Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Sociale huurwoningen entrepotdok: ‘Stop de massale uitverkoop’'
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het bericht «Sociale huurwoningen entrepotdok: «Stop de massale uitverkoop»» (ingezonden 25 november 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Sociale huurwoningen entrepotdok: «Stop de massale
uitverkoop»»1?
Vraag 2
Wat vindt u van dit bericht?
Vraag 3
Staan deze en andere verkopen van sociale huurwoningen niet haaks op wat u in de Nationale
Prestatieafspraken afgesproken hebt waarin de volgende afspraak is vastgelegd; «Gegeven
de huidige lange wachtlijsten is het wenselijk met prioriteit in te zetten op het
realiseren van meer sociale huurwoningen. Op het moment dat de sociale voorraad weer
groeit, ontstaat meer ruimte om woningen zo mogelijk te verkopen aan zittende huurders
of andere huurders in de corporatiesector. Daarmee kan het betaalbare koopsegment
groeien zonder dat de sociale huursector hierdoor afneemt.»? Zo ja, hoe gaat u hiertegen
optreden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Deelt u de mening dat deze verkoop en andere verkopen mede op basis van de afspraken
in de Nationale Prestatieafspraken geen doorgang moeten vinden? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, bent u dan bereid om naleving van de gemaakte afspraken te eisen, hetzij met
woningcorporatie De Alliantie en/of Aedes? Kunt u uw antwoord nader toelichten en
kunt u in uw antwoord een onderscheid maken in deze en andere verkopen?
Vraag 5
Vindt u dat De Alliantie, vanwege het feit dat zij haar financieel belang boven het
(inter)nationaal recht op behoorlijke huisvesting van mensen stelt die door inkomen
niet makkelijk een woning kunnen vinden, zich als marktpartij opstelt in plaats van
volkshuisvester? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Vraag 6
Wat vindt u van de volgende uitspraak: «Hochstenbach is kritisch op het woonbeleid
en de alsmaar slinkende sociale huurvoorraad. Hij wijst woningcorporaties, die zich
gedragen als marktpartijen, aan als een van de oorzaken.»2?
Vraag 7
Wat vindt u van de volgende uitspraak: «Volgens de buurtbewoners van het Entrepotdok
worden met de plannen van De Alliantie de lage- en middeninkomens uit het centrum
van de stad verdreven.»3?
Vraag 8
Ziet u in dat sociale huurders steeds minder in het centrum kunnen wonen waar ze over
het algemeen wel moeten werken? Zo ja, gaat u hier iets tegen doen (en wat)? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 9
Deelt u de mening dat met deze verkoop bevolkingspolitiek wordt bedreven? Kunt u uw
antwoord nader toelichten?
Vraag 10
Klopt het dat deze verkoop ook niet past in de gemeentelijke prestatieafspraken waarin
is afgesproken dat in marktgebied I, waar het Entrepotdok onder valt, het aandeel
sociale huurwoningen niet onder de 45% van het totaal mag dalen? Kunt u uw antwoord
nader toelichten?
Vraag 11
Begrijpt u dat de vraag «van wie is de stad» steeds vaker gesteld wordt? Kunt u uw
antwoord nader toelichten?
Vraag 12
Klopt het dat De Alliantie in het verleden zou hebben gezegd dat de sociale huurwoningen
in het Entrepotdok nooit verkocht zouden worden?
Vraag 13
Welke gevolgen heeft deze ruimtelijke segregatie voor onder andere scholen, sportverenigingen
en voorzieningen?
Vraag 14
Deelt u de mening dat in tijden van een enorm tekort aan sociale huurwoningen deze
niet verkocht mogen worden zolang deze schaarste aanwezig is? Kunt u uw antwoord nader
toelichten?
Vraag 15
Past deze verkoop in uw beleid om mensen betaalbaar te laten wonen, aangezien het
percentage van mensen in Amsterdam dat te duur woont significant te hoog is (bijna
één op de vijf)4? Zo ja, op welke manier? Zo nee, wat gaat u hiertegen doen om de betaalbaarheidscrisis
in Amsterdam niet verder te laten oplopen?
