Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake beleidsvisie seksuele gezondheid (Kamerstuk 32239-10)
2022D45264 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties
behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan het kabinet over de Beleidsvisie
seksuele gezondheid.1
De voorzitter van de commissie, Smals
De adjunct-griffier van de commissie, Heller
Inhoudsopgave
blz.
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
4
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
6
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
15
II.
Reactie van het kabinet
18
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de beleidsvisie
seksuele gezondheid. Deze leden staan achter de brede en positieve benadering van
het toerusten én beschermen van de samenleving op het gebied van seksuele gezondheid
en hebben hierbij nog enkele vragen.
Genoemde leden lezen dat gelijktijdig en in samenhang met deze beleidsvisie onder
coördinatie van het RIVM door uitvoeringspartijen wordt gewerkt aan een vervolg op
het Nationaal Actieplan Soa, Hiv en Seksuele gezondheid. Kan aangegeven worden wat
de stand van zaken is en wanneer dit actieplan naar de Kamer wordt gestuurd?
Zoals in de beleidsvisie beschreven staat, kunnen personen behoefte hebben aan individuele
ondersteuning bij seksuele gezondheidsproblemen en kunnen zij allereerst terecht bij
hun huisarts. Genoemde leden willen weten hoe groot de groep mensen is die wel die
behoefte hebben, maar voor wie de drempel naar de huisarts te hoog is of niet weten
waar ze terecht kunnen. Wat wordt er gedaan om deze mensen toch te bereiken? Angst
voor stigmatisering kan ook drempelverhogend werken, zo valt te lezen in de brief.
Tijdens de uitbraak van de apenpokken bleek dit in de praktijk. Genoemde leden vragen
het kabinet wat er gedaan wordt om stigmatisering van seksuele gezondheidsproblemen
tegen te gaan? Via GGD Zuid-Limburg kunnen mannen die (ook) weleens seks hebben met
mannen een gratis thuistestkit voor soa’s en hiv aanvragen via Limburg4Zero.2 Zijn er resultaten bekend over deze actie van GGD Zuid-Limburg en lopen er in andere
regio’s dergelijke projecten?
De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet vindt dat monitoring van seksuele
gezondheid in Nederland onvoldoende tot stand komt. Aangegeven wordt dat er blinde
vlekken zijn. Wat wordt bedoeld met deze «blinde vlekken» en welke manieren ziet het
kabinet om meer zicht te krijgen op deze blinde vlekken? Het kabinet geeft aan dat
verkend wordt hoe diverse databronnen kunnen bijdragen aan beter zicht op de seksuele
gezondheid. Deze leden willen weten welke voorwaarden het kabinet stelt als het gaat
om onder andere de gegevens die via de jeugdgezondheidszorg (JGZ) te gebruiken zijn
en die zij benoemt als «potentieel een bron van informatie». Wat is de wettelijke
bewaartermijn van individueel herleidbare vragenlijsten onder jongeren als het gaat
om seksuele gezondheid? Kan het kabinet concreter maken wat de specifieke doelen en
acties zijn als het gaat om de surveillance en monitoring van seksuele gezondheid?
De leden van de VVD-fractie lezen dat jongeren aangeven dat zij onderwijs willen dat
verder gaat dan onderwerpen als veilige seks, het voorkomen van onbedoelde zwangerschap
en andere biologische aspecten. Zij willen dat onderwijs ook gericht is op daten,
onlinegedrag, diverse relatievormen en andere onderwerpen. Genoemde leden willen van
het kabinet weten in hoeverre zij deze wens herkent en op welke wijze zij aan deze
wens tegemoet kan komen.
De overheid faciliteert en stimuleert dat mensen zelf goed geïnformeerde keuzes kunnen
maken op het gebied van seksuele gezondheid en seksualiteit, bijvoorbeeld door algemene
publieksvoorlichting en seksuele vorming via het onderwijs. Genoemde leden vragen
het kabinet hoe wordt beoordeeld dat deze voorlichting van kwalitatief goed niveau
is en voldoet aan de huidige ontwikkelingen op het terrein van seksuele gezondheid.
Op welke manier wordt voorlichting via onderwijs regelmatig herijkt en hoe werken
de Ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap (OCW) hierin samen? Zijn er op dit onderwerp ook gesprekken met onderwijsinstellingen?
Ook lezen deze leden dat jongeren meer seksuele problemen dan voorheen ervaren en
dat ze, vergeleken met 2012, minder met hun ouders en vrienden praten over verliefdheid,
seks, anticonceptie en soa’s en dat ouders het ook soms moeilijk vinden om met hun
kinderen over seks te praten. Wat zou de oorzaak kunnen zijn van de stijging van ervaren
problemen en de constatering dat jongeren minder praten over dit onderwerp? Ook zijn
deze leden benieuwd wat het kabinet vanuit haar verantwoordelijkheid kan bijdragen
aan de vermindering van problemen en het gemakkelijker bespreekbaar maken. In hoeverre
zijn de bewindspersonen bij het Ministerie van VWS bereid hier, eventueel samen met
de Minister van OCW, actie op te ondernemen?
De leden van de VVD-fractie lezen dat er signalen zijn dat de kerndoelen in het onderwijs
momenteel te open geformuleerd zijn, waardoor deze onvoldoende richting geven voor
het onderwijs. Deze kerndoelen worden de komende jaren onder leiding van de Minister
van OCW geactualiseerd. In hoeverre wordt bij het actualiseren van deze doelen samengewerkt
met het Ministerie van VWS en andere partijen, zoals GGD-GHOR en Centrum Seksueel
Geweld (CSG)?
Ook lezen genoemde leden dat scholen die aandacht willen besteden aan gezonde relaties
en seksualiteit, met als primair doel onbedoelde zwangerschappen te voorkomen, worden
ondersteund en gestimuleerd. Deze leden vragen het kabinet of er bekend is hoeveel
scholen dit willen en wat de reden is dat scholen dit niet willen. Worden scholen
die dit niet willen benaderd om na te vragen waarom ze ervan af zien? Waarom is ervoor
gekozen dit onderdeel niet terug te laten komen in de visie op preventie en ondersteuning
bij onbedoelde zwangerschappen die in juli 2022 naar de Kamer gestuurd is?
Verder lezen genoemde leden dat in een pilot met vijf regio’s bouwstenen worden ontwikkeld
om gemeenten handvatten te bieden bij het inrichten van een integrale, effectieve
aanpak seksueel geweld op regionaal niveau. Deze leden zijn benieuwd om welke vijf
regio’s het gaat en welke criteria liggen onder de keuze voor deze regio’s. Wanneer
worden de resultaten van deze pilot verwacht?
In de beleidsvisie valt ook te lezen dat specifieke groepen in kwetsbare posities
momenteel met de inzet op seksuele gezondheidsbevordering niet goed bereikt worden.
Wanneer heeft het kabinet inzicht in welke groepen dit precies zijn? Wat is de reden
dat het nu nog onzeker is of het huidige beeld volledig is?
