Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
36 252 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2022 (Tiende incidentele suppletoire begroting inzake regelingen in verband met hoge energieprijzen)
Nr. 33
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 21 december 2022
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, belast met het voorbereidend
onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm
van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 2 december 2022 voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken
en Klimaat. Bij brief van 9 december 2022 zijn ze door de Minister van Economische
Zaken en Klimaat beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De griffier van de commissie, Nava
1
Is het na deze suppletoire begroting nog mogelijk om te wisselen naar een systeem
van omzetverliescompensatie naar – indien uitgewerkt – meerkostencompensatie of een
andere manier van de inrichting van het plafondsysteem?
Antwoord
In de regeling zoals die nu is uitgewerkt, is voorzien in een margetoets. Deze regeling
geldt voor heel 2023.
2
Welke systematiek ligt ten grondslag aan het tijdelijk prijsplafond energie: de omzetverliescompensatie
of de meerkostencompensatie?
Antwoord
Er wordt in de systematiek voor gekozen om de leveranciers te compenseren voor de
kosten die zij maken boven het prijsplafond. Bij het vaststellen van subsidie wordt
door middel van een margetoets gekeken of de leveranciers niet te veel hebben ontvangen.
De margetoets kijkt of de brutomarge die bedrijven over 2023 maken niet hoger is dan
de historische benchmark.
3
Hoeveel subsidie gaat er in december 2022 naar energieleveranciers?
Antwoord
In december wordt het voorschot voor de maand januari aan energieleveranciers uitbetaald.
Dit bedraagt naar verwachting 1,45 miljard euro.
4
Hoe groot is het voorschot dat naar de energieleveranciers gaat?
Antwoord
Zie antwoord vraag 3.
5
Kunt u aangeven of de regeling voldoet aan artikel 1 van de Grondwet?
Antwoord
Bij het opstellen van de regeling is rekening gehouden met de eisen die volgen uit
de algemene rechtsbeginselen, waaronder het gelijkheidsbeginsel. Het kabinet wil voorkomen
dat er groepen uitgesloten worden en wil dat er voor alle huishoudens een goede oplossing
voor de hoge energieprijzen komt. Voor huishoudens met verschillende soorten van collectieve
aansluitingen is het vanwege praktische onmogelijkheden niet gelukt om binnen de regeling
van het prijsplafond een oplossing te vinden. Omdat zij geen eigen kleinverbruiksaansluiting
hebben, maar gebruik maken van gezamenlijke grootverbruiksaansluitingen, bevinden
zij zich voor de toepassing van het prijsplafond in een andere situatie die noodzaakt
tot het vinden van een andere oplossing. Het kabinet hecht eraan dat voor deze groep
huishoudens een gelijkwaardige oplossing wordt gevonden, die uitvoerbaar is en deze
groep op een effectieve wijze bereikt. Daarom spant het kabinet zich ervoor in om
voor huishoudens met een collectieve aansluiting te voorzien in een afzonderlijke
regeling.
6
Welke categorieën huishoudens geen gebruik kunnen maken van het prijsplafond en waarom
dat niet in strijd zou zijn met artikel 1 van de Grondwet? Wat is het gerechtvaardigd
onderscheid per categorie?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 5. In principe is de inzet om zoveel mogelijk huishoudens
te bereiken, ofwel direct via het prijsplafond ofwel via de oplossing voor blokaansluitingen.
7
Voldoet de regeling aan artikel 20, derde lid, van de Grondwet?
Antwoord
De regeling ziet niet op bijstand van overheidswege in de zin van artikel 20, derde
lid, van de Grondwet. In algemene zin hecht ik eraan op te merken dat het kabinet
verschillende maatregelen getroffen heeft naast het instellen van het prijsplafond
om de effecten op de koopkracht te beperken in 2023, zoals het verhogen van het minimumloon
en verschillende toeslagen. Daarnaast zijn er ook op het vlak van de energiekosten
voor mensen die anders in de knel zouden komen specifieke maatregelen getroffen, zoals
het verlengen van de energietoeslag en het oprichten van het tijdelijk Noodfonds voor
huishoudens die hun energierekening niet kunnen betalen.
8
Kunt u de Kamervragen van het lid Omtzigt van 24 november over dit onderwerp beantwoorden
en met de nota naar aanleiding van het verslag aan de Kamer sturen?
Antwoord
Ik zal de beantwoording van deze schriftelijke vragen zo snel mogelijk aan Uw Kamer
sturen.
9
Kunt u een memorie van toelichting schrijven op de ministeriële regeling als ware
het een wet?
Antwoord
De regeling waarmee het prijsplafond wordt vormgegeven zal vergezeld gaan van een
uitgebreide schriftelijke toelichting.
10
Op welke wijze wordt uitvoering gegeven aan de aangenomen motie-Omtzigt over publiekrechtelijke
bescherming voor huishoudens?
Antwoord
Er is gekozen voor het vormgeven van een prijsplafond via een subsidieregeling die
mede uitgevoerd wordt door leveranciers, omdat publieke uitvoeringsinstanties niet
in staat zijn om een dergelijke regeling in het tijdpad vorm te geven.
Inherent aan de vormgeving is dat deze de mogelijkheden beperkt om een volwaardige
publiekrechtelijke bescherming vorm te geven. In het plenaire debat over de 9e Incidentele
Suppletoire Begroting is gewisseld dat het voornemen is om bij de uitvoering van het
prijsplafond een tijdelijke geschillencommissie in te richten om afnemers een laagdrempelige
mogelijkheid tot arbitrage te bieden.
11
Bij wie kunnen huishoudens in bezwaar en beroep als zij menen dat zij onterecht geen
aanspraak kunnen maken op de regeling?
