Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de actualiteitenbrief bloedvoorziening 2022
29 447 Evaluatie Wet inzake bloedvoorziening
Nr. 81
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 17 januari 2023
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen
en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over
de brief van 1 november 2022 over de actualiteitenbrief bloedvoorziening 2022 (Kamerstuk
29 447, nr. 79).
De vragen en opmerkingen zijn op 30 november 2022 aan de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport voorgelegd. Bij brief van 16 januari zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Smals
Adjunct-griffier van de commissie, Bakker
Inhoudsopgave
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
3
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
4
II.
Reactie van de Minister
5
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de actualiteitenbrief over de
ontwikkelingen in de bloedvoorziening van het afgelopen jaar. Deze leden danken de
Minister voor zijn brief. Zij hebben hierbij nog enkele vragen. Genoemde leden zijn
blij te lezen dat Sanquin het donorbestand verder wil versterken en dat ze ruimschoots
op schema lopen. Onderdeel van de wervingscampagne is samenwerking met universiteiten
en hogescholen. Kan hieruit worden opgemaakt dat er geen wervingscampagne is op middelbaar
beroepsonderwijs (mbo)-onderwijsinstellingen? Zo ja, wat is dan de reden dat het mbo
geen onderdeel uitmaakt van de wervingscampagne in het onderwijs?
In de brief valt te lezen dat Sanquin inspeelt op de veranderde donatiefrequentie
en gewenste flexibiliteit van de donor, door de aandacht te vestigen op de nut en
noodzaak van doneren. Waar nodig zal Sanquin zich meer richten tot de donor. Genoemde
leden vragen wat hier precies mee wordt bedoeld en tot welke acties Sanquin dan overgaat.
Het onderzoek naar de mogelijkheden om het donorselectiebeleid voor mannen die seks
hebben gehad met een andere man (MSM) te verruimen, heeft vertraging opgelopen door
de uitbraak van het apenpokkenvirus. Hoe is op dit moment de stand van zaken met betrekking
tot de respons en de laatste onderzoeksvragen? Kunnen de uitkomsten van het onderzoek
inderdaad eind 2022 verwacht worden zodat in het voorjaar van 2023 duidelijkheid komt
over de aanpassing van het donorselectiebeleid? Welke verwerkingstechnologieën voor
gedoneerde bloedbestanddelen worden geëvalueerd die een grotere inclusie van donoren
mogelijk maken en minder afhankelijk zijn van vragenlijsten of kennis van een huidige
uitbraak?
De leden van de VVD-fractie lezen dat er onlangs productieproblemen waren bij Prothya
waardoor de productie en levering van (reguliere) immunoglobulinen tijdelijk opgeschort
moesten worden. Wat was de oorzaak van deze productieproblemen? Waren deze technisch
van aard of had dit te maken met personeelstekort? Kan de Minister aangeven wat wordt
ondernomen om dit soort problemen in de toekomst zo veel mogelijk te voorkomen?
Tot slot lezen deze leden over de hoge inflatie en de stijgende gas- en energieprijzen
die ook Sanquin treffen. Kan de Minister een nadere toelichting geven op de besparingsinitiatieven
binnen de Sanquin? Kan met zekerheid worden gezegd dat deze geen invloed hebben op
de beschikbaarheid van donaties, productie en leveringen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse de actualiteitenbrief bloedvoorziening
2022 gelezen en hebben nog enkele vragen. Genoemde leden waren eerder dit jaar verheugd
te vernemen dat niet op basis van seksuele voorkeur, maar op basis van seksueel risicogedrag
wordt bepaald of iemand bloed mag doneren. Het uitsluiten van een groep op basis van
seksuele voorkeur is discriminerend. Tevens is er een tekort aan bloed- en bloedplasma
donoren in Nederland en Europa. Het onnodig uitsluiten van een groep draagt niet bij
aan het oplossen van dit probleem. Het voornemen van de Minister maakt het mogelijk
dat MSM niet langer worden uitgesloten. Deze leden lezen dat de uitvoering vertraging
heeft opgelopen. Kan de Minister de benodigde stappen en het tijdspad schetsen om
deze verandering spoedig in uitvoering te brengen? Verder vragen deze leden of de
Minister kan bevestigen dat eenieder wordt gevraagd naar seksueel risicogedrag en
niet uitsluitend MSM. Voorts vragen deze leden of de inzet is om hetzelfde beleid
te hanteren voor bloeddonatie als voor bloedplasmadonatie door MSM. De leden van de
D66-fractie vragen tevens of en hoe andere Europese landen bloed- en bloedplasmadonatie
toestaan voor MSM. Kan de Minister toelichten of hij voornemens is om Nederland een
voortrekkersrol hierin te laten nemen? Zo ja, op welke wijze is de Minister van plan
hier invulling aan te geven? Zo nee, waarom niet?
