Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit in verband met het verbieden van de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten op afstand (Kamerstuk 32011-96)
32 011 Tabaksbeleid
32 793
Preventief gezondheidsbeleid
Nr. 99
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 12 december 2022
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen
en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport over de brief van 14 oktober 2022 inzake het ontwerpbesluit houdende wijziging
van het Tabaks- en rookwarenbesluit in verband met het verbieden van de verkoop van
tabaksproducten en aanverwante producten op afstand (Kamerstukken 32 011 en 32 793, nr. 96).
De vragen en opmerkingen zijn op 9 november 2022 aan Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport voorgelegd. Bij brief van 9 december 2022 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Smals
Adjunct-griffier van de commissie, Heller
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het Ontwerpbesluit houdende wijziging
van het Tabaks- en rookwarenbesluit in verband met het verbieden van de verkoop van
tabaksproducten en aanverwante producten op afstand en hebben daarover nog enkele
vragen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat het huidige aantal verkooppunten van tabaksproducten
en aanverwante producten op bijna 16.000 wordt geschat en dit naar verwachting de
komende jaren nog zal toenemen. Hoe valt deze toename te verklaren gegeven de ambities
van het verminderen van de verkooppunten uit het Nationaal Preventieakkoord? Het toezicht
en de handhaving op deze regelgeving zal de verantwoordelijkheid zijn van de Nederlandse
Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De leden van de VVD-fractie vragen de Staatssecretaris
wat de gevolgen zullen zijn voor bedrijven die na de inwerkingtreding van het verbod
op verkoop op afstand van tabaksproducten en aanverwante producten toch nog deze producten
aanbieden. De leden van de VVD-fractie lezen dat het onbekend is hoeveel winkels tabaksproducten
en aanverwante producten online verkopen. Hoe wordt geborgd dat de NVWA adequaat toezicht
kan houden, gezien het onbekende aantal winkels dat producten online verkoopt? Hoe
wordt met het onderhavige verbod voorkomen dat tabaksproducten en aanverwante producten
via kanalen als TikTok en avondwinkels zullen worden aangeboden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het ontwerpbesluit.
Zij lezen in de nota van toelichting dat er zorgen in het veld zijn over of de NVWA
voldoende capaciteit heeft om het verbod te handhaven. De Staatssecretaris schrijft
dat de Staatssecretaris en de NVWA zelf geen problemen hierin voorzien. Kan de Staatssecretaris
verder uitweiden over de zorgen, maar ook over het beschreven vertrouwen in voldoende
capaciteit? Verder lezen de leden van de D66-fractie dat er tussen 2014 en 2020 een
lichte stijging is geweest van online koop door rokers, van 0,1 procent naar 0,6 procent.
Kan de Staatssecretaris reflecteren op deze stijging en de bijbehorende toekomstscenario’s?
Is er meer recente data beschikbaar, zoals bijvoorbeeld van de International Tobacco
Control Netherlands Survey? Gegeven recente ontwikkelingen vragen deze leden de Staatssecretaris
meer specifiek of er data beschikbaar is over online tabaksverkoop via flitsbezorgers
en online supermarkt bestellingen. Tevens vragen genoemde leden of de Staatssecretaris
verder kan uitweiden over de verwachte effectiviteit van de maatregel. Als laatste
vragen zij de Staatssecretaris naar een tijdspad voor het verminderen van het aantal
verkooppunten.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de het ontwerpbesluit en hebben
daarover nog enkele vragen en opmerkingen. De leden van de PVV-fractie onderschrijven
de rookvrije generatie en het ontmoedigen van zowel tabaksproducten als aanverwante
producten bij jongeren. Met het verbod op verkoop op afstand wordt het verboden dat
bedrijven hun tabaksproducten en aanverwante producten online aanbieden aan consumenten
in Nederland. Genoemde leden merken op dat deze producten enkel nog voorbehouden zijn
aan volwassenen en vragen de Staatssecretaris waarom niet meer ingezet wordt op de
naleving van het verplichte leeftijdsverificatiesysteem. Het verbieden van de verkoop
op afstand van (e-)sigaretten zal bepaalde groepen rokers/dampers meer dan gemiddeld
treffen. Dan gaat het vooral om mensen met een lichamelijke beperking, ouderen die
veelal telefonisch bestellen en laten bezorgen, en mensen die niet in de omgeving
van een speciaalzaak wonen. Voor wat betreft de online verkoop van e-sigaretten merken
de leden van de PVV-fractie op dat in sommige gebieden geen enkele dampwinkel te vinden
is en de verkoop van e-sigaretten in deze gebieden vrijwel volledig online verloopt.
Zij ontvangen in dit kader graag een reactie van de Staatssecretaris. Genoemde leden
vragen de Staatssecretaris verder of de NWVA wel genoeg capaciteit heeft om straks
het verbod te kunnen handhaven. De leden van de PVV-fractie merken op dat verkopers
van e-sigaretten veelal kleine zelfstandige ondernemers zijn die voor honderd procent
afhankelijk zijn van de verkoop van dampwaren. De dekking van het aantal verkooppunten
van dampwaren is laag, terwijl de online verkoop uit ruim veertig procent van de totale
omzet bestaat. Klopt het dat SEO de effecten van deze maatregel op de online verkoop
van aanverwante producten niet onderzocht heeft? Is de Staatssecretaris bereid alsnog
onderzoek te verrichten? Kan de Staatssecretaris aangeven hoeveel van de nu op de
markt beschikbare e-liquids met tabakssmaak behouden blijft?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie zijn blij dat online verkoop van tabaksproducten en aanverwante
producten binnenkort aan banden wordt gelegd. Dit neemt niet weg dat zij zich grote
zorgen maken over het bereiken van de doelstellingen uit het Nationaal Preventieakkoord.