Vraag 16
Deelt u de mening dat de overheid in beginsel moet zorgen voor voldoende betaalbare
en passende huisvesting, met name voor de groepen voor wie de toegang een probleem
is in casu mensen met een laag inkomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, past deze verkoop
in deze zorgverplichting? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Vraag 17
Deelt u de mening dat een vermindering van de sociale woningvoorraad, terwijl er sprake
is van een tekort aan sociale huurwoningen, in beginsel niet in lijn is met het recht
op behoorlijke huisvesting? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Vraag 18
Klopt het dat verschillende onderzoeken uitwijzen dat huisvesting de sleutel is voor
het voorkomen en uitbannen van dakloosheid en dat u deze ambitie samen met uw collega
bewindspersonen van Volksgezondheid Welzijn Sport en Sociale Zaken en Werkgelegenheid
uitgesproken heeft? Zo ja, hoe passen deze verkoop en andere verkopen van sociale
huurwoningen in uw ambitie om dakloosheid te voorkomen en uit te bannen? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 19
Vindt u dat mensen die dakloos zijn, volgens sommige woningmarktexperts is dat aantal
100.000, nog langer dakloos blijven als sociale huurwoningen nog steeds verkocht kunnen
worden terwijl er al een enorm tekort aan sociale huurwoningen aanwezig is? Zo ja,
waarom vindt u het dan belangrijker dat sociale huurwoningen verkocht moeten worden
terwijl u de consequenties hiervan kent? Zo nee, waarom niet?
Vraag 20
Kunt u uitleggen hoe deze en andere verkopen van sociale huurwoningen in uw programma
«een thuis voor iedereen» passen?
Vraag 21
Kunnen deze en andere verkopen van sociale huurwoningen gezien worden als negatieve
consequenties van uw (toekomstig) beleid om in elke gemeente minimaal 30% van de totale
voorraad sociaal te laten zijn waardoor grote gemeenten zoals Amsterdam meer sociale
huurwoningen laat verkopen, omdat in de gemeente Amsterdam meer dan 30% van de totale
voorraad sociaal is? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Vraag 22
Vindt u dat 110.000 twintigers en dertigers die noodgedwongen bij hun ouders wonen
omdat ze geen sociale huurwoning kunnen vinden, door de verkoop, sloop en liberalisatie
van sociale huurwoningen nog langer bij hun ouders moeten blijven wonen met als gevolg
dat zij hun leven moeten uitstellen met alle gevolgen van dien? Zo ja, waarom vindt
u het dan belangrijker dat sociale huurwoningen verkocht moeten worden terwijl u de
consequenties hiervan kent? Zo nee, waarom niet?
Vraag 23
Vindt u dat ouderen die afhankelijk zijn van een sociale huurwoning op de beneden
verdieping (en eventueel gebruik willen maken van de Van Hoog naar Laag regeling)
door de verkoop van sociale huurwoningen op de beneden verdieping steeds moeilijker
een woning in het eigen stadsdeel kunnen vinden? Zo ja, waarom vindt u het dan belangrijker
dat deze sociale huurwoningen verkocht moeten worden terwijl u de consequenties hiervan
kent? Zo nee, waarom niet?
Vraag 24
Wat vindt u van de volgende uitspraken: «Nu in 2022 is woningnood erger dan ooit,
lijkt het», zegt Zwetsloot. «Dit is het moment om de handen ineen te slaan», meent
Nemeth. Zwetsloot knikt. «Ik merk veel onvrede. Ook van mensen zoals wij, die eigenlijk
best een goede woning hebben. En bij keurige, burgerlijke types zoals mijn vriendin
– zelfs die zijn kwaad. Uit onvrede sloot hij (Rob Willemse) zich vorige maand aan
bij de bewonerscommissie Entrepotdok»5?
Vraag 25
Begrijpt u dat mensen kwaad zijn?
Vraag 26
Hoe passen deze verkoop en andere verkopen van sociale huurwoningen in uw doelstelling
om de volkshuisvesting in ere te herstellen, aangezien de onderklasse hierdoor steeds
moeilijker een woning kan vinden met soms dakloosheid tot gevolg?
Vraag 27
Wat vindt u van de volgende uitspraken: «Dat De Alliantie de sociale huurwoningen
heeft aangeboden de woningen te verkopen aan huurders is geen oplossing, vindt Jonneke
Bekkenkamp, lid van de bewonerscommissie Entrepotdok. «Onze woningen werden tussen
1984 en 1989 opgeleverd tegen kostprijs van omgerekend 40.000 euro. In 2007 waren
deze woningen volgens de architect door de maandelijkse huuropbrengst al ruim afbetaald.»»6?
Vraag 28
Wat vindt u ervan dat bewoners aangeven dat investeringen in achterstallig onderhoud
uitbleven terwijl de huren stegen?
Vraag 29
Wat vindt u van de volgende uitspraak: «Terwijl kopers slapend rijk zijn geworden,
zijn wij een vermogen aan huur kwijtgeraakt. Dat is de voornaamste reden waarom huurders
hun eigen woning niet kunnen kopen tegen de huidige taxatiewaardes van 375.000 tot
550.000 euro. Haar onderbuur en mede-opsteller van de petitie Rob Willemse sluit zich
daarbij aan. «De meeste mensen hier zijn niet in staat hun woning te kopen, die krijgen
de hypotheek niet rond.»»7?