Genoemde leden lezen in de beleidsvisie ook over het verminderen van handelingsverlegenheid
van zorg- en hulpverleners. Op veel plekken heerst nog een taboe op het bespreekbaar
maken van seksuele gezondheid en er kan sprake zijn van (onbewuste) vooroordelen of
een kennistekort bij zorgverleners. Deze leden willen van het kabinet weten welke
zorgverleners meegenomen worden in de uit te voeren verkenning vanuit het Nationaal
Actieplan Seksueel Geweld en Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag. Gaat het hierbij
om eerstelijnszorg of ook om zorgverleners in de jeugd- en buurtzorg, vanwege de signalerende
rol die zij hebben en het samenhangen van gebrekkige communicatieve vaardigheden in
het aangeven van wensen en grenzen met seksueel grensoverschrijdend gedrag?
Daarnaast lezen genoemde leden dat door de huidige verdeelsleutel sommige regio’s
zwaarder onder druk staan dan andere. Zij zijn benieuwd welke regio’s het zwaarder
hebben en wat er momenteel wordt gedaan om hen te ondersteunen.
In de beleidsvisie valt verder te lezen dat financiële en personele krapte bij de
CSG’s risico’s met zich meebrengen. Outreach-activiteiten om ondervertegenwoordigde
groepen te bereiken staan onder druk, er is risico op grotere ziektelast en de kwaliteit
van zorg kan onder druk komen staan. De leden van de VVD-fractie vinden dit zorgelijk
en zouden graag zien dat hier op korte termijn actie op ondernemen wordt. Er wordt
gestart met een toekomstverkenning naar de positionering van de aanvullende seksuele
gezondheidzorg (ASG)-regeling. Deelt het kabinet de zorgen van deze leden en is zij
bereid om de opdracht tot toekomstverkenning en de verkenning zelf te versnellen naar
2023?
Genoemde leden lezen tot slot dat er ook problemen worden ervaren in het doorverwijzen
vanuit de CSG’s tussen eerstelijns- en tweedelijnszorg. Wat is de inzet van het kabinet
in de gesprekken die zullen plaatsvinden over het verminderen van drempels?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de beleidsvisie
seksuele gezondheid. Zij onderschrijven het belang van seksuele gezondheid en ondersteunen
een visie waarbij de overheid faciliteert en stimuleert dat mensen zelf goed geïnformeerde
keuzes kunnen maken op gebied van seksuele gezondheid en seksualiteit. Wat die keuzes
zijn, is voor eenieder om zelf te bepalen. Genoemde leden hebben nog een aantal vragen
aan de betrokken bewindspersonen.
Seksuele ondersteuning voor doelgroepen (sekszorg) als strategisch doel
De leden van de D66-fractie onderschrijven het belang van de twee strategische doelen
die zich richten op informeren en ondersteuning. Echter, zij menen dat er een strategisch
doel ontbreekt, namelijk dat alle inwoners van Nederland eigen regie voeren over het
eigen seksuele leven en kunnen worden ondersteund in de toegang tot een daarbij passende
seksualiteit. De nadruk lijkt nu met name op somatische seksuele zorg te liggen. De
onderliggende gedachte bij het toevoegen van dit doel is dat personen die daar gebaat
bij zijn, in specifieke gevallen gebruik kunnen maken van ondersteunde seksuele dienstverlening
(sekszorg). Sekszorg krijgt nu nauwelijks een rol binnen deze beleidsstrategie, terwijl
kwetsbare doelgroepen (bijvoorbeeld mensen met een beperking) wat deze leden betreft
óók recht hebben op een volwaardig seksueel leven. Dit sluit ook aan bij de definitie
van seksuele gezondheid van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) uit 2010, die ook
raakt aan mentaal welbevinden. Hoe beziet het kabinet het toevoegen van dit strategische
doel (of in enige andere formulering) aan de beleidsstrategie seksuele gezondheid?
Monitoring
De leden van de D66-fractie vinden het een goede zaak dat seksuele gezondheid in kaart
wordt gebracht en wordt onderzocht welke kennis nodig is om seksuele gezondheid te
verbeteren.
Kan het kabinet aangeven welke partijen worden betrokken bij de uitvoering van deze
visie? Kan het kabinet aangeven of gemeenten hierin ook een rol zullen spelen? Zo
ja, op welke manier worden gemeenten betrokken? Zo nee, waarom niet? Voorts vragen
deze leden het kabinet op welke wijze en met welke frequentie seksuele gezondheid
zal worden gemonitord.
Preventie
De leden van de D66-fractie maken zich zorgen over de signalen dat de soa- en hiv-zorgverlening
door drempels niet altijd efficiënt kan plaatsvinden. Ook lijken onder andere capaciteitsvraagstukken
en werkdruk de kink in de kabel te zijn in toegankelijke en laagdrempelige seksuele
gezondheidszorg met betrekking tot soa’s. De leden van de D66-fractie vragen het kabinet
dan ook om in de verkenningen opties tot het actiever aanzetten tot het uitvoeren
van zelftesten mee te nemen. Zo zouden jongeren, zoals bijvoorbeeld de risicogroep
studenten, een online vragenlijst kunnen invullen waarna een zelftest wordt opgestuurd.
De leden van de D66-fractie merken op dat dit eventueel niet alleen een oplossing
kan zijn voor bovenstaande, maar ook voor het verlagen van de drempels.
Voorlichting op scholen
Het is belangrijk om bij jongeren vroeg te beginnen met seksuele vorming. Scholen
zijn via de kerndoelen in het onderwijs verplicht om aandacht te besteden aan onderwerpen
als veilige seks, seksueel plezier, grenzen en consent. Hier valt nog veel winst te
behalen. Uit de beleidsstrategie blijkt dat de focus bij de Stimuleringsregeling Gezonde
Relaties & Seksualiteit bij scholen ligt op het voorkomen van onbedoelde zwangerschappen.
Hoewel dit evengoed een belangrijk onderwerp is, menen de leden van de D66-fractie
dat het belangrijk is dat er op scholen voorlichting wordt gegeven over grensoverschrijdend
seksueel gedrag. In Nederland is één op de acht vrouwen en één op de 25 mannen ooit
slachtoffer geweest van verkrachting. Experts wijzen op de voordelen om vroeg te beginnen
met lessen om seksueel geweld te voorkomen. Specifieke aandacht voor jongens is van
belang. De leden van de D66-fractie vragen het kabinet om te overwegen dit thema onderdeel
te maken van de stimuleringsregeling.
BES-eilanden
De leden van de D66-fractie hopen op meer urgentie bij de aanpak van seksuele gezondheid
in Caribisch Nederland. Wat deze leden betreft wordt er haast gemaakt bij het oprichten
van de voorlichtingswebsite. Ook vragen zij het kabinet waarom het traject uitsluitend
wordt gestart op Saba en Bonaire en Sint – Eustatius niet meteen worden meegenomen.
Voor de overige stappen die worden gemaakt binnen deze strategie (bijvoorbeeld met
de voorlichting op scholen en op het gebied van dataverzameling) zien de leden van
de D66-fractie graag dat dit ook direct voor Caribisch Nederland in gang wordt gezet.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
Algemeen
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de beleidsvisie
over seksuele gezondheid. Genoemde leden zijn het met het kabinet eens dat de seksuele
gezondheid in Nederland verder verstevigd moet worden en hechten hier veel waarde
aan. Ze hebben bij de beleidsvisie nog enkele vragen aan het kabinet.
