Schriftelijke vragen : De artikelen ‘ESA-baas: Nederland moet meer investeren in Europeseruimtevaart' en ‘Experts: niet landen zelf, maar satellieten gaan straks CO2-uitstoot meten’
Vragen van de leden Van der Woude en Van Strien (beiden VVD) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de artikelen «ESA-baas: Nederland moet meer investeren in Europeseruimtevaart» en «Experts: niet landen zelf, maar satellieten gaan straks CO2-uitstoot meten» (ingezonden 22 november 2022).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de artikelen «ESA-baas: Nederland moet meer investeren in
Europeseruimtevaart» en «Experts: niet landen zelf, maar satellieten gaan straks CO2-uitstoot meten»?1, 2
Vraag 2
Onderschrijft u de kansen en bedreigingen die in beide artikelen naar voren worden
gebracht? Zo ja, hoe apprecieert u deze?
Vraag 3
Kunt u aangeven hoe Nederland de kenniskoppositie, die we mede dankzij de ontwikkeling
van het satellietinstrument Tropomi, waarmee de luchtkwaliteit en broeikasgassen kunnen
worden gemeten, kan behouden en doorontwikkelen?
Vraag 4
Hoe apprecieert u de uitspraak «Nederland is tot veel in staat, er is veel kennis.
Maar zonder investeringen in Esa-verband ben ik bang dat Nederland die positie niet
kan behouden. De aangekondigde bijdrage is minder dan een derde van wat je op basis
van de economische kracht van Nederland zou mogen verwachten» van Josef Aschbacher?3 Wat betekent dit voor het onderzoeks-, wetenschap- en innovatieveld op de middellange
termijn? Wat betekent dit specifiek voor de kenniskoppositie op het gebied van aardobservatie?
Vraag 5
Hoe wilt u borgen dat we aan de ene kant in Nederland over eigen broeikasgasdata blijven
beschikken, hetgeen gelet op het toenemende belang van strategische autonomie en onze
positie op het vlak van de internationale klimaatwetenschap van groot belang is, terwijl
onze deelnames aan onderzoeks- en technologieprogramma’s aan de andere kant beperkt
zijn?
Vraag 6
Hoe belangrijk vindt u, gegeven de geopolitieke ontwikkelingen, de eigen onafhankelijke
Europese toegang tot de ruimte?
Vraag 7
Is de Nederlandse inzet in het kader van de European Space Agency (ESA) voldoende
voor de noodzaak van gegarandeerde en onafhankelijke Europese toegang tot de ruimte
(Ariane 6, Vega-C en nog te ontwikkelen lanceerders)?
Vraag 8
Bent u het, gelet op de strategische relevantie van ruimtevaart, erover eens dat ruimtevaart
op het hoogste ambtelijke niveau binnen de verschillende relevante departementen belegd
moet worden? Zo ja, is dat nu het geval?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.H. van der Woude, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
P.J.T. van Strien, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.