Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda JBZ-Raad 25 november 2022 te Brussel (Kamerstuk 32317-788)
32 317 JBZ-Raad
Nr. 789
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 25 november 2022
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de brief van 22 november
2022 over de geannoteerde agenda JBZ-Raad 25 november 2022 te Brussel (Kamerstuk 32 317, nr. 788).
De vragen en opmerkingen zijn op 23 november 2022 aan de Staatssecretaris van Justitie
en Veiligheid voorgelegd. Bij brief van 24 november 2022 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Van Meenen
Adjunct-griffier van de commissie, Meijer
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersoon
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de JBZ-Raad van 25 november 2022 te Brussel (Kamerstuk 32 317, nr. 788). Zij hebben hierover nog de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie zien het als positief dat er op Europees niveau gesproken
wordt over de toegenomen irreguliere migratiedruk. Deze leden maken zich grote zorgen
om de hoge instroom. Een effectieve aanpak om de instroom te beperken is zeer urgent.
De leden van de VVD-fractie hebben dan ook met veel interesse kennisgenomen van het
EU actieplan voor de Centraal-Mediterrane Route (CMR). Hoe apprecieert de Staatssecretaris
dit actieplan van de EU? De VVD-fractieleden lezen dat er een Team Europe Initiative
gelanceerd zal worden. Kan de Staatssecretaris aangeven wat de voordelen van dit initiatief
zijn ten opzichte van huidige initiatieven? Welke aanvullende instrumenten zullen
ingezet worden? Het is belangrijk dat de EU haar volledige (markt-)macht inzet richting
herkomst- en doorreislanden om de instroom te verminderen. Deelt de Staatssecretaris
deze mening? Denkt hij dat dit met dit actieplan voldoende in actie gezet wordt?
Antwoord
Het kabinet zal op de Raad het gedeelde actieplan voor de CMR verwelkomen, net als
de bredere discussie over de aanpak van uitdagingen op alle migratieroutes naar de
EU. De druk neemt immers niet alleen toe op routes via de Middellandse Zee, maar bijvoorbeeld
ook recent via de Westelijke Balkan. Deze toegenomen druk vergt effectieve en gecoördineerde
Europese actie.
Voor zowel de Atlantische/Westelijke Mediterrane Route als de Centraal-Mediterrane
Route worden binnenkort Team Europe Initiatieven gelanceerd. Het doel is om volgens een Team Europe benadering in dialoog en samenwerking met partnerlanden de impact van de gezamenlijke EU-inzet
te vergroten. Nederland ziet meerwaarde in versterkte coördinatie van gezamenlijke
middelen en dialoog langs de migratieroutes en neemt deel aan beide initiatieven.
De leden van de VVD-fractie willen benadrukken dat maatregelen op de CMR de hoogste
urgentie hebben, maar dat actie nodig is op álle migratieroutes naar de EU. Zij delen
de zorgen van de Staatssecretaris over de instroom die ook op andere routes toegenomen
is. In hoeverre verwacht de Staatssecretaris dat het actieplan verbreed kan worden
naar andere migratieroutes? Is hij bereid zich daarvoor in te zetten?
Antwoord
Wat het kabinet betreft wordt ook voor de uitdagingen op de overige migratieroutes
verder gewerkt aan versterkte en gecoördineerde EU-inzet waarbij zoveel mogelijk wordt
voortgebouwd op bestaande initiatieven.
De leden van de VVD-fractie ondersteunen het standpunt van de Staatssecretaris dat
er gepleit moet worden voor brede EU-partnerschappen met doorreis- en herkomstlanden,
het effectief inzetten van visa, handel- en ontwikkelingssamenwerking (OS)-partnerschappen
en het versterken van de EU-agentschappen. Deelt de Staatssecretaris de mening dat
bij de discussie over welke instrumenten ingezet worden om de instroom te verminderen,
er geen taboes mogen zijn? Voor welke maatregelen zal de Staatssecretaris pleiten?
Is hij bereid hiertoe gezamenlijk druk uit te oefenen met gelijkgezinde landen?
Antwoord
Het versterken van de migratiesamenwerking met landen van herkomst en transit om de
instroom te beperken en terugkeer te bevorderen is wat het kabinet betreft een prioriteit.
Nederland zet zich in voor vergroting van de slagkracht van de EU-partnerschappen.
Daarbij pleit Nederland voor intensivering van de politieke dialoog en de inzet van
een zo breed mogelijk instrumentarium, waaronder op het gebied van visa, ontwikkelingssamenwerking
en handel. Nederland trekt hierbij nauw samen op met gelijkgezinde lidstaten.
De leden van de VVD-fractie vragen of de Staatssecretaris bereid is om te pleiten
voor strengere grensbewaking en directe terugkeer.
Antwoord
Het kabinet pleit sinds lange tijd, in het kader van onderhandelingen over het Asiel-
en Migratiepact, voor de invoering van asielgrensprocedures, waarbij meteen aan de
buitengrenzen van de EU een onderscheid kan worden gemaakt tussen personen die de
EU binnen mogen en wie moet terugkeren naar land van herkomst of transit. Dit zal
het kabinet blijven doen.
Het is daarbij niet alleen van belang om de EU-buitengrenzen strenger te bewaken,
maar ook de binnengrenzen. Verschillende EU-lidstaten hebben de bewaking van de binnengrenzen
al geïntensiveerd. Op welke manier is de Staatssecretaris voornemens te pleiten voor
een gezamenlijke aanpak voor intensievere bewaking van de binnengrenzen samen met
gelijkgezinde EU-lidstaten, n.a.v. motie van het lid Brekelmans (Kamerstuk 36 200 VI, nr. 23)?
Antwoord
Het kabinet werkt met gelijkgezinde landen aan een sterker, toekomst- encrisisbestendiger
Schengengebied ten aanzien van zowel de binnen- als buitengrenzen. In dat verband
overlegt Nederland regelmatig met buurlanden engelijkgezinde lidstaten over de versterking
van de buitengrenzen, het beperkenvan de instroom en secundaire migratie. Een voorbeeld
hiervan zijn de gesprekken met buurlanden, zoals België, over het effectueren van
overdrachten van illegaal verblijvende derdelanders in Nederland. Ook wordt er gekeken
naar het verankeren vanhandelingsperspectief in de Schengengrenscode wanneer sprake
is vangrootschalige secundaire migratiestromen binnen het Schengengebied.Dit wordt
ook richting de Commissiegezamenlijk met gelijkgezinde lidstaten uitgedragen. De motie
van het lid Brekelmans (Kamerstuk
36 200 VI, nr. 23) zie ik als extra aanmoediging van bovenstaande inzet. Daarnaast kijkt het kabinet,
zoals gemeld in mijn brief van 8 november jl. (Kamerstuk 19 637, nr. 3005), naar welke aanvullende mitigerende maatregelen genomen kunnen worden op het gebied
van instroom, doorstroom en uitstroom. Het kabinet zal in de uitkomsten van deze intensieve
exercitie ook terug komen hoe de motie van het lid Brekelmans (Kamerstuk 36 200 VI, nr. 23) verder zal worden uitgevoerd.