Ook het RIVM deelt deze zorgen. Uit recent onderzoek van Independer blijkt dat het
aantal dagelijks rokende 12- tot 16-jarigen is toegenomen. Hoe wil de Staatssecretaris
deze opwaartse trend keren? Heeft de Staatssecretaris er nog steeds vertrouwen in
dat de doelstelling van een rookvrije generatie in 2040 gehaald zal worden? Deze toename
kan niet los worden gezien van de populariteit van e-sigaretten/vapen onder jongeren.
Met vapen bouwen jongeren een nicotineverslaving op en wordt de overstap naar sigaretten
kleiner. Deze leden vinden het dan ook positief dat er in het verbod op online verkoop
geen onderscheid wordt gemaakt tussen tabaksproducten en aanverwante producten, zoals
vapes. Er gebeurt echter nog lang niet genoeg. Deelt de Staatssecretaris de zorgen
over deze «vape-epidemie»? Zo ja, welke stappen gaat de Staatssecretaris zetten om
deze «vape-epidemie» te voorkomen? Zo nee, waarom niet? Deelt de Staatssecretaris
de mening dat ook op e-sigaretten accijnzen geheven zouden moeten worden? Verwacht
de Staatssecretaris dat e-sigaretten worden toegevoegd aan de EU-richtlijnen op de
accijnzen? Zo ja, kan de Staatssecretaris beschrijven hoe het verdere proces eruitziet
om e-sigaretten toe te voegen aan de EU-richtlijnen, inclusief tijdslijn? Zo nee,
waarom niet?
De leden van de PvdA-fractie staan achter de doelstelling om het aantal verkooppunten
voor tabaksproducten en aanverwante producten te verminderen. Wat deze leden betreft
moet verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten zo snel mogelijk worden
beperkt tot tabaksspeciaalzaken, waar volwassenen vrijwel exclusief heen gaan voor
de verkoop van deze producten. Waarom kiest de Staatssecretaris ervoor om pas vanaf
2030 deze stap te zetten? Heeft de Staatssecretaris bij deze tijdslijn meegenomen
dat het aantal volwassen rokers in het afgelopen jaar is gestagneerd en het aantal
rokende kinderen is toegenomen? Zo ja, hoe is dit meegenomen? Zo nee, waarom niet?
Is de Staatssecretaris bereid om samen met de PvdA te kijken of de afbouw van het
aantal verkooppunten versneld kan worden en te kijken welke andere stappen er gezet
kunnen worden om roken te ontmoedigen? Het valt de leden van de PvdA-fractie op dat
Nederland, in vergelijking met andere Europese landen, rijkelijk laat is met het verbod
op online verkoop. Waarom heeft dit zo lang geduurd?
Voor de leden van de PvdA-fractie is het niet duidelijk of grensoverschrijdende verkoop
op afstand door in Nederland gevestigde detaillisten al met het ingaan van deze wetswijziging
kan worden ingevoerd, vanwege de volgende passage: «Omwille van de duidelijkheid en
de handhaafbaarheid zal het verbod op grensoverschrijdende verkoop op afstand door
in Nederland gevestigde detaillisten aan consumenten in andere staten van de EER en
in derde landen gelijktijdig inwerkingtreden, op het moment dat de wet is aangepast.».
Valt deze aanpassing van de wet samen met wijziging uit voorliggend schriftelijk overleg?
De leden van de PvdA-fractie zijn blij dat de NVWA de maatregel als handhaafbaar ervaart.
Ook lezen deze leden dat de Staatssecretaris weinig problemen voorziet, omdat het
aantal verkooppunten van tabak gaat afnemen. Dit stelt de aan het woord zijnde leden
niet gerust. Deze leden hebben zorgwekkende verhalen gehoord over minderjarigen die
makkelijk aan vapes kunnen komen, zowel online als in de winkel. De handhaving is
volgens deze leden nu al ondermaats. Daarom zijn zij benieuwd waarom verwacht wordt
dat de NVWA deze nieuwe regelgeving wel effectief kan handhaven. Hoeveel capaciteit
verwacht de NVWA dat handhaving van deze regelgeving kost? Krijgt de NVWA extra capaciteit
om deze regelgeving te handhaven? Zo ja, hoe veel? Zo nee, waarom niet? Welke andere
mogelijkheden ziet de Staatssecretaris om handhaving te verbeteren, juist ook in de
fysieke winkel, nu online verkoop verboden wordt? Genoemde leden zijn benieuwd of
en hoe de Kamer wordt geïnformeerd over hoe handhaving van dit verbod loopt, zowel
binnen Nederland als in het buitenland.
De leden van de PvdA-fractie horen graag van de Staatssecretaris hoe lang de uitverkoop-regeling
voor e-sigaretten met smaakstoffen geldt. Deze leden willen de duur van zo’n overgangsperiode
zo veel mogelijk beperken en realiseren zich dat het belangrijk is voor verkopers
om zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen over de uitverkoop-regeling. Zij horen
daarom graag hoelang deze regeling zal duren en welke overwegingen zijn meegenomen
voor het vaststellen van de duur van de uitverkoop-regeling.
