Schriftelijke vragen : Het rapport dat het ministerie van Buitenlandse Zaken zich schuldig maakt aan institutioneel racisme
Vragen van het lid Sylvana Simons (BIJ1) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over institutioneel racisme binnen het Ministerie van Buitenlandse Zaken over het rapport dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken zich schuldig maakt aan institutioneel racisme (ingezonden 14 december 2022).
Vraag 1
Zou u willen ingaan op de conclusie uit het rapport1, 2 dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken zich schuldig maakt aan institutioneel
racisme op basis van maar liefst zes structurele processen? Zou u, gegeven dat in
de managementreactie op het rapport dit niet één keer wordt genoemd, alsnog expliciet
willen bevestigen en erkennen dat het ministerie zich schuldig maakt aan institutioneel
racisme zoals weergegeven in het rapport?
Vraag 2
Zou u willen reflecteren op het citaat van de managementreactie op het rapport waar
staat dat de secretaris-generaal: «ervan overtuigd is dat nagenoeg al onze collega’s
wereldwijd racisme veroordelen en dat zij zich met ons krachtig willen inzetten voor
het voorkomen en bestrijden ervan», en toelichten op welke informatie deze uitspraak
is gebaseerd? Bent u het eens met de stelling dat het tegenovergestelde te concluderen
is met de uitkomst van het rapport, gezien het wijdverbreide en institutionele karakter
van racisme binnen het ministerie – zowel in Den Haag als op de posten wereldwijd?
Is het rapport niet juist aanleiding om onderzoek te doen naar het naleven en uitdragen
van racistisch en extreemrechts gedachtegoed onder ambtenaren bij het Ministerie van
Buitenlandse Zaken?
Vraag 3
Hoe kijkt u naar de bevindingen uit het rapport die wijzen op alledaags racisme jegens
medewerkers op het ministerie, en het feit dat dit tot op heden onopgemerkt is gebleven?
Welke conclusies trekt u uit het feit dat dit zo lang onopgemerkt heeft kunnen plaatsvinden,
zonder enig ingrijpen? Hoe reflecteert u op de getuigenis van de voormalig coördinator
diversiteit en inclusie waaruit blijkt dat ze dagelijks met schrijnende verhalen werd
geconfronteerd en al lange tijd de indruk had dat er een onverbeterbare angstcultuur
heerst binnen het Ministerie van Buitenlandse zaken?3
Vraag 4
Zou u willen reflecteren op het feit dat er tot op heden geen officiële klachten zijn
ingediend, en wat dat zegt over de meldingsbereidheid en dus het veiligheidsgevoel
van mensen binnen de organisatie? Gaat er onderzoek verricht worden naar eventuele
strafbare feiten die door ambtenaren zijn gepleegd op een manier die de veiligheid
en anonimiteit van slachtoffers garandeert?
Vraag 5
Bent u van plan de cultuur binnen de organisatie drastisch te evalueren, en bent u
bereid om radicaal in te grijpen om het veiligheidsgevoel van werknemers te verbeteren?
Zo ja, welke stappen kunnen we daartoe verwachten? Hoe oordeelt u over het feit dat
in het onderzoek duidelijk wordt dat leidinggevenden racisme niet alleen tolereren,
maar er zelf structureel schuldig aan zijn? Welke stappen worden ondernomen om hen
ter verantwoording te roepen voor racistisch gedrag, en het falen van het garanderen
van veiligheid op de werkvloer?
Vraag 6
Kunt u definitief uitspreken dat er voor mensen die zich op wat voor manier dan ook
schuldig hebben gemaakt aan racistische en andere stigmatiserende uitspraken, opmerkingen
en denkbeelden op geen enkele manier nog plaats mag zijn binnen de organisatie, en
dat overtreders dus ook zullen worden ontslagen en vervolgd? Zo ja, hoe gaat u dit
naleven?
Vraag 7
Aangezien in de managementreactie wordt uiteengezet welke acties het ministerie zal
ondernemen om gevolg te geven aan de aanbevelingen van het rapport, zou u kunnen toelichten
wanneer hiervoor een gedetailleerd en uitgewerkt plan komt dat integraal is en zichtbaar
aansluit bij het Nationaal Programma Racisme en Discriminatie van de Nationaal Coördinator
tegen Racisme en Discriminatie (NCRD)? Op welke wijze en wanneer wordt voortgang op
deze acties gemonitord en wanneer kunnen we het eerste voortgangsrapport verwachten?
Vraag 9
Waarom wordt er geen melding gemaakt in de managementreactie van de suggesties voor
vervolgonderzoek die vermeld staan in de aanbevelingen van het rapport? Op welke wijze
worden deze onderzoeksaanbevelingen alsnog ingebed? Kunnen deze met een tijdspad worden
toegelicht?
Vraag 10
Zou u willen reflecteren op de berichten dat leidinggevenden specifieke culturen uitmaakte
voor «luilakken» en «criminelen», dat Afrikaanse landen door ambtenaren uitgemaakt
zijn voor «apenlanden», en dat deze racistische uitingen ook gehoord zijn op afdelingen
die zich richten op ontwikkelingssamenwerking met Afrikaanse landen? Gaat er onderzoek
verricht worden hoe racisme en discriminatie effect heeft gehad op formeel beleid
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, aangezien een momenteel onbekend deel van
dit beleid is aangestuurd door mensen die zich structureel schuldig maken van racistische
overtuigingen? Gaat er onderzoek verricht worden hoe racisme en discriminatie effect
hebben gehad op contacten met burgers en lokale bevolkingen? Zo nee, waarom?
Vraag 11
Bent u van mening dat op basis van de zeer zorgelijke bevindingen die uit dit onderzoek
zijn gekomen, en de enorme impact die dit heeft op onder andere het veiligheidsgevoel
van mensen op de werkvloer, evenals uitvoerend beleid en de geloofwaardigheid van
ministeries, een dergelijk onderzoek uitgevoerd zou moeten worden bij alle ministeries?
Zo ja, bent u bereid dit binnen het kabinet integraal te bespreken en hier een plan
voor op te stellen, en in de uitvoering hiervan de samenwerking aan te gaan met de
Nationaal Coördinator tegen Racisme en Discriminatie?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.H. (Sylvana) Simons, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.