Vraag 30
Bent u het met deze bewoners eens dat het merendeel van deze sociale huurders geen
woning kan kopen met een taxatiewaarde van 375.000 tot 550.000 euro?
Vraag 31
Klopt het dat in 2021 de verkoop van sociale huurwoningen door woningcorporatie De
Alliantie voor slechts 33 procent naar huishoudens met een laag inkomen of middeninkomen
tot 56.750 euro ging en betekent dat dus dat sociale huurwoningen voor het overgrote
deel naar de hoge inkomensgroep gaan? Zo ja, overweegt u de verkoop van sociale huurwoningen
aan banden te leggen nu duidelijk is dat juist de hoge inkomensgroep profiteert van
de verkoop van sociale huurwoningen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 32
Kunnen we concluderen dat de verkoop van sociale huurwoningen aan sociale huurders
die daar wonen voor velen geen realistische optie is vanwege de enorm hoge prijzen
per m2 in Amsterdam en elders? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunnen we dan ook concluderen
dat deze verkoop bedoeld is om de bevolkingssamenstelling in dat gebied te wijzigen
doordat lagere inkomensgroepen daar niet meer kunnen wonen ten gunste van de hogere
inkomensgroepen? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Vraag 33
Wat vindt u van de volgende uitspraak: «Huren is als het laagste op de ladder van
je wooncarrière.»8
Vraag 34
Wat vindt u van de volgende uitspraak: «De woningcorporatie zegt dat de «ambitie om
het woningaanbod te vergroten» zwaarder weegt dan bezwaren van de bewonerscommissie.»?
Vraag 35
Deelt u de mening dat bewonerscommissies in het kader van de Wet op het overleg huurders
verhuurder weinig in te brengen hebben, aangezien de verhuurder de adviezen van bewonerscommissies
te allen tijde (gemotiveerd) naast zich neer kan neerleggen? Kunt u uw antwoord nader
toelichten?
Vraag 36
Vindt u dat huurders in het kader van de Wet op het overleg huurders verhuurder nooit
gelijkwaardig aan de verhuurder kunnen zijn terwijl huurders volgens internationale
verdragen serieuze zeggenschap moeten hebben? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u voornemens
om in dat kader de zeggenschap van huurders beter in wet- en regelgeving vast te leggen?
Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Vraag 37
Wat vindt u van het advies van de bewonerscommissie om de sociale huurwoningen niet
te verkopen vanwege de gemeenschapsopbouw, de diversiteit van bewoners en de betaalbaarheid?
Vraag 38
Wat vindt u van de volgende uitspraak: «De Alliantie beaamt dat ze nu de goedkopere
woningen verkopen, omdat hun duurdere appartementen in de vrije sector dienen als
onderpand voor leningen. De woningcorporatie wil niet reageren op gedane koop-verzoeken
in het verleden.»?
Vraag 39
Betekent dit dat sociale huurwoningen te allen tijde of veel vaker opgeofferd zullen
worden, omdat duurdere appartementen in de vrije sector vanwege het onderpand niet
verkocht kunnen worden? Zo ja, vindt u dat rechtvaardig aangezien de onderklasse dan
altijd/vaak het onderspit moet delven ten faveure van de hogere klasse? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 40
Kunt u reflecteren op sociale huurwoningen die gezien worden als een (tijdelijke)
voorziening in plaats van een volwaardige woning?
Vraag 41
Hoeveel sociale huurwoningen heeft de Alliantie verkocht en hoeveel echte sociale
huurwoningen (dus geen flexwoningen) heeft de Alliantie in de afgelopen 10 jaar (of
het tijdvak waarin deze gegevens bekend zijn) gebouwd?
Vraag 42
Hoeveel flexwoningen heeft de Alliantie in de afgelopen jaren gebouwd?
Vraag 43
Vindt u het bouwen van flexwoningen, waarin voornamelijk mensen met een lager inkomen
gehuisvest worden, recht doen aan uw doelstelling om de volkshuisvesting in ere te
herstellen, aangezien volkshuisvesting voornamelijk gezien wordt als echte sociale
huurwoningen gebouwd werden?
Vraag 44
Wat is de gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning inclusief urgenten en exclusief
urgenten in Amsterdam?
Vraag 45
Wat betekenen deze en andere verkopen van sociale huurwoningen voor de wachtlijst
voor een sociale huurwoning in Amsterdam?