Antwoord
Toepassing van het prijsplafond is de belangrijkste voorwaarde voor verlening van
subsidie aan energieleveranciers onder de prijsplafondregeling. Op de naleving van
alle subsidievoorwaarden zal worden toegezien door RVO. Huishoudens kunnen zich in
eerste instantie voor vragen en klachten richten tot hun energieleverancier. Daarnaast
bevinden de gesprekken met de energiesector om te komen tot een bijzondere tijdelijke
geschillencommissie voor de behandeling van klachten van consumenten over de toepassing
van de prijsplafondregeling, in een vergevorderd stadium. Met een bijzondere geschillencommissie
kan zoveel als mogelijk worden voorkomen dat in een uiterst geval een beroep op de
civiele rechter zou moeten worden gedaan.
12
Waarom is gekozen voor een ministeriële regeling, terwijl bij inkomensondersteuning,
dat kan oplopen tot duizenden euro’s per huishouden in normale omstandigheden (denk
aan AOW, kinderopvangtoeslag, WW), dit publiekrechtelijk in een materiewet is geregeld?
Antwoord
Er is gekozen voor deze vormgeving en uitvoering omdat gebleken is dat publieke uitvoerders
zoals de Belastingdienst en het UWV niet in staat zouden zijn om tijdig een gerichte
compensatie uit te voeren.
Gezien de korte termijn waarin tot een oplossing moest worden gekomen en de voor de
uitvoering van het prijsplafond benodigde medewerking van de energiesector, is gekozen
voor het instrument van een tijdelijke subsidieregeling. De is een ministeriële regeling
op grond van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies. Een formele wet is daarmee voor de
inhoudelijke regeling van het prijsplafond niet nodig. De positie van de Kamer is
echter ongeacht de vormgeving van de regeling gewaarborgd door het parlementaire budgetrecht
en de benodigde goedkeuring van de begroting.
13
Wat zijn de rechtsmiddelen die voor een burger openstaan bij de regeling indien het
publiekrechtelijke orgaan in zijn ogen in gebreke blijft?
Antwoord
De burger mag erop vertrouwen dat zal worden toegezien op de goede uitvoering van
de regeling door RVO, dat onderdeel is van het Ministerie van Economische Zaken en
Klimaat. Voor de burger staan als consument de mogelijkheden open die ik heb beschreven
in mijn antwoord op vraag 11. Voor klachten van afnemers ten aanzien van de implementatie
door leveranciers wordt voorzien in een tijdelijke geschillencommissie om een relatief
laagdrempeligere toegang tot arbitrage te bieden.
14
Kunt u de conceptministeriële regeling naar de Kamer sturen, waarbij toelichting wordt
gegeven op wie binnen en buiten de regeling vallen, hoogte van het recht op de tegemoetkoming
en de rechtsmiddelen die voor een burger beschikbaar zijn?
Antwoord
Ik verwacht op korte termijn de regeling waarmee uitvoering gegeven wordt aan het
prijsplafond aan de Kamer te kunnen sturen. Zie verder het antwoord op vraag 9.
15
Kunt u een toelichting geven op de Europeesrechtelijke aspecten en of het prijsplafond
in overeenstemming is met het Europees mededingingsrecht?
Antwoord
In het kader van de oorlog in Oekraïne en de daarmee aanzienlijk gestegen elektriciteits-
en gasprijzen heeft de Europese Commissie (de Commissie) op 23 maart jl. een tijdelijke
kader voor staatssteunmaatregelen ter ondersteuning van de economie geïntroduceerd
(het Temporary Crisis Framework, TCF). Op 20 juli jl. en op 28 okt. jl. heeft de Commissie
een herziening van het tijdelijk crisissteunkader vastgesteld. Het Nederlandse kabinet
kiest voor ondersteuning van kleinverbruikers van energie voor de vorm van een prijsplafond.
Het kabinet is in goed overleg met de Europese Commissie om staatssteungoedkeuring
te verkrijgen voor het prijsplafond, omdat er sprake is van staatssteun voor zover
er ondersteuning wordt gegeven aan kleinverbruikers die als onderneming kwalificeren.
Het prijsplafond is vormgegeven conform de vereisten van paragraaf 2.1 van het TCF
en is ter goedkeuring aan de Commissie voorgelegd. Daarmee wordt geborgd dat de regeling
in overeenstemming zal zijn met het Europees (mededingings)recht. Er hebben diverse
informele gesprekken plaatsgevonden met de Commissie en het kabinet heeft het prijsplafond
reeds formeel genotificeerd. Het kabinet verwacht op korte termijn een besluit te
ontvangen van de Commissie. De subsidieregeling voor het prijsplafond zal een toelichting
bevatten aangaande de staatssteunaspecten van de regeling.
16
Wat is het effect van het prijsplafond in 2023 voor huishoudens op de rechterlijke
macht?
Antwoord
Er is geen inschatting te geven voor wat betreft een directe impact op de rechterlijke
macht. Voor klachten van afnemers ten aanzien van de implementatie door leveranciers
wordt wel voorzien in een tijdelijke geschillencommissie om een relatief laagdrempelige
toegang tot arbitrage te bieden.
17
Brengt het prijsplafond nog extra administratieve lasten voor burgers en bedrijven
mee?
Antwoord
Het prijsplafond is een omvangrijke maatregel die zorgvuldige uitvoering en administratie
vereist. Er zijn dus zeker administratieve lasten verbonden aan de invoering en uitvoering
van het prijsplafond. Deze worden nauwkeurig in beeld gebracht door de zogeheten regeldrukparagraaf
in de toelichting van de ministeriële regeling voor het prijsplafond. Dit is staande
praktijk bij regelingen. De regeldrukparagraaf wordt afgestemd met het Adviescollege
Toetsing Regeldruk (ATR), dat het kabinet kan adviseren over de vormgeving en daaruit
voortvloeiende regeldruk van maatregelen. Er hebben reeds meerdere gesprekken plaatsgevonden
met ATR om de regeldruk goed in beeld te brengen.