De leden van de VVD-fractie delen de mening van de Staatssecretaris dat er gewerkt
moet worden aan betere registratie aan de buitengrenzen en het herstellen van de naleving
van de Dublin-verordening. De leden van de VVD-fractie maken zich grote zorgen om
de implementatie van het asiel acquis en Europese rechtelijke uitspraken. Welke mogelijkheden
ziet de Staatssecretaris om de druk te verhogen op EU-lidstaten om het asiel-acquis
na te leven? Op dit moment monitort de EC deze implementatie niet en rapporteert zij
hier ook niet over. Hoe is de Staatssecretaris voornemens hier op aan te dringen tijdens
deze vergadering, n.a.v. motie van het lid Brekelmans (Kamerstuk 36 200 VI, nr. 24)?
Antwoord
Het kabinet heeft het belang van het naleven van de Dublinverordening al meerdere
malen onderstreept in de JBZ-Raad en in bilaterale contacten en zal dit blijven doen,
ook richting de Europese Commissie, indachtig de motie Brekelmans. De Staatssecretaris
zal en marge van de komende JBZ-raad deelnemen aan een ministeriële bijeenkomst met
gelijkgezinde lidstaten waar gesproken zal worden over mogelijkheden om de naleving
van de Dublin-verordening te verbeteren en onderlinge operationele samenwerking op
Dublinoverdrachten te verbeteren. U wordt hierover nader geïnformeerd via de Geannoteerde
Agenda en het verslag van die Raad.
Wat betreft solidariteit zijn de leden van de VVD-fractie heel helder. Er kan pas
sprake zijn van solidariteit als lidstaten de EU-asielafspraken nakomen (met name
Dublin) en de secundaire migratie richting Nederland zichtbaar afneemt. Deelt de Staatssecretaris
deze mening? Is hij bereid deze boodschap over te brengen bij de JBZ-raad?
Antwoord
Het kabinet benadrukt voortdurend in de JBZ-raad en in bilaterale contacten dat voor
steun van Nederland voor stappen binnen het Asiel- en Migratiepact balans nodig is
tussen solidariteit en verantwoordelijkheid. Het nakomen van de huidige asielafspraken
maakt onderdeel uit van die balans.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennis genomen van de geannoteerde agenda van de
Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 25 november en willen de Staatssecretaris
nog enkele vragen stellen.
De leden van de D66-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat de Staatssecretaris
in gesprek zal gaan over de bredere discussie over de aanpak van uitdagingen op de
migratieroutes naar de EU. De EC stelt onder andere capaciteitsversterking van Libië
en samenwerking tussen Libië en Frontex voor, in lijn met internationale mensenrechten.
Is de Staatssecretaris van mening dat steun aan Libië gericht op grensbewaking en
terugkeer en het respecteren van mensenrechten samengaat? Waarom wel of niet? Kan
de Staatssecretaris toezeggen er bij de EC voor te pleiten dat extra investeringen
richting Libië eerst moeten worden gericht op het verbeteren van deze situatie in
Libische detentiekampen voordat het geld wordt uitgegeven aan het tegenhouden van
migranten? Is hij het met deze leden eens dat steun niet zou moeten worden gegeven
als naleving van mensenrechten niet kan worden gegarandeerd? Wil hij dit ook uitdragen
in Brussel?
Antwoord
De inspanningen van de EU in Libië, en de inzet van Nederland daarbinnen, zijn gericht
op het tegengaan van mensenhandel- en smokkel, de risico’s die met irreguliere migratie
gepaard gaan, het bieden van directe hulp aan en het beschermen van migranten en vluchtelingen
die in Libië verblijven, het verbeteren van de behandeling van deze groep na ontscheping
en in detentiecentra, het beëindigen van arbitraire detentie en het faciliteren van
evacuaties van deze groep. Samenwerking met de Libische autoriteiten is volgens het
kabinet noodzakelijk om Europese en Nederlandse doelstellingen in Libië te behartigen
en de autoriteiten aan te spreken op misstanden. Het kabinet onderstreept daarbij
de noodzakelijke aandacht voor mensenrechten en zet zich daar, ook in Europees verband,
voor in. Het kabinet zal daar aandacht voor blijven vragen.
Voorts zien de leden van de D66-fractie plannen over humanitaire corridors en legale
migratie. Deze leden juichen dit toe, aangezien legale migratie de enige manier is
om het verdienmodel van mensensmokkelaars af te nemen, zoals we nu ook zien bij Oekraïense
vluchtelingen. Kan de Staatssecretaris meer duiding geven over deze plannen en toezeggen
dat Nederland een voortrekkersrol op zich zal nemen in het ontwikkelen van dergelijke
initiatieven? Wat wordt de inzet op punt 13 uit het voorstel betreffende het versnellen
van de Talent Partnerships? Wat is er volgens de Staatssecretaris nog nodig om met
overtuiging achter dit initiatief te kunnen staan?
Antwoord
Zoals aangegeven in het BNC fiche1
ziet het kabinet het opzetten van Talentpartnerschappen met prioritaire migratielanden
niet als oplossing voor tekorten op de arbeidsmarkt. Het kabinet onderschrijft wel
de insteek dat partnerschappen met prioritaire migratielanden, mits goed vormgegeven,
kunnen bijdragen aan een integrale benadering op migratiesamenwerking met derde landen,
waaronder het tegengaan van irreguliere migratie en het verbeteren van effectieve
terugkeersamenwerking voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Deze opzet van partnerschappen
bij prioritaire migratielanden sluit aan bij het Coalitieakkoord en de wens om meer
grip te krijgen op migratie. Afspraken over legale migratie zijn daarbij een belangrijk
onderdeel om samenwerking op migratie met belangrijke transit- en herkomstlanden te
verbeteren en te versterken. Het kabinet is voornemens, zoals aangekondigd in het
Coalitieakkoord, om als onderdeel van afspraken met derde landen over het terugnemen
van uitgeprocedeerde asielzoekers en migranten zonder rechtmatig verblijf, beleid
te maken om in dit kader gerichte visumverlening en tijdelijke, kleinschalige legale
en circulaire arbeidsmigratie via pilots/stapsgewijs mogelijk te maken binnen strikte
wederzijdse afspraken. Hierbij dient ook aandacht te zijn voor het absorptievermogen
van Nederland en de aanbevelingen uit het rapport van Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten
(Commissie Roemer). De komende tijd zal het kabinet zich buigen op welke wijze het
voornemen uit het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) vorm kan worden gegeven.
Naast bovenstaande overwegingen heeft het kabinet een aantal zwaarwegende zorgen over
en vragen bij de voorstellen van de Commissie. Zo heeft de Commissie volgens het kabinet
nog onvoldoende belicht wat mogelijke gevolgen kunnen zijn voor de landen van herkomst.