Vraag 46
Vindt u dat verkoop van sociale huurwoningen om geld vrij te maken voor de bouw van
nieuwe sociale huurwoningen ervoor zal zorgen dat de wachtlijst zal toenemen aangezien
de bouw vele jaren later plaatsvindt?
Vraag 47
Kunnen we concluderen dat het argument «we verkopen sociale huurwoningen om er meer
voor terug te bouwen» niet opgaat, aangezien de laatste acht jaar er meer sociale
huurwoningen verkocht zijn dan er gebouwd zijn?
Vraag 48
Deelt u de mening dat de bouw van sociale huurwoningen vanwege allerlei factoren enorm
onder druk staat en de doelstelling daardoor minimaal de komende jaren niet gehaald
zal worden en derhalve de onttrekking aan de sociale woningvoorraad tot nul beperkt
moet worden, omdat anders de problemen met het huisvesten van de onderklasse nog verder
vergroot zullen worden? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Vraag 49
Vindt u dat deze verkoop een (verdere) verslechtering oplevert van het grondrecht
op wonen voor mensen die op het sociale huursegment in Amsterdam aangewezen zijn,
aangezien in zeven jaar tijd (vanaf 2014 tot en met 2020) het percentage corporatiewoningen
met 5,1% is gedaald9? Zo nee, waarom niet? Zo ja, moet u als eindverantwoordelijke voor het mensenrecht
op behoorlijke huisvesting zoals vastgelegd in internationale en Europese verdragen
niet direct tot actie overgaan, aangezien het Rijk mensenrechten moet respecteren,
promoten en beschermen en verslechteringen derhalve niet zijn toegestaan? Kunt u uw
antwoord nader toelichten?
Vraag 50
Hoeveel woningzoekenden in het sociale huursegment zijn er in Amsterdam?
Vraag 51
Hoeveel sociale huurwoningen worden er ieder jaar in Amsterdam aan de sociale voorraad
door verkoop, liberalisatie en sloop onttrokken? Kunt u dat per onttrekking inzichtelijk
maken?
Vraag 52
Kunnen we concluderen dat een afname van de sociale woningvoorraad door verkoop, liberalisatie
en sloop van sociale huurwoningen (zonder vervangingsbouw in het gereguleerd segment)
leidt tot een verslechtering van het recht op behoorlijke huisvesting voor mensen
die op het sociale huursegment aangewezen zijn? Zo ja, betekent een verslechtering
in de huidige wooncrisis per definitie dat deze handelingen strijdig zijn met het
fundamenteel mensenrecht waar de Nederlandse regering zich aan gecommitteerd heeft
en derhalve gestopt moet worden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 53
Wat heeft u geleerd van het «Right to Buy» debacle in Groot Brittannië en hoe heeft
zich dit vertaald in (toekomstig) beleid?
Vraag 54
Ziet u een correlatie tussen het niet meer kunnen wonen in het gebied waar iemand
werkt en de impact op het klimaat? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Vraag 55
Kunt u bij benadering aangeven hoeveel woningen van de 250.000 nieuw te bouwen sociale
huurwoningen flexwoningen zullen zijn?
Vraag 56
Ziet u een verschuiving van echte sociale huurwoningen, die verkocht, gesloopt (zonder
vervangingsnieuwbouw in het sociale segment) en geliberaliseerd worden, naar flexwoningen?
Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Vraag 57
Hoeveel sociale huurwoningen komen er bij benadering netto (dus na aftrek van verkoop,
sloop en liberalisatie van sociale huurwoningen) bij tot aan 2030, uitgaande van een
brutotoevoeging van 250.000 sociale huurwoningen tot aan 2030? En kunt u aangeven
of deze netto toevoeging significant vindt?
Vraag 58
Kunt u aangeven of deze geschatte netto toevoeging voldoende is om dakloosheid uit
te bannen en andere woningzoekenden zoals twintigers en dertigers die nog steeds noodgedwongen
bij hun ouders wonen of op de bank elders slapen of van sloopproject/tijdelijk contract
naar sloopproject/tijdelijk contract gaan, te kunnen huisvesten?
Vraag 59
Monitort u op dit moment landelijk hoeveel sociale huurwoningen er door woningcorporaties
verkocht worden en stuurt u hierop? Zo ja, hoe wordt hierop gestuurd?
Vraag 60
Vindt u dat er onvoldoende gestuurd wordt op het aantal verkochte sociale huurwoningen
door woningcorporaties? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Vraag 61
Kunt u de vragen ieder afzonderlijk beantwoorden en gelieve niet te clusteren?
Indieners
-
Gericht aan
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
Indiener
Sandra Beckerman, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.