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie maken van de gelegenheid gebruik om een enkele
vraag te stellen over het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit
in verband met het verbieden van de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten
op afstand.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de Staatssecretaris waarom invoering van
het verbod op verkoop van tabaks- en aanverwante producten op afstand is verplaatst
naar 1 juli 2023. Het afgelopen jaar is de rookprevalentie gestagneerd en met betrekking
tot kinderen en jongeren zien deze leden zorgelijke ontwikkelingen met betrekking
tot de populariteit van vapen. Genoemde leden sporen de Staatssecretaris aan om geen
verdere vertraging in de invoering van het verbod te laten ontstaan.
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie heeft met interesse kennisgenomen van het ontwerpbesluit.
Het lid kan zich vinden in de redenatie achter het voorgenomen verbod: enerzijds wordt
de verkoop van tabak in de supermarkt zo niet vervangen door online verkoop en anderzijds
voorkomt dit verkoop aan jongeren die geen tabak mogen kopen. Online verkoop betreft
echter ook vaak verkoop van aanverwante producten, zoals e-sigaretten en de smaakjes
daarvoor. De Staatssecretaris heeft aangegeven dat veel jongeren vapen, ondanks dat
dit verboden is, en heeft aangegeven dat de e-sigaret een opstap is naar tabak roken.
Net als de Staatssecretaris vindt het lid van de BBB-fractie dit onwenselijk. Echter,
de e-sigaret wordt niet alleen gebruikt als «opstapje» naar roken, maar ook als «afstapje».
Het lid van de BBB-fractie denkt daarom dat de e-sigaret een functie heeft om te komen
tot een rookvrije generatie. Het lid van de BBB-fractie wil daarom graag van de Staatssecretaris
weten of dit onderzocht is en of er ook bekeken is hoe de e-sigaret hier actief aan
bij kan dragen?
II. Reactie van de Staatssecretaris
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vraag
De leden van de VVD-fractie lezen dat het huidige aantal verkooppunten van tabaksproducten
en aanverwante producten op bijna 16.000 wordt geschat en dit naar verwachting de
komende jaren nog zal toenemen. Hoe valt deze toename te verklaren gegeven de ambities
van het verminderen van de verkooppunten uit het Nationaal Preventieakkoord?
Antwoord
Het aantal van 16.000 verkooppunten betreft een schatting uit 2020 van onderzoeksinstituut
SEO. SEO voorspelt hierbij ook dat het aantal zal toenemen als er op dat moment geen
maatregelen zouden worden genomen om het aantal verkooppunten te verminderen. Naar
aanleiding van het Nationaal Preventieakkoord (NPA) is inmiddels besloten de online
verkoop per 2023 te verbieden en de verkoop in supermarkten in 2024. Daarnaast is
in 2022 het verbod op zelfbedieningsautomaten in de horeca ingevoerd. Door deze drie
maatregelen zal het aantal verkooppunten eind 2024 naar verwachting een stuk lager
liggen dan in 2020 werd verwacht.
Vraag
Het toezicht en de handhaving op deze regelgeving zal de verantwoordelijkheid zijn
van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De leden van de VVD-fractie
vragen de Staatssecretaris wat de gevolgen zullen zijn voor bedrijven die na de inwerkingtreding
van het verbod op verkoop op afstand van tabaksproducten en aanverwante producten
toch nog deze producten aanbieden.
Antwoord
Indien de NVWA een overtreding van het verbod op verkoop op afstand constateert, dan
treedt ze op volgens haar (specifieke) interventiebeleid. Voor een overtreding van
het verbod op verkoop op afstand kan op basis van de Tabaks- en rookwarenwet door
de NVWA een bestuurlijke boete worden opgelegd. Op grond van artikel 9a van deze wet
kan een bestuurlijke boete van € 1.360,- worden opgelegd wanneer de overtreding is
begaan door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die op de dag waarop de overtreding
is begaan minder dan vijftig werknemers telde. Voor overtredingen begaan door een
natuurlijke persoon of een rechtspersoon met vijftig of meer werknemers kan een bestuurlijke
boete van € 2.720,- worden opgelegd. Deze bedragen worden verhoogd bij herhaalde overtredingen.
Vraag
De leden van de VVD-fractie lezen dat het onbekend is hoeveel winkels tabaksproducten
en aanverwante producten online verkopen. Hoe wordt geborgd dat de NVWA adequaat toezicht
kan houden, gezien het onbekende aantal winkels dat producten online verkoopt?
Antwoord
Met het verbod op verkoop op afstand wordt het verboden dat bedrijven hun tabaksproducten
en aanverwante producten online aanbieden. De NVWA hoeft in dat kader slechts toe
te zien of deze producten online door bedrijven worden aangeboden en indien nodig
daartegen handhavend op te treden. Dit is voor de NVWA naar eigen zeggen uitvoerbaar
en handhaafbaar. De NVWA houdt risico-gericht toezicht; meldingen en signalen worden
daarin meegenomen. Daarnaast heeft de NVWA tools, zoals een webscraper, om websites
in kaart te brengen.
Vraag
Hoe wordt met het onderhavige verbod voorkomen dat tabaksproducten en aanverwante
producten via kanalen als TikTok en avondwinkels zullen worden aangeboden?