De leden van de D66-fractie hechten veel belang aan het vrijwillig doneren van bloed
en bloedplasma. Deze leden constateren een groeiende afhankelijkheid van (betaalde)
buitenlandse donoren zoals mede aangehaald in een opiniestuk in het Medisch Contact1. Zou de Minister een reactie kunnen geven op dit opiniestuk? Deze leden vragen of
de Minister kan duiden welke medische en ethische gevolgen commerciële bloeddonatie
heeft. Voorts vragen zij of de Minister verder kan toelichten welke impact deze toenemende
afhankelijkheid heeft op de positie van nationale bloedtransfusieorganisaties zoals
Sanquin Bloedvoorziening in Nederland.
Verder lezen deze leden dat de onderzoeksresultaten van de European Blood Alliance
(EBA) worden afgewacht om te bepalen op welke wijze Europa onafhankelijk kan worden
in haar plasma(geneesmiddelen)-voorziening. Er wordt verwacht dat dit onderzoek in
2024 is afgerond. Welke stappen kan de Minister in de tussentijd zetten om toename
in afhankelijkheid van commerciële bloed- en bloedplasmadonatie te beperken? Kan de
Minister toelichten op welke wijze andere Europese landen zich inzetten om met name
plasmadonatie te bevorderen? Voorts vragen deze leden of de Minister hierbij specifiek
kan ingaan op de situatie in België, waar een substantieel groeimodel wordt gehanteerd.
De leden van de D66-fractie lezen dat Sanquin Bloedvoorziening in Nederland zich verder
inzet voor het werven van donoren. Kan de Minister toelichten of de verwachting is
dat met de voorgenomen acties het aantal donoren op peil wordt gebracht? Genoemde
leden lezen dat donoren om meer flexibiliteit vragen. Op welke wijze wordt hier gehoor
aan gegeven?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de Actualiteitenbrief bloedvoorziening
2022. Deze leden hebben hier enkele vragen bij. In de brief van 12 oktober 2020 over
de verkoop van Sanquin Plasma Products BV (SPP) aan een consortium schreef de ambtsvoorganger
van Minister dat circa 25% van de capaciteit nu wordt benut door Nederland plasma2. Genoemde leden vragen wat het huidige percentage is. Voor het belangrijkste plasmageneesmiddel,
de immunoglobulinen, heeft SPP ongeveer 55% van de Nederlandse markt in handen, schreef
de Minister destijds. Heeft het consortium nog steeds 55% van de Nederlandse Plasmamarkt?
Kan de Minister data geven over de huidige markt- en financiële positie van het consortium?
In de antwoorden op een eerder gevoerd schriftelijk overleg van 7 december 20203 staat dat het consortium in SPP investeert zodat het productieproces gemoderniseerd
wordt, de productontwikkeling weer op gang komt en de nodige expertise brengt om SPP
te versterken op de mondiale markt. De leden van de CDA-fractie vragen hoeveel investeringen
inmiddels zijn gedaan. Welke moderniseringen zijn er doorgevoerd? In antwoorden op
hetzelfde schriftelijk overleg schreef de ambtsvoorganger van de Minister dat zowel
Nederland als Europa niet zelfvoorzienend is wat betreft de productie van plasmageneesmiddelen,
maar evenmin voor de inzameling van de grondstof plasma. De leden van de CDA-fractie
vragen of de Minister cijfers kan geven over de huidige stand van zaken. Zij vragen
of de Minister een update kan geven van de tabel op blz. 25 van de beantwoording van
het schriftelijk overleg van 7 december 2020.
In diezelfde beantwoording schreef de ambtsvoorganger van de Minister dat de Minister
in privaatrechtelijke zin geen zeggenschap heeft over de stichting Sanquin, maar dat
de Wet inzake bloedvoorziening (Wibv) haar wel voldoende middelen geeft om te kunnen
sturen op de kwaliteit en doelmatigheid van het inzamelen, bereiden, afleveren en
beschikbaar stellen van bloedproducten. Nu schrijft de Minister in de brief van 1 november
jongstleden4 dat door een misverstand een fout in een eerdere brief is geslopen. De commissie
voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport had de Minister een reactie gevraagd op de
verkoop van Reagents. Nu blijkt dat Stichting Sanquin wél gebruikmaakt van producten
van Reagents, zoals testvloeistoffen. De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister
er op basis van de Wibv dan toch wel zeggenschap over had moeten hebben en of de Minister
wel voorwaarden had kunnen stellen aan de verkoop. De Minister schrijft dat de verkoop
van Reagents geen invloed heeft op lopende contracten. Op zich klinkt dat logisch,
maar hoe lang lopen die contracten nog? Reagents is verkocht aan Gilde Healthcare,
een gespecialiseerde Europese investeringsmaatschappij met twee miljard vermogen.