De begunstigden van de subsidie, burgers of bedrijven met een kleinverbruiksaansluiting
voor energie, ondervinden geen administratieve lasten door het prijsplafond. Het prijsplafond
wordt automatisch toegepast op de energierekening door de energieleverancier. Burgers
of bedrijven die onder het prijsplafond vallen hoeven dus zelf geen handelingen te
verrichten. De administratieve lasten liggen volledig bij de energieleveranciers die
subsidie aanvragen om het prijsplafond mogelijk te maken. Het kabinet heeft besloten
dat de energieleveranciers worden deels gecompenseerd voor de uitvoeringskosten die
zij maken (bijvoorbeeld intensiever klantcontact, doorlopende aanpassingen in de systemen).
Deze vergoeding wordt gebaseerd op het aantal klanten per leverancier en betreft een
eenmalige vergoeding. Het kabinet geeft deze vergoeding omdat energieleveranciers
door deelname aan de regeling het prijsplafond mogelijk maken. Immers had de overheid
zelf anders ook uitvoeringslasten gehad van de maatregel. Het kabinet is de leveranciers
erkentelijk voor hun inspanningen.
Voor wat betreft bedrijven met een kleinverbruiksaansluiting die onder het plafond
vallen, is het vanwege de Europese staatssteunregels noodzakelijk dat informatie over
de steun die zij ontvangen die boven bepaalde drempelbedragen uit de TCF valt, wordt
gepubliceerd op een centrale Europese website. De uitvoering van deze transparantieverplichting
wordt nog nader uitgewerkt en daarbij zal gezorgd worden voor zo min mogelijk administratieve
lasten voor de betreffende bedrijven.
18
Hoe kijkt u naar het feit dat de ACM niet ingrijpt en geen maximum tarieven stelt,
terwijl er op dit moment energieleveranciers zijn die een standaardcontract aanbieden
van 4,60 euro per kuub gas, terwijl de prijs (ex belastingen) al maanden tussen de
1,00 en 1,50 euro schommelt op de markt?
Antwoord
De ACM is en blijft verantwoordelijk voor het toezicht op de redelijkheid van de tarieven,
conform haar wettelijke taakomschrijving. Ik vind het aan de ACM om hier als onafhankelijke
toezichthouder op een goede manier invulling aan te geven, waarbij ik opmerk dat ik
in mijn contacten met de toezichthouder de zorgen die bij de Kamer leven onder de
aandacht breng. Hierbij is het wel van belang om op te merken dat de vangnetregeling
op iets anders toeziet dan het a priori stellen van maximum tarieven. De vangnetregeling
is immers bedoeld om consumenten te beschermen tegen onredelijk hoge tarieven als
en wanneer die zouden kunnen ontstaan doordat een doelmatige bedrijfsvoering, inclusief
de inkoop van gas, onvoldoende leidt tot kostenverlaging. Indien de ACM meent dat
er reden toe is, kan zij bij de leverancier die een tarief meldt extra informatie
opvragen om te toetsen of er sprake is van grote verschillen tussen de gemaakte kosten
en de in rekening gebrachte tarieven. In zo’n geval van excessieve tarieven kan de
ACM als toezichthouder ingrijpen.
19
Ben u nog steeds van mening dat er geen buitensporige winsten worden gemaakt en ben
u nog steeds van plan om in voorkomende gevallen aan energiemaatschappijen 4,60–1,45
– 3,15 euro vergoeden?
Antwoord
Overwinsten moeten worden voorkomen, daarom heeft het kabinet ervoor gekozen om de
margetoets al per 1 januari in te voeren.
20
In welk land is er een energiemaatschappij die op 1 december 4,60 euro voor een kuub
gas vraagt?
Antwoord
Ik beschik niet over een volledig overzicht van de prijsvorming in andere Europese
landen. In algemene zin is er sprake van vergelijkbare ontwikkelingen in de groothandelsmarkten,
maar daarnaast spelen nationale factoren, waaronder heffingen, contractvormen en interventies
zoals de nationalisatie van diverse leveranciers, een rol.
21
Wat is de maximale redelijke prijs en hoe wordt die vastgesteld?
Antwoord
Of er sprake is van een redelijke prijs is onderdeel van de bestaande vangnetregulering,
zie kortheidshalve ook het antwoord op vraag 18. Aanvullend wordt als onderdeel van
de regeling rondom het prijsplafond voorzien in een toets op de marge conform het
verzoek van de Kamer middels de motie Erkens c.s.
22
Kunt u een raming geven van de totale kosten van het prijsplafond?
Antwoord
Voor het totaal van de uitgaven voor het prijsplafond worden vooralsnog de uitgangspunten
gehanteerd uit de Miljoenennota. Dit betekent dat het kabinet in deze voorlopige raming
uitgaat van een gasprijs van 122,73 euro per megawattuur, zoals ook aangehouden in
de ontwerpbegroting 2023. Op basis van deze gasprijs is het budgettaire beslag van
het prijsplafond circa 11,2 miljard euro, waarvan 1,45 miljard euro geraamd is in
2022 voor het in december uit te keren voorschot. Hierbij is voor de inschatting van
de kosten voor kleinverbruikers niet zijnde woningen uitgegaan van 5 procent van de
kosten van het plafond voor elektriciteit en gas. Voor de inschatting van de kosten
voor de compensatie van warmteaansluitingen is gerekend met 5 procent van de kosten
van het gasplafond. De kosten verbonden aan de subsidie hangen dus direct samen met
de ontwikkelingen van de energieprijs. Deze raming is nadrukkelijk een voorlopige,
waarbij de feitelijke uitgaven hoger of lager zullen uitvallen afhankelijk van de
prijsontwikkeling van de energieprijzen. Het kabinet zal uiterlijk bij Voorjaarsnota
2023 deze raming herijken op basis van de op dat moment bekende inzichten over de
feitelijke kosten.