Antwoord
Het verbod op online verkoop betreft een verbod op afstandsverkoop en verkoop via
sociale media, zoals Tiktok, valt hier ook onder. De verkoop van tabaksproducten en
aanverwante producten via avondwinkels blijft voorlopig toegestaan. Naar verwachting
valt een deel van de avondwinkels onder het verbod op verkoop bij supermarkten dat
in 2024 in werking zal treden. De overige avondwinkels vallen qua assortiment mogelijk
onder gemakswinkels die voorlopig nog deze producten mogen blijven verkopen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vraag
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het ontwerpbesluit.
Zij lezen in de nota van toelichting dat er zorgen in het veld zijn over of de NVWA
voldoende capaciteit heeft om het verbod te handhaven. De Staatssecretaris schrijft
dat de Staatssecretaris en de NVWA zelf geen problemen hierin voorzien. Kan de Staatssecretaris
verder uitweiden over de zorgen, maar ook over het beschreven vertrouwen in voldoende
capaciteit?
Antwoord
In het kader van de toets op de handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid
(HUF-toets) concludeert de NVWA zelf dat de voorgestelde wijziging handhaafbaar en
uitvoerbaar is. De handhaving op het verbod op verkoop op afstand maakt onderdeel
uit van een heel pakket wettelijke maatregelen waarop de NVWA toeziet. De afname van
het aantal verkooppunten zal er bijvoorbeeld voor zorgen dat er minder verkooppunten
zijn die hoeven te worden gecontroleerd op naleving van onder andere het reclameverbod
of de leeftijdsgrens. In dat kader concludeert de NVWA dat voor de handhaving van
het verbod op verkoop op afstand capaciteit beschikbaar is voor het houden van risicogericht
toezicht.
Vraag
Verder lezen de leden van de D66-fractie dat er tussen 2014 en 2020 een lichte stijging
is geweest van online koop door rokers, van 0,1 procent naar 0,6 procent. Kan de Staatssecretaris
reflecteren op deze stijging en de bijbehorende toekomstscenario’s?
Antwoord
Het is niet uitgesloten dat door het beperken van de fysieke verkooppunten de komende
jaren, de online verkoop, ware deze maatregel niet getroffen, nog verder zou toenemen.
Vraag
Is er meer recente data beschikbaar, zoals bijvoorbeeld van de International Tobacco
Control Netherlands Survey?
Antwoord
Er is helaas geen recentere data beschikbaar over de online verkoop van tabaksproducten
en aanverwante producten, ook niet uit de International Tobacco Control Survey.
Vraag
Gegeven recente ontwikkelingen vragen deze leden de Staatssecretaris meer specifiek
of er data beschikbaar is over online tabaksverkoop via flitsbezorgers en online supermarkt
bestellingen.
Antwoord
Er is geen specifieke data beschikbaar over online tabaksverkoop via flitsbezorgers
en online supermarkt bestellingen. Wel is bekend dat niet alle flitsbezorgers, en
ook niet alle online supermarkten tabaksproducten en aanverwante producten verkopen.
Vraag
Tevens vragen genoemde leden of de Staatssecretaris verder kan uitweiden over de verwachte
effectiviteit van de maatregel.
Antwoord
Zoals in de nota van toelichting is opgenomen is het percentage consumenten dat hun
tabaksproducten online aankoopt laag. De directe effectiviteit van de maatregel is
daardoor naar verwachting niet heel groot. In samenhang met het verbod op verkoop
in supermarkten zorgt het echter wel voor een sterke beperking in de beschikbaarheid
van tabaksproducten. Daarnaast is substitutie naar online aankopen niet mogelijk.
Mogelijkerwijs zou het aantal consumenten dat online tabaksproducten koopt de komende
jaren toenemen als het aantal fysieke verkooppunten wordt beperkt.
Vraag
Als laatste vragen zij de Staatssecretaris naar een tijdspad voor het verminderen
van het aantal verkooppunten.
Antwoord
De afgelopen jaren is de vermindering van het aantal verkooppunten ingezet door het
verbod op zelfbedieningsautomaten in de horeca dat op 1 januari 2022 in werking is
getreden. Daarnaast zullen in de komende twee jaar de verkoop op afstand en de verkoop
bij supermarkten worden verboden. Verder heeft uw Kamer op 2 december jl. de brief
met toekomstige tabaksmaatregelen ontvangen waarin het tijdpad voor het verminderen
van het aantal verkooppunten van tabaksproducten en aanverwante producten is vermeld.1 Vanaf 2030 zal er een verkoopverbod voor tankstations worden ingevoerd, en vanaf
2032 zullen tabaksproducten en aanverwante producten enkel nog mogen worden verkocht
bij tabaksspeciaalzaken. Daarnaast zal vanaf 2025 de verkoop van elektronische dampwaar
enkel nog toegestaan zijn bij tabaksspeciaalzaken.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vraag
De leden van de PVV-fractie onderschrijven de rookvrije generatie en het ontmoedigen
van zowel tabaksproducten als aanverwante producten bij jongeren. Met het verbod op
verkoop op afstand wordt het verboden dat bedrijven hun tabaksproducten en aanverwante
producten online aanbieden aan consumenten in Nederland. Genoemde leden merken op
dat deze producten enkel nog voorbehouden zijn aan volwassenen en vragen de Staatssecretaris
waarom niet meer ingezet wordt op de naleving van het verplichte leeftijdsverificatiesysteem.
Antwoord
Er is allereerst ingezet op naleving van het verplichte leeftijdsverfificatiesysteem.
