Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wassenberg over het bericht dat boeren de schoolklassen van de gemeente Bergen (Limburg) langsgaan
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over het bericht dat boeren de schoolklassen van de gemeente Bergen (Limburg) langsgaan met een misleidend stikstofverhaal (ingezonden 1 juli 2022).
Antwoord van Minister Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs) (ontvangen 1 november
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3831.
Vraag 1
Kent u het bericht «Boeren voor de klas om stikstofproblemen uit te leggen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat de betreffende boeren de kinderen hebben wijsgemaakt dat ze voortaan
minder te eten zullen krijgen als de stikstofplannen van het kabinet worden uitgevoerd,
zoals blijkt uit het interview met een van de leerlingen? Zo ja, erkent u dat dit
een aantoonbaar voorbeeld van desinformatie is, waarmee kinderen onnodig bang worden
gemaakt?
Antwoord 2
De scholen hebben de vrijheid om vanuit eigen onderwijskundige visie en verantwoordelijkheid
doordachte keuzes te maken om bepaalde lesmaterialen te beoordelen, gebruiken en (maatschappelijke)
organisaties en/of gastsprekers uit te nodigen. De school is verantwoordelijk voor
het onderwijsaanbod, wanneer leerlingen of ouders daar ideeën bij of klachten over
hebben, kan dit ter sprake komen in de medezeggenschap of in de formele klachtenprocedure
van de school. Het is niet de bedoeling dat er desinformatie wordt verspreid.
Het klopt dat de betreffende boeren alle basisscholen (zes in totaal) in de gemeente
Bergen hebben bezocht in direct overleg tussen de basisscholen en de boeren. Volgens
de scholen zijn de boeren uitgenodigd om kinderen te informeren over de verschillende
aspecten van het beroep. De schoolleiders van de betreffende basisscholen hebben in
ieder geval aangegeven waarde te hechten aan dat kinderen een eigen mening leren vormen.
Zij hebben ook aangegeven dat er meerdere informatiebronnen worden aangeboden. Het
is de verantwoordelijkheid van de betrokken docenten om bij alle gasten op school
de uitspraken van de juiste context en inkadering te voorzien. Wij gaan uit van de
professionaliteit van de docenten om dat te doen.
Vraag 3
Klopt het dat de betreffende boeren de kinderen hebben wijsgemaakt dat andere economische
sectoren hun stikstofuitstoot niet zouden hoeven reduceren, zoals blijkt uit het gesprek
met een van de leerlingen? Zo ja, erkent u dat dit eveneens een aantoonbaar voorbeeld
van desinformatie is?
Antwoord 3
Wat precies in de klas is verteld, is bij mij niet bekend. Zie verder het antwoord
op vraag 2.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het onacceptabel is wanneer basisscholen boeren vrij spel geven
om kinderen een zeer eenzijdig en misleidend verhaal vol met desinformatie voor te
schotelen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Zoals de scholen in de gemeente Bergen aangeven, zijn er op alle scholen van de gemeente
regelmatig organisaties en partijen aanwezig om kinderen te informeren over beroepen
en denkwijzen. Het spreekt voor hen vanzelf dat dit op een respectvolle manier gebeurt,
rekening houdend met de verschillen die er tussen mensen/meningen zijn en waarbij
de leerlingen het volledige beeld wordt meegegeven door bijvoorbeeld meerdere informatiebronnen
aan te bieden. De overheid vertrouwt de professionaliteit van de scholen bij het maken
van doordachte keuzes, waaronder de uitnodiging van de betreffende gastsprekers.
Vraag 5
Hebben de boeren in de klas ook tekst en uitleg gegeven over de noodzaak van het reduceren
van de stikstofuitstoot?
Antwoord 5
Dit is niet bij mij bekend.
Vraag 6
Zijn de ouders van deze kinderen vooraf gewaarschuwd voor het bezoek van boeren op
school, zodat ze hun kind bijvoorbeeld nog hadden kunnen voorbereiden op dit bezoek?
Antwoord 6
Navraag bij de scholen leert dat de ouders vooraf geïnformeerd zijn over het bezoek
van de boeren op school.
Vraag 7
Hebben de boeren in de klas ook tekst en uitleg gegeven over het belang van de natuur,
en de schrikbarende staat waarin de Nederlandse natuur verkeert?
Antwoord 7
De inhoudelijke details zijn mij niet bekend.
