen bedienen en onderhouden. Het
bijschrijven van het ambacht van molenaar op de Unesco representatieve lijst van immaterieel
erfgoed draagt hier ook aan bij.
Vanuit de RCE wordt de instandhouding van molens verder ondersteund door kennisdeling
en door advies bij restauratie, onderhoud en andere ingrepen.
Vraag 10
Op welke wijze hebt u de Kamer geïnformeerd, dat de status van rijksmonument vervalt
als een rijksmonument wordt verplaatst naar een buitenmuseum?
Antwoord 10
Het is reeds lange tijd gebruikelijk dat daar waar panden worden verplaatst naar een
museum deze hun monumentale status verliezen of niet worden aangewezen. Deze handelwijze
is voor het laatst herbevestigd in 2019 als onderdeel van het RCE-document Uitgangspunten
en overwegingen gebouwde en groene rijksmonumenten van 1 februari 2019. Dit document
is niet actief met uw Kamer gedeeld. Het uitwerken van dergelijke uitgangspunten hoort
tot de taken van de RCE in de uitvoering van het erfgoedbeleid.
Vraag 11
Van welke rijksmonumenten die zijn verplaatst naar een buitenmuseum hebt u de monumentenstatus
laten vervallen of bent u van plan die te laten vervallen?
Antwoord 11
Ik heb geen overzicht van het aantal rijksmonumenten dat in het verleden is verplaatst
naar buitenmusea en waarvan de status is vervallen. Verplaatsing komt niet veel voor
en is meestal (mede) ingegeven door het feit dat het monument niet te handhaven is
op de oorspronkelijke plaats. Een bekend voorbeeld is de monumentale boerderij van
voormalig Staatssecretaris Van Leeuwen te Hoogmade, die moest wijken voor de Hogesnelheidslijn.
Deze boerderij is in 2002 verplaatst naar het Openluchtmuseum Arnhem, waarbij de monumentenstatus
is komen te vervallen.
De RCE heeft op dit moment geen weet van voorgenomen verplaatsingen van rijksmonumenten
naar buitenmusea. Er zijn dus ook geen plannen tot het – met die reden – laten vervallen
van de monumentenstatus.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.