De Commissie stelt dat er aandacht dient te zijn voor het risico van brain drain en de kans van brain gain, maar hoe dit vorm krijgt blijft onhelder en moet nog uitgewerkt worden. Hetzelfde
geldt voor de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers en terugkeer bij circulaire
en tijdelijke arbeidsmigratie, alsook voor derdelanders die legaal de EU zijn ingereisd
en in een andere lidstaat asiel aan kunnen vragen. Het is verder niet duidelijk op
welke wijze voorkomen kan worden dat derdelanders (naderhand) in andere lidstaten
die niet deelnemen aan de Talentpartnerschappen gaan werken. Deze intra-EU mobiliteit
dient volgens het kabinet terdege geadresseerd te worden, alvorens het kabinet een
positie kan aannemen ten aanzien van dit onderdeel van de mededeling. Het kabinet
acht dat onvoldoende aandacht is gegeven aan de juridische uitwerking van Talentpartnerschappen.
Het kabinet zal de Commissie vragen om bovenstaande vraagstukken uit te werken en
toe te lichten, en aandacht vragen voor de schaduwkanten van arbeidsmigratie (misstanden)
en het absorptievermogen van lidstaten (druk op voorzieningen zoals huisvesting, zorg,
onderwijs, openbare orde en veiligheid, opvang asielzoekers en migranten, terugkeer
en overname afgewezen asielzoekers en migranten) maar ook de impact op het draagvlak
voor arbeidsmigratie en sociale cohesie, alvorens een besluit te nemen over vrijwillige
deelname van Nederland aan de Talentpartnerschappen.
De leden van de D66-fractie lezen in het voorstel van de EC een hoop plannen over
het coördineren van search and rescue-operaties. Volgens deze leden is echter niet
het gebrek aan coördinatie, maar het gebrek aan veilige havens het probleem. Het kabinet
heeft opgeroepen tot duidelijke kaders met betrekking tot ontscheping in veilige havens.
Deze kaders moeten dienen om verdrinking te voorkomen. Is de Staatssecretaris bereid
om lidstaten die zich niet aan dergelijke kaders houden, bijvoorbeeld door het niet
laten aanmeren van schepen, hierop aan te spreken? Is de Staatssecretaris van mening
dat de EC op dit moment hard genoeg optreed tegen lidstaten die zich niet aan gestelde
afspraken houden? Wat kan de Staatssecretaris doen om te voorkomen dat reders zich
genoodzaakt voelen drenkelingen af te zetten in onveilige havens, wanneer EU-lidstaten
ontscheping tegenwerken? Kan hij toezeggen de mogelijkheid te bespreken om enkele
veilige havens aan te wijzen en te werken naar een mechanisme waar kansrijke asielzoekers
die hier worden ontscheept worden verdeeld over de lidstaten?
Antwoord
Het kabinet zet zich al langer in voor een structurele oplossing voor de ontscheping
van drenkelingen in de EU2
. Daarnaast meent het kabinet dat samenwerking op dit terrein ook moet worden geïntensiveerd
met partners in Noord-Afrika3
. Een mechanisme in zowel de EU als in andere landen rond de Middellandse Zee zal
echter niet de volledige oplossing zijn. Zoals uw Kamer bekend voert het kabinet een
integrale migratieagenda uit4
. Veel elementen uit die agenda komen overeen met de gezamenlijke Europese aanpak
die zich eveneens richt op de aanpak van grondoorzaken voor irreguliere migratie en
het versterken van bescherming en opvang van vluchtelingen in de regio. Zowel het
kabinet als de EU hebben hier veel middelen voor beschikbaar gesteld en investeren
hier ook in5
. Daarnaast richten het kabinet en de EU zich op de aanpak van illegale migratie inclusief
mensensmokkel en -handel, versterking van grensbeheer, het bevorderen van het gebruik
van bestaande legale migratiekanalen en het verbeteren van terugkeersamenwerking.
Over de voortgang van de Europese aanpak wordt uw Kamer met enige regelmaat geïnformeerd6.
Tot slot stelt de EC voor om de «European Contact Group on Search and Rescue» nieuw
leven in te inblazen. Kan de Staatssecretaris toezeggen ervoor te pleiten dat ook
NGO’s en private reders hiervoor worden uitgenodigd?
Antwoord
In de European Contact Group on Search and Rescue (SAR) worden verschillende thema´s met betrekking tot SAR besproken, zoals het juridisch
kader waarbinnen SAR-operaties plaatsvinden, uitwisseling van best practices en onderlinge samenwerking tussen de lidstaten. De contact group vindt plaats onder coördinatie van de Commissie. Die heeft reeds aangegeven dat NGO´s
en andere derde partijen op ad hoc basis uitgenodigd kunnen worden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Is de Staatssecretaris het met de leden van de PVV-fractie eens dat dit zoveelste
actieplan van de Europese Commissie (EC) de duizenden asielzoekers die maandelijks
naar Nederland komen niet tegen gaat houden? Is de Staatssecretaris bereid om het
heft in eigen handen te nemen en per direct een asielstop in te voeren? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord
Kortheidshalve verwijs ik u naar de brief van vrijdag 4 november jl. (Kamerstuk 19 637, nr. 3002) inzake de juridische verkenning op de asielstop en instroombeperking.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP vragen of het klopt dat het aantal mensen dat de Middellandse Zee
probeert over te steken, dit jaar met 50 procent is gestegen. Is het juist dat het
om 90.000 mensen gaat? Hoe verklaart de Staatssecretaris deze stijging? Hoeveel van
deze mensen komen in aanmerking voor asiel?
Antwoord
Voor de mediterrane routes (Spanje, Italië en Griekenland) waren er in 2022 in de
maanden januari t/m oktober totaal ca. 119.210 aankomsten van irreguliere migranten
over zee, in 2021 waren dit er in dezelfde periode 90.260. Dit maakt dat er in 2022
t.o.v. vorig jaar een stijging is van 32% voor het aantal aankomsten van irreguliere
migranten over zee. (Bron: UNHCR, peildatum 23-11-2022). Een precieze oorzaak van
de stijging kan niet met zekerheid worden vastgesteld. In algemene zin is het zo dat
de COVID-19-reisbeperkingen een dempend effect lijkt te hebben gehad op het aantal
irreguliere migratiebewegingen in de afgelopen jaren. Er kan niet op voorhand worden
gezegd hoeveel van deze mensen in aanmerking komen voor asiel.
De leden van de SP-fractie vragen daarnaast of de regering verwacht dat het actieplan
van de EC met 20 maatregelen een oplossing gaat bieden? Deelt de Staatssecretaris
de mening dat migratie richting Europa pas werkelijk zal afnemen als men wat aan de
oorzaken gaat doen, zoals armoede, oorlog en gebrek aan perspectief?
Antwoord
Mensen migreren vanwege sterk uiteenlopende oorzaken: conflict, geweld, mensenrechtenschendingen,
klimaatverandering, of een zoektocht naar een beter leven. Het kabinet zet met diplomatie,
handel en ontwikkelingssamenwerking in op het bevorderen van duurzame vrede en ontwikkeling.