Vraag 8
Kent u de uitspraak van de betreffende melkveehoudster: «we geven ze wat dingen mee
die ze thuis kunnen laten zien; dan kunnen ze er thuis over praten; en zo breidt die
olievlek zich langzaam uit»?
Antwoord 8
De inhoud en toon van de specifieke uitspraak en lesmateriaal is de verantwoordelijkheid
van de samensteller ervan, en de keuze er al dan niet gebruik van te maken is aan
de school.
Vraag 9
Wat is er precies aan deze leerlingen meegegeven om thuis over te praten?
Antwoord 9
De kinderen zijn volgens de scholen geïnformeerd over de verschillende aspecten van
het beroep. Uit een navraag bij de scholen is gebleken dat op enkele scholen een flyer
is uitgedeeld om de kinderen en hun ouders kennis te laten maken met de boerderij
waar de kinderen bijvoorbeeld tomaten hebben kunnen proeven. Deze scholen benutten
vergelijkbare uitnodigingen om de kinderen kennis te laten maken met hun directe leefomgeving.
Vraag 10
Zijn de gebruikte en meegegeven «lesmaterialen» op enige wijze door een neutrale partij
gecheckt op waarheid of misleiding? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Nee, dit is mij niet bekend. Besturen, scholen en leraren zijn verantwoordelijk voor
de beoordeling van, en aanspreekbaar op, de kwaliteit van door hen gebruikte lesmaterialen,
gastlessen en excursies, ook als die worden georganiseerd of gefaciliteerd door derden,
zoals bedrijven of (maatschappelijke) sectoren. Er zijn verschillende afwegings-mechanismen
om ervoor te zorgen dat dit gebeurt op een manier die bij de school past en uiteraard
ook binnen de grenzen van de wet. Hierbij spelen met name ook het interne toezicht
en de medezeggenschap een rol. De inspectie houdt toezicht op het onderwijs, inclusief
door derden georganiseerde of gefaciliteerde elementen van onderwijs die binnen de
wettelijke onderwijstijd onder de verantwoordelijkheid van de school plaatsvinden.
Als de inspectie signalen krijgt dat er zaken gebeuren die mogelijk strijdig zijn
met de wet- en regelgeving, dan kan de inspectie het schoolbestuur daarop aanspreken.
Vraag 11
Heeft u in beeld op welke scholen de boeren allemaal zijn langs geweest of nog willen
gaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
De betreffende boeren hebben zes basisscholen van de gemeente Bergen bezocht. De toekomstige
werkagenda van de boeren is mij niet bekend.
Vraag 12
Wat vindt u van de weinig professionele houding van de schooldirectrice die zegt «de
andere zijde van het verhaal horen ze op het jeugdjournaal»?
Antwoord 12
Het is niet aan de overheid om de toonzetting van een school/schoolbestuur m.b.t.
een bepaalde lesmethode/gastspreker te beoordelen. Het is de verantwoordelijkheid
van scholen zelf om hun lesmateriaal te kiezen om het curriculum in de praktijk vorm
te geven. Om alle kanten van het onderwerp te belichten hebben de scholen aangegeven
dat er meerdere informatiebronnen zijn aangeboden om de leerlingen op een respectvolle
manier, binnen de kaders van de wet, te informeren over verschillende beroepen en
denkwijzen.
Vraag 13
Erkent u dat kennelijk niet alle schooldirecteuren in staat of bereid zijn om deze
misleidende invloeden te weren uit de schoolklas? Zo ja, hoe gaat u hier verandering
in brengen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Zie mijn antwoord bij vraag 12.
Vraag 14
Welke stappen gaat u zetten om misleidende invloeden van sectoren als de agro-industrie,
de luchtvaart en de fossiele industrie permanent te weren uit het onderwijs?
Antwoord 14
Scholen besteden uiteraard aandacht aan actuele maatschappelijke ontwikkelingen, naast
taal en rekenen. Via veel andere vakken wordt doorlopend de verbinding gelegd met
de leefwereld. Deze actualiteit en maatschappelijke ontwikkelingen worden o.a. in
het kader van Burgerschapswet vaak geïllustreerd met additionele lesmaterialen of
andere educatieve activiteiten op een manier die past bij de visie en het pedagogisch
klimaat van de school. Zo geeft de pas herziene burgerschapswet de scholen meer richting
en is minder vrijblijvend.
Vraag 15
Bent u bereid de Nederlandse scholen nog eens nadrukkelijk te wijzen op hun verantwoordelