Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de voortgang Datavisie Handelregister (Kamerstuk 32761-240)
32 761 Verwerking en bescherming persoonsgegevens
Nr. 257
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 18 januari 2023
De vaste commissie voor Digitale Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd
aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de brief van 29 juni 2022 over
de voortgang Datavisie Handelregister (Kamerstuk 32 761, nr. 240).
De vragen en opmerkingen zijn op 8 september 2022 aan de Minister van Economische
Zaken en Klimaat voorgelegd. Bij brief van 17 januari 2023 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Kamminga
De griffier van de commissie, Boeve
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersoon
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie vragen welke opties er zijn om eventueel in de toekomst
een bredere inperking van de openbaarheid van (adres)gegevens in te voeren en welke
criteria daarbij worden gehanteerd.
De opties die er zijn voor maatwerk in de openbare beschikbaarheid van gegevens hangen
in de eerste plaats samen met de speelruimte die bestaat binnen de Europese kaders
die worden gevormd door diverse richtlijnen en verordeningen. Voldoen aan Europeesrechtelijke
verplichtingen is derhalve een eerste criterium.
Voor de kapitaalvennootschappen (NV en BV) is vrijwel alle informatie die nu via het
Handelsregister (HR) verkrijgbaar is, op telefoonnummers en email-adressen na, ook
verplicht openbaar. Voor de eenmanszaak zijn er juist helemaal geen verplichtingen
op basis van de rechtsvorm in Europese regels. Voor zover er transparantieverplichtingen
zijn, hangen die samen met bepaalde activiteiten, zoals bijvoorbeeld detailhandel,
en zijn ze gericht op transparantie door de ondernemer zelf en niet via het HR. Voor
de maatschap, de vennootschap onder firma (vof) en de commanditaire vennootschap (cv)
gelden op dit moment, net als voor de eenmanszaak, slechts in beperkte mate Europeesrechtelijke
transparantieverplichtingen. Anders dan voor de eenmanszaak wordt in de Datavisie
HR geen aanpassing van de informatieverplichtingen voorgesteld omdat het wettelijke
kader voor deze rechtsvormen wordt gemoderniseerd. Om ondernemers niet met steeds
wisselende regels te belasten, wordt de nieuwe regeling afgewacht. De leden van de
VVD-fractie vragen wanneer deze naar de Kamer wordt verstuurd. De wetsvoorstellen
die betrekking hebben op de modernisering van personenvennootschappen zijn na herziening,
op 10 oktober 2022, opnieuw gepubliceerd voor internetconsultatie met een reactietermijn
van vier maanden. Op grond daarvan is nog niet goed te voorspellen wanneer indiening
van deze voorstellen verwacht mag worden.
Bij het inperken van de mate van toegankelijkheid van bepaalde gegevens wordt verder
een afweging gemaakt van de voor- en nadelen die een dergelijke inperking met zich
meebrengt. De afscherming biedt betere bescherming van de privacy van in het HR geregistreerde
ondernemers. Gebruikers van deze gegevens, die samen een veel grotere groep vormen,
ervaren echter nadelen de van afscherming. Zo is met afscherming niet meer inzichtelijk
waar een onderneming feitelijk is gevestigd. Inzicht in de vestigingsplaats, kan helpen
om fraude met niet bestaande of vluchtige ondernemingen te voorkomen. De afweging
van het totaal van maatschappelijke nadelen en voordelen is daarom een tweede criterium.
De leden van de VVD-fractie vragen een toelichting bij het ambtshalve door de Kamer
van Koophandel afschermen van fysieke adressen van eenmanszaken zonder vervangend
postadres.
Deze afscherming zonder vervangend postadres is slechts één van twee opties voor een
afschermingsregime. Deze optie ligt in het verlengde van moties die in essentie verzoeken
om afscherming te bieden van (delen van) adresinformatie in het HR zonder dat ondernemers
daarvoor zelf actie moeten ondernemen. Dit alternatief heeft echter grote gevolgen
voor de informatiehuishouding en de administratieve lasten. Daarom is er ook een tweede
optie uitgewerkt waarbij ondernemers met een eenmanszaak zelf het initiatief kunnen
nemen om een postadres te laten registreren, en dan zonder verdere voorwaarden hun
fysieke adres kunnen laten afschermen. Ook deze optie komt tegemoet aan moties van
uw Kamer en heeft veel minder gevolgen voor de informatiehuishouding van de overheid
en van andere gebruikers van Handelsregisterinformatie.
In de validering van het beleidsvoorstel is nadrukkelijk doorgevraagd op deze beide
opties. Uit de reacties blijkt dat een ruime meerderheid van de respondenten een voorkeur
heeft voor de afscherming waarbij een postadres verplicht geregistreerd en geopenbaard
wordt. Dit impliceert dus ook dat de afscherming alleen op verzoek van de ondernemer
kan worden gedaan. De bereikbaarheid van ondernemingen voor officiële poststukken
wordt daarbij spontaan benoemd als relevante factor.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie vragen of de Minister een voorstel ter wijziging van de
handelsregisterwet voorbereidt om datahandel met gegevens uit het handelsregister
terug te dringen, wat daarbij het tijdpad zou zijn en hoe de handhaving van een voorgesteld
verbod eruit zou komen te zien.