Met het brede ontwikkelingssamenwerking-instrumentarium zet het kabinet in op de aanpak
van grondoorzaken zoals vervat in de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde
Naties (SDG’s). Daarnaast spant het kabinet zich in om vluchtelingen perspectief op
een menswaardig bestaan te bieden in hun regio van herkomst. De inzet dient er tevens
toe om het doorreizen naar Europa te beperken en om destabilisatie van de opvanglanden
zelf te voorkomen.
Is de Staatssecretaris het eens met deze leden dat er vervolgens korte asielprocedures
aan de randen van Europa zouden moeten komen? In hoeverre staan deze zaken op de agenda?
Antwoord
Het kabinet pleit reeds sinds lange tijd in het kader van onderhandelingen over het
Asiel- en Migratiepact voor de invoering van asielgrensprocedures, waarbij meteen
in deugdelijke procedures aan de buitengrenzen van de EU een onderscheid kan worden
gemaakt tussen personen die een kansarmer en die een kansrijker asielverzoek indienen.
Daarbij zal een definitieve afwijzing van het asielverzoek direct gevolgd moeten worden
door een vertrek uit de Unie. Dit zal het kabinet blijven doen.
De leden van de SP-fractie stellen dat de affaire met de Ocean Viking andermaal onderstreept
dat het EU-asielbeleid moeizaam functioneert. Hoe staat het met het EU-migratiepact?
Welke landen zijn bereid hieraan mee te werken en welke niet? Is het een optie om
een pact te sluiten met welwillende landen?
Antwoord
Het Tsjechisch Voorzitterschap wenst de stap-voor-stap aanpak van het Franse voorzitterschap
voort te zetten, en werkt daarom aan een vervolg. Op de JBZ-raad van december zal
worden gesproken over de voortgang. Ik verwijs u graag naar de Geannoteerde Agenda
van die Raad voor de inzet van het kabinet.
Daarnaast vragen deze leden of de passagiers van de Ocean Viking in Frankrijk geregistreerd
zijn? Zo nee, wat is er dan mee gebeurd? Hoeveel personen van dit schip hebben inmiddels
in Nederland asiel aangevraagd? Gaat het om Eritrese kinderen, zoals in de media te
lezen viel?
Antwoord
Een deel van de passagiers is door Frankrijk opgenomen, een deel door andere Europese
lidstaten. Nederland heeft geen passagiers opgenomen. Het is mogelijk dat personen
van dit schip zijn doorgereisd naar Nederland en asiel hebben aangevraagd, maar het
is ook niet altijd mogelijk dit te achterhalen. Vooralsnog hebben mij geen signalen
bereikt.
Welke organisaties zijn op dit moment actief in de Middellandse Zee? Zijn er ook Nederlandse
NGO’s actief in het redden van migranten op zee? Zo ja, welke NGO’s zijn dat?
Antwoord
Er zijn verschillende organisaties actief in de Middellandse Zee. Het kabinet beschikt
niet over een overzicht hiervan, en evenmin over een overzicht van eventueel actieve
Nederlandse NGO’s. Voor informatie over NGO-schepen die actief zijn in het redden
van migranten op zee en varen onder een Nederlandse vlag, verwijs ik u graag door
naar mijn collega, de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.
Actieplan Centrale Mediterrane Route
De leden van de SP-fractie vragen hoe groot de kans is dat betrokken transitlanden
(Tunesië, Libië, Egypte) medewerking verlenen aan het actieplan van de EC? Wat heeft
de EU deze landen te bieden? Wat zijn de kosten (zowel diplomatiek als financieel)?
Kan met een verscheurd land als Libië überhaupt afspraken worden gemaakt?
Antwoord
Op verzoek van de Europese Raad zijn Actieplannen opgesteld voor prioritaire landen
in de focusregio’s van de EU, waaronder landen in Noord-Afrika. Hiermee is de dialoog
met deze landen geïntensiveerd. De dialoog gaat gepaard met concrete acties en tastbare
steun om internationale samenwerking te versterken. Mede door deze aanpak is migratie
centraler komen te staan in de bredere EU-bilaterale en -regionale relaties. Daarbij
verschilt het inderdaad per land in hoeverre samenwerking mogelijk is. In het voortgangsrapport
van de Europese Commissie kan de voortgang op het EU-externe migratiebeleid worden
geraadpleegd.
In de geannoteerde agenda wordt gesteld dat migratiesamenwerking met landen van herkomst
voor NL een prioriteit is. Welke landen betreft het? Wat doet de Staatssecretaris
concreet om dit te bereiken?
Antwoord
Het kabinet zet in op migratiepartnerschappen met voor Nederland belangrijke landen
van herkomst- en transit in Noord-Afrika, de Sahel en het Midden Oosten, met als doel
het beperken van irreguliere migratie, het bevorderen van terugkeer bij onrechtmatig
verblijf en de bescherming van migranten. De bilaterale inzet en Europese inzet liggen
hierbij nadrukkelijk in elkaars verlengde. We investeren over de volle breedte van
de bilaterale relatie om daarmee ook een goede basis te creëren voor versterkte migratiesamenwerking.
Er wordt samengewerkt op het gebied van- en er worden afspraken gemaakt over visa,
steun bij opvang, terugname bij onrechtmatig verblijf en beperken van irreguliere
migratie. In de dialogen met partnerlanden komen verscheidene onderwerpen aan bod
en wendt het kabinet verschillende instrumenten aan om de voor Nederland belangrijke
doelstellingen te behartigen. Naast de migratiedoelstellingen kijken we daarbij nadrukkelijk
naar onze brede relatie met de partnerlanden, waarbij vele belangen een rol spelen.
Om de Nederlandse inzet te intensiveren en bilaterale migratiepartnerschappen te realiseren,
wordt het reguliere jaarlijkse budget voor migratiesamenwerking verhoogd van EUR 34
miljoen tot 59 miljoen.
De leden van de SP-fractie vragen of de Raad het actieplan naar verwachting gaat aannemen?
Hoe liggen de verhoudingen? Hoe kijkt de Staatssecretaris naar het migratiebeleid
van de nieuwe Italiaanse regering? Wat onderneemt de Staatssecretaris als vrijdag
geen besluiten worden genomen? Wat is Plan B?
Antwoord
De verwachting is dat de lidstaten het Actieplan, net als Nederland, zullen verwelkomen.
Wat het kabinet betreft wordt ook voor de uitdagingen op de overige migratieroutes
verder gewerkt aan versterkte en gecoördineerde EU-inzet waarbij zoveel mogelijk wordt
voortgebouwd op bestaande initiatieven. Het kabinet vindt het van belang dat Italië
zich, net zoals dat geldt voor andere EU-lidstaten, houdt aan de geldende (Europees
en internationaalrechtelijke) kaders voor het migratiebeleid.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie hebben kennis genomen van de geannoteerde
agenda. Aanleiding, zo begrijpen deze leden, is de ontscheping van de Ocean Viking
en de toenemende irreguliere migratiedruk op de Europese Unie. Daarnaast zal gesproken
worden over de Commissievoorstellen om de actuele situatie in de Mediterrane regio
het hoofd te bieden.