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat de waarden voor seksuele gezondheid centraal
zullen staan bij de inzet van het kabinet voor het verstevigen van de seksuele gezondheid
in Nederland. Genoemde leden vragen of het kabinet per genoemde waarde nader kan toelichten
welke concrete maatregelen die genomen zullen worden hierbij passen en op welke wijze
zij bijdragen aan het bevorderen van de waarde.
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat het kabinet beoogt gezondheidsbeschermende
en gezondheidsbevorderende maatregelen toe te passen die gericht zijn op specifieke
kwetsbare of risicogroepen binnen de algehele bevolking. Zou het kabinet kunnen toelichten
welke specifieke kwetsbare of risicogroepen zij bedoelen? Zou het kabinet kunnen aangeven
op basis waarvan bepaald wordt of een groep een kwetsbare groep en/of een risicogroep
is? Is bekend hoeveel bewoners behoren tot een kwetsbare groep of risicogroep? Zo
ja, zou het kabinet kunnen toelichten om hoeveel bewoners dit gaat? Zo nee, zou dit
in kaart gebracht kunnen worden? Hoe zorgt het kabinet ervoor dat juist deze specifieke
groepen bereikt worden?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat de beleidsvisie en speerpunten tot stand
zijn gekomen in afstemming met en met input van diverse partijen. Genoemde leden vragen
het kabinet op welke manier deze partijen betrokken zijn geweest bij het ontwikkelen
van de beleidsvisie. Hebben de betrokken partijen nog punten van kritiek op de beleidsvisie,
zoals gepresenteerd in deze brief? Zo ja, zou het kabinet per betrokken partij kunnen
toelichten welke punten van kritiek zij nog hadden?
Taak overheid
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat de algemene publieksvoorlichting en seksuele
vorming via het onderwijs genoemd worden door het kabinet als voorbeelden van het
beleid wat gevoerd wordt door de overheid. Zou het kabinet nader kunnen toelichten
welke concrete maatregelen de overheid neemt om de algemene publieksvoorlichting te
ondersteunen? Genoemde leden zijn ervan op de hoogte dat sinds eind 2012 scholen verplicht
zijn aandacht te besteden aan seksualiteit, diversiteit en in het bijzonder, seksuele
diversiteit. Zou het kabinet nader kunnen toelichten of er onderwijsinstellingen zijn
die momenteel niet voldoen aan deze kerndoelen? Zo ja, om hoeveel onderwijsinstellingen
per onderwijstype gaat dit? Zo nee, zou het kabinet dit in kaart kunnen brengen? Zou
het kabinet nader kunnen toelichten op welke concrete manieren zij onderwijsinstellingen
ondersteunen bij het behalen van de kerndoelen met betrekking tot seksuele vorming?
Genoemde leden vragen het kabinet hoe en met welke frequentie gemonitord wordt op
het nakomen van deze verplichte kerndoelen in het onderwijs.
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat de overheid ook zorg draagt voor abortuszorg.
Recentelijk is het Jaarrapportage 2021 van de Wet afbreking zwangerschap (Wafz) verschenen,
waarin ook gegevens opgenomen zijn met betrekking tot het aantal Wafz-vergunningen
voor ziekenhuizen en abortusklinieken naar provincie.3 Hierbij valt op dat er binnen Caribisch Nederland volgens deze gegevens slechts één
instelling is die een Wafz-vergunning bezit. Hoe zal het kabinet samenwerken met Caribisch
Nederland, met het oog op toegankelijkheid, om erop toe te zien dat er meer klinieken
en ziekenhuizen met een Wafz-vergunning tot stand zullen komen in Caribisch Nederland?
Zou het kabinet nader kunnen toelichten op welke wijze vrouwen die woonachtig zijn
in Caribisch Nederland, maar niet in de buurt van een instelling met een Wafz-vergunning
wonen, ondersteund worden? Zou het kabinet nader kunnen toelichten hoeveel abortussen
er in 2022 per eiland hebben plaatsgevonden? Op welke wijze wordt de uitvoering van
abortussen door niet daartoe bevoegde personen in Caribisch Nederland gemonitord?
Zou het kabinet nader kunnen toelichten hoeveel abortussen door niet-bevoegde personen
worden uitgevoerd binnen Caribisch Nederland per jaar? Zo ja, om hoeveel abortussen
gaat dit? Zo nee, is het kabinet bereid dit in kaart te brengen? Daarnaast vragen
genoemde leden of het kabinet van mening is dat er op dit moment per elke regio voldoende
klinieken en ziekenhuizen met een Wafz-vergunning zijn. Kan het kabinet per regio
toelichten hoever een vrouw gemiddeld moet reizen naar een ziekenhuis of kliniek met
Wafz-vergunning voor abortuszorg? Welke maatregelen zal het kabinet nemen om deze
afstand in te korten en daarmee erop toe te zien dat abortuszorg voor elke vrouw bereikbaar
is? In hoeverre sluit het huidige aanbod van klinieken en ziekenhuizen met een Wafz-vergunning
aan op de vraag naar abortuszorg?
Uitvoering van de publieke seksuele gezondheidszorg
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat alle jongeren terecht kunnen bij www.sense.info voor betrouwbare informatie over seksualiteit en seksuele gezondheid en er bovendien
ook de mogelijkheid is om aanvullende of verdiepende vragen te stellen via de telefonische
Sense-infolijn of de chat functie. Heeft het kabinet zicht op hoeveel jongeren zich
bewust zijn van het bestaan van deze opties? Zo ja, hoeveel procent van de jongeren
is op de hoogte van het bestaan van deze opties? Zo nee, zou dit in kaart kunnen worden
gebracht? Bestaat hierin een verschil in bewustzijn per onderwijstype? Bestaat hierin
een verschil in bewustzijn per regio? Wat doet het kabinet hiernaast concreet om erop
toe te zien dat jongeren voldoende geïnformeerd zijn over de plekken waar zij terecht
kunnen voor informatie over seksuele gezondheid en seksualiteit?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat het kabinet zich ervan bewust is dat
er aanzienlijke risico’s gepaard gaan met het scenario waarin een persoon niet de
weg naar hulp weet. Genoemde leden hechten daarom ook belang aan goede voorlichting
over seksualiteit en seksuele gezondheid. Welke concrete maatregelen gaat het kabinet
nemen om de voorlichting over hulp bij seksuele gezondheidsproblemen te bevorderen
bij de gehele bevolking? Welke concrete maatregelen worden al genomen om personen
te informeren over de plaatsen waar zij terecht kunnen voor hulp bij seksuele gezondheidsproblemen?
Zou het kabinet per maatregel kunnen toelichten in welke mate het heeft bijgedragen
aan het bewustzijn? Neemt het kabinet aanvullende concrete maatregelen om de voorlichting
over hulp bij seksuele gezondheidsproblemen te bevorderen bij vluchtelingen? Zo ja,
welke? Zo nee, kan het kabinet nader toelichten waarom niet? Neemt het kabinet aanvullende
concrete maatregelen om de voorlichting over hulp bij seksuele gezondheidsproblemen
te bevorderen bij buitenlandse studenten? Zo ja, welke? Zo nee, kan het kabinet nader
toelichten waarom niet?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat jongeren tot 25 jaar bij CSG’s terecht
kunnen voor sense-consulten vanuit de CSG. Genoemde leden vragen het kabinet hoeveel
jongeren tot 25 jaar zich bewust zijn van deze mogelijkheid? Mocht dit niet bekend
zijn, zou dit dan in kaart gebracht kunnen worden? Welke maatregelen zal het kabinet
nemen om erop toe te zien dat alle jongeren, of in ieder geval het merendeel van de
jongeren, zich bewust is van deze mogelijkheid? Welke maatregelen worden al genomen
om jongeren te informeren over deze optie? Zou het kabinet per maatregel kunnen toelichten
in hoeverre deze heeft bijgedragen aan het bewustzijn? Daarnaast vragen genoemde leden
het kabinet waarom gekozen is voor een leeftijdsgrens van 25 jaar. Zou het kabinet
dit besluit nader kunnen toelichten? Heeft het kabinet zicht op hoe groot de behoefte
aan dergelijke sense-consulten is bij personen ouder dan 25 jaar? Zo ja, zou het kabinet
kunnen toelichten hoe groot de vraag hiernaar is? Zo nee, zou dit in kaart gebracht
kunnen worden?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat laagdrempelige, gratis en anonieme soa-
en hiv-diagnostiek beschikbaar is voor personen met een hoger risico op een soa of
hiv. Genoemde leden vragen het kabinet hoeveel personen behorende tot deze doelgroep
zich bewust zijn van deze optie. Welke concrete maatregelen zal het kabinet nemen
om erop toe te zien dat deze doelgroep voldoende geïnformeerd is over het bestaan
van deze optie? Welke concrete maatregelen neemt het kabinet al om erop toe te zien
dat deze doelgroep voldoende geïnformeerd is over het bestaan van deze optie? Zou
het kabinet per maatregel kunnen toelichten hoe deze het bewustzijn heeft bevorderd?
Seksuele gezondheid in beeld brengen: surveillance en monitoring
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat het kabinet erkent dat er blinde vlekken
in ons beeld van de seksuele gezondheid in Nederland bestaan. Zou het kabinet nader
kunnen toelichten welke partijen mee zullen werken aan het opstellen van een meetbare
definitie en indicatoren van seksuele gezondheid? Zullen bijvoorbeeld ook leden van
de bevolking gevraagd worden voor hun input? Daarnaast lezen genoemde leden dat het
kabinet constateert dat er momenteel geen representatief beeld is van het voorkomen
van soa’s in de algehele bevolking. Welke maatregelen zal het kabinet nemen om te
faciliteren dat er een representatief beeld tot stand komt? Bovendien is er ook onvoldoende
leefstijlmonitoring van de staat van seksualiteit en seksuele beleving. Welke maatregelen
zal het kabinet nemen om ervoor te zorgen dat er voldoende leefstijlmonitoring van
de staat van seksualiteit en seksuele beleving komt? Overigens lezen genoemde leden
dat het kabinet constateert dat er zicht gehouden moet worden op de impact van (chronische)
aandoeningen op iemand zijn seksuele gezondheid. Zou het kabinet nader kunnen toelichten
welke aandoeningen zij hier bedoelen? Zou het kabinet hierbij per aandoening kunnen
toelichten of de impact op de seksuele gezondheid al onderzocht wordt en zo ja, op
welke manier?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat het kabinet stelt dat de privacy van
betrokkenen en wettelijke grondslagen voor gegevensdeling geborgd zullen worden bij
de verkenning naar seksuele gezondheid in Nederland. Hierbij hebben genoemde leden
nog enkele vragen met betrekking tot de wijze waarop dit zal gebeuren. Welke maatregelen
zullen concreet genomen worden om de privacy van de betrokken te borgen? Welke maatregelen
zullen concreet genomen worden om erop toe te zien dat de wettelijke grondslagen voor
gegevensdeling geborgd worden?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat het kabinet de komende tijd zal verkennen
welke financiële ruimte en mogelijkheden er zijn om de financiering van onderzoeken
als Seksuele gezondheid in Nederland structureel te borgen. Genoemde leden zien dat het kabinet het belang van goed onderzoek
erkent en hopen dat zij in de toekomst dergelijke onderzoeken structureel kunnen borgen.
Daarnaast lezen genoemde leden dat het kabinet bij haar verkenning aandacht zal hebben
voor welke thema’s structurele monitoring behoeven. Zou het kabinet nader kunnen toelichten
op basis waarvan zij zullen bepalen of een thema structurele monitoring nodig heeft?
Seksuele gezondheid bevorderen
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat er wordt gesteld dat jongeren vergeleken
met 2012 wat minder met hun ouders en vrienden gaan praten over verliefdheid, seks,
anticonceptie en soa’s. Om de communicatie toch de bevorderen onderzoekt het kabinet
manieren om ouders en opvoeders zo goed mogelijk te ondersteunen. Erkent het kabinet
dat er aanwijzingen zijn dat culturele en religieuze factoren van invloed zijn op
het niet gebruiken van anticonceptie?4 Welke concrete maatregelen zal het kabinet nemen om ook deze doelgroepen te kunnen
bereiken met hun voorlichting en ondersteuning?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat jongeren hun seksuele voorlichting op
school met een 5,8 beoordelen. In het onderzoeksrapport «Gewoon het taboe eraf halen» van Rutgers worden meerdere aanbevelingen gedaan om de seksuele voorlichting te verbeteren.5 Kan het kabinet per aanbeveling toelichten wat zij sinds het uitkomen van dit rapport
concreet hebben gedaan om het te bewerkstelligen? Kan het kabinet per aanbeveling
toelichten welke concrete maatregelen zij verder zullen nemen om erop toe te zien
dat de verbeteringen in de praktijk worden gebracht? Daarnaast hebben genoemde leden
vernomen dat uit onderzoek gebleken dat slechts 32 procent van de meisjes en 36 procent
van de jongens op het mbo in de periode van 2018–2019 altijd gebruik maakte van een
condoom bij een losse partner.6 Tevens is het aantal meisjes op het mbo wat geen anticonceptie gebruikte in dezelfde
periode gestegen naar 15 procent.7 Heeft het kabinet zicht op de kwaliteit van seksuele voorlichting op het mbo? Zo
ja, kan het kabinet toelichten hoeveel procent van de mbo-instellingen kwalitatief
goede seksuele voorlichting biedt? Zo nee, is het kabinet bereid om dit in kaart te
brengen? Welke concrete maatregelen gaat het kabinet nemen om de seksuele voorlichting
op het mbo te verbeteren? Welke concrete maatregelen gaat het kabinet nemen om erop
toe te zien dat studenten op het mbo zich voldoende bewust zijn van de risico’s die
gepaard gaan met het niet gebruiken van condooms? Welke concrete maatregelen gaat
het kabinet nemen om erop toe te zien dat studenten op het mbo zich voldoende bewust
zijn van de risico’s die gepaard gaan met het niet gebruiken van anticonceptie? Daarnaast
vragen genoemde leden het kabinet of het zicht heeft op de kwaliteit van seksuele
voorlichting op onderwijsinstellingen per onderwijstype. Zo ja, kan het kabinet toelichten
hoeveel procent van de onderwijsinstellingen per onderwijstype kwalitatief goede seksuele
voorlichting biedt? Zo nee, is het kabinet bereid om dit in kaart te brengen? Welke
concrete maatregelen gaat het kabinet nemen om de seksuele voorlichting op het onderwijs
te verbeteren? Welke concrete maatregelen gaat het kabinet nemen om erop toe te zien
dat studenten en leerlingen, ongeacht onderwijstype, zich voldoende bewust zijn van
de risico’s die gepaard gaan met het niet gebruiken van condooms? Welke concrete maatregelen
gaat het kabinet nemen om erop toe te zien dat studenten en leerlingen, ongeacht onderwijstype,
zich voldoende bewust zijn van de risico’s die gepaard gaan met het niet gebruiken
van anticonceptie?
Collectieve preventie door gemeenten
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat diverse gemeenten extra inspanning verrichten
op het bevorderen van seksuele gezondheid van groepen in kwetsbare posities. Op welke
wijze ondersteunt het kabinet deze gemeenten hierin? Zou het kabinet per gemeente
kunnen toelichten wat zij doet in dit kader? Zou het kabinet per gemeente kunnen toelichten
wat de concrete resultaten zijn van deze extra inspanningen?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat het kabinet beoogt het beleid van het
Ministerie van VWS op het gebied van seksuele gezondheid meer integraal vorm te geven
waar kan en nodig is. Zou het kabinet nader kunnen toelichten op welke concrete manieren
zij dit zullen doen? Daarnaast lezen genoemde leden dat het kabinet gemeenten en GGD’en
oproept om dit ook te doen. Welke concrete maatregelen zal het kabinet nemen om hen
hierin te ondersteunen?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat het kabinet van plan is om de komende
jaren in gesprek te gaan met gemeenten over wat nodig is om seksuele gezondheid op
lokaal niveau te bevorderen. Genoemde leden vragen het kabinet of er zicht is op het
niveau van seksuele gezondheid per gemeente. Zo ja, zal het kabinet extra ondersteuning
bieden aan gemeenten waar het niveau van seksuele gezondheid relatief laag is en op
welke wijze zal zij dit doen? Daarnaast lezen genoemde leden dat het kabinet de Handreiking
Gezonde gemeente aanhaalt als voorbeeld van ondersteuning vanuit het Ministerie van
VWS. Zou het kabinet per gemeente kunnen toelichten welke impact de Handreiking Gezonde
gemeente concreet heeft gehad? Tevens lezen genoemde leden dat er verwezen wordt naar
een lopende pilot met vijf regio’s. Zou het kabinet nader kunnen toelichten hoe het
er nu voor staat met deze pilot? In welk stadium bevindt de pilot zich? Zou het kabinet
al resultaten van de pilot kunnen delen? Zo nee, wanneer verwacht het kabinet wel
resultaten te kunnen delen?
Lokale aandacht voor het verminderen van gezondheidsachterstanden
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat het kabinet beoogt dat er ingezet zal
worden op het verminderen van seksuele gezondheidsachterstanden. Dit zal onder andere
gedaan worden door een verkenning uit te laten voeren naar welke groepen zich bevinden
in kwetsbare posities en niet goed bereikt worden met de huidige inzet op seksuele
gezondheidsbevordering. Genoemde leden hebben hierbij enkele vragen. Wanneer zal deze
verkenning van start gaan? Op welke wijze zal deze verkenning uitgevoerd worden? Wanneer
verwacht het kabinet de uitkomsten van deze verkenning te kunnen delen? Daarnaast
lezen genoemde leden dat de verwachting is dat de groepen (deels) overlappen met groepen
met een hoger risico op soa-transmissie of een onbedoelde zwangerschap. Zou het kabinet
nader kunnen toelichten waarop deze verwachting is gebaseerd?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat in de verkenning bekeken zal worden hoe
de groepen wel bereikt kunnen worden en waar hun behoefte met betrekking tot zorgverlening
ligt. Op welke manier zal de cultuursensitiviteit hierin meegenomen worden? Welke
partijen zullen betrokken worden bij het verkennen van het bereiken van deze groepen
en hun behoeften? Genoemde leden lezen dat het kabinet het belangrijk vindt dat de
doelgroepen zelf worden betrokken bij deze inzet. Welke rol zullen de meningen van
leden van deze groepen spelen in het bepalen welke middelen worden ingezet om hen
te bereiken en in het bepalen van wat hun behoefte is met betrekking tot zorgverlening?
Op welke manier zullen zij betrokken worden?
Vergroten bewustwording, kennis en vaardigheden op het gebied van seksuele gezondheid
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat er gewerkt wordt aan gerichte publiekscommunicatie
om onbedoelde zwangerschappen te voorkomen. Zou het kabinet nader kunnen toelichten
hoe deze gerichte publiekscommunicatie vormgegeven zal worden? Zou het kabinet nader
kunnen toelichten welke aanvullende concrete maatregelen genomen zullen worden om
onbedoelde zwangerschappen te voorkomen? Zou het kabinet kunnen toelichten in hoeverre
publiekscommunicatie effectief is gebleken in het voorkomen van onbedoelde zwangerschappen?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat er signalen zijn dat de kerndoelen in
het onderwijs op dit moment te open zijn geformuleerd. Zou het kabinet nader kunnen
toelichten om wat voor signalen dit gaat? Zou het kabinet nader kunnen toelichten
hoe vaak dit probleem is aangekaart? Daarnaast lezen genoemde leden dat het kabinet
scholen zal ondersteunen die aandacht willen besteden aan gezonde relaties en seksualiteit.
Hoe zal het kabinet dit aanpakken met betrekking tot scholen die dat niet willen?
Hoe gaat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) dit handhaven?
Handelingsverlegenheid van zorg- en hulpverleners verminderen
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat zorgprofessionals een signalerende rol
hebben bij seksuele gezondheidsvragen of problemen die kunnen voortkomen uit bepaalde
aandoeningen of uit nare ervaringen. Welke concrete maatregelen zullen genomen worden
om erop toe te zien dat zorgprofessionals ook over voldoende kennis beschikken om
deze rol te kunnen vervullen?
Gratis en toegankelijke anticonceptie voor personen in kwetsbare posities
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat in het coalitieakkoord is aangekondigd
dat anticonceptie gratis en toegankelijk beschikbaar gesteld wordt voor kwetsbare
groepen. Zou het kabinet nader kunnen toelichten waarom de keuze is gemaakt om anticonceptie
niet gratis en toegankelijk beschikbaar te stellen voor iedereen? Zou het kabinet
kunnen toelichten in hoeverre anticonceptie nu daadwerkelijk gratis en toegankelijk
beschikbaar is voor deze kwetsbare groepen in de praktijk? Welke andere concrete maatregelen
zullen genomen worden om ervoor te zorgen dat de toegankelijkheid van anticonceptie
verbeterd wordt? Daarnaast merken genoemde leden op dat een motie van de leden Ploumen
en Westerveld met betrekking tot het uitbreiden van het begrip kwetsbaarheid is aangenomen.8 In de brief aan de Kamer van 14 oktober jl.9 wordt verklaard hieraan invulling te geven door dezelfde omschrijving te hanteren
zoals gebruikt wordt in het programma Kansrijke Start, de gemeente Rotterdam en Erasmus
MC. Zou het kabinet nader kunnen toelichten waarom ervoor is gekozen om deze omschrijving
te gebruiken? Genoemde leden merken op dat de omschrijving stelt dat een professional
uit het sociale of medische domein één of meerdere risicofactoren moet hebben gesignaleerd.