Genoemde leden vragen of de Minister kan aangeven wie en waar de uiteindelijke eigenaren
zijn.
De Minister schrijft dat er nu 380.000 donoren zijn, oftewel een groei van 5.000 ten
opzichte van vorig jaar. Maar hij schrijft ook dat er 54.000 nieuwe donoren zijn aangesneld.
De leden van de CDA-fractie vragen of dat betekent dat er 49.000 donoren zijn vertrokken.
Is bekend wat de reden hiervan is?
De Minister schrijft dat het commerciële bedrijf Prothyra Solutions het plasma verwerkt
en voor een commerciële prijs aanbiedt. De leden van de CDA-fractie vragen of voor
alle plasma die in Nederland is opgehaald de producten ook als eerste in Nederland
wordt aangeboden.
De Minister schrijft dat hij wacht met de uitvoering van de motie van het lid Van
den Berg c.s.5 over de organisatie van de plasmageneesmiddelenvoorziening binnen Europa en eerst
de resultaten afwacht van het onderzoek van de European Blood Alliance (EBA), welke
worden verwacht in 2024. Deze leden vragen of in het onderzoek van EBA dan niet gekeken
wordt naar zelfvoorzienend zijn.
Genoemde leden vragen ten slotte of de eerste verruiming MSM is geëvalueerd voordat
nu onderzoek wordt gedaan naar een tweede verruiming, waarbij mannen die seks hebben
met mannen maar zonder duurzame relatie, ook bloed zouden mogen doneren.
II. Reactie van de Minister
Ik dank de leden van de fracties van VVD, D66 en CDA voor hun belangstelling voor
de ontwikkelingen in de bloedvoorziening in het afgelopen jaar.
De reactie op de inbreng van de VVD-fractie
Genoemde leden zijn blij te lezen dat Sanquin het donorbestand verder wil versterken
en dat ze ruimschoots op schema lopen. Onderdeel van de wervingscampagne is samenwerking
met universiteiten en hogescholen. Kan hieruit worden opgemaakt dat er geen wervingscampagne
is op middelbaar beroepsonderwijs (mbo)-onderwijsinstellingen? Zo ja, wat is dan de
reden dat het mbo geen onderdeel uitmaakt van de wervingscampagne in het onderwijs?
Nee, Sanquin verzorgt educatieve voorlichting aan het middelbaar beroepsonderwijs
en hierin wordt de werving meegenomen.
In de brief valt te lezen dat Sanquin inspeelt op de veranderde donatiefrequentie
en gewenste flexibiliteit van de donor, door de aandacht te vestigen op de nut en
noodzaak van doneren. Waar nodig zal Sanquin zich meer richten tot de donor. Genoemde
leden vragen wat hier precies mee wordt bedoeld en tot welke acties Sanquin dan overgaat.
Sanquin vertelt door middel van (sociale) media-uitingen wat het nut en de noodzaak
is van doneren. Zo vertelt bijvoorbeeld een patiënt die afhankelijk is van bloedproducten
zijn persoonlijke verhaal.
Het onderzoek naar de mogelijkheden om het donorselectiebeleid voor mannen die seks
hebben gehad met een andere man (MSM) te verruimen, heeft vertraging opgelopen door
de uitbraak van het apenpokkenvirus.
Hoe is op dit moment de stand van zaken met betrekking tot de respons en de laatste
onderzoeksvragen? Kunnen de uitkomsten van het onderzoek inderdaad eind 2022 verwacht
worden zodat in het voorjaar van 2023 duidelijkheid komt over de aanpassing van het
donorselectiebeleid? Welke verwerkingstechnologieën voor gedoneerde bloedbestanddelen
worden geëvalueerd die een grotere inclusie van donoren mogelijk maken en minder afhankelijk
zijn van vragenlijsten of kennis van een huidige uitbraak?
