Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over geavanceerde atoombommen op de vliegbasis Volkel
Vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de Minister van Defensie over geavanceerde atoombommen op de vliegbasis Volkel (ingezonden 10 november 2022).
Antwoord van Minister Ollongren (Defensie), mede namens de Minister van Buitenlandse
Zaken (ontvangen 7 december 2022).
Vraag 1 en 2
Is het waar dat de Verenigde Staten in december nieuwe, geavanceerde atoombommen gaan
stationeren op vliegbasis Volkel?1, 2
Kunt u aangeven om hoeveel en wat voor atoomwapens het gaat?
Antwoord 1 en 2
Zoals uw Kamer bekend, kunnen op grond van bondgenootschappelijke en juridisch bindende
afspraken geen mededelingen worden gedaan over aantallen en locaties van in Europa
aanwezige Amerikaanse kernwapens. Hieraan liggen veiligheidsoverwegingen ten grondslag.
Uw Kamer is herhaaldelijk geïnformeerd, zowel mondeling als schriftelijk, over de
modernisering van in Europa aanwezige Amerikaanse kernwapens, meest recentelijk in
antwoord op schriftelijke Kamervragen van het lid Karabulut in 2020 (kenmerk 2020D44756). Daarbij is aangegeven dat de Verenigde Staten een levensduurverlengingsprogramma
uitvoeren. Dit zogenaamde Life Extension Program (LEP) heeft als doel de veiligheid en effectiviteit van onder meer het type B61 kernwapen
blijvend te garanderen.
Uw Kamer heeft op 29 november jl. een aanverwante motie van het lid Van Dijk (SP)
aangenomen over de stand van zaken rond nucleaire ontwapening en modernisering van
kernwapens. Naar aanleiding van deze motie stuurt het kabinet uw Kamer binnenkort
een brief.
Vraag 3 en 4
Bent u het ermee eens dat, zoals in het artikel door diverse experts wordt aangevoerd,
dergelijke nieuwe atoombommen, door hun grotere flexibiliteit (multi-inzetbaar met
diverse bommenwerpers) en lagere explosiviteit, de drempel naar een kernoorlog verlagen?
Vindt u het in het algemeen verstandig om in Nederland nieuwe kernwapens te laten
stationeren die de kans op een kernoorlog vergroten?
Vindt u niet dat Nederland zou moeten oproepen tot het afzien van het plaatsen van
nieuwe kernwapens in Europa teneinde een nucleaire wapenwedloop in Europa te voorkomen,
overwegende dat de premiers van zowel Zweden als Finland hebben aangegeven dat zij
plaatsing van kernwapens op hun grondgebied niet uitsluiten nadat ze lid zijn geworden
van de NAVO, dat de Poolse regering nadrukkelijk heeft verzocht om stationering van
kernwapens, en dat Rusland heeft aangegeven als reactie hierop plaatsing van kernwapens
in Wit-Rusland en Kaliningrad te overwegen?
Antwoord 3 en 4
Het fundamentele doel van de nucleaire capaciteit van de NAVO is om vrede te bewaren,
dwang te voorkomen en agressie af te schrikken. De moderniseringsplannen van de Verenigde
Staten dragen bij aan een effectieve nucleaire bondgenootschappelijke afschrikking.
Deze plannen zijn jaren voor de oorlog in Oekraïne ontwikkeld en staan daar los van.
Nederland blijft streven naar een wereld zonder kernwapens, waarvoor het Non-Proliferatieverdrag
de hoeksteen is. Zolang er echter kernwapens in de wereld zijn, blijft de NAVO een
nucleaire alliantie.
Vraag 5
Deelt u de mening dat Nederland de levering van wapens aan Oekraïne moet staken en
bij alle partijen, inclusief Oekraïne, moet aandringen op het zo spoedig mogelijk
staken van vijandelijkheden en het starten van onderhandelingen om tot een voor alle
partijen aanvaardbaar vredesakkoord te komen, overwegende de enorme risico’s die gepaard
gaan met de nu op gang gekomen nucleaire wapenwedloop, die letterlijk het voortbestaan
van Europa op het spel zet?
Antwoord 5
Rusland heeft met de illegale invasie de soevereiniteit en de territoriale integriteit
van Oekraïne, en daarmee een grondbeginsel van het VN Handvest, op grove wijze geschonden.
Oekraïne heeft het volste recht zich te verdedigen tegen de Russische agressie. Het
kabinet blijft zich daarom inzetten om, samen met internationale partners, Oekraïne
te steunen. Het is naar de mening van het kabinet primair aan de agressor om het pad
richting de-escalatie in te zetten. Het is aan Oekraïne om te bepalen wanneer de tijd
rijp wordt geacht voor onderhandelingen, en onder welke voorwaarden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie -
Mede namens
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.