Er wordt inderdaad gewerkt aan aanpassingen van de Handelsregisterwet 2007 en het
Handelsregisterbesluit 2008 in verband met uitvoering van de voorstellen uit de Datavisie,
waaronder een verbod op (vormen van) commercieel gebruik van handelsregistergegevens.
Bij voorkeur wordt hieraan ook een mogelijkheid gekoppeld om (verdere) levering van
gegevens te weigeren wanneer ongeoorloofd gebruik wordt gemaakt. Het tijdpad voor
deze wijziging, die meer onderwerpen omvat dan het voornoemde verbod, ontvangt u via
mijn brief Voortgang Datavisie Handelsregister voor het einde van het jaar.
Ook de wijze van handhaving is nog onderwerp van studie. Publiekrechtelijke handhaving
ligt primair op de weg van de Autoriteit Persoonsgegevens, maar de capaciteit die
daarvoor beschikbaar is, is beperkt en de te beschermen doelgroep is zeer groot. Privaatrechtelijke
handhaving door de Kamer van Koophandel (KVK) is denkbaar, daarvoor zijn contractueel
overeengekomen gebruiksvoorwaarden nodig, maar de mogelijkheid daartoe zal worden
beïnvloed door de uitkomst van een rechtszaak die antwoorden moet opleveren over de
bruikbaarheid van het databankenrecht van KVK.
De leden van de D66-fractie vragen naar kosten van en alternatieven voor het gebruik
van een postadres bij afscherming van het fysieke adres van een onderneming.
Een postbus, die voor dit doel bruikbaar is, is reeds vanaf € 10 per maand te huren.
Een digitale postbus kan een bruikbaar en mogelijk goedkoper alternatief bieden. Of
een koppeling met digitale overheidsinfrastructuur zoals MijnOverheid daarbij opportuun
is, en op welke termijn een dergelijke voorziening geboden zou kunnen worden, zijn
vragen voor mijn ambtgenoot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Wel wijs
ik erop dat uw Kamer nog onlangs, in het kader van de behandeling van de Wet modernisering
elektronisch bestuurlijk verkeer, een gewijzigde amendement van het lid Leijten heeft
aangenomen (Handelingen II 2021/22, nr. 74, item 8) (Kamerstuk 35 261, nr. 16) dat elektronisch berichtenverkeer van de overheid aan ondernemers en rechtspersonen
onderwerpt aan dezelfde eisen die daarvoor gelden bij natuurlijke personen. Dit brengt
met zich mee dat (ook) bij ondernemingen en rechtspersonen niet als uitgangspunt kan
gelden dat zij via digitale weg bereikbaar moeten zijn.
De leden van de D66-fractie vragen een nadere toelichting op het voornemen van de
Minister om opgelegde bestuursverboden openbaar te maken via een register, in afwijking
van het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens.
Het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens doe ik u als bijlage bij deze brief
toekomen.
De openbare kenbaarheid van bestuursverboden vervult een belangrijke functie ten bate
van de weerbaarheid van burgers en bedrijven tegen fraude en misbruik van ondernemingen
en rechtspersonen. Een persoon aan wie een bestuursverbod is opgelegd, kan zich niet
meer in het Handelsregister (doen) inschrijven als formeel bestuurder van een onderneming
of rechtspersoon. In de praktijk is het voor dergelijke personen mogelijk om nog wel
handelend op te treden als werknemer van een onderneming. Dit is op zichzelf niet
verboden, maar wanneer op deze manier de persoon feitelijk toch leidinggeeft aan de
onderneming of rechtspersoon, die dan veelal formeel wordt bestuurd door een zogenaamde
katvanger, houdt dit een risico in voor wederpartijen. Door de informatie over opgelegde
bestuursverboden openbaar te maken, wordt deze manier om het verbod te ontduiken tegengewerkt.
De leden van de D66-fractie vragen of nog deelname aan een Synthetron-sessie mogelijk
is.
De Synthetron-sessies hebben overeenkomstig de in de Kamerbrief aangegeven planning
plaatsgevonden op 6 en 8 september jl. Van de uitnodiging aan de leden van uw Kamer
om aan deze sessies deel te nemen als waarnemer, is spaarzaam gebruik gemaakt. Als
bijlage bij deze brief vindt u een infographic waarmee de resultaten van de validering
van het beleidsvoorstel Datavisie in kort bestek zijn weergegeven. Het integrale verslag
is gepubliceerd op de website voor internetconsultaties.
Vragen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie vermelden vragenderwijs een onderzoek naar de wenselijkheid
van afschermingsmogelijkheden met betrekking tot het fysieke adres voor andere rechtsvormen
dan eenmanszaken en NV/BV en vragen wanneer daarvan de uitkomsten worden verwacht.