Het is mijn streven om zo snel als veilig en verantwoord mogelijk donorselectiebeleid
te voeren dat uitgaat van individueel risicogedrag en niet selecteert op geaardheid.
Het is daarom te betreuren dat het onderzoek – met als belangrijk doel na te gaan
welke benadering gekozen kan worden om meer MSM toe te laten als donor zonder discriminerende
vragen te gebruiken – vertraging heeft opgelopen.
Sanquin laat mij weten dat de laatste fase van het longitudinaal vragenlijstonderzoek
bij MSM in december 2022 is afgerond. De gegevens uit het onderzoek moeten vervolgens
worden verwerkt en geanalyseerd. De verwachting van Sanquin is dat de analyse van
de gegevens in januari 2023 gereed is en dat in het voorjaar 2023 inderdaad duidelijkheid
komt over de aanpassing van het donorselectiebeleid.
Mij is niet duidelijk wat de leden van de VVD-fractie bedoelen met de vraag over «welke
verwerkingstechnologieën voor gedoneerde bloedbestanddelen worden geëvalueerd…». Het
is van groot belang dat een donorarts aan de hand van vragen al een inschatting kan
maken of de donor op dat moment kan doneren zonder dat dit een nadelig effect heeft
op de veiligheid van de bloedvoorziening. Ook kennis van (huidige) uitbraken is hierbij
cruciaal, aangezien de vragen natuurlijk verband houden met het voorkomen van virussen,
bacteriën en andere pathogenen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat er onlangs productieproblemen waren bij Prothya
waardoor de productie en levering van (reguliere) immunoglobulinen tijdelijk opgeschort
moesten worden. Wat was de oorzaak van deze productieproblemen? Waren deze technisch
van aard of had dit te maken met personeelstekort? Kan de Minister aangeven wat wordt
ondernomen om dit soort problemen in de toekomst zo veel mogelijk te voorkomen?
Prothya heeft mij laten weten dat deze primair technisch van aard waren, maar werden
versterkt door de krapte op de arbeidsmarkt. Prothya wil meer stabiliteit creëren
en heeft daarom geïnvesteerd in een overstap naar een 24/7 productie. Hier is Prothya
in oktober 2022 mee gestart.
Kan de Minister een nadere toelichting geven op de besparingsinitiatieven binnen de
Sanquin? Kan met zekerheid worden gezegd dat deze geen invloed hebben op de beschikbaarheid
van donaties, productie en leveringen?
Waar mogelijk verlaagt Sanquin de temperatuur in zijn gebouwen. Dit heeft geen invloed
op de beschikbaarheid van donaties, productie en leveringen.
De reactie op de inbreng van de D66-fractie
Het voornemen van de Minister maakt het mogelijk dat MSM niet langer worden uitgesloten.
Deze leden lezen dat de uitvoering vertraging heeft opgelopen. Kan de Minister de
benodigde stappen en het tijdspad schetsen om deze verandering spoedig in uitvoering
te brengen?
Verder vragen deze leden of de Minister kan bevestigen dat eenieder wordt gevraagd
naar seksueel risicogedrag en niet uitsluitend MSM. Voorts vragen deze leden of de
inzet is om hetzelfde beleid te hanteren voor bloeddonatie als voor bloedplasmadonatie
door MSM.
Sanquin laat mij weten dat de laatste fase van het longitudinaal vragenlijstonderzoek
bij MSM in december 2022 is afgerond. De gegevens uit het onderzoek moeten vervolgens
worden verwerkt en geanalyseerd. De verwachting van Sanquin is dat de analyse van
de gegevens in januari 2023 gereed is en dat in het voorjaar 2023 duidelijkheid komt
over de aanpassing van het donorselectiebeleid.
Sanquin legt al zijn voornemens tot het aanpassen van het donorselectiebeleid voor
aan zijn Medische Adviesraad. In deze adviesraad zitten onafhankelijke leden die deskundig
zijn op het gebied van de veiligheid van de bloedvoorziening. Deze adviesraad zal
Sanquin, aan de hand van de resultaten uit het onderzoek, adviseren over een verdere
verruiming van het donorselectiebeleid voor MSM en de wijze waarop die verruiming
plaats kan vinden. Op basis van eerdere adviezen van de adviesraad is het de verwachting
dat het advies betrekking heeft op álle donaties. Dus zowel voor volbloed- als voor
plasmadonaties.
De leden van de D66-fractie vragen tevens of en hoe andere Europese landen bloed-
en bloedplasmadonatie toestaan voor MSM. Kan de Minister toelichten of hij voornemens
is om Nederland een voortrekkersrol hierin te laten nemen? Zo ja, op welke wijze is
de Minister van plan hier invulling aan te geven? Zo nee, waarom niet?