Welke concrete maatregelen neemt het kabinet om erop toe te zien dat deze professionals
voldoende en de juiste handvaten hebben om zulke afwegingen te maken? Erkent het kabinet
dat met deze omschrijving potentieel een aanzienlijk deel van kwetsbare groepen wordt
buitengesloten, wegens het feit dat zij wellicht geen toegang hebben tot of gebruik
maken van de hulpverlening van dergelijke professionals? Welke concrete maatregelen
zal het kabinet nemen om erop toe te zien dat ook deze groep bereikt wordt?
Verbetering positionering (aanvullende) seksuele gezondheidszorg in zorgstelsel
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat er momenteel maar een deel van de risicogroepen
gezien kan worden wegens de toegenomen vraag en financiële en personele krapte. Genoemde
leden vragen het kabinet wat per regio de gemiddelde wachttijd voor een CSG is. Worden
personen die niet gezien kunnen worden bij een CSG doorverwezen naar een passend alternatief?
Welke concrete maatregelen zal het kabinet nemen om de druk bij CSG’s te verlichten?
Daarnaast lezen genoemde leden dat er signalen zijn dat zorgverleners niet altijd
over voldoende kennis beschikken. Welke concrete maatregelen zal het kabinet nemen
om ervoor te zorgen dat zorgverleners bij CSG’s over voldoende kennis beschikken om
patiënten goed te helpen?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat er voor bepaalde groepen soms meer en
andere inspanningen vereist zijn om hen te bereiken. Echter staan de outreach-activiteiten
om deze groepen te bereiken op verschillende plaatsen onder druk. Welke concrete maatregelen
zal het kabinet nemen om de druk bij deze outreach-activiteiten te verlichten? Welke
concrete maatregelen zal het kabinet nemen om ervoor te zorgen dat deze groepen toch
bereikt worden?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat momenteel seksuologische zorg in de tweedelijnszorg
alleen vergoed wordt indien een seksueel probleem gepaard gaat met een DSM-5 diagnose.
Genoemde leden vinden dit echter zorgelijk vanwege het risico dat personen die het
meest gebaat zouden zijn bij seksuologische zorg deze wegens financiële obstakels
niet zouden kunnen ontvangen. Heeft het kabinet zicht op hoeveel personen gebruik
maken van seksuologische zorg in de tweedelijnszorg? Zo ja, om hoeveel personen gaat
dit? Zo nee, zou er een inschatting gemaakt kunnen worden? Is er binnen de reguliere
geestelijke gezondheidszorg (ggz) voldoende gespecialiseerde kennis met betrekking
tot seksuele problematiek om personen met bijvoorbeeld seks-gerelateerde trauma’s
adequaat te helpen? Zouden personen met bijvoorbeeld seks-gerelateerde trauma’s niet
meer baat hebben bij seksuologische zorg? Zou het kabinet kunnen verkennen of er financiële
ruimte is om de voorwaarde van een DSM-5 diagnose te schrappen?
Prioriteren binnen en tussen de ASG-risicogroepen
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat er momenteel genoodzaakt geprioriteerd
wordt binnen en tussen de risicogroepen van de ASG. Zou het kabinet nader kunnen toelichten
op basis van welke factoren deze afweging gemaakt wordt? Heeft het kabinet zicht op
het aantal personen dat zonder passende zorg zit hierdoor? Zo ja, om hoeveel personen
gaat dit? Zo nee, kan dit in kaart gebracht worden? Welke concrete maatregelen zal
het kabinet nemen om op korte termijn de CSG’s te helpen in deze afwegingen?
Nieuwe samenwerkingen voor ontschotte zorgverlening
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat patiënten die niet naar een huisarts
willen of kunnen en ook niet bij een CSG terecht kunnen, terecht kunnen bij private
soa-zorgaanbieders. Genoemde leden vragen het kabinet of er geen gratis alternatieven
hiervoor zijn of alternatieven die binnen het zorgverzekeringsstelsel vallen. Genoemde
leden lezen dat het kabinet samenwerkingsinitiatieven met zorgverzekeraars aanmoedigt
en vragen het kabinet hierbij op welke concrete manieren het kabinet dit soort samenwerkingsinitiatieven
zal stimuleren. Welke concrete maatregelen zal het kabinet nemen om erop toe te zien
dat patiënten die niet bij de huisarts of een CSG terecht kunnen en niet de financiële
middelen hebben voor private soa-zorg alsnog geholpen worden?
Goede voorbereiding en samenwerking bij infectieziektebestrijding
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat de CSG’s en de afdelingen infectieziektebestrijding
samen zullen moeten werken en afspraken zullen moeten maken over de financiering van
de inzet op infectieziekten. Welke concrete maatregelen zal het kabinet nemen om hen
hierin te ondersteunen? Daarnaast lezen genoemde leden dat het kabinet het belang
van goede voorbereiding onderschrijft op toekomstige infectieziekte-uitbraken die
impact hebben op de soa-zorg door de CSG’s. Welke concrete maatregelen zal het kabinet
nemen om ervoor te zorgen dat de samenleving en in het bijzonder, zorgverleners, goed
voorbereid zal zijn op toekomstige infectieziekte-uitbraken die impact hebben op de
soa-zorg?
Effectief en efficiënt test- en behandelbeleid
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat het kabinet de betrokken partijen oproept
om gezamenlijk afspraken te maken over het testen en behandelen van soa’s. Op welke
manier zal het kabinet hen hierin ondersteunen?
Preventie, opsporing en behandeling van hiv
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat er signalen zijn dat onder zorgverleners
die met (potentiële) hiv-patiënten in aanraking komen het niet bekend is dat het hiv-virus
niet langer overdraagbaar is als het goed is onderdrukt. Zou het kabinet nader kunnen
toelichten om wat voor signalen dit gaat? Welke concrete maatregelen gaat het kabinet
nemen om ervoor te zorgen dat de voorlichting over het hiv-virus voor de gehele bevolking
verbeterd wordt? Welke concrete maatregelen gaat het kabinet nemen om ervoor te zorgen
dat zorgverleners voldoende geïnformeerd zijn over het hiv-virus?
Specifieke aandacht voor moeilijk bereikbare groepen
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat het bereiken van personen in moeilijk
bereikbare groepen vraagt om specifieke inzet en alertheid van zorg- en hulpverleners.
Daarnaast lezen genoemde leden dat de door het Ministerie van VWS gesubsidieerde instellingen
zich hiervoor inspannen. Zou het kabinet nader kunnen toelichten op welke manieren
de door het ministerie gesubsidieerde instellingen zich hiervoor inspannen? Welke
concrete maatregelen neemt het kabinet om de zorg- en hulpverleners te ondersteunen
bij het verzorgen van deze specifieke inzet en alertheid?
Overig
De leden van de GroenLinks-fractie hebben op basis van onderzoek vernomen dat jongeren
in de residentiële jeugdzorg meer seksueel risico lopen.10 Genoemde leden lezen dat dit vergroot seksueel risico niet alleen betrekking heeft
op fysieke aspecten van seksuele gezondheid, zoals het risico op soa’s, maar ook op
de mentale aspecten, zoals negatieve ervaringen met seks. Welke concrete maatregelen
zal het kabinet nemen om ervoor te zorgen dat jongeren in de residentiële jeugdzorg
meer en betere voorlichting over het gebruik van condooms zullen ontvangen? Welke
concrete maatregelen zal het kabinet nemen om ervoor te zorgen dat het condoomgebruik
van jongeren in de residentiële jeugdzorg zal toenemen? Welke concrete maatregelen
zal het kabinet nemen om ervoor te zorgen dat jeugdzorgmedewerkers meer steun krijgen,
zowel wat betreft geld als tijd, om aandacht te besteden aan seksuele gezondheid?
Welke concrete maatregelen zal het kabinet nemen om onbedoelde zwangerschappen binnen
de residentiële jeugdzorg tegen te gaan? Welke concrete maatregelen zal het kabinet
nemen om personen die te maken krijgen met onbedoelde zwangerschappen binnen de residentiële
jeugdzorg beter te ondersteunen?
De leden van de GroenLinks-fractie vinden het opmerkelijk dat binnen de beleidsvisie
geen aandacht is geschonken aan het aankaarten van seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Zou het kabinet nader kunnen toelichten welke concrete maatregelen genomen zullen
worden om erop toe te zien dat jongeren ook voldoende geïnformeerd worden over het
herkennen van seksueel grensoverschrijdend gedrag? Zou het kabinet ook nader kunnen
toelichten welke concrete maatregelen genomen zullen worden om jongeren goed te informeren
over de mogelijkheden voor het aankaarten van seksueel grensoverschrijdend gedrag?
Zou het kabinet ook nader kunnen toelichten welke concrete maatregelen genomen zullen
worden om seksueel grensoverschrijdend gedrag beter bespreekbaar te maken binnen het
onderwijs? Zou het kabinet ook nader kunnen toelichten welke concrete maatregelen
genomen zullen worden om erop toe te zien dat jongeren voldoende geïnformeerd zijn
over hulpverleners waar zij terecht kunnen na slachtoffer te zijn geweest van seksueel
grensoverschrijdend gedrag?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn tevens teleurgesteld dat er binnen de beleidsvisie
geen aandacht is besteed aan seksuele diversiteit, in het bijzonder aseksualiteit
en transseksualiteit. Welke concrete maatregelen zal het kabinet nemen om erop toe
te zien dat binnen het onderwijs aandacht geschonken zal worden aan deze onderwerpen?
Welke concrete maatregelen zal het kabinet nemen om erop toe te zien dat ze deze groepen
bereiken met hun voorlichting? Welke concrete maatregelen zullen genomen worden om
aseksualiteit beter bespreekbaar te maken tijdens seksuele voorlichting in het onderwijs?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
Inleiding
De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van de beleidsvisie op seksuele gezondheid.
Ze maken graag van de gelegenheid gebruik om hierover enkele vragen te stellen.
De leden van de SGP-fractie hechten eraan om allereerst hun eigen perspectief op seksualiteit
uiteen te zetten. Zij zien seksualiteit als een kostbaar en teer geschenk, dat tot
zijn recht komt binnen de trouw en geborgenheid van het huwelijk als een levenslang
verbond tussen man en vrouw. Zij constateren dat de bewindspersonen seksuele gezondheid
– kort samengevat – definiëren als «het vermogen om seksueel je eigen regie te voeren».
De leden van de SGP-fractie zien hierin een individualistische benadering van seksualiteit.
Liever zouden zij zien dat een visie op seksualiteit wordt ingebed in een positieve
visie op huwelijk, gezin, relaties en relatievorming. Als seksualiteit wordt losgemaakt
van relaties, leidt dat naar de mening van de leden van de SGP-fractie altijd tot
verschraling van seksualiteit. Seks is dan niet meer dan oppervlakkige lustbeleving
of, erger nog, verwordt tot consumptiewaar.
Taak overheid
De leden van de SGP-fractie vinden het begrijpelijk dat het kabinet een visie op seksuele
gezondheid heeft geformuleerd. Seksualiteit is zeer dominant aanwezig in onze samenleving,
bijvoorbeeld op sociale media, in reguliere media of in reclame-uitingen. De leden
van de SGP-fractie hebben al eerder middels Kamervragen hun zorgen uitgesproken over
de overseksualisering van kinderen.11
De leden van de SGP-fractie vragen het kabinet om de afbakening van de overheidstaak
scherper te formuleren. Zij constateren dat bewindspersonen de overheidstaak ten aanzien
van het bevorderen van de seksuele gezondheid vooral willen invullen door het faciliteren
en stimuleren dat mensen zelf goed geïnformeerde keuzes kunnen maken. Zij zouden graag
zien dat het kabinet een scherper onderscheid maakt tussen het privédomein en het
publieke domein. De leden van de SGP-fractie zouden willen dat de overheid grote terughoudendheid
betracht ten aanzien van het private domein en een beschermende en normerende rol
heeft in het publieke domein. Dit laatste door bijvoorbeeld de stortvloed aan seksuele
beelden op sociale media te beperken of vulgaire of onzedelijke uitingen die de seksuele
gezondheid aantasten uit het publieke domein te weren. De leden van de SGP-fractie
missen dergelijke maatregelen in de beleidsvisie. Zij ontvangen in dit kader graag
een reactie van het kabinet.
Concreet vragen de leden van de SGP-fractie waarom het kabinet geen voorstellen doet
voor het normeren van publieke en/of reclame-uitingen die schadelijk zijn voor de
seksuele gezondheid. Analoog aan beleid om reclames voor tabak, alcohol of ongezond
voedsel te normeren, zou ook gedacht kunnen worden aan het reguleren van (reclame)uitingen
die de seksuele gezondheid aantasten. Is het kabinet daartoe bereid? Hoe wil het kabinet
gemeenten ondersteunen om reclame te verbieden van websites die overspel tot hun verdienmodel
hebben gemaakt?
Voorts merken de leden van de SGP-fractie op dat in de kabinetsvisie geen aandacht
wordt geschonken aan mensen die geen seksuele relatie kunnen of willen aangaan. Seksualiteit
wordt benaderd als een «recht». Zij vragen zich af seksualiteit hiermee recht gedaan
wordt. Erkent het kabinet dat een persoon ook mentaal en fysiek gezond kan zijn zonder
het aangaan van een seksuele relatie? Erkent het kabinet dat iemands identiteit niet
(uitsluitend) wordt bepaald door het wel of niet aangaan van een seksuele relatie?
