Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over de studie 'Autopsy-based histopathological characterization of myocarditis after anti-SARS-CoV-2-vaccination'
Vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de studie «Autopsy-based histopathological characterization of myocarditis after anti-SARS-CoV-2-vaccination» (ingezonden 19 december 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 12 januari
2023).
Vraag 1
Bent u bekend met de vorige maand in «Clinical Research in Cardiology» verschenen studie (van Schwab e.a.), getiteld «Autopsy-based histopathological characterization of myocarditis after anti-SARS-CoV-2-vaccination»?
Antwoord 1
Ik ben bekend met de betreffende studie. Ik ben in het commissiedebat van 15 december
jl. op deze studie ingegaan naar aanleiding van vragen van het lid Van Houwelingen
(FvD).
Vraag 2
Is wat u betreft de «Google Translate vertaling» van de volgende Engelse zin uit de
abstract van dit artikel «Thus, myocarditis can be a potentially lethal complication following mRNA-based anti-SARS-CoV-2
vaccination.» correct: «Myocarditis kan dus een potentieel dodelijke complicatie zijn na op mRNA gebaseerde
anti-SARS-CoV-2-vaccinatie»? Indien u zich niet in deze vertaling kunt vinden, zou u dan een in uw ogen betere
vertaling van deze Engelse zin kunnen voorstellen?
Antwoord 2
Dit lijkt mij een passende vertaling.
Vraag 3
Bent u het wel of niet eens met de bovenstaande (op autopsies gebaseerde) conclusie
van deze Heidelbergse onderzoekers, dat wil zeggen, erkent of ontkent u de conclusie
van deze wetenschappers dat myocarditis als gevolg van een op mRNA-gebaseerde vaccinatie
in sommige gevallen mogelijk een dodelijke complicatie (bijwerking) van het vaccin
kan zijn? Indien u deze conclusie niet erkent, waarom niet? Welk bewijs heeft u dat
myocarditis als gevolg van een mRNA-vaccinatie nooit een dodelijke complicatie kan
zijn?
Antwoord 3
Het onderzoek laat zien dat uit autopsie-onderzoeken bij vier van de onderzochte personen
is gebleken dat myocarditis de meest waarschijnlijke doodsoorzaak is en dat het waarschijnlijk
is dat myocarditis is veroorzaakt door vaccinatie. De onderzoekers vermelden hierbij
echter expliciet dat het niet mogelijk is te bewijzen of hier sprake is van een causaal
verband. De onderzoekers stellen ook dat het niet mogelijk is om aan hun onderzoek
epidemiologische conclusies te verbinden en benoemen expliciet dat het onderzoek niets
zegt over de frequentie waarmee myocarditis na vaccinatie tegen COVID-19 voorkomt
en wat de ernst van deze gevallen is. Ook benadrukken de onderzoekers dat uit eerder
wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de incidentie van myocarditis na vaccinatie
erg laag is en dat het risico op ernstige ziekte en sterfte na COVID-19 groter is
dan de risico’s van COVID-19-vaccinatie. Internationaal wordt namelijk veel onderzoek
gedaan naar mogelijke bijwerkingen van de COVID-19 vaccinaties. Hierdoor weten we
dat er een zeer kleine kans op myocarditis en pericarditis na vaccinatie met een mRNA-vaccin
bestaat. Myocarditis en pericarditis zijn dan ook opgenomen als mogelijke, zeer zeldzame
bijwerkingen in de bijsluiters van de COVID-19-vaccins. In de meeste gevallen gaat
myocarditis vanzelf over of is behandeling met medicatie mogelijk. De meeste mensen
bij wie myocarditis of pericarditis optreedt herstellen ook binnen enkele dagen tot
weken na behandeling en houden hier geen blijvende schade aan over. Het is echter
ook bekend dat patiënten met myocarditis in sommige gevallen, als er geen tijdige
signalering en behandeling plaatsvindt, komen te overlijden. De onderzoekers geven
daarom aan dat hun onderzoek kan bijdragen aan de vroegtijdige signalering, monitoring
en behandeling van dergelijke gevallen van myocarditis.
De vaccinatiestrategie van het kabinet is tot stand gekomen op basis van wetenschappelijke
advisering door onder meer de Gezondheidsraad en het OMT-Vaccinaties (OMT-V). Wetenschappelijk
onderzoek naar myocarditis en pericarditis maakt onderdeel van de deskundige afweging
die deze gremia maken in hun adviezen. De consensus in de beschikbare wetenschappelijke
literatuur, waar de onderzoekers in het genoemde artikel ook naar verwijzen, is dat
de kans op myocarditis aanzienlijk hoger is bij een infectie met SARS-CoV-2 dan na
een vaccinatie. Bijwerkingencentrum Lareb stelt dat het risico op myocarditis na een
SARS-CoV-2-infectie 19 keer groter is na een infectie dan na een vaccinatie.1 De gezondheidswinst van een vaccinatie is groter dan het risico op eventuele bijwerkingen
na vaccinatie. Er is echter ook in de uitvoering van het vaccinatieprogramma nog steeds
nadrukkelijk aandacht voor het (kleine) risico op myocarditis en pericarditis. Zo
is op advies van de Gezondheidsraad besloten om mensen jonger dan 45 jaar een herhaalprik
te geven met het vaccin van BioNTech/Pfizer, omdat uit onderzoek bleek dat na er vaccinatie
met het Moderna-vaccin een net iets grotere kans bestond dat myocarditis zou optreden
bij jongere personen dan bij vaccinatie met het vaccin van BioNTech/Pfizer, zoals
ik eerder heb aangegeven in antwoorden op schriftelijke vragen van het lid Van Houwelingen.2 Ik hecht daarnaast veel waarde aan de zorgvuldige monitoring van eventuele bijwerkingen
en ik vertrouw daarbij op de deskundigheid van Lareb en het College ter Beoordeling
van Geneesmiddelen (CBG). Ook internationaal worden mogelijke bijwerkingen zorgvuldig
gemonitord.3
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.