Mij is niet bekend of en hoe andere Europese landen op dit moment bloed- en plasmadonatie
toestaan voor MSM, deze informatie is niet openbaar. De Raad van Europa heeft in december
2022 bij alle bloedvoorzieningsorganisaties van de deelnemende landen navraag gedaan
naar het donorselectiebeleid voor MSM. Deze gegevens zullen in 2023 beschikbaar komen.
Zowel Sanquin als het Ministerie van VWS delen in Europese gremia actief het Nederlandse
donorselectiebeleid en de opgedane ervaringen. Dit zal ook gelden voor de resultaten
van het onderzoek naar het donorselectiebeleid. De onderzoekers zullen de Nederlandse
onderzoeksresultaten aanbieden aan internationale wetenschappelijke tijdschriften
voor publicatie zodat deze ook internationaal toegankelijk worden. Verder is het onderzoeksrapport
toegezegd aan de Raad van Europa, zodat de Nederlandse gegevens meegenomen kunnen
worden in de aanbevelingen van de Raad van Europa en daarmee ook voor de deelnemende
landen.
Deze leden constateren een groeiende afhankelijkheid van (betaalde) buitenlandse donoren
zoals mede aangehaald in een opiniestuk in het Medisch Contact6. Zou de Minister een reactie kunnen geven op dit opiniestuk?
Er is inderdaad een afhankelijkheid van immunoglobulinen uit het buitenland en daarmee
van (betaalde) plasma van buitenlandse donors. Het beeld van een groeiende afhankelijkheid
deel ik echter niet helemaal. In Nederland wordt al jaren een zodanige hoeveelheid
plasma ingezameld waarmee circa 55% van de Nederlandse behoefte wordt voorzien. Er
is jaarlijks een toenemende behoefte en daarom zamelt Sanquin ook ieder jaar wat meer
plasma in. Dit betekent dat de mate van afhankelijkheid in Nederland min of meer gelijk
blijft.
In het opiniestuk in het Medisch Contact pleiten de auteurs ervoor om de plasmageneesmiddelen
niet langer onder de Europese regelgeving voor de interne markt van geneesmiddelen
te laten vallen, maar alleen onder nationale wetgeving. Wanneer het gaat om geneesmiddelen
uit plasma dan ontkomen we er niet aan dat hier, net als bij alle andere geneesmiddelen,
sprake is van een internationaal opererende markt. Zo lang we in de Europese Unie
met elkaar hebben afgesproken dat dit soort producten geneesmiddelen zijn, hebben
lidstaten zich ook te houden aan de Europese regelgeving voor deze producten. Bovendien
heeft Nederland ook baat bij een interne markt. Nederland is immers niet zelfvoorzienend
wanneer het gaat om immunoglobulinen. Doordat er sprake is van centrale regelgeving
kunnen de artsen en patiënten in Nederland er van op aan dat de producten uit het
buitenland voldoen aan dezelfde kwaliteits- en veiligheidseisen. We hebben in het
afgelopen jaar gezien dat er productieproblemen waren bij Prothya. Het is dan voor
patiënten van groot belang dat zorgverleners de producten elders in kunnen kopen en
dat ze ervan verzekerd zijn dat deze van dezelfde kwaliteit en veiligheid zijn.
Ik besef terdege dat het hier om een kwetsbare voorziening gaat. Daarom vind ik het
een goede zaak dat de Europese Commissie een subsidie ter beschikking heeft gesteld
om de mogelijkheden te onderzoeken van Europese zelfvoorziening. Het project is inmiddels
gestart en in het voorjaar 2024 worden de resultaten verwacht. Ik heb hierover bericht
in de Actualiteitenbrief bloedvoorziening 2022.7
Deze leden vragen of de Minister kan duiden welke medische en ethische gevolgen commerciële
bloeddonatie heeft. Voorts vragen zij of de Minister verder kan toelichten welke impact
deze toenemende afhankelijkheid heeft op de positie van nationale bloedtransfusieorganisaties
zoals Sanquin Bloedvoorziening in Nederland.