Volgens de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit laat de naleving van dit verplichte
leeftijdsverificatiesysteem echter te wensen over. Een vijfde (20%) van de jongeren
die weleens tabaksproducten koopt, heeft dat in het afgelopen jaar via internet gedaan.
Het merendeel van hen heeft daarbij een onjuiste leeftijd of geboortedatum ingevuld.
Op het moment van bezorgen is 43% gevraagd naar hun leeftijd en/of identiteitsbewijs,
bij een derde (34%) heeft de bezorger desondanks nooit geweigerd om de tabaksproducten
af te geven. E-sigaretten worden met name bij speciaalzaken (62%) maar ook via internet
(43%) gekocht. Het merendeel (86%) vult een onjuiste leeftijd of geboortedatum in.
Slechts een vijfde (21%) is door de bezorger op moment van bezorging weleens gevraagd
naar zijn/haar leeftijd en/of identiteitsbewijs. Van hen heeft bij 38% de bezorger
nooit geweigerd de e-sigaretten af te geven.2 Deze zorgelijke cijfers hebben de regering gesteund in de keuze om de afstandsverkoop
te verbieden.
Vraag
Het verbieden van de verkoop op afstand van (e-)sigaretten zal bepaalde groepen rokers/dampers
meer dan gemiddeld treffen. Dan gaat het vooral om mensen met een lichamelijke beperking,
ouderen die veelal telefonisch bestellen en laten bezorgen, en mensen die niet in
de omgeving van een speciaalzaak wonen. Voor wat betreft de online verkoop van e-sigaretten
merken de leden van de PVV-fractie op dat in sommige gebieden geen enkele dampwinkel
te vinden is en de verkoop van e-sigaretten in deze gebieden vrijwel volledig online
verloopt. Zij ontvangen in dit kader graag een reactie van de Staatssecretaris.
Antwoord
Tijdens de internetconsultatie heeft een klein aantal respondenten als argument aangedragen
dat sommige producten niet in fysieke winkels in de directe omgeving worden aangeboden,
waardoor consumenten zijn aangewezen op online verkoop. Door het online verkoopverbod
zijn deze producten mogelijk niet meer beschikbaar voor mensen die fysiek niet in
staat zijn een winkel te bezoeken. Hoewel de regering zich voor kan stellen dat deze
maatregel ingrijpend kan zijn voor deze mensen, is het verminderen van de beschikbaarheid
van tabaksproducten en aanverwante producten het doel van het online verkoopverbod.
Vraag
Genoemde leden vragen de Staatssecretaris verder of de NWVA wel genoeg capaciteit
heeft om straks het verbod te kunnen handhaven.
Antwoord
In het kader van de toets op de handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid
(HUF-toets) concludeert de NVWA zelf dat de voorgestelde wijziging handhaafbaar en
uitvoerbaar is. De handhaving op het verbod op verkoop op afstand maakt onderdeel
uit van een heel pakket wettelijke maatregelen waarop de NVWA toeziet. De afname van
het aantal verkooppunten zal er bijvoorbeeld voor zorgen dat er minder verkooppunten
zijn die hoeven te worden gecontroleerd op naleving van onder andere het reclameverbod
of de leeftijdsgrens. In dat kader concludeert de NVWA dat voor de handhaving van
het verbod op verkoop op afstand capaciteit beschikbaar is om risicogericht te houden.
Vraag
De leden van de PVV-fractie merken op dat verkopers van e-sigaretten veelal kleine
zelfstandige ondernemers zijn die voor honderd procent afhankelijk zijn van de verkoop
van dampwaren. De dekking van het aantal verkooppunten van dampwaren is laag, terwijl
de online verkoop uit ruim veertig procent van de totale omzet bestaat. Klopt het
dat SEO de effecten van deze maatregel op de online verkoop van aanverwante producten
niet onderzocht heeft?
Antwoord
Het klopt dat het onderzoek van SEO enkel heeft gekeken naar de gevolgen van een verbod
op tabaksverkoop en niet op de verkoop van aanverwante producten.
Vraag
Is de Staatssecretaris bereid alsnog onderzoek te verrichten? Kan de Staatssecretaris
aangeven hoeveel van de nu op de markt beschikbare e-liquids met tabakssmaak behouden
blijft?
Antwoord
De regering ziet geen noodzaak om aanvullend onderzoek te verrichten naar de effecten
van het verbod op online verkoop van aanverwante producten. Het RIVM heeft onderzoek
gedaan naar de aanwezigheid van vloeistoffen met tabakssmaak die voldoen aan de lijst
met 16 smaakstoffen. Het RIVM geeft in haar rapport3 aan dat van de 3.336 vloeistoffen die zijn aangemeld in het EU-Common Entry Gate
systeem, nog 23% in de huidige samenstelling op de markt kan blijven bestaan.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVDA-fractie
Vraag
De leden van de PvdA-fractie zijn blij dat online verkoop van tabaksproducten en aanverwante
producten binnenkort aan banden wordt gelegd. Dit neemt niet weg dat zij zich grote
zorgen maken over het bereiken van de doelstellingen uit het Nationaal Preventieakkoord.
Ook het RIVM deelt deze zorgen. Uit recent onderzoek van Independer blijkt dat het
aantal dagelijks rokende 12- tot 16-jarigen is toegenomen. Hoe wil de Staatssecretaris
deze opwaartse trend keren?