23
Hoe kunnen consumenten en de overheid er zeker van zijn dat aan het eind van de maand
een meterstand opgenomen wordt als er geen sprake is van een slimme meter?
Antwoord
Voor klanten die een analoge of digitale meter hebben of de op afstand uitleesbare
meter (slimme meter) niet laten uitlezen kunnen leveranciers een meterstand opvragen
bij de klant, maar kunnen zij ook, bijvoorbeeld wanneer geen meterstand van de klant
wordt ontvangen, gebruik maken van een berekende meterstand op basis van de verbruiksprofielen
(standaard verdeling van het verbruik over een kalanderjaar) en het standaard jaarverbruik.
Dit zijn reguliere processen die al worden toegepast en waarvoor de start van het
prijsplafond niet tot een specifiek nieuwe situatie leidt.
24
Deelt u de mening dat de consument in staat moet zijn om bij elke substantiële prijswijziging
(zeg meer dan 20 cent verschil per kuub gas of 5 cent per kWh) de precieze meterstanden
door te geven? Zo ja, hoe gaat u dat regelen in lagere regelgeving? Zo nee, hoe kan
de consument er dan zeker van zijn dat hij niet teveel aangeslagen wordt in een dure
periode?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 23. Netbeheerders hebben in de periode 2015–2020 aan iedere
kleinverbruiker een slimme meter aangeboden. Veel mensen hebben deze geaccepteerd.
Mocht een kleinverbruiker nog geen slimme meter hebben en deze wel willen, dan kan
hij de netbeheerder verzoeken er alsnog één bij hem te plaatsen. Hieraan zijn wel
kosten verbonden. Zodra het wetsvoorstel afbouw salderingsregeling is aangenomen,
krijgen alle kleinverbruikers die nog geen geschikte meter hebben opnieuw kosteloos
een slimme meter aangeboden. Zij zijn niet verplicht deze slimme meter te accepteren,
maar zijn wel verplicht om een meter te accepteren die invoeding en afname apart kan
meten. Dat kan ook een digitale meter zijn, die niet op afstand uitleesbaar is.
25
Kunt u toelichten wie binnen de concept ministeriële regeling onder het prijsplafond
vallen en wie erbuiten?
Antwoord
Onder de regeling voor het prijsplafond vallen in ieder geval alle kleinverbruikersaansluitingen
met een individuele aansluiting voor elektriciteit, gas of warmte, waarvoor er sprake
is van een verblijfsfunctie. Voor kleinverbruikers met een collectieve (blok) aansluiting
wordt gezocht naar een alternatieve oplossing om tot een vergelijkbare compensatie
te komen in 2023.
26
Voor welke groepen is er nog geen oplossing gevonden?
27
Kunt u per groep aangeven wat de stand van zaken is en welke oplossingen worden overwogen?
Antwoord
Zie het antwoord op de vragen 50 en 51.
28
Wat is de financiële dekking van het prijsplafond?
Antwoord
Het prijsplafond wordt gedekt uit generale middelen. In het voorjaar vindt integrale
besluitvorming plaats over de inpassing van deze middelen en de resterende dekkingsopgave
voor het energiepakket. Dit zal ingevuld worden op basis van de dan geldende budgettaire
ontwikkelingen, mede gebaseerd op het Centraal Economische Plan (CEP).
29
Met welke markprijs is de begroting van de kosten opgesteld? Hoe is de marktprijs
gedefinieerd?
Antwoord
Voor het scenario van op basis van de uitgangspunten van de Macro economische verkenning
(MEV) van in totaal 11,2 miljard euro is voor de marktprijs van gas € 2,42 per m3 gehanteerd en een marktprijs voor elektriciteit van € 0,58 per kWh. In de raming
is voor de marktprijs het gemiddelde tarief genomen dat de energieleveranciers in
rekening brengen bij de consumenten.
30
Hoeveel geld kost de maatregel bij een marktprijs van € 4,– per m3 gas?
Antwoord
Bij een marktprijs van € 4,– per m3 gas en een marktprijs voor elektriciteit van € 0,58 per kWh bedraagt de raming van
de totale kosten 23,9 miljard euro. Uiteraard zal de daadwerkelijke realisatie in
2023 afhangen van verschillende factoren die slechts ten dele vooraf in te schatten
zijn, zoals de prijsontwikkeling, het volume van gebruik van energie in 2023.
31
Hoeveel geld kost de maatregel bij een marktprijs van € 3,– per m3 gas?
Antwoord
Bij een marktprijs van € 3,– per m3 gas en een marktprijs voor elektriciteit van € 0,58 per kWh bedraagt de raming van
de totale kosten 15,9 miljard euro. Uiteraard zal de daadwerkelijke realisatie in
2023 afhangen van verschillende factoren die slechts ten dele vooraf in te schatten
zijn, zoals de prijsontwikkeling, het volume van gebruik van energie in 2023.
32
Hoeveel geld kost de maatregel bij een marktprijs van € 2,– per m3 gas?
Antwoord
Bij een marktprijs van € 2,– per m3 gas en een marktprijs voor elektriciteit van € 0,58 per kWh bedraagt de raming van
de totale kosten 7,9 miljard euro. Uiteraard zal de daadwerkelijke realisatie in 2023
afhangen van verschillende factoren die slechts ten dele vooraf in te schatten zijn,
zoals de prijsontwikkeling, het volume van gebruik van energie in 2023.
33
Hoeveel geld kost de maatregel bij een marktprijs van € 0,70 per kWh?