Ik ga ervan uit de leden van de D66-fractie met «commerciële bloeddonatie», donaties
tegen betaling bedoelen. Wat de medische en ethische gevolgen zijn van betaalde bloeddonaties
zal per land verschillen. Elk land kan naast de Europese regelgeving ook aanvullende
(veiligheids-)regels stellen en elk land heeft eigen waarden en normen. In Nederland
mag een donor, een kleine attentie daargelaten, niet meer betaald worden dan de in
redelijkheid gemaakte onkosten als gevolg van de donatie. In Nederland heeft zich
nooit de situatie voorgedaan dat donors van bloed/plasma betaald werden voor hun donaties.
De toenemende afhankelijkheid van Europa van betaalde donaties heeft vooralsnog geen
invloed op de positie van Sanquin in Nederland. Op grond van de Wet inzake bloedvoorziening
mag alleen Sanquin bloed en plasma inzamelen om vooral Nederland te voorzien van bloedproducten,
waaronder plasmageneesmiddelen zoals immunoglobulinen. Wanneer in Nederland geen behoefte
bestaat aan deze producten, dan zal het overschot elders verkocht worden, zodat ook
patiënten elders geholpen kunnen worden met deze donaties.
Verder lezen deze leden dat de onderzoeksresultaten van de European Blood Alliance
(EBA) worden afgewacht om te bepalen op welke wijze Europa onafhankelijk kan worden
in haar plasma(geneesmiddelen)-voorziening. Er wordt verwacht dat dit onderzoek in
2024 is afgerond. Welke stappen kan de Minister in de tussentijd zetten om toename
in afhankelijkheid van commerciële bloed- en bloedplasmadonatie te beperken? Kan de
Minister toelichten op welke wijze andere Europese landen zich inzetten om met name
plasmadonatie te bevorderen? Voorts vragen deze leden of de Minister hierbij specifiek
kan ingaan op de situatie in België, waar een substantieel groeimodel wordt gehanteerd.
De afhankelijkheid van Nederland van betaalde donaties in het buitenland is niet toegenomen.
Nederland zamelt nog steeds een zodanige hoeveelheid plasma in dat in circa 55% van
de behoefte aan immunoglobulinen kan worden voorzien. Nederland zal de Europese afhankelijkheid
van (derde) landen waar betaling van donors is toegestaan niet alleen op kunnen lossen.
Ik weet op dit moment niet of en hoe andere Europese landen zich inzetten om meer
plasmadonaties te bevorderen. Daarom is het van belang om de resultaten en de aanbevelingen
af te wachten van het Europese onderzoek. Ik wil hier niet op vooruit lopen. Ik ben
niet bekend met het «substantieel groeimodel» van België. Overigens zet ik mij in
voor een Europese aanpak als het gaat om de leveringszekerheid van medische producten.
Op deze wijze kunnen naar mijn mening eventuele ongewenste afhankelijkheden en kwetsbaarheden
het beste het hoofd geboden worden.
De leden van de D66-fractie lezen dat Sanquin Bloedvoorziening in Nederland zich verder
inzet voor het werven van donoren. Kan de Minister toelichten of de verwachting is
dat met de voorgenomen acties het aantal donoren op peil wordt gebracht? Genoemde
leden lezen dat donoren om meer flexibiliteit vragen. Op welke wijze wordt hier gehoor
aan gegeven?
Sanquin heeft mij laten weten dat met de beoogde acties en campagnes het aantal donors
in ieder geval op peil wordt gehouden. Bij voorkeur groeit dit aantal verder met 20.000
donors. Aan de donor wordt meer flexibiliteit geboden door de donor zelf zijn keuze
te laten maken in wat hij doneert (bloed of plasma) en via een eigen account bij Sanquin
eigen afspraken te laten regelen.
Verder zijn de openingstijden van afnamecentra verruimd zodat de donor uit meer opties
kan kiezen om te doneren.
De reactie op de inbreng van de CDA-fractie
In de brief van 12 oktober 2020 over de verkoop van Sanquin Plasma Products BV (SPP)
aan een consortium schreef de ambtsvoorganger van Minister dat circa 25% van de capaciteit
nu wordt benut door Nederland plasma8. Genoemde leden vragen wat het huidige percentage is. Voor het belangrijkste plasmageneesmiddel,
de immunoglobulinen, heeft SPP ongeveer 55% van de Nederlandse markt in handen, schreef
de Minister destijds. Heeft het consortium nog steeds 55% van de Nederlandse Plasmamarkt?
Kan de Minister data geven over de huidige markt- en financiële positie van het consortium?
Prothya Biosolutions is een private fabrikant die met Sanquin is overeengekomen het
Nederlandse plasma te verwerken tot plasmageneesmiddelen voor de Nederlandse markt.