Antwoord
Tijdens de coronapandemie zijn meer jongeren gaan roken. Ik heb er echter vertrouwen
in dat met alle wettelijke maatregelen die zijn opgenomen in de brief aan uw Kamer
op 2 december jl.4 ook de opwaartse trend in roken onder jongeren gekeerd zal worden.
Vraag
Heeft de Staatssecretaris er nog steeds vertrouwen in dat de doelstelling van een
rookvrije generatie in 2040 gehaald zal worden?
Antwoord
De Staatssecretaris heeft er vertrouwen in dat met onderhavige maatregel en alle aanvullende
maatregelen die zijn vermeld in de brief aan uw Kamer op 2 december jl.5 een rookvrije generatie gerealiseerd kan worden in 2040.
Vraag
Deze toename kan niet los worden gezien van de populariteit van e-sigaretten/vapen
onder jongeren. Met vapen bouwen jongeren een nicotineverslaving op en wordt de overstap
naar sigaretten kleiner. Deze leden vinden het dan ook positief dat er in het verbod
op online verkoop geen onderscheid wordt gemaakt tussen tabaksproducten en aanverwante
producten, zoals vapes. Er gebeurt echter nog lang niet genoeg. Deelt de Staatssecretaris
de zorgen over deze «vape-epidemie»? Zo ja, welke stappen gaat de Staatssecretaris
zetten om deze «vape-epidemie» te voorkomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Het kabinet deelt de zorgen over de «vape-epidemie», daarom worden er op dit moment
verschillende maatregelen genomen om de populariteit te verminderen en het gebruik
te ontmoedigen. Zo treedt op 1 januari 2023 het verbod op zoete smaken in vloeistoffen
van e-sigaretten in werking en zullen er neutrale verpakkingen voor elektronische
dampwaar worden ingevoerd. Vanaf 1 oktober 2023 moeten alle vloeistoffen van e-sigaretten
daaraan voldoen. Daarnaast zal de verkoop van e-sigaretten vanaf 2025 enkel nog toegestaan
zijn in tabaksspeciaalzaken.
Vraag
Deelt de Staatssecretaris de mening dat ook op e-sigaretten accijnzen geheven zouden
moeten worden? Verwacht de Staatssecretaris dat e-sigaretten worden toegevoegd aan
de EU-richtlijnen op de accijnzen? Zo ja, kan de Staatssecretaris beschrijven hoe
het verdere proces eruitziet om e-sigaretten toe te voegen aan de EU-richtlijnen,
inclusief tijdslijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Het kabinet deelt de mening dat ook op e-sigaretten accijnzen moeten worden geheven.
Dit kan worden bereikt door een wijziging van de Tabaksaccijnsrichtlijn6. Op basis van de evaluatie van de bestaande richtlijn vanuit de Europese Commissie
wordt verwacht dat de reikwijdte van deze richtlijn zal worden verbreed door toevoeging
van nieuwe tabaksproducten. E-sigaretten is zo’n nieuwe productcategorie.7 Het voorstel van de Europese Commissie wordt begin 2023 verwacht. Zodra de Europese
Commissie het voorstel heeft gepubliceerd, zal het kabinet, zoals gebruikelijk, een
BNC-fiche opstellen en met uw Kamer delen.
Vraag
De leden van de PvdA-fractie staan achter de doelstelling om het aantal verkooppunten
voor tabaksproducten en aanverwante producten te verminderen. Wat deze leden betreft
moet verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten zo snel mogelijk worden
beperkt tot tabaksspeciaalzaken, waar volwassenen vrijwel exclusief heen gaan voor
de verkoop van deze producten. Waarom kiest de Staatssecretaris ervoor om pas vanaf
2030 deze stap te zetten?
Antwoord
In de brief aan uw Kamer van 2 december jl.8 heeft het kabinet aangegeven het aantal verkooppunten verder af te bouwen. Vanaf
2030 zal de verkoop van rookwaren voorbehouden zijn aan gemakszaken en speciaalzaken.
Daaropvolgend worden rookwaren met ingang van 2032 alleen nog verkocht in speciaalzaken.
Het beperken van de verkoop van rookwaren tot alleen gemakszaken en speciaalzaken
in 2030 is een ingrijpende wijziging van de marktsituatie, vergelijkbaar met het effect
van het verbod op de verkoop in supermarkten dat in 2024 in werking zal treden. Gezien
dit effect is ervoor gekozen ondernemers twee jaar de tijd te geven zich voor te bereiden
op de situatie in 2032 waarbij de verkoop van rookwaren voorbehouden zal zijn aan
speciaalzaken. Daarnaast wil het kabinet per 2024 een registratieplicht invoeren voor
verkooppunten van rookwaren. Met een registratieplicht kan het aantal verkooppunten
goed gemonitord worden en zal de handhaving vergemakkelijkt worden omdat de toezichthouder
een completer beeld heeft van de verkooppunten.
Vraag
Heeft de Staatssecretaris bij deze tijdslijn meegenomen dat het aantal volwassen rokers
in het afgelopen jaar is gestagneerd en het aantal rokende kinderen is toegenomen?
Zo ja, hoe is dit meegenomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De laatste cijfers laten helaas zien dat het aantal rokers niet verder gedaald is
en dat het aantal jongeren dat start met roken is toegenomen. Dit is voor het kabinet
dan ook de reden geweest om met een nieuw pakket aan maatregelen te komen om de rookvrije
generatie in 2040 te realiseren.