Pornografie
Ten aanzien van de overheidstaak missen de leden van de SGP-fractie in de brief een
duidelijke visie van het kabinet op pornografie. Naar de mening van de leden van de
SGP-fractie draagt de beschikbaarheid van porno niet bij aan een gezonde visie op
seksualiteit. Pornografie zorgt voor een oppervlakkige vorm van lustbeleving die vrouwen
degradeert tot lustobject. Porno geeft een vertekend beeld van seksualiteit, wat des
te ernstiger is omdat het sterk normerend werkt voor de opvattingen van mensen over
seksualiteit. Helaas is pornografie in de Nederlandse samenleving wijdverbreid. Deelt
het kabinet de opvatting dat pornografie een groot maatschappelijk probleem is? Wat
gaat het kabinet hieraan doen? Welke maatregelen worden er genomen om de beschikbaarheid
en kijken van pornografie tegen te gaan? De leden van de SGP-fractie vragen in het
bijzonder aandacht voor mensen die verslaafd zijn aan pornografie. Welke maatregelen
treft het kabinet om porno- en seksverslaving tegen te gaan?
Prostitutie
De leden van de SGP-fractie missen verder een verbinding tussen de visie van het kabinet
op seksuele gezondheid en de praktijk van prostitutie in Nederland. Prostitutie is
geen liefdevol samenleven van man en vrouw, maar misbruik van vrouwen en een vorm
van slavernij. De leden van de SGP-fractie vragen het kabinet welk signaal uitgaat
van het in stand houden van de prostitutieketen. Welke visie op vrouwen, relaties
en seks wordt hiermee gegeven, ook richting jonge mensen? Erkent het kabinet dat het
zeer bevorderend zou zijn voor de seksuele gezondheid als er een einde zou worden
gemaakt aan de prostitutie in ons land?
Seksuele gezondheid in beeld brengen: surveillance en monitoring
De leden van de SGP-fractie constateren dat het kabinet wil inzetten op het bevorderen
van de kennis over en monitoring van de breedte van seksuele gezondheid. Het kabinet
gaat verkennen welke financiële ruimte en mogelijkheden er zijn om financiering van
bepaalde monitoring in de toekomst structureel te borgen, en voor welke thema’s incidenteel
onderzoek volstaat. De leden van de SGP-fractie vragen het kabinet wanneer hierover
meer informatie met de Kamer wordt gedeeld. Zij vragen het kabinet wat de precieze
reden is dat zij meer wil gaan monitoren. Welke problemen wil het kabinet hiermee
oplossen?
De leden van de SGP-fractie vragen in het verlengde hiervan of het kabinet ook meer
zicht wil ontwikkelen op de verspreidingen van seksueel overdraagbare aandoeningen
door de groep biseksuelen. Hun zichtbaarheid neemt toe en jongeren lijkt steeds vaker
te experimenteren met biseksueel gedrag.
Onderzoek, monitoring, advisering, training en scholing op het gebied van seksuele
gezondheid wordt al jaren sterk gedomineerd door Rutgers. Het is niet overdreven om
te spreken van een monopolypositie. De leden van de SGP-fractie vinden dit onwenselijk.
Deelt het kabinet deze mening? De leden van de SGP-fractie vragen dan ook om bij toekomstige
nieuwe opdrachten voor onderzoek of monitoring een gelijk speelveld te creëren, zodat
ook andere organisaties of instellingen hiervoor in aanmerking kunnen komen.
Seksuele gezondheid bevorderen
De leden van de SGP-fractie lezen: «Seksuele ontwikkeling start al op jonge leeftijd en gaat het hele leven door.» Deelt het kabinet de mening dat seksuele en relationele vorming van kinderen om veel
prudentie vraagt? Vanaf welke leeftijd moet volgens het kabinet seksuele vorming op
school starten? Verder vragen de leden van de SGP-fractie hoe het kabinet de verbinding
ziet tussen genderidentiteit en seksuele gezondheid.
Seksuele vorming van jongeren
De leden van de SGP-fractie vinden het goed dat het kabinet niet alleen werk maakt
van seksuele, maar ook van relationele vorming. Zij lezen dat dat ingezet wordt op
relationele en seksuele vorming in een doorlopende leerlijn. Kan het kabinet toezeggen
dat hierbij een gelijk speelveld gewaarborgd wordt voor álle aanbieders van interventies?
De leden van de SGP-fractie vragen of in het kader van voorlichting ook aandacht besteed
wordt aan het doorprikken van allerlei mythes en fabeltjes over seksualiteit, bijvoorbeeld
als het gaat om de leeftijd waarop jongeren seksueel actief worden. Is er naast het
vermelden van de hoge mate van tevredenheid van Nederlanders ook aandacht voor het
feit dat bijvoorbeeld bij relatieproblemen seksualiteit vaak een belangrijk thema
is?
Het kabinet spreekt van een nieuwe, zelfbewuste generatie. De leden van de SGP-fractie
vragen het kabinet of er voldoende besef is dat de nieuwe generaties ook meer dan
ooit speelbal en slachtoffer zijn van allerlei kwade krachten op seksueel gebied,
bijvoorbeeld door de macht van (sociale) media? Hoe krijgt dat een plek in het kabinetsbeleid?
Wat vindt het kabinet van de Franse wet die producenten van devices verplicht standaard apps te installeren ter bescherming van jonge kinderen?12 Wat wordt er gedaan om sexting tegen te gaan?
De leden van de SGP-fractie vragen het kabinet om te bevestigen dat bij het onderwijs
op basis van de kerndoelen, ook na de herziening, de vrijheid van richting van scholen
gewaarborgd blijft en dat het dus aan scholen is om op basis van hun visie en missie
zowel invulling te geven aan de kerndoelen als de manier te bepalen waarop dat het
beste kan gebeuren (het «hoe»).
Is de inzet van het kabinet ten aanzien van de verduidelijking van de kerndoelen in
ieder geval ook om ervoor te zorgen dat het aangaan en onderhouden van stabiele relaties
duidelijker onderdeel wordt van het curriculum?
De leden van de SGP-fractie lezen: «Ook ouders of opvoeders hebben een belangrijke rol in seksuele vorming.» In lijn met hetgeen zij naar voren hebben gebracht met betrekking tot de overheidstaak,
storen zich aan deze formulering. De leden van de SGP-fractie zijn van mening dat
seksuele en relationele vorming primair een taak is voor ouders en opvoeders. Seksuele en relationele vorming op school moet
staan in het verlengde van de opvoeding en vorming in het gezin. Zij vragen het kabinet
of zij die opvatting deelt. Hoe willen zij ouders in staat stellen om deze taak zo
goed mogelijk uit te kunnen voeren?
Verbetering positionering (aanvullende) seksuele gezondheidszorg in zorgstelsel
De leden van de SGP-fractie lezen dat het kabinet een wetswijziging in voorbereiding
heeft waarmee onder meer de taken van de ASG binnen de Wet publieke gezondheid geborgd
worden. Zij lezen dat ASG in feite worden beschouwd als deel van de publieke gezondheidszorg
en de wetswijziging dus geen beleidsinhoudelijke wijzigingen bevat. Zij vragen het
kabinet daarom wat de toegevoegde waarde is van de wetswijziging.
Seksuele gezondheid op Bonaire, Saba en Sint-Eustatius (BES-eilanden)
Hoe doet het kabinet in het beleid recht aan lokale opvattingen in de Cariben als
het gaat om seksualiteit en hoe wordt voorkomen dat mainstream opvattingen in Europees
Nederland opgelegd worden aan de Caribische delen van Nederland? Wordt de inbreng
van maatschappelijke organisaties daarbij duidelijk betrokken?
II. Reactie van het kabinet
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.M.G. Smals, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
M. Heller, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.