Dit betekent dat ik geen informatie over Prothya tot mijn beschikking heb anders dan
wat van invloed is op het beschikbaar stellen van plasmageneesmiddelen uit Nederlands
plasma. Bovendien gaat het hier om bedrijfsvertrouwelijke informatie. Wat ik de leden
van de CDA-fractie hier wel kan melden is dat Prothya nog steeds voorziet in 55% van
de Nederlandse behoefte aan immunoglobulinen.
In de antwoorden op een eerder gevoerd schriftelijk overleg van 7 december 20209 staat dat het consortium in SPP investeert zodat het productieproces gemoderniseerd
wordt, de productontwikkeling weer op gang komt en de nodige expertise brengt om SPP
te versterken op de mondiale markt. De leden van de CDA-fractie vragen hoeveel investeringen
inmiddels zijn gedaan. Welke moderniseringen zijn er doorgevoerd?
Desgevraagd laat Prothya weten te hebben geïnvesteerd in Lifecycle management, plasma uit andere landen, werkkapitaal, het aantrekken van personeel, ICT en facilitaire
ondersteuning. Met het oog op bedrijfsvertrouwelijke informatie verstrekt Prothya
geen gegevens over de hoogte van de investeringen.
In antwoorden op hetzelfde schriftelijk overleg schreef de ambtsvoorganger van de
Minister dat zowel Nederland als Europa niet zelfvoorzienend is wat betreft de productie
van plasmageneesmiddelen, maar evenmin voor de inzameling van de grondstof plasma.
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister cijfers kan geven over de huidige
stand van zaken. Zij vragen of de Minister een update kan geven van de tabel op blz.
25 van de beantwoording van het schriftelijk overleg van 7 december 2020.
Op dit moment is circa 37% van het plasma in Europa afkomstig uit de Verenigde Staten.
Het plasma dat in Nederland wordt ingezameld komt tegemoet aan circa 55% van de Nederlandse
behoefte aan immunoglobulinen.
Hierna volgt de actualisatie van de genoemde tabel. Deze actualisatie is mede gebaseerd
op het bijgevoegde rapport.10
Fabrikant
Aandeelhouder(s)
Verwerkingscapaciteit plasma (liter)
Bruto winst (2021)
CSL Behring
beurs genoteerd
23 miljoen1
onbekend
Takeda
beurs genoteerd
ca. 20 miljoen1
€ 3,2 miljard2
Grifols
beurs genoteerd
20 miljoen1
€ 277,8 miljoen
Octapharma
familie Marguerre (Duitsland)
> 7 miljoen
€ 459 miljoen
Kedrion3
50,27% Sestant Int. S.p.A.
49,17% Fondo Strategico
3,2 miljoen
€ 144 miljoen
Biotest
Shanghai Raas Blood Products Co Ltd (China)4
1,5 miljoen
– € 47, 1 miljoen
Bio Products Laboratory3
Tiancheng International Investment Ltd (China)
1,5 miljoen
onbekend
Laboratoire français du Fractionnement et des Biotechnologies (LFB)
Franse overheid
onbekend
onbekend
Prothya Biosolutions
85% Biosolutions LLC, Epstein Capital, Fortissimo Capital, OBF investments en Mesola
Inversiones S.L.
15% Stichting Sanquin Bloedvoorziening
3 miljoen
– € 23,5 miljoen5
€ 2 miljoen6
X Noot
1
inclusief verwerkingscapaciteit in Australië en/of de Verenigde Staten over het fiscale
jaar 31 maart 2021 – 31 maart 2022
X Noot
2
NB. het merendeel van de winst is afkomstig van niet-plasma activiteiten
X Noot
3
vanaf januari 2023 gaan Kedrion en Bio Products Laboratory samen
X Noot
4
vanaf mei 2022: 69,72% aandelen naar Grifols met 96,2% stemrecht
X Noot
5
Prothya Biosolutions Netherlands
X Noot
6
Prothya Biosolutions Belgium
De commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport had de Minister een reactie gevraagd
op de verkoop van Reagents. Nu blijkt dat Stichting Sanquin wél gebruikmaakt van producten
van Reagents, zoals testvloeistoffen. De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister
er op basis van de Wibv dan toch wel zeggenschap over had moeten hebben en of de Minister
wel voorwaarden had kunnen stellen aan de verkoop.