Antwoord
Bij een marktprijs van € 0,70 per kWh en een marktprijs voor gas van € 2,42 per m3 bedraagt de raming van de totale kosten 13,7 miljard euro. Uiteraard zal de daadwerkelijke
realisatie in 2023 afhangen van verschillende factoren die slechts ten dele vooraf
in te schatten zijn, zoals de prijsontwikkeling, het volume van gebruik van energie
in 2023.
34
Hoeveel geld kost de maatregel bij een marktprijs van € 0,50 per kWh?
Antwoord
Bij een marktprijs van € 0,50 per kWh en een marktprijs voor gas van € 2,42 per m3 bedraagt de raming van de totale kosten 9,7 miljard euro. Uiteraard zal de daadwerkelijke
realisatie in 2023 afhangen van verschillende factoren die slechts ten dele vooraf
in te schatten zijn, zoals de prijsontwikkeling, het volume van gebruik van energie
in 2023.
35
Hoeveel geld kost de maatregel bij een marktprijs van € 0,30 per kWh?
Antwoord
Bij een marktprijs voor elektriciteit onder de maximumplafondprijs voor elektriciteit
van € 0,40 per kWh en bedraagt de raming van de totale kosten 7,8 miljard euro. Uiteraard
zal de daadwerkelijke realisatie in 2023 afhangen van verschillende factoren die slechts
ten dele vooraf in te schatten zijn, zoals de prijsontwikkeling, het volume van gebruik
van energie in 2023.
36
Kunt u het model waarmee de kosten van de maatregel berekend zijn met de Kamer delen?
Antwoord
De genoemde raming is gebaseerd op een relatief complexe set veronderstellingen waarvoor
bovendien verschillende scenario’s zijn doorgerekend. Voor een nadere toelichting
over de totstandkoming verwijs ik kortheidshalve naar de eerder met de Kamer gedeelde
Nota budgettaire verwerking APB van 4 oktober 2022.
37
Welke mogelijkheden zijn er om teveel betaalde subsidie terug te vorderen? Kunt u
hierbij de voor- en nadelen uiteenzetten?
Antwoord
In de regeling zal expliciet worden voorzien in bepalingen die een beperking opleggen
ten aanzien van de maximale subsidie die verleend kan worden in relatie tot de brutomarge.
Een eventuele overschrijding hiervan wordt in mindering gebracht op de verleende subsidie
wanneer deze vastgesteld wordt. Daarnaast is het terugvorderen binnen 60 maanden na
de subsidievaststelling mogelijk indien de ACM een maximum tarief vaststelt onder
haar wettelijke bevoegdheden.
38
Hoeveel extra (belasting) inkomsten verwacht de overheid in 2022 en 2023 als gevolg
van de hogere energieprijs?
Antwoord
In 2022 zijn door successievelijke verlagingen van de energiebelastingen, btw op energie
en accijnzen op brandstoffen de belastingen op energie verlaagd. Hiermee ging circa
5,3 miljard euro gepaard. In 2023 vervallen deze belastingverlagingen en wordt met
het prijsplafond de stijging van energieprijzen gematigd. In algemene zin leiden hogere
prijzen, en dus ook hogere energieprijzen, direct tot meer ontvangsten van de belasting
over de toegevoegde waarde (btw). Dit is echter enkel het directe effect; tegengesteld
wordt door de consumptiedaling die (op termijn) volgt uit het koopkrachtverlies vanwege
de inflatie de toename van belastingontvangsten weer beperkt. Er is geen specifieke,
actuele informatie beschikbaar over de btw-ontvangsten over de energierekening. Een
precies bedrag van de hogere btw-ontvangsten over de energierekening is dus niet te
geven. Voor de energiebelastingen geldt dat deze niet direct worden beïnvloed door
hogere energieprijzen. De belasting is namelijk een vast bedrag per energie-eenheid.
De totale inflatie werkt hierbij wel door via de jaarlijkse indexatie van de belastingtarieven.
Indien dit niet zou gebeuren, zou de belastingopbrengst in reële termen steeds lager
worden.
Verder leiden hogere energieprijzen tot hogere gasbaten. De ontvangsten onder de Mijnbouwwet
en de dividenden van EBN vallen de komende jaren hoger uit dan eerder geraamd. Ten
opzichte van de raming in de Voorjaarsnota gaat het om cumulatief 8,5 miljard euro,
waarvan circa 4,8 miljard euro in 2022 en 2023. Het kabinet heeft aanvullend besloten
tot een tijdelijke verhoging van het cijnstarief in de Mijnbouwwet in 2023 en 2024
en een tijdelijke solidariteitsbijdrage over 2022 conform de EU-verordening betreffende
een noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen. De opbrengsten van de tijdelijke
verhoging van de cijns zijn geraamd op cumulatief 2,8 miljard euro in 2023 tot en
met 2025, waarvan circa 2 miljard euro in 2023 wordt verwacht. De opbrengsten van
de solidariteitsbijdrage over 2022 zijn geraamd op 3,2 miljard euro.
39
Op welke momenten in 2022 en 2023 wordt de subsidie (of delen van de subsidie) verleend
aan energieleveranciers?
Antwoord
Voor de subsidies voor het tijdelijke prijsplafond 2023 zullen maandelijks door RVO
voorschotten worden verleend op basis van de aanvragen die de energieleveranciers
op grond van de subsidieregeling indienen bij RVO. Het eerste voorschot voor de subsidie
die betrekking heeft op januari zal eind december 2022 door RVO worden verstrekt.
40
Waar kunnen huishoudens terecht die ondanks het prijsplafond toch de rekening niet
kunnen betalen? Zijn er nog aanvullende maatregelen die de overheid voor deze huishoudens
kan treffen?
Antwoord
Naast het prijsplafond neemt het kabinet in 2023 diverse koopkrachtmaatregelen en
wordt een tijdelijk Noodfonds in het leven geroepen waar huishoudens die ondanks het
plafond deze winter met betalingsproblemen kampen terecht kunnen. Ook is er net als
in 2022 sprake van een gerichte energietoeslag die tegemoet komt aan het voorzien
in het dragen van de kosten van de energierekening voor kwetsbare groepen.
41
Hoe wordt bij de berekening van de subsidie omgegaan met vertrekkende consumenten?
Antwoord
Alle leveranciers houden bij de eventuele overstap van een consument tussen twee bedrijven
in 2023 rekening met de dezelfde aanname over het verbruik. Daarmee kan het deel van
het verbruik onder het plafond in de periode voor en na de overstap consistent toegepast
worden bij een tussentijdse overstap in 2023. Kortheidshalve verwijs ik u naar de
uitleg hierover in de eerdere brieven die aan de Kamer over dit onderwerp zijn verzonden
in oktober en november.
42
Wat gebeurt er met de subsidie aan energieleveranciers indien zij tussentijds failliet
gaan?
Antwoord
Wanneer een leverancier in surseance van betaling komt of failliet gaat, zullen er
geen voorschotten meer uitgekeerd worden. De continuïteit van levering is geborgd
via de reguliere wetgeving ten aanzien van de energiemarkt waarop de ACM toeziet.
43
Heeft u inzicht in de inkoopstrategie van energieleveranciers?
Antwoord
Nee, maar energieleveranciers wordt verzocht historische gegevens over de inkoopkosten
aan te leveren, waardoor RVO wel inzicht heeft in hoeverre deze over de jaren verschillen.
Dit is nodig voor de bepaling van de margetoets.
44
Heeft u inzicht in de historische marges van de energieleveranciers? Kunt u het rekenmodel
van deze marge met de Kamer delen?
45
Kunt u de historische marges van energieleveranciers met de Kamer delen?
46
Kunt u een model schetsen van de gemiddelde kostenstructuur van energieleveranciers?
Wat is bijvoorbeeld het percentage van de omzet wat aan inkoop wordt betaald? Welk
percentage van de omzet wordt geïnvesteerd? Welk percentage van de omzet gaat naar
personeelskosten?
Antwoord 44, 45 en 46
Deze worden met RVO gedeeld en gecontroleerd door een accountant. Dit is nodig om
de subsidie vast te kunnen stellen. Dit betreft bedrijfsvertrouwelijke gegevens die
naar hun aard niet met de Kamer kunnen worden gedeeld.
47
Welk adviesbureau gaat nu onderzoeken of een margetoets haalbaar is, nadat is gebleken
dat de ACM het niet kan?
Antwoord
Een margetoets wordt vormgegeven met betrokkenheid van KPMG als externe adviseur in
opdracht van de rijksoverheid.
48
Op welke manier heeft de ACM in het verleden de redelijkheid van de prijzen in de
energiemarkt getoetst?
Antwoord
Kortheidshalve verwijs ik naar het antwoord op een eerdere vraag ten aanzien van de
inzet van ACM bij het toetsen van de tarieven op de markt.
49
Hoe wordt met een margetoets gegarandeerd dat winsten inzichtelijk worden?
Antwoord
Bij de berekening voor de margetoets mogen bedrijven alleen rekening houden met inkoopkosten
en een beperkt aantal risico-opslagen (weer, onbalans en profiel). Deze worden afgezet
tegen een historische benchmark. Op die manier wordt voorkomen dat er in 2023 veel
meer marge gemaakt kan worden.
50
Welke doelgroepen zijn met de huidige vormgeving van het prijsplafond nog niet bereikt?
51
Hoe wordt ervoor gezorgd dat alle doelgroepen bereikt worden?
Antwoord
Een belangrijke groep huishoudens die onvoldoende door het prijsplafond bereikt wordt,
zijn de huishoudens achter een blokaansluiting. Deze groep is divers en valt op verschillende
wijzen verder op te delen, zoals naar energiesoort (warmte, elektriciteit of gas),
type houder van de blokaansluiting (bijvoorbeeld woningbouwcorporatie, VVE, zorginstelling,
particuliere of commerciële verhuurder) of type wooneenheid (zelfstandig, onzelfstandig).
Het kabinet werkt op dit moment aan een tegemoetkoming voor deze huishoudens en streeft
ernaar begin 2023 een subsidieregeling te kunnen presenteren die voor de genoemde
energiesoorten, houders en wooneenheden werkt. Dit streven kent wel de nodige uitdagingen
gezien de grote diversiteit aan situaties achter de blokaansluiting en de urgentie
van het bieden van een tegemoetkoming. Het kabinet zal uw Kamer nog voor het kerstreces
een brief sturen over de contouren van de subsidieregeling en de mate waarin alle
genoemde situaties daadwerkelijk bereikt kunnen worden.
Daarnaast kunnen leveranciers zonder vergunning in tegenstelling tot de regeling voor
november en december een aanvraag doen voor de regeling, waardoor de afnemers met
een kleinverbruikersaansluiting die zo’n leverancier hebben ook bereikt worden.
52
Wat is er te zeggen over de marges die energieleveranciers bovenop de inkoopprijs
rekenen?
Antwoord
Door de margetoets wordt deze beperkt tot inkoopkosten aangevuld met een limitatieve
lijst risico-opslagen (onbalans, profiel, weer).
53
Wat is er te zeggen over de verhouding tussen de winstmarges van energieleveranciers
en hun investering in de verduurzaming van de energieopwekking?
Antwoord
Dit verschilt per bedrijf en betreft bedrijfsvertrouwelijke gegevens, daar kan ik
geen uitspraken over doen. In algemene zin is het zo dat bedrijven hun retail, waar
de kleinverbruikers klant van zijn, vaak los hebben georganiseerd van hun productiebedrijven.
54
Op welke manier heeft de vormgeving van het prijsplafond een effect op de concurrentie
en marktwerking tussen energieleveranciers?