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie vinden dat onder alle omstandigheden de
veiligheid en het welzijn van mensen voorop moet staan. Aan boord van de Ocean Viking
zaten 200 migranten die door hoogoplopende ruzies tussen de Italiaanse en de Franse
autoriteiten ernstige risico’s hebben gelopen. Aangezien in het verleden vaker wekenlang
mensen op reddingsschepen hebben vastgezeten is er binnen het Migratiepact een voorstel
gedaan voor een solidariteitsmechanisme na reddingsoperaties. In hoeverre heeft Nederland
in het afgelopen jaar concreet bijgedragen aan dit solidariteitsmechanisme na reddingsoperaties?
Is de Staatssecretaris van plan om, samen met andere landen, verantwoordelijkheid
te nemen om migranten menswaardige opvang te bieden in ons land? Is de Staatssecretaris
bereid om tijdens de komende JBZ Raad het allesoverheersende belang van adequate humanitaire
hulpverlening te benadrukken?
Antwoord:
Nederland is van mening dat structurele oplossingen voor ontscheping na Search and Rescue binnen het asielsysteem moeten worden gezocht, niet via ad hoc herplaatsingen. Daarom
heeft Nederland afgelopen zomer de solidariteitsverklaring ondertekend, als onderdeel
van de stap-voor-stap voortgang op het Asiel- en Migratiepact. Het kabinet kan op
dit moment niet tegemoet komen aan herplaatsingsverzoeken met het oog op de huidige
hoge druk op het nationale asielsysteem. Het kabinet onderstreept dat het tegengaan
van het verlies van levens op de Middellandse Zee en de internationaalrechtelijke
plicht om mensenlevens op zee te redden te allen tijde de uitgangspunten blijven.
In dat verband onderschrijft het kabinet het belang van SAR operaties. Daarbij is
het echter wel zaak dat de activiteiten van schepen met ideële doelstellingen, die
al dan niet op basis van humanitaire gronden in de SAR zones van derde landen stelselmatig
drenkelingen aan boord nemen, niet bijdragen aan het in stand houden van de criminele
activiteiten van mensensmokkelaars die mensenlevens op het spel zetten.
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie hebben verder kennis genomen van maatregelen
die door de Italiaanse overheid zijn genomen om havens ook in de toekomst te kunnen
sluiten voor reddingsschepen van verschillende NGO’s. De achterliggende reden zou
zijn dat er een aanzuigende werking zou optreden indien search and rescue-operaties
plaatsvinden op de Middellandse Zee. Is de Staatssecretaris het ermee eens dat het
onacceptabel is dat havens worden gesloten voor mensen die dringend behoefte hebben
aan humanitaire hulpverlening? Is de Staatssecretaris het daarnaast eens met de stelling
dat de Italiaanse praktijk van het sluiten van havens in strijd is met maritiem recht
die voorschrijft dat je alle mensen die op zee uit nood zijn gered, naar een veilige
plaats moet brengen? Zo ja, is de Staatssecretaris bereid dit standpunt in te brengen
tijdens de JBZ-Raad?
Antwoord
Uitgangspunt voor het kabinet is dat de internationale afspraken en verplichtingen
die staten reeds hebben ten aanzien van SAR in acht worden genomen. Het kabinet heeft
meermaals opgeroepen tot duidelijke kaders en goede afspraken tussen alle betrokken
partijen om tot een normalisatie van de ontschepingspraktijk op de Middellandse Zee
te komen, inclusief het definiëren en vaststellen van SAR-zones, veilige havens en
goed werkende kustwachten met voldoende capaciteit. De conclusies van de Europese
Raad van juni 2018 vormen hierbij het uitgangspunt. Het voorgaande standpunt staat
nog steeds.
Wat is de reactie van de Staatssecretaris op het feit dat experts hebben aangegeven
dat er geen causaal verband is te vinden tussen de aanwezigheid van search and rescue-operaties
en de pogingen van migranten om naar Europa te geraken, en er derhalve geen sprake
is van een aanzuigende werking door het werk van NGO’s op zee?
Antwoord
Het kabinet onderstreept dat het tegengaan van het verlies van levens op de Middellandse
Zee en de internationaalrechtelijke plicht om mensenlevens op zee te redden te allen
tijde de uitgangspunten blijven. In dat verband onderschrijft het kabinet het belang
van SAR operaties. Daarbij is het echter wel zaak dat de activiteiten van schepen
met ideële doelstellingen, die al dan niet op basis van humanitaire gronden in de
SAR zones van derde landen stelselmatig drenkelingen aan boord nemen, niet bijdragen
aan het in stand houden van de criminele activiteiten van mensensmokkelaars die mensenlevens
op het spel zetten.
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie hebben kennis genomen van de wens van
de Staatssecretaris om de rol van Frontex in derde landen te versterken. Deze leden
vinden echter dat een belangrijke voorwaarde voor een versterkte inzet is dat er binnen
Frontex eerst orde op zaken wordt gesteld. Zo heeft het recente rapport van OLAF duidelijk
laten zien dat Frontex medeplichtig is aan illegale pushbacks en toezichthouders op
mensenrechten binnen de organisatie vanaf het hoogste managementniveau zijn tegengewerkt.
Wat is de reactie van de Staatssecretaris op het rapport van OLAF? Is de Staatssecretaris
het eens met de stelling dat er eerst serieuze en structurele hervormingen en effectiever
toezicht moeten komen voordat er van een hogere inzet sprake kan zijn? Zo nee, waarom
denkt de Staatssecretaris dat een verhoogde inzet toch op een verantwoordelijke wijze
kan plaatsvinden?
Antwoord
Vooropgesteld zij dat het kabinet zeer hecht aan een goed functionerend Frontex dat
ondersteunt bij het beheren en bewaken van de buitengrenzen, bijdraagt aan een veilig
Schengengebied, en adequate opvolging geeft aan incidenten. Daarbij dienen Europese
en internationale regelgeving te allen tijde gerespecteerd te worden. De bevindingen
uit het OLAF-rapport zijn zorgelijk. Ik heb mijn zorgen hierover ook gedeeld met uw
Kamer. Over de stappen die het Agentschap de afgelopen periode gezet heeft, is uw
Kamer ook geïnformeerd. Zo wordt de grondrechtenfunctionaris nu bij iedere vermeende
mensenrechtenschending betrokken, zijn er 46 toezichthouders voor grondrechten aangesteld,
is een werkinstructie opgesteld voor het terugtrekken of beëindigen van een operatie,
en is het Serious Incident Report Mechanisme aangepast. Er dient spoedig een nieuwe Uitvoerend Directeur gekozen te
worden die deze ingeslagen weg voortzet en het intern en extern functioneren van Frontex
verder verbetert. Het kabinet ziet, gezien bovenstaande, de ontwikkeling dat Frontex
vaker operationeel wordt ingezet in derde landen als positief. Frontex kan op deze
manier bijdragen aan een beter beheer en bewaking van de EU-buitengrenzen in samenwerking
met de autoriteiten van een derde land. De inzet van Frontex in derde landen is van
belang om grip te krijgen op migratie in Europa. Deze inzet moet in lijn zijn met
andere EU-inzet, niet ten koste gaan van inzet binnen de EU-lidstaten en uiteraard
plaatsvinden conform geldend EU en internationale wet- en regelgeving.