Op basis van de Wet inzake bloedvoorziening heb ik louter zeggenschap over de uitvoering
van de wettelijke taken en niet hóe deze uitvoering plaatsvindt. Zolang Sanquin de
wettelijke taken adequaat uitvoert is het niet zinvol om precies na te gaan met welke
leveranciers Sanquin contracten heeft lopen. Als ik al voorwaarden had willen stellen
aan de verkoop van Reagents BV dan ontbrak het mij aan een wettelijke grondslag hiervoor.
Zoals ik al eerder aan uw Kamer heb laten weten verricht Reagents BV zelf geen werkzaamheden
die verbonden zijn aan de wettelijke taken.11 Volledigheidshalve, Sanquin voert de volgende wettelijke taken uit: het ramen van
de behoefte aan bloed(producten), het inzamelen van bloed/plasma en de zorg voor het
beschikbaar stellen van bloedproducten (waaronder plasmageneesmiddelen).
De Minister schrijft dat de verkoop van Reagents geen invloed heeft op lopende contracten.
Op zich klinkt dat logisch, maar hoe lang lopen die contracten nog? Reagents is verkocht
aan Gilde Healthcare, een gespecialiseerde Europese investeringsmaatschappij met twee
miljard vermogen. Genoemde leden vragen of de Minister kan aangeven wie en waar de
uiteindelijke eigenaren zijn.
Zoals elk ander productiebedrijf heeft Sanquin contracten lopen met meerdere leveranciers,
waaronder Reagens BV. Sanquin heeft mij laten weten dat de looptijd verschilt per
contract en dat het in de regel gaat om duurcontracten. Gilde Healthcare is een investeringsfonds
dat opgericht en statutair gevestigd is in Nederland. Het fonds haalt gelden op bij
(internationale) investeerders waaronder banken, pensioenfondsen, staatsfondsen, stichtingen,
family offices, ondernemers en Gilde-partners. Wie zitting hebben in het bestuur,
is terug te vinden op de website van Gilde Healthcare12.
De Minister schrijft dat er nu 380.000 donoren zijn, oftewel een groei van 5.000 ten
opzichte van vorig jaar. Maar hij schrijft ook dat er 54.000 nieuwe donoren zijn aangesneld.
De leden van de CDA-fractie vragen of dat betekent dat er 49.000 donoren zijn vertrokken.
Is bekend wat de reden hiervan is?
Navraag bij Sanquin leert dat zij jaarlijks een uitstroom zien van ongeveer 10% van
zijn donors. Sanquin streeft ernaar deze uitstroom te compenseren met een instroom
van nieuwe donors. Het is niet altijd bekend waarom donors besluiten niet meer te
doneren, de reden wordt niet altijd gegeven. Zo is er een deel van de donors dat niet
meer reageert op berichten vanuit Sanquin. Anderen stoppen vanwege medische redenen
of door persoonlijke omstandigheden (zoals een verhuizing of een te druk leven).
De Minister schrijft dat het commerciële bedrijf Prothyra Solutions het plasma verwerkt
en voor een commerciële prijs aanbiedt. De leden van de CDA-fractie vragen of voor
alle plasma die in Nederland is opgehaald de producten ook als eerste in Nederland
wordt aangeboden.
Ja, Sanquin heeft hierin dezelfde afspraken gemaakt met Prothya Biosolutions als indertijd
met Sanquin Plasma Products BV toen het nog onderdeel was van de Sanquin groep.
De Minister schrijft dat hij wacht met de uitvoering van de motie Van den Berg c.s.13 over de organisatie van de plasmageneesmiddelenvoorziening binnen Europa en eerst
de resultaten afwacht van het onderzoek van de European Blood Alliance (EBA), welke
worden verwacht in 2024. Deze leden vragen of in het onderzoek van EBA dan niet gekeken
wordt naar zelfvoorzienend zijn.
Het Europese onderzoek heeft als doel om de plasma inzameling binnen de EU te versterken
en de beschikbaarheid van plasmageneesmiddelen te verbeteren. Ook worden de mogelijkheden
bekeken hoe de EU strategisch minder afhankelijk kan worden van de Verenigde Staten
en daarmee een stap dichter bij Europese zelfvoorziening is.
Genoemde leden vragen ten slotte of de eerste verruiming MSM is geëvalueerd voordat
nu onderzoek wordt gedaan naar een tweede verruiming, waarbij mannen die seks hebben
met mannen maar zonder duurzame relatie, ook bloed zouden mogen doneren.
Bij iedere verruiming van het donorselectiebeleid voor MSM worden de ervaringen en
gevolgen van een eerdere wijziging betrokken. Dat zal nu ook weer gebeuren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.M.G. Smals, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
J. Bakker, adjunct-griffier