Antwoord
Het prijsplafond is een forse ingreep in de energiemarkt. Concurrentie en marktwerking
blijven echter ook met invoering van het tijdelijke prijsplafond belangrijk voor een
goed functioneren van de markt. Dit vindt het kabinet zelf belangrijk, maar geldt
ook op basis van EU wetgeving en is vanuit de Europese Commissie een voorwaarde voor
het geven van deze steun. Het prijsplafond vermindert voor een deel de concurrentie,
omdat klanten bij verschillende leveranciers dezelfde (plafond)tarieven betalen. Echter,
er blijft ook bij het prijsplafond voldoende marktwerking in stand doordat de plafondtarieven
niet gelden boven de verbruiksgrenzen. Daarnaast is het plafond tijdelijk en concurreren
leveranciers na 2023 weer volledig met elkaar. Bovendien kunnen leveranciers ook met
inwerkingtreding van het prijsplafond nog op vele andere aspecten concurreren, zoals
de mate van duurzaamheid van de energie, de klantenservice, welkomstbonussen en andere
beloningen die niet in de tarieven zelf verwerkt zijn.
55
Waar kunnen consumenten terecht wanneer de energieleverancier de subsidie onjuist
doorberekend aan de consument?
Antwoord
Voor dergelijke klachten wordt voorzien door het instellen van een tijdelijke geschillencommissie
die een (bindende) uitspraak kan doen bij klachten over de uitvoering van het plafond
waar de consument en de leverancier niet in onderling overleg uitkomen.
56
Wat zijn de mogelijkheden van een «clawback» indien achteraf blijkt dat er toch overwinsten
zijn vergoed bij energieleveranciers?
Antwoord
Bij het aanvragen van de subsidie committeren de bedrijven zich ook aan de margetoets
bij de subsidievaststelling. Deze margetoets voorkomt overwinsten en als bedrijven
een te hoge marge over 2023 maken, moet deze worden terugbetaald.
57
Wat is de definitie van «overwinsten»?
Antwoord
Als de margetoets hoger uitvalt dat de historische benchmark, moet alles wat daar
boven valt worden terugbetaald. In de uitwerking van de regeling geldt dit te veel
aan marge als hetgeen dat de overheid excessief vindt.
58
Hoe wordt voorkomen dat energieleveranciers hun prijzen gaan verhogen tijdens het
prijsplafond?
Antwoord
Hier geldt het algemene toezicht van de ACM dat bedrijven moeten kunnen aantonen dat
hun tariefstijgingen zijn gebaseerd op kosten die zij maken.
59
Wat is de impact van het prijsplafond op de energierekening van een huishouden dat
saldeert met zonnepanelen?
Antwoord
Uitgangspunt is dat er zo min mogelijk wisselwerking is tussen het prijsplafond en
de salderingsregeling. Eerst zal de salderingsregeling worden toegepast. Het prijsplafond
geldt voor het netto verbruik dat in 2023 na salderen resteert. Indien door een huishouden
bijvoorbeeld 2000 kWh wordt ingevoed en 3000 kWh wordt afgenomen, is de netto afname
1000 kWh en valt dit daarmee volledig onder het prijsplafond. Indien een huishouden
bijvoorbeeld op jaarbasis 4000 kWh invoedt en 3000 kWh afneemt en er dus sprake is
van netto teruglevering, is het prijsplafond voor dit huishouden niet van toepassing.
60
Hoe houdt het prijsplafond rekening met huishoudens die een dynamisch energiecontract
hebben?
Antwoord
Bij dynamische contracten verschillen de prijzen van uur tot uur. Op het moment dat
de maximum prijs wordt toegepast op elk uur, betalen consumenten met dynamische tarieven
gemiddeld gezien een lager bedrag dan de maximumprijs. Ze profiteren namelijk nog
steeds van het voordeel van dynamische tarieven als de prijs laag is, maar hebben
niet het nadeel van de hoge prijzen op sommige momenten. Het prijsplafond zal op deze
wijze ook een groter verstorend effect op de markt hebben, omdat het leveranciers
en consumenten stuurt richting specifieke prijsproducten (zoals dynamische tarieven).
Om tot een evenwichtigere invulling van het prijsplafond voor de consument te komen,
wordt voorgesteld om uit te gaan van een op volume gewogen prijs (over de zogenoemde
verrekenperiode van maximaal 1 jaar). Op deze wijze komt de prijs die consumenten
gemiddeld over 2023 betalen het dichtst bij de aangekondigde maximale tarieven, op
het moment dat de prijzen hoog blijven, en kunnen leveranciers een zo groot mogelijk
volumegebruik tot het plafond bewerkstelligen om de klant maximaal te compenseren.
61
Hoe houdt het prijsplafond rekening met huishoudens die zijn aangesloten op een kleinschalig
warmtenet?
Antwoord
De verplichting om de plafondprijs te hanteren geldt voor alle warmteleveranciers
ongeacht de grootte van het warmtenet. Ook huishoudens die zijn aangesloten op een
kleinschalig warmtenet profiteren dus van het prijsplafond. Daarnaast wordt voor huishoudens
met een collectieve aansluiting, waaronder blokverwarming, een aparte regeling opgesteld
die door de Belastingdienst zal worden uitgevoerd. Er is sprake van blokverwarming
indien verhuurders of VVE’s warmte (door)leveren aan hun huurders of VVE-leden.
62
Op welke manier houdt het prijsplafond rekening met vakantiehuisjes?
Antwoord
Er wordt niet apart gedifferentieerd tussen aansluitingen. Dat betekent dat als een
vakantiehuisje een eigen kleinverbruikersaansluiting heeft deze meeloopt in de regeling,
en anders niet.
63
Wat is het verwachte verbruik van de BMKB-groenregeling?