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie vinden dat de migratiedruk waar de EU
mee kampt het belang aantoont om snel tot een akkoord te komen over de voorstellen
onder het Migratiepact. Deze leden zijn het ermee eens dat beter functioneren van
asielsystemen (waaronder beter registratie aan de buitengrenzen) in bijvoorbeeld Italië
en Griekenland essentieel is voor een Europees asielsysteem. Deze leden vinden echter
dat een goede implementatie van het solidariteitsmechanisme, waaronder de bereidheid
van landen om vluchtelingen te reloceren, ook van groot belang voor een werkend systeem.
Gaat Nederland zich in deze kabinetsperiode nog voegen bij de kopgroep van landen
die bereid zijn vluchtelingen binnen Europa te herverdelen? Is de Staatssecretaris
het eens met de stelling dat een dergelijke opstelling van Nederland ook zal helpen
om landen aan de zuidelijke buitengrenzen, die al jaren kampen met een grote instroom,
aan hun afspraken te laten houden en dat dit een akkoord over het Migratiepact dichterbij
brengt? Hoe verklaart de Staatssecretaris dat de onderhandelingen over het Pact al
twee jaar zo moeizaam lopen?
Antwoord
Het Tsjechisch Voorzitterschap wenst de stap-voor-stap aanpak van het Franse voorzitterschap
voort te zetten, en werkt daarom aan een vervolg. Op de JBZ-raad van december zal
worden gesproken over de voortgang. Ik verwijs u graag naar de geannoteerde agenda
van die Raad voor de inzet van het kabinet.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie zijn van mening dat op de kortst mogelijke termijn de
Dublinakkoorden weer moeten functioneren zoals ze zijn bedoeld. Gaat de Staatssecretaris
erop aandringen dat andere lidstaten migranten terugnemen die hier niet horen te zijn,
omdat ze in een ander land als eerste zijn aangekomen?
Antwoord
Het kabinet heeft het belang van het naleven van de Dublinverordening al meerdere
malen onderstreept in de JBZ-Raad en in bilaterale contacten en zal dit de komende
tijd ook blijven doen. De Staatssecretaris zal en marge van de komende JBZ-raad deelnemen
aan een ministeriële bijeenkomst met gelijkgezinde lidstaten waar gesproken zal worden
over mogelijkheden om de naleving van de Dublin-verordening te verbeteren en onderlinge
operationele samenwerking op Dublinoverdrachten te verbeteren. U wordt hierover nader
geïnformeerd via de Geannoteerde Agenda en het verslag van die Raad.
De leden van de SGP-fractie vragen naar de stand van zaken ten aanzien van de onderhandelingen
over het migratie- en asielpact. Wat is de stand van zaken op dit moment? En op welke
termijn zijn echt concrete uitkomsten te verwachten? Hoe verhoudt dit zich tot de
toegenomen migratiedruk op de migratieroutes naar en binnen de EU? Welke concrete
voorstellen gaat de Staatssecretaris doen om de migratiestromen fors in te perken?
Antwoord
Het Tsjechisch Voorzitterschap wenst de stap-voor-stap aanpak van het Franse voorzitterschap
voort te zetten, en werkt daarom aan een vervolg. Op de JBZ-raad van december zal
worden gesproken over de voortgang. Ik verwijs u graag naar de Geannoteerde Agenda
van die Raad voor de inzet van het kabinet.
De leden van de SGP-fractie lezen dat de EC wil inzetten op de overkomst van arbeidsmigranten
naar Europa, en dat legale migratie mogelijk kan worden ingezet als ruilmiddel bij
akkoorden met de herkomstlanden. Eerder heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
aangegeven geen arbeidsmigranten uit Afrika hierheen te willen halen. De Kamer heeft
door middel van motie van het lid El Yassini c.s. de regering verzocht niet mee te
werken aan dit plan. Gaat de Staatssecretaris zich uitspreken tegen de plannen van
de EC voor het over laten komen van arbeidsmigranten uit Afrika naar de EU? Is de
Staatssecretaris het ermee eens dat we genoeg werklozen in ons continent hebben die
eerst aan de slag kunnen worden geholpen, alvorens überhaupt te denken aan het over
laten komen en inzetten van migranten? Hoe liggen de verhoudingen ten aanzien van
het voorstel van de EC over het over laten komen van arbeidsmigranten? Is de Staatssecretaris
bereid op zoek te gaan naar draagvlak voor het Nederlandse standpunt, zodat er geen
sprake is van massale overkomst van arbeidsmigranten uit Afrika naar de Europese Unie
én dat de afspraken voor arbeidsmigratie niet worden gekoppeld aan deals met herkomstlanden
over het terugnemen van migranten?
Antwoord
Zoals aangegeven in het BNC-fiche ziet het kabinet, conform de motie el-Yassini c.s.7
, het opzetten van Talentpartnerschappen met prioritaire migratielanden niet als oplossing
voor tekorten op de arbeidsmarkt. Het kabinet onderschrijft wel de insteek dat partnerschappen
met prioritaire migratielanden, mits goed vormgegeven, kunnen bijdragen aan een integrale
benadering op migratiesamenwerking met derde landen, waaronder het tegengaan van irreguliere
migratie en het verbeteren van effectieve terugkeersamenwerking voor uitgeprocedeerde
asielzoekers. Deze opzet van partnerschappen bij prioritaire migratielanden sluit
aan bij het Coalitieakkoord en de wens om meer grip te krijgen op migratie. Het kabinet
is voornemens, zoals aangekondigd in het Coalitieakkoord, om als onderdeel van afspraken
met derde landen over het terugnemen van uitgeprocedeerde asielzoekers en migranten
zonder rechtmatig verblijf, beleid te maken om in dit kader gerichte visumverlening
en tijdelijke, kleinschalige legale en circulaire arbeidsmigratie via pilots/stapsgewijs
mogelijk te maken binnen strikte wederzijdse afspraken. De komende tijd zal het kabinet
zich buigen op welke wijze het voornemen uit het coalitieakkoord vorm kan worden gegeven.