De brief en het beleidsvoorstel maken geen melding van een dergelijk onderzoek. Voor
de resterende rechtsvormen wordt juist aangegeven waarom afscherming van adressen
op dit moment niet in de rede ligt.
De leden van de SP-fractie vragen naar het tijdpad voor het beperken van commercieel
gebruik van handelsregisterdata.
De aanpassing van regelgeving ter beperking van commercieel gebruik van HR-data zal
worden bezien in samenhang met overige noodzakelijke wijzigingen van de Handelsregisterwet
2007 en het Handelsregisterbesluit 2008 en bijbehorende uitvoeringsmaatregelen die
onder andere betrekking hebben op werkstromen en op ict-voorzieningen bij de KVK.
Ik bericht uw Kamer hierover voor het einde van dit jaar met de brief Voortgang Datavisie
Handelsregister.
De leden van de SP-fractie vragen waarom de Kamer van Koophandel niet zelf kan afwegen
welke gegevens zij verstrekt, zeker in het licht van de versterkte poortwachtersfunctie.
Waarom is directe toegang noodzakelijk en met welk doel? Kan er worden aangegeven
of als criterium hierbij altijd wordt gehanteerd dat zo weinig mogelijk mensen toegang
zouden moeten hebben tot privacygevoelige informatie? Zo ja, hoe wordt dit gewaarborgd?
Zo nee, waarom niet?
De KVK kan als beheerder van het basisregister Handelsregister niet naar willekeur
beslissen over het al dan niet verstrekken van gegevens. Voor de publieke en private
afnemers van gegevens bestaan wettelijke rechten op deze informatie, waarbij de mate
van toegang gedifferentieerd is.
Een groot deel van de informatie in het Handelsregister is openbaar. Dit doet recht
aan de belangen die afnemers hebben bij deze informatie die onder andere een rol speelt
bij het functioneren van de overheid, bij rechtszekerheid in het zakelijk verkeer
en bij customer due diligence. Veelal zijn afnemers wettelijk verplicht om deze informatie in te winnen en te gebruiken,
bijvoorbeeld om te voorkomen dat financiële dienstverlening wordt benut in het kader
van witwassen of terrorismefinanciering. Het weigeren van informatieverstrekking door
KVK moet dan eveneens gestoeld zijn op een wettelijke grondslag, zoals die bijvoorbeeld
is gecreëerd voor afscherming in de situatie dat een ingeschreven ondernemer slachtoffer
is, of zou kunnen worden, van bedreiging.
De wettelijk regels, zowel voor het verstrekken als voor het weigeren van informatieverstrekking,
worden mede beoordeeld op basis van het effect dat zij hebben op de privacy van in
het HR geregistreerde natuurlijke personen. Dit is terug te zien in de overwegingen
in memories en nota’s van toelichting bij wetten en lagere regelgeving en vaak ook
in specifiek op bepaalde dataproducten gerichte privacy impact assessments (PIA’s). Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de inhoud van de informatie, maar
ook naar de meest passende vorm van verstrekking.
De grootste gebruiksvrijheid bestaat bij informatie die beschikbaar is in de vorm
van open data. Ook in het geval van informatie uit het Handelsregister is in het verleden
wel gepleit voor beschikbaarstelling in de vorm van open data. Dit kan vanzelfsprekend
nooit aan de orde zijn bij persoonsgegevens, die niet mogen worden verwerkt zonder
een passende grondslag. De vraag naar een grondslag is onverenigbaar met de principes
van open data. Omdat persoonsgegevens een centrale rol innemen in het Handelsregister,
is het nagenoeg onmogelijk HR-data, met uitzondering van statistische en sterk geaggregeerde
data, als open data beschikbaar te maken. De informatie in het Handelsregister is
grotendeels openbaar, maar de vorm van verstrekking is soms beperkt, om de privacy
te beschermen. Zo mag het HR slechts door een kleine en limitatief benoemde groep
gebruikers worden doorzocht op natuurlijke persoon. Voor alle andere gebruikers is
de ingeschreven onderneming de sleutel. Zo kan dus wel informatie over natuurlijke
personen worden gevonden, maar er kan niet op worden gezocht.
Dit is ook een van de redenen waarom het hergebruik van informatie uit het Handelsregister
aan voorwaarden moet worden gebonden. Het is immers onwenselijk wanneer afnemers uit
opgevraagde uittreksels een kopie van het Handelsregister kunnen samenstellen en daarin
alsnog zoeken op natuurlijke personen.
De poortwachtersfunctie van de KVK uit zich primair bij inschrijvingen en wordt ingevuld
door de controle van de aangeleverde gegevens en bescheiden en van de identiteit van
de ondernemer. In dit proces wordt ook zorggedragen voor het blokkeren van inschrijvingen
door personen tegen wie een bestuursverbod geldt.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
R.J. Kamminga, voorzitter van de vaste commissie voor Digitale Zaken -
Mede ondertekenaar
L. Boeve , griffier