Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over de opstelling van Nederland tegenover Israël
Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de opstelling van Nederland tegenover Israël (ingezonden 23 november 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 13 januari 2023).
Vraag 1
Klopt het dat Nederland zich van stemming heeft onthouden inzake een conceptresolutie
in het Vierde Comité van de Algemen Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) waarin
het Internationaal Gerechtshof wordt gevraagd om een advisory opinion over de Israëlische
bezetting? Zo ja, waarom – gezien het belang dat u hecht aan het oordeel van een rechter
over juridische kwalificaties?1
Antwoord 1
Dat klopt. Nederland heeft zich onthouden van stemming over de resolutie «Israeli practices affecting the human rights of the Palestinian people in the Occupied
Palestinian Territory, including East Jerusalem». Onderdeel van deze resolutie is een aanvraag aan het Internationaal Gerechtshof
om een Advisory Opinion. Deze aanvraag is pas laat in de onderhandelingen over deze
resolutie ingebracht. Dit liet weinig tijd voor discussie over de tekst van de aanvraag,
terwijl zorgvuldige formulering het Internationaal Gerechtshof beter in staat stelt
alle relevante overwegingen mee te nemen.
Daarnaast bevat deze resolutie een referentie aan de heilige plaatsen in Jerusalem
waarin alleen de Arabische benaming van de Haram al-Sharif wordt genoemd. Nederland
zet zich actief in binnen EU-verband om balans in te brengen in de aanduiding van
de heilige plaatsen, conform motie van het Eerste Kamerlid Schalk (Kamerstuk 35 403, J).
Vraag 2
Wat voor rechter bedoelde u toen u stelde dat de kwalificatie van «apartheid» aan
een rechter is, zoals laatstelijk op 14 oktober? Is een advisory opinion van het IGH
voldoende gezaghebbend?2
Antwoord 2
Een Advisory Opinion van het Internationaal Gerechtshof is een gezaghebbend instrument en draagt bij aan
het bevorderen van de ontwikkeling van de internationale rechtsorde. Het advies dat
nu aan het Internationaal Gerechtshof wordt gevraagd betreft niet expliciet de kwalificatie
van «apartheid», maar verzoekt een Advisory Opinion over de juridische consequenties van de Israëlische bezetting.
Vraag 3
Bent u bekend met het feit dat het WK schaken voor teams, met deelname door Nederland,
deze maand plaatsvindt in een hotel in Oost-Jeruzalem, dat wordt beschouwd als door
Israël bezet Palestijns gebied?3
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Klopt het dat dit hotel is gebouwd op geconfisqueerd Palestijns gebied? Zo ja, vindt
u dat een gepaste locatie voor een wereldkampioenschap?
Antwoord 4
Ja, dit hotel staat in bezet Oost-Jerusalem. Voor Nederland zijn de grenzen van 1967
leidend. Het is echter aan de bond zelf te bepalen hoe hiermee om te gaan.
Vraag 5
Heeft u met de Nederlandse schaakbond contact gehad over de locatie van dit toernooi?
Zo nee, gaat u dat alsnog doen?
Antwoord 5
Ja, er is contact geweest met de Nederlandse schaakbond.
Vraag 6
Bent u bereid om de keuze voor deze locatie te veroordelen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Zie antwoord vraag 4.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.