Op korte termijn ontvangt uw kamer hierover een brief. Dit laat onverlet dat het kabinet,
conform de in het genoemde BNC-fiche geformuleerde inzet, zijn zorgen uit over onder
meer garanties ten aanzien van terugkeer, en randvoorwaarden ten aanzien van bijvoorbeeld
arbeidsomstandigheden. Een besluit omtrent deelname aan de Talentpartnerschappen,
die overigens vrijwillig is, is nog niet genomen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
De leden van de Volt-fractie hebben kennis genomen van de geannoteerde agenda en zien
de noodzaak voor een extra JBZ-raad, maar hebben ook zorgen over de oplossingsbereidheid
van lidstaten, gezien de grote uiteenlopende belangen en standpunten die in de Raad
op dit onderwerp uitgedragen worden. Deze leden hebben daarom nog de volgende vragen:
De leden van de Volt-fractie lezen dat de Staatssecretaris in zijn brief stelt dat
het versterken van de migratiesamenwerking met landen van herkomst en transit om de
instroom te beperken en terugkeer te bevorderen een prioriteit is. Over de andere
voorstellen in het actieplan van de EC stelt de Staatssecretaris niet hetzelfde. Betekent
dit dat Nederland voornamelijk zal inzetten op instroombeperking en terugkeerbevordering
door migratiesamenwerking met landen van herkomst- en transit? Zo ja, hoe verhoudt
zich dit tot het gebrek aan doorbraken in de onderhandelingen op andere onderdelen
van het Asiel- en Migratiepact? Waarom geeft de Staatssecretaris hier geen prioriteit
aan, bijvoorbeeld als het aankomt op herverdeling?
Antwoord
Het kabinet zet in op meerdere sporen tegelijkertijd: migratiesamenwerking met derde
landen in bilateraal en Europees verband, een beter Europees asielsysteem en versteviging
van de buitengrenzen, en opvang in de regio. Deze elementen gelden allemaal als prioriteiten
voor dit kabinet.
De leden van de Volt-fractie hebben grote zorgen dat migratiesamenwerking in alle
partnerschappen een vereiste wordt om zaken te doen en daarmee ongelijke partnerschappen
in de hand werkt. Hoe wil de Staatssecretaris de partnerschappen met derde landen
vormgeven en daarbij gelijkwaardige relaties en partnerschappen te garanderen? Welke
voordelen zullen bijvoorbeeld beloofd worden aan derde landen? Wordt hiervoor ook
uitvraag gedaan bij deze landen zelf?
Antwoord
Het uitgangspunt is een effectief, duurzaam en gelijkwaardig partnerschap op basis
van wederzijdse belangen, dat samen met het partnerland wordt vormgegeven. Een succesvol
migratiepartnerschap gaat gepaard met randvoorwaarden van een open, solidaire en stabiele
relatie waarin alle onderwerpen kunnen worden besproken, en waar oog is voor elkaars
belangen en uitdagingen.
Verder lezen de leden van de Volt-fractie dat de Staatssecretaris aangeeft dat deze
partnerschappen ook op korte termijn belangrijker zullen worden in de Westelijke Balkan:
Gezien het feit dat deze landen een andere status hebben dan partnerlanden in de Zuidelijke
route, hoe wil de Staatssecretaris deze partnerschappen vormgeven? Zal dit een invloed
hebben op het traject van toetreding?
Antwoord
Op verzoek van de Europese Raad in het najaar van 2021 zijn EU-Actieplannen opgesteld
voor prioritaire landen in de focusregio’s van de EU, waaronder ook de Westelijke
Balkan. Momenteel verkent de EU verschillende stappen om migratiebewegingen via de
Westelijke Balkan-route aan te pakken. De inzet is gericht op het intensiveren van
samenwerking met de Westelijke Balkanlanden op terugkeer naar derde landen, het versterken
van de migratie- en asielsystemen en verstevigd grensbeheer in samenwerking met Frontex.
De Raad voor Algemene Zaken is op 18 november jl. akkoord gegaan met een aanbeveling
om onderhandelingen te starten met Albanië, Bosnië en Herzegovina, Servië en Montenegro
over nieuwe statusovereenkomsten met Frontex. De Commissie zal nu op basis van dit
mandaat starten met de onderhandelingen met deze vier landen.
De Westelijke Balkanlanden zullen op termijn het EU-acquis overnemen. Het geleidelijk
aanpassen van wetgeving aan het acquis is onderdeel van het toetredingstraject. Het
kabinet ziet er, conform de motie van de leden Kamminga en Amhaouch, (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2358) op toe dat de Europese Commissie de voortgang van (potentiële) kandidaat-lidstaten
in het hervormingsproces strikt monitort. Daarbij speelt het kabinet, onder andere
via het rechtsstatelijkheidsnetwerk in de regio, zelf een actieve rol door monitoring
en input op de voortgangsrapporten op basis van eigen bevindingen rond onder meer
migratie. Het kabinet verbindt in het geval van geen of onvoldoende vooruitgang hier
consequenties aan, zoals deze in het toetredingskader voorhanden zijn, tevens conform
deze motie. Op 11 november 2022 heeft uw Kamer de kabinetsappreciatie van het jaarlijkse
uitbreidingspakket ontvangen8
. De versterkte samenwerking met de regio op het gebied van migratie is complementair
aan de kabinetsinzet op uitbreidingsterrein.
De leden van de Volt-fractie lezen dat de Staatssecretaris in zijn brief schrijft
dat Nederland actief bijdraagt aan de EU-partnerschappen. Dit is positief, omdat al
meermaals duidelijk geworden is dat bilaterale partnerschappen met landen van herkomst
en transit juist een negatief effect kunnen hebben. Hoe zal Nederland zich in Raadsverband
inzetten voor een Europese onderhandelingspositie met landen van herkomst- en transit?
Wat zijn hierop de verwachtingen wat betreft het krachtenveld in de Raad?
Antwoord
Er zijn al veel stappen gezet in Europees verband in het ontwikkelen van partnerschappen
met derde landen. Net als in het Nederlandse beleid, ligt de focus op brede, op maat
gemaakte partnerschappen op basis van wederzijdse belangen, en een integrale aanpak
van migratie.
Op verzoek van de Europese Raad in het najaar van 2021, zijn er in gezamenlijkheid
EU-Actieplannen opgesteld voor prioritaire landen in de focusregio’s van de EU (Noord-Afrika,
Sub-Sahara Afrika, Midden-Oosten en Westelijke Balkan). Deze actieplannen bouwen voort
op eerdere voortgang en combineren geïntensiveerde dialoog met concrete acties en
tastbare steun om internationale samenwerking te versterken. Onder Frans Voorzitterschap
is er in de Raad een operationeel coördinerend mechanisme opgezet voor de externe
dimensie van migratie (Mocadem) om de strategische en operationele benadering richting
partnerlanden verder uit te werken. EU-lidstaten leggen binnen de Raad verschillende
accenten wanneer het gaat om prioriteiten. Voor Nederland geldt dat de inzet in Europa
in het verlengde ligt van de inzet op bilaterale migratiepartnerschappen. De inzet
is op beide sporen een gelijkwaardig partnerschap met een brede relatie waarin wordt
samengewerkt op en afspraken gemaakt over zaken als handel, hulp en steun bij opvang,
terugname van uitgeprocedeerde asielzoekers en tegen gaan van irreguliere migratie.
