Amendement : Amendement van de leden Maatoug en Nijboer over aanpassingen inde tarieven van box 2 en 3
36 202 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2023)
Nr. 55
AMENDEMENT VAN DE LEDEN MAATOUG EN NIJBOER
Ontvangen 8 november 2022
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Na artikel I, onderdeel B, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ba
In artikel 2.12 wordt «26,9%» vervangen door «37,65%».
II
In artikel I, onderdeel C, wordt «32%» vervangen door «49,50%».
III
Na artikel I, onderdeel Wa, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Wb
In artikel 4.53, tweede lid, wordt «26,9%» vervangen door «37,65%».
IV
Artikel II, onderdeel B, vervalt.
V
Artikel II, onderdeel C, vervalt.
VI
Artikel II, onderdeel G, vervalt
VII
Artikel II, onderdeel J, vervalt.
VIII
Artikel III, onderdeel C, vervalt.
IX
Artikel XLIII vervalt.
X
In artikel LIX, eerste lid, vervalt, onder vervanging van de puntkomma aan het slot
van onderdeel h door «; en» en onder vervanging van «; en» aan het slot van onderdeel
i door een punt, onderdeel j.
Toelichting
De Nederlandse inkomstenbelasting kent drie verschillende boxen, voor verschillende
vormen van inkomen. In de loop der jaren zijn de tarieven in die boxen erg uiteen
gaan lopen, waardoor over inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) en vermogen (box
3) nu veel minder belasting wordt betaald dan over inkomen uit arbeid. De voorstellen
in het Belastingplan verhogen de tarieven in box 2 (aanmerkelijk belang) en box 3
(vermogen) slechts beperkt. Dat is niet rechtvaardig, en draagt ook nog eens bij aan
groeiende vermogensongelijkheid. Dit amendement trekt de tarieven in de verschillende
boxen daarom gelijk. Aangezien belastingplichtigen in box 2 en box 3 bijna altijd
ook gebruiken kunnen maken van het lage tarief in box 1, kiezen de indieners ervoor
de tarieven in box 2 en box 3 aan te laten sluiten op het hoge tarief in box 1 van
49,5%. Op die manier wordt voorkomen dat bepaalde groepen twee of zelfs drie keer
gebruik kunnen maken van een laag belastingtarief over hun inkomsten. Door de voorgestelde
tariefdifferentiatie in box 2 te schrappen wordt ook voorkomen dat de complexiteit
toeneemt.
Voorgesteld wordt daarom om het huidige box 2-tarief (26,9% in 2022) met ingang van
1 januari 2023 te verhogen naar 37,65%, waardoor het in combinatie met het lage tarief
van 19% voor de vennootschapsbelasting overeenkomt met het toptarief in box 1. Deze
verhoging heeft ook gevolgen voor artikel 4.53, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting
2001. Daarin is geregeld dat een verlies uit aanmerkelijk belang dat niet verrekend
kan worden omdat er geen sprake meer is van een aanmerkelijk belang, op verzoek kan
worden omgezet in een belastingkorting voor box 1. Deze belastingkorting bedraagt
momenteel 26,9% maal het nog niet verrekende verlies. Voorgesteld wordt om voor de
genoemde belastingkorting het percentage te laten aansluiten op het voorgestelde box
2-tarief van 37,65%. Tevens wordt voorgesteld het box 3-tarief (32% in 2023) met ingang
van 1 januari 2023 te verhogen naar 49,50%, overeenkomstig het toptarief in box 1.
Er is niet voorzien in een koppeling met het tarief in box 1 voor toekomstige jaren.
Als het tarief in box 1 verhoogd wordt, dan volgen de tarieven in box 2 en het tarief
in box 3 die verhoging niet automatisch.
Budgettair
Het budgettair effect voor de aanpassing van het tarief in box 2 is als volgt:
2023
2024
2025
2026
2027
2028
Struc.
Terugdraaien voorgestelde tarieven 24,5%/31% per 2024
0
– 71
– 71
– 71
– 71
– 71
– 71
Tarief naar 37,65% per 2023
1.428
1.428
1.428
1.428
1.428
1.428
1.428
Totaal
1.428
1.357
1.357
1.357
1.357
1.357
1.357
De budgettaire consequenties van de verhoging van het tarief in box 3 zijn als volgt:
Jaar
2023
2024
2025
Budgettaire opbrengst in miljoenen euro’s
2.021
1.889
1.759
De opbrengst van de verhoging van het tarief in box 3 loopt in de jaren tot en met
2025 af. Die afloop komt doordat in het huidige wetsvoorstel het tarief met ingang
van 2024 verhoogd zou worden naar 33% en met ingang van 2025 verhoogd zou worden naar
34%. Vanaf 2026 gaat het nieuwe stelsel op basis van werkelijk rendement gelden in
box 3. De opbrengst uit 2025 kan dan structureel gebruikt worden om het tarief in
dat nieuwe stelsel te verhogen.
Maatoug Nijboer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Maatoug, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
H. Nijboer, Tweede Kamerlid