Vraag
Is de Staatssecretaris bereid om samen met de PvdA te kijken of de afbouw van het
aantal verkooppunten versneld kan worden en te kijken welke andere stappen er gezet
kunnen worden om roken te ontmoedigen?
Antwoord
In de brief aan uw Kamer van 2 december jl. is een groot aantal maatregelen opgenomen
om roken te ontmoedigen waaronder een tijdspad om het aantal verkooppunten te verminderen
en verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten vanaf 2032 enkel nog toe te
staan bij tabaksspeciaalzaken.
Vraag
Het valt de leden van de PvdA-fractie op dat Nederland, in vergelijking met andere
Europese landen, rijkelijk laat is met het verbod op online verkoop. Waarom heeft
dit zo lang geduurd?
Antwoord
Bij een verbod op grensoverschrijdende verkoop op afstand bestond in Nederland vrees
voor illegale handel in tabaksproducten.9 Deze vrees is nu met de invoering van de Wet tot uitbanning van illegale handel in
tabaksproducten10, geminimaliseerd. Tabaksverpakkingen hebben sinds 2020 een unieke code die de herkomst
en locatie van een tabaksproduct aanduidt en een veiligheidskenmerk. Dat is een zegel
dat aangeeft dat het geen vervalst product is.
Vraag
Voor de leden van de PvdA-fractie is het niet duidelijk of grensoverschrijdende verkoop
op afstand door in Nederland gevestigde detaillisten al met het ingaan van deze wetswijziging
kan worden ingevoerd, vanwege de volgende passage: «Omwille van de duidelijkheid en
de handhaafbaarheid zal het verbod op grensoverschrijdende verkoop op afstand door
in Nederland gevestigde detaillisten aan consumenten in andere staten van de EER en
in derde landen gelijktijdig inwerkingtreden, op het moment dat de wet is aangepast.».
Valt deze aanpassing van de wet samen met wijziging uit voorliggend schriftelijk overleg?
Antwoord
Gezien de definitiebepaling van grensoverschrijdende verkoop op afstand in artikel
1 van de Tabaks- en rookwarenwet valt de grensoverschrijdende verkoop op afstand vanuit
Nederland aan consumenten in landen buiten de EER (derde landen) niet onder deze definitie.
Dit kan daarom niet worden verboden bij deze wijziging van het besluit. Het voornemen
bestaat om deze definitie in de wet aan te passen, zodat ook de verkoop op afstand
aan consumenten in landen buiten de EER onder het verbod kan worden gebracht en niet
meer is toegestaan. Tot die tijd geldt geen verbod op verkoop op afstand vanuit Nederland
aan consumenten in landen buiten de EER.
Vraag
De leden van de PvdA-fractie zijn blij dat de NVWA de maatregel als handhaafbaar ervaart.
Ook lezen deze leden dat de Staatssecretaris weinig problemen voorziet, omdat het
aantal verkooppunten van tabak gaat afnemen. Dit stelt de aan het woord zijnde leden
niet gerust. Deze leden hebben zorgwekkende verhalen gehoord over minderjarigen die
makkelijk aan vapes kunnen komen, zowel online als in de winkel. De handhaving is
volgens deze leden nu al ondermaats. Daarom zijn zij benieuwd waarom verwacht wordt
dat de NVWA deze nieuwe regelgeving
wel effectief kan handhaven. Hoeveel capaciteit verwacht de NVWA dat handhaving van
deze regelgeving kost? Krijgt de NVWA extra capaciteit om deze regelgeving te handhaven?
Zo ja, hoe veel? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Een algeheel verbod op verkoop op afstand maakt de handhaving voor de NVWA eenvoudiger,
omdat dan de verkoop aan iedereen verboden is, en niet meer op de leeftijdsgrens of
op het reclameverbod hoeft te worden gehandhaafd. De NVWA concludeert in de handhaafbaarheid,
uitvoerbaarheid en fraudebestendigheidstoets (HUF-toets) dat de voorgestelde wijziging
handhaafbaar en uitvoerbaar is. De handhaving op het verbod op verkoop op afstand
maakt onderdeel uit van een heel pakket wettelijke maatregelen waarop de NVWA toeziet.
De afname van het aantal verkooppunten zal er bijvoorbeeld voor zorgen dat er minder
verkooppunten zijn die hoeven te worden gecontroleerd op naleving van onder andere
het reclameverbod of de leeftijdsgrens. In dat kader concludeert de NVWA dat voor
het verbod op verkoop op afstand capaciteit beschikbaar is voor het houden van risicogericht
toezicht. Het algehele online verkoopverbod geldt niet voor vapes die in winkels worden
verkocht. De regering verwacht dat met het verbod op zoete smaken in vloeistoffen
van e-sigaretten dat onlangs is gepubliceerd11, er minder vapes worden verkocht. Daarnaast blijft de NVWA risicogericht toezicht
houden op de leeftijdsgrens bij fysieke verkoop.
Vraag
Welke andere mogelijkheden ziet de Staatssecretaris om handhaving te verbeteren, juist
ook in de fysieke winkel, nu online verkoop verboden wordt?
Antwoord
Door alle maatregelen die op korte termijn worden genomen om het aantal fysieke verkooppunten
te verminderen, zullen er straks minder fysieke verkooppunten zijn waar de NVWA toezicht
houdt op bijvoorbeeld de leeftijdsgrens en het reclameverbod. Daarnaast is het kabinet
voornemens om in 2024 een registratieplicht voor verkooppunten van tabaksproducten
en aanverwante producten in te voeren, wat de handhaving ook ten goede komt.