Daarnaast geeft de Staatssecretaris aan dat Nederland voorstander is van het versterken
van de inzet van Frontex, zo lezen de leden van de Volt-fractie. Recentelijk kwam
echter opnieuw aan het licht dat Frontex-medewerkers betrokken waren bij mensenrechtenschendingen
en pushbacks aan de Europese buitengrenzen. Daarop keurde het Europees Parlement (EP)
de begroting van Frontex af. Kan de Staatssecretaris daarom aangeven of hij ondanks
het feit dat Frontex betrokken is bij mensenrechtenschendingen aan de buitengrenzen
en daar tot nu toe nog geen maatregelen voor getroffen zijn om te garanderen dat dit
niet opnieuw gebeurt, alsnog bereid is om de inzet van Frontex aan de Europese buitengrenzen
te versterken? Hoe zal Nederland ervoor zorgen dat mensenrechtenschendingen door Frontex
niet langer plaatsvinden? Verwacht de Staatssecretaris op EU-niveau nieuwe wet- en
regelgeving om mensenrechtenschendingen binnen Frontex aan te pakken? En zo ja, op
welke termijn?
Antwoord
Ik verwijs u kortheidshalve naar het antwoord op de vragen van de leden van de PvdA-
en GroenLinks-fractie over dit onderwerp. Eind 2023 voert de Commissie een evaluatie
van de EGKW-verordening9
en het permanente korps uit. Het kabinet zal die gelegenheid aangrijpen om kritisch
te kijken naar mogelijke verbeterpunten en knelpunten en de inzet daarin van Nederland,
in lijn met de motie van de leden Kröger en Piri (Kamerstuk 32 317, nr. 778) hierover.
Wat betreft het tweede deel van het Actieplan gepresenteerd door de EC, zien de leden
van de Volt-fractie dat de Staatssecretaris voornamelijk focust op de opbouw van goed
werkende kustwachten en normalisatie van de ontschepingspraktijk op de Middellandse
Zee. Kan de Staatssecretaris uitweiden over wat hij verstaat onder een «goed werkende
kustwacht» en de «normalisatie van de ontschepingspraktijk op de Middellandse Zee?»
Wat valt volgens Nederland onder het takenpakket van een goed werkende kustwacht?
Antwoord
Onder goed werkende kustwacht wordt verstaan dat zij conform de internationale verplichtingen
handelen en instructies opvolgen van de verantwoordelijke SAR-autoriteiten van een
kuststaat. In dat verband is het van belang dat de verantwoordelijke kuststaatautoriteit
duidelijke instructies geven aan de betrokken schepen conform hun wettelijke taak.
Onder normalisatie van de ontschepingspraktijk op de Middellandse Zee verstaat het
kabinet dat een helder en eenduidig beeld bestaat bij alle betrokken partijen over
wat er dient te gebeuren bij een reddingsoperatie.
De EC verwijst hierbij specifiek naar het organiseren van reddingsoperaties. Kan de
Staatssecretaris bevestigen dat Nederland zich positief zal uitspreken voor het organiseren
van reddingsmissies? Zal Nederland zich ook positief opstellen over het voorstel om
het opstellen van richtlijnen voor boten die specifiek gericht zijn op zoek- en reddingsoperaties?
Antwoord
Het kabinet acht het bij voorbaat organiseren van reddingmissies niet opportuun omdat
het gaat om situaties op zee die op voorhand niet voorspelbaar zijn. Reddingmissies
worden in gang gezet conform internationale verplichtingen. Het kabinet acht het van
belang dat er duidelijke richtlijnen worden opgesteld voor boten die specifiek gericht
zijn op zoek- en reddingsoperaties.
Ten slotte lezen de leden van de Volt-fractie dat Nederland zich in Europees verband
in eerste instantie gaat inzetten voor de naleving van de Dublin-verordening ten koste
van voortgang op het Asiel- en Migratiepact. Gebruikt Nederland dit standpunt in onderhandelingen
als inzet om voortgang te maken op het Asiel- en Migratiepact? Erkent de Staatssecretaris
dat voortgang op het Asiel- en Migratiepact prioriteit zou moeten hebben, gezien het
feit dat het in 2015 al geconstateerd werd dat de Dublin-verordening grotendeels onuitvoerbaar
is en onevenredige druk legt op de Zuidelijke lidstaten en het Asiel- en Migratiepact
een oplossing biedt voor het niet-functionerende Dublin-systeem? Is de Staatssecretaris
het eens met deze leden dat alleen een akkoord op het Asiel- en Migratiepact een duurzame
lange-termijn oplossing biedt voor het niet-functionerende asiel- en migratiesysteem
in de Europese Unie? Erkent de Staatssecretaris daarbij ook dat de tijd voor een akkoord
op dit dossier begint te dringen, gezien het feit dat vanaf juli 2024 Hongarije, Polen
en Denemarken achtereenvolgens het voorzitterschap zullen hebben?
Antwoord
Het Tsjechisch Voorzitterschap wenst de stap-voor-stap aanpak van het Franse voorzitterschap
op het Asiel- en Migratiepact voort te zetten, en werkt daarom aan een vervolg. Op
de JBZ-raad van december zal worden gesproken over de voortgang. Ik verwijs u graag
naar de Geannoteerde Agenda van die Raad voor de inzet van het kabinet. Het kabinet
is het met de VOLT-leden eens dat de tijd voor voortgang op het dossier begint te
dringen. Het kabinet is daarom voorstander van zo spoedig mogelijke afronding van
de wetsvoorstellen waarop de lidstaten elkaar al wel hebben weten te vinden, bijvoorbeeld
de Eurodac- en Screening-verordening.
De leden van de Volt-fractie zijn van mening dat niet alleen vrijwillige (zoals voorgesteld
door de EC in het Actieplan), maar zelfs verplichte herverdeling (zoals voorgesteld
in het Asiel- en Migratiepact) een oplossing zal bieden voor de onevenredige druk
op Zuidelijke lidstaten. Erkent de Staatssecretaris de noodzaak van solidariteit in
het asielsysteem? Kan de Staatssecretaris uitweiden over de Nederlandse positie ten
opzichte van de derde pilaar van het Actieplan voorgesteld door de EC? Zal Nederland
haar verantwoordelijkheid nemen wat betreft solidariteit en daarmee de druk op Zuidelijke
lidstaten verlichten en daarmee mogelijk ook goodwill creëren om voortgang te maken op de onderhandelingen betreffende het Asiel- en Migratiepact?
Antwoord
Nederland heeft afgelopen zomer de solidariteitsverklaring ondertekend als onderdeel
van een eerste stap op het Asiel- en Migratiepact. Het kabinet kon niet tegemoet komen
aan verzoeken tot herplaatsing, met het oog op de huidige hoge druk op het nationale
asielsysteem. Dat standpunt is niet gewijzigd. Wel onderschrijft het kabinet de voorstellen
onder de derde pilaar van het Actieplan, die zien op verbetering van de procedures
om de uitvoering van de verklaring te bespoedigen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.H. van Meenen, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
S.F.F. Meijer, adjunct-griffier