Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende lijst van vragen en antwoorden
36 250 I Wijziging van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 16 december 2022
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst
van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 5 december 2022 voorgelegd aan de Minister-President, Minister van
Algemene Zaken. Bij brief van 14 december 2022 zijn ze door de Minister-President,
Minister van Algemene Zaken beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Hagen
Adjunct-griffier van de commissie, Honsbeek
1. Wat is de precieze juridische status van Kroondomein Het Loo? Is of zijn er een of
meerdere vruchtgebruiker(s)? Zo ja, kan worden toegelicht, nauwkeurig met relevante
verwijzingen naar de wet- en regelgeving en de leveringsakte, wie de huidige vruchtgebruiker(s)
is of zijn?
2. Klopt het dat de Koning niet de vruchtgebruiker is van Kroondomein Het Loo? Zo ja,
sinds wanneer is de regering hiervan op de hoogte? Zo nee, op basis van welke wet-
en regelgeving blijkt dat er wel sprake is van vruchtgebruik door de Koning?
3. Klopt het dat er bij het gebruik van Kroondomein het Loo sprake is van een juridisch
gelijkwaardige verhouding waardoor er afspraken gemaakt dienen te worden tussen de
eigenaar (de Staat) en de gebruiker(s)? Betekent dit dat de regering daarom akkoord
moet gaan met het precieze gebruik van het Kroondomein, ook gedurende de periode dat
het Kroondomein gesloten is? Kan dit antwoord worden onderbouwd met verwijzing naar
de relevante juridische bronnen?
4. Kan in een schematisch overzicht met verwijzing naar juridische bronnen uitgelegd
worden hoe het kan dat er subsidie wordt verstrekt voor het beheer van Kroondomein
Het Loo en dat het Kroondomein tevens enige maanden per jaar gesloten is voor publiek,
terwijl dit volgens de subsidievoorwaarden niet toegestaan is? Kan hierbij ingegaan
worden op de juridische status van het Kroondomein, de juridische status van de Staat
als eigenaar, de juridische status van de gebruiker(s) en de juridische aspecten van
de beheers-subsidie?
Antwoord op de vragen 1 tot en met 4:
In een brief van 21 november 2022 heeft Minister van der Wal de juridische status
van Kroondomein het Loo toegelicht, en de verstrekking van de subsidie.
De rechten en plichten die de Koning heeft met betrekking tot het Kroondomein zijn
te vinden in de Wet op het Kroondomein in samenhang met de schenkingsakte. Die rechten
en verplichtingen vertonen gelijkenis met de rechten en verplichtingen die een vruchtgebruiker
heeft op grond van het Burgerlijk Wetboek, maar gaan op onderdelen ook verder. In
de memorie van toelichting op de Wet op het Kroondomein (Kamerstuk 10 686, nr. 3) is het volgende gesteld: «Derhalve is het in 1959 aan de staat geschonkene weliswaar
formeel eigendom van de staat, economisch is het echter te beschouwen als een aan
de persoon van de Kroondrager gebonden en tot diens particuliere sfeer behorend vermogen,
dat ter waarborging van de bestemming ervan onder de hoede van de staat is geplaatst.
De Hoge Schenkster beoogde blijkens de overwegingen van de schenkingsakte te waarborgen
dat Haar na te vermelden bezit één geheel blijven en het genot daarvan voorbehouden
blijve aan diegene van Haar afstammelingen die Drager is van de Kroon [...].» Dit
betekent dat het eigenlijke Kroondomein wordt geëxploiteerd door de kroondrager, waarbij
alle baten en lasten voor zijn rekening komen. Eerder is, om de verhouding van de
Kroondrager tot het Kroondomein op eenvoudiger wijze te duiden, de term vruchtgebruik
gebruikt. Dat heeft helaas tot onduidelijkheid geleid. In het vervolg zal het kabinet
daarom het begrip «de rechten en plichten van de Kroondrager met betrekking tot het
Kroondomein» gebruiken.
De subsidie ten behoeve van het natuurbeheer binnen het Kroondomein wordt verleend
op basis van artikel 4a van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies. Op grond van de Wet
op het Kroondomein ligt de verantwoordelijkheid voor het beheer bij de Kroondrager,
vertegenwoordigd door de rentmeester. De Minister voor Natuur en Stikstof bepaalt
de voorwaarden voor subsidieverlening voor natuurbeheer en is daarbij uiteraard niet
gebonden aan voorwaarden die andere overheden stellen bij dergelijke subsidies, al
wordt daarbij zoveel mogelijk aansluiting gezocht. De rechten en verplichtingen van
de Kroondrager worden geregeld in de Wet op het Kroondomein in samenhang met de schenkingsakte.
Waar het genot, de inkomsten, de lasten en de verantwoordelijkheid voor het beheer
bij de Kroondrager liggen en de Kroondrager door de subsidiegever gewenst natuurbeheer
voert en daarvoor extra kosten maakt, wordt daarvoor van rijkswege een vergelijkbare
subsidie verleend als eigenaren en erfpachters kunnen ontvangen op grond van de provinciale
subsidieregelingen voor natuurbeheer.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.B. Hagen, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
G.C. Honsbeek, adjunct-griffier