Vraag
Genoemde leden zijn benieuwd of en hoe de Kamer wordt geïnformeerd over hoe handhaving
van dit verbod loopt, zowel binnen Nederland als in het buitenland.
Antwoord
De NVWA zal de handhaving op het verbod op verkoop op afstand aan mij rapporteren.
Ik zal dit dan aan uw Kamer toesturen.
Vraag
De leden van de PvdA-fractie horen graag van de Staatssecretaris hoe lang de uitverkoop-regeling
voor e-sigaretten met smaakstoffen geldt. Deze leden willen de duur van zo’n overgangsperiode
zo veel mogelijk beperken en realiseren zich dat het belangrijk is voor verkopers
om zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen over de uitverkoop-regeling. Zij horen
daarom graag hoelang deze regeling zal duren en welke overwegingen zijn meegenomen
voor het vaststellen van de duur van de uitverkoop-regeling.
Antwoord
Het verbod op smaakjes gaat in op 1 januari 2023. Vanaf 1 januari mogen er geen nieuwe
smaken in Nederland op de markt gebracht worden. Voor bestaande producenten van bestaande
smaken is er een overgangsregeling tot 1 juli 2023 opgenomen. Dat betekent dat deze
producenten tot 1 juli 2023 de tijd hebben zich aan te passen aan de nieuwe regels.
Deze producten mogen tot 1 oktober 2023 worden uitverkocht, zodat de bestaande voorraden
kunnen worden verkocht. Vanaf 1 oktober mag geen enkele e-sigaret met een smaak anders
dan tabak in Nederland worden verkocht.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CU-fractie
Vraag
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de Staatssecretaris waarom invoering van
het verbod op verkoop van tabaks- en aanverwante producten op afstand is verplaatst
naar 1 juli 2023. Het afgelopen jaar is de rookprevalentie gestagneerd en met betrekking
tot kinderen en jongeren zien deze leden zorgelijke ontwikkelingen met betrekking
tot de populariteit van vapen. Genoemde leden sporen de Staatssecretaris aan om geen
verdere vertraging in de invoering van het verbod te laten ontstaan.
Antwoord
Onder andere bij brief van 20 november 2020 aan uw Kamer, waarin van de gefaseerde
invoering van de verkoopverboden van tabaksproducten en aanverwante producten melding
wordt gemaakt, is aangekondigd dat het verbod op online verkoop in 2023 zou ingaan.12
De regering was inderdaad voornemens om dit met ingang van 1 januari 2023 in werking
te laten treden. In verband met mogelijke bedrijfseffecten voor de verkooppunten heeft
de regering evenwel besloten dat nog een periode van een half jaar wordt gegund, zodat
bestaande voorraden kunnen worden verkocht en voldoende tijd wordt geboden voor online
verkopers voor een andere wijze van aanwending van bedrijfsmiddelen. Dit betekent
dat het verbod per 1 juli 2023 inwerking zal treden. In de nota van toelichting was,
uitgaande van een publicatiedatum van 1 januari 2023, daarom opgenomen dat na publicatie
nog een periode van een half jaar wordt gegund voordat het verbod in werking zal treden.
Publicatie op 1 januari 2023 is naar nu blijkt niet meer haalbaar. Omdat de al geruime
tijd geleden aangekondigde inwerkingtredingsdatum van het verbod in 2023 niet zal
wijzigen, wordt bij inwerkingtreding van het verbod op 1 juli 2023 afgestapt van een
periode van een half jaar tussen publicatie en inwerkingtreding.
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
Vraag
De Staatssecretaris heeft aangegeven dat veel jongeren vapen, ondanks dat dit verboden
is, en heeft aangegeven dat de e-sigaret een opstap is naar tabak roken. Net als de
Staatssecretaris vindt het lid van de BBB-fractie dit onwenselijk. Echter, de e-sigaret
wordt niet alleen gebruikt als «opstapje» naar roken, maar ook als «afstapje». Het
lid van de BBB-fractie denkt daarom dat de e-sigaret een functie heeft om te komen
tot een rookvrije generatie. Het lid van de BBB-fractie wil daarom graag van de Staatssecretaris
weten of dit onderzocht is en of er ook bekeken is hoe de e-sigaret hier actief aan
bij kan dragen?
Antwoord
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat wanneer er volledig wordt overgestapt van
het roken van de tabakssigaret naar het gebruik van de e-sigaret dit minder schadelijk
is dan het roken van tabak of duaal gebruik, en er dus gezondheidswinst kan worden
geboekt. Minder schadelijk betekent echter niet onschadelijk: de grootste gezondheidswinst
wordt behaald als rokers volledig stoppen met roken en in dat proces niet op een vervangend
schadelijk product overstappen, zoals de e-sigaret. Over e-sigaretten bestaat zorg,
onder andere over de gezondheidsschade op langere termijn, het risico op terugval
naar tabaksgebruik, het ondermijnen van de stopwens, de aantrekkelijkheid voor consumenten
die geen tabaksproducten of aanverwante producten gebruiken en of deze producten werkelijk
kunnen bijdragen aan een netto-daling van het aantal rokers. Daarom is de regering
van mening dat het gebruik van een schadelijk en verslavend product zoals de e-sigaret
niet gestimuleerd moet worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.M.G. Smals, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
M. Heller, adjunct-griffier