Schriftelijke vragen : De slinkse vertragingspogingen van de Raad van de Europese Unie inzake de Verordening Duurzaam gebruik pesticiden
Vragen van de leden Vestering en Van Raan (beiden PvdD) aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, voor Klimaat en Energie en voor Natuur en Stikstof over de slinkse vertragingspogingen van de Raad van de Europese Unie inzake de Verordening Duurzaam gebruik pesticiden (ingezonden 16 december 2022).
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat er op de agenda van de Europese Energieraad van 19 december
2022 een hamerstuk staat over de Verordening Duurzaam gebruik gewasbeschermingsmiddelen,
dat eigenlijk bij de Landbouw- en Visserijraad thuishoort? Zo ja, kunt u (informatie
over) dit hamerstuk met de Tweede Kamer delen vóórdat de Energieraad plaatsvindt?
Vraag 2
Kunt u uitleggen waarom dit stuk over landbouwgif op de agenda van de Energieraad
staat?
Vraag 3
Beaamt u dat de democratische controle uiterst moeilijk wordt gemaakt wanneer stukken
bij, ogenschijnlijk, willekeurige Raden op de agenda staan? Kunt u zich voorstellen
dat dit achterdocht oproept? Kunt u deze gang van zaken aankaarten bij de Europese
Commissie?
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat het hierboven genoemde stuk gaat om een verzoek vanuit verschillende
lidstaten om een aanvullende economische effectanalyse van de Verordening Duurzaam
gebruik gewasbeschermingsmiddelen, wat tot grote vertraging van de besprekingen van
de verordening zal leiden en wat bovendien overbodig is omdat er al vele analyses
zijn?
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat er vanuit de pesticiden- en agro-industrie een stevige lobby
wordt gevoerd richting de Europese Commissie en de lidstaten voor zo’n aanvullende
analyse met als doel de verordening af te zwakken, waarbij te pas en te onpas naar
de oorlog in Oekraïne wordt verwezen om duurzaamheidsmaatregelen uit te stellen?1
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat u op 17 november 2022 schreef: «Een dergelijke aanvullende effectbeoordeling
zal het verloop van de besprekingen waarschijnlijk vertragen en het is ongewis of
de beoordeling de gewenste duidelijkheid zal kunnen geven. Om die reden is Nederland
geen voorstander van een dergelijke aanvullende effectbeoordeling en geeft het de
voorkeur aan continuering van de besprekingen van het voorstel»?2
Vraag 7
Waarom schrijft u vervolgens op 2 december 2022: «Nederland kan het voorstel steunen,
indien de reikwijdte van het verzoek wordt ingeperkt en het niet tot vertraging van
de EU-besprekingen leidt»?3
Vraag 8
Klopt het dat dit betekent dat u het voorstel voor een aanvullende effectanalyse zal
steunen?
Vraag 9
Wat is er tussen 17 november en 2 december gebeurd waardoor u van tegen- naar voorstander
van deze effectanalyse bent gedraaid? Kunt u hier gedetailleerd op in gaan?
Vraag 10
Deelt u het inzicht dat er reeds voldoende effectanalyses over de verordening zijn
en dat er in het kader van de biodiversiteitscrisis en de volksgezondheid geen sprake
mag zijn van verdere vertraging in de besprekingen van de Verordening duurzaam gebruik
gewasbeschermingsmiddelen?
Vraag 11
Kunt u het agendapunt over deze verordening bij de Energieraad onthameren, zodat hier
op meer democratische wijze over besloten kan worden bij de eerstvolgende Landbouw-
en Visserijraad? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Ziet u in dat een dergelijke manier van ongepast en ondemocratisch handelen het vertrouwen
ondermijnt in de politiek? Zo nee, waarom denkt u dat het vertrouwen niet wordt geschaad?
Vraag 13
Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk voor de Energieraad van 19 december
2022 beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof -
Gericht aan
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Gericht aan
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie -
Indiener
L. Vestering, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
L. van Raan, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.