Schriftelijke vragen : Het bericht ‘RIVM: coronaprik voorkwam minimaal 88.000 ziekenhuisopnames’
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de berichtgeving over het bericht «RIVM: coronaprik voorkwam minimaal 88.000 ziekenhuisopnames» (ingezonden 9 november 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «RIVM: coronaprik voorkwam minimaal 88.000 ziekenhuisopnames»
van de NOS1?
Vraag 2
Kunt u gedetailleerd uitleggen hoe het RIVM tot het aantal van 88.000 voorkomen ziekenhuisopnames
is gekomen? Op welke berekeningen is dit aantal gebaseerd en wat waren hiervoor de
parameters?
Vraag 3
Kunt u uitleggen hoe het RIVM heeft bepaald dat specifiek de coronavaccinatie voorkomen
heeft dat mensen in het ziekenhuis terechtkwamen? Waarop is deze conclusie gebaseerd?
Kunt u uiteenzetten waarom het RIVM van mening is dat deze mensen zonder coronavaccinatie
wel in het ziekenhuis hadden moeten worden opgenomen? Welke (medische) variabelen
en factoren zijn hierbij meegenomen? Kunt u de risicoanalyse delen?
Vraag 4
Waarop baseert het RIVM de bewering dat hierdoor de druk op de zorg verminderd is,
aangezien bijvoorbeeld vele zorgmedewerkers naar aanleiding van de coronavaccinatie
en de daarbij optredende (tijdelijke) bijwerkingen, zoals koorts en grieperigheid,
uitvielen en er bovendien waarschijnlijk ook mensen door (tijdelijke) bijwerkingen
juist in het ziekenhuis terechtkwamen?
Vraag 5
Hoe verhoudt het aantal ziekenhuisopnames dat volgens het RIVM voorkomen is door coronavaccinatie
zich tot het aantal ziekenhuisopnames dat juist (mede) door coronavaccinatie en de
daarbij behorende (tijdelijke) bijwerkingen is veroorzaakt? Heeft het RIVM inzichtelijk
hoe veel opnames er (vermoedelijk en onder andere) zijn veroorzaakt door reacties
op/door vaccinatie en waren deze mensen zonder vaccinatie vermoedelijk ook in het
ziekenhuis terechtgekomen? Zo nee, waarop wordt die analyse gebaseerd?
Vraag 6
Hoe verhoudt het aantal ziekenhuisopnames dat volgens het RIVM voorkomen is door coronavaccinatie
zich tot het aantal mensen dat naar aanleiding van (onder andere) een coronavaccinatie
(mogelijk) is overleden als gevolg van (onder andere) een bijwerking van de vaccinatie?
Heeft het RIVM inzichtelijk hoe veel sterfgevallen mogelijk voorkomen hadden kunnen
worden zonder coronavaccinatie en hoe veel patiënten voorafgaand daar aan mogelijk
een ziekenhuisopname bespaard had kunnen blijven? Waarop is deze analyse gebaseerd?
Vraag 7
Heeft het RIVM inzichtelijk hoe veel gevaccineerde mensen door (mogelijke) (tijdelijke)
afname van hun afweer veroorzaakt door vaccinatie toch met/door Covid-19 in het ziekenhuis
terechtkwam en kunt u analyseren hoe veel van deze mensen zonder vaccinatie geen ernstige
Covid-19-infectie zou hebben opgelopen en hoe veel ziekenhuisopnames dat mogelijk
bespaard zou hebben? Hoe verhoudt zich dat aantal tot het aantal ziekenhuisopnames
dat volgens het RIVM door coronavaccinatie voorkomen is?
Vraag 8
Hoe verhoudt het aantal ziekenhuisopnames dat volgens het RIVM voorkomen is door coronavaccinatie
zich tot het aantal ziekenhuisopnames dat veroorzaakt is door de coronamaatregelen
en de vaccinatiedrang, bijvoorbeeld door uitgesteld huisartsenbezoek en psychologische
gevolgen zoals depressies en suïcide?
Vraag 9
Hoe reflecteert u op de aanhoudende oversterfte, met name onder ouderen en Wlz-gebruikers,
in verhouding tot de volgens het RIVM voorkomen ziekenhuisopnames? Is het mogelijk
dat deze mensen weliswaar niet in het ziekenhuis werden opgenomen, maar in plaats
daarvan – door uiteenlopende factoren – wel kwamen te overlijden, wat een vertekend
beeld zou kunnen geven van de daadwerkelijk voorkomen ziekenhuisopnames door vaccinatie?
Vraag 10
Aangezien coronavaccinatie geen transmissie voorkomt en de vaccin effectiviteit bovendien
veel korter en minder toereikend is dan in eerste instantie werd aangenomen, waar
is dan de bewering van het RIVM op gestoeld dat door voorkoming van transmissie door
vaccinatie veel minder mensen ziek zijn geworden en in het ziekenhuis zijn beland?
Kunt u deze analyse nader verklaren?
Vraag 11
Kunt u analyseren hoe veel ziekenhuisopnames als gevolg van neveneffecten van de overkoepelende
coronamaatregelen voorkomen hadden kunnen worden, ten opzichte van de ziekenhuisopnames
die volgens het RIVM zijn voorkomen door coronavaccinatie?
Vraag 12
Kan het RIVM inzichtelijk maken hoe veel immuungecompromitteerde mensen na coronavaccinatie
in het ziekenhuis terecht zijn gekomen? Hoe aannemelijk is het dat zij zonder vaccinatie
in de onderzochte periode geen ziekenhuisopname nodig hadden gehad?
Vraag 13
Kan het RIVM een schatting maken van de hoeveelheid gevaccineerde personen die geweigerd
hebben hun vaccinatiestatus te laten registeren en na vaccinatie alsnog met/door Covid-19
in het ziekenhuis zijn beland?
Vraag 14
Kunt uitleggen waarop de bewering dat coronavaccinatie sterk heeft bijgedragen aan
het voorkomen van ziekenhuisopnames en sterfte door Covid-19 als er grote onduidelijkheid
bestaat over de vraag wanneer personen zijn geclassificeerd als «volledig gevaccineerd»?
Geldt iemand die vlak na coronavaccinatie alsnog met Covid-19 in het ziekenhuis terechtkomt
in dit geval wel of niet als gevaccineerd en welke criteria hanteert het RIVM in dit
geval?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.