Antwoord
Het te verwachten gebruik van de BMKB-Groen is opgenomen in het toetsingskader van
de regeling die eerder met beide Kamers is gedeeld en in de toelichting op de regeling
in de Staatscourant. Het daadwerkelijke gebruik van de regeling is lastig in te schatten,
maar voor het eerste halfjaar van 2023 is een maximum plafond van € 150 mln. ingesteld.
Met een inschatting van gemiddeld 265.000 euro per kredietverstrekking (reguliere
BMKB) zou dat 566 kredieten betekenen in de periode tot juli 2023. De banken die de
BMKB-Groen in het eerste kwartaal zullen aanbieden verwachten tot juli 2023 in totaal
100 kredieten onder de BMKB-Groen te zullen verstrekken. Na juli 2023 moet de regeling
samen met de reguliere BMKB verlengd worden. Ter vergelijking, het gebruik van de
reguliere BMKB, inclusief alle luiken, betrof voor het jaar 2021 in totaal 1138 kredieten.
64
Voor hoeveel maanden is de volledige subsidieverstrekking die aan de energieleveranciers
in december 2022 plaats in het kader van de omzetcompensatieregeling? Is dat tot aan
1 maart 2023?
65
Laat de suppletoire begroting het toe om een korting op gas- en stroomprijs in te
voeren gebaseerd op contractprijzen die de consument bij de eigen leverancier betaalt
in te voeren, in plaats van de genoemde omzetverliescompensatie?
Antwoord
De leveranciers wordt gevraagd de voorschotten die zij in rekening brengen bij consumenten
in lijn te brengen met de kosten die zij maken, dus als door het prijsplafond deze
kosten lager uitvallen, dan is het idee dat de tarieven ook worden verlaagd. Dit is
opgenomen in de regeling.
Er is op dit moment al sprake van een margetoets om te voorkomen dat bedrijven meer
marge maken dan zij historisch maakten.
66
Per wanneer zijn de middelen uit de suppletoire begroting juridisch verplicht en niet
enkel bestuurlijk gebonden?
Antwoord
De energieleveranciers zullen op het moment dat de regeling definitief is, een verzoek
tot subsidieverlening bij RVO indienen. RVO beoordeelt de rechtmatigheid van de aanvraag
en geeft de beschikking tot subsidieverlenging af. Op het moment dat de beschikkingen
tot subsidieverlening zijn afgegeven, dan geldt de juridische verplichting richting
de energieleveranciers.
67
Op welke manier houdt het prijsplafond rekening met huishoudens die warmte afnemen?
Zullen deze huishoudens in november en december ook de tegemoetkoming ontvangen?
Antwoord
Voor huishoudens die zijn aangesloten op een warmtenet zal vanaf 2023 een prijsplafond
gaan gelden dat in lijn is met het prijsplafond voor gas. In overeenstemming met de
bepalingen van de Warmtewet en het Warmtebesluit stelt de ACM de maximale prijs vast
voor warmte op basis van gasreferentie. Deze prijs geldt voor het hele jaar 2023.
Dit jaar zal de ACM naast de maximale contractprijs ook de plafondprijs vaststellen
van 47,38 euro per GJ, die zal gelden tot een jaarverbruik van 37 GJ. Boven dit verbruik
zal de reguliere contractprijs van toepassing zijn, waarvoor ook in 2023 zal gelden
dat deze niet hoger mag zijn dan de door de ACM vast te stellen maximale (reguliere)
contractprijs. Zowel de plafondprijs als de volumegrens zijn direct afgeleid van de
plafondprijs en de volumegrens voor gas (1,45 euro per m3 tot het verbruik van 1.200 m3).
Alle huishoudens die een eigen elektriciteitsaansluiting hebben, ontvangen in november
en december een tegemoetkoming van 190 euro. Dit geldt ook voor huishoudens die warmte
afnemen en een eigen elektriciteitsaansluiting hebben. Voor huishoudens met een collectieve
elektriciteitsaansluiting wordt een aparte regeling opgesteld.
68
Hoe houdt het prijsplafond rekening met studentenwoningen en woongroepen, waar het
huishouden bestaat uit een groot aantal personen die gezamenlijk gebruik maken van
één aansluiting?
Antwoord
Het prijsplafond is van toepassing op alle huishoudens met een kleinverbruikersaansluiting.
Een groot deel van de studentenwoningen en woongroepen heeft een dergelijke aansluiting
en valt daarmee onder het prijsplafond. Of het prijsplafond voldoende effect sorteert,
hangt samen met het aantal inwoners van het pand en het daarmee samenhangende energiegebruik.
Panden met een grootverbruikersaansluiting vallen buiten het prijsplafond.
Het kabinet werkt op dit moment aan een subsidieregeling ten behoeve van blokaansluitingen.
Deze regeling zal een tegemoetkoming bieden voor de gevallen met blokaansluiting waarin
het prijsplafond niet tot onvoldoende werkt. Het kabinet streeft ernaar om zoveel
mogelijk huishoudens mee te nemen, waarbij gekeken wordt naar of en hoe er omgegaan
kan worden met onzelfstandige eenheden, bijvoorbeeld in combinatie met een werkbare
ondergrens. Woonsituaties tot maximaal drie tot vijf onzelfstandige eenheden genieten
waarschijnlijk voldoende voordeel van het prijsplafond en zijn qua energieverbruik
vergelijkbaar met een gemiddeld gezinshuishouden, waarbij ook bewoning met drie tot
vijf personen gebruikelijk is.
69
Kan een margetoets worden ingevoerd zodat teveel betaalde subsidie kan worden teruggevorderd?
Antwoord
In de subsidieregeling is voorzien in een margetoets bij het vaststellen van de subsidie,
waarmee het teveel aan betaald voorschot kan worden teruggevorderd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
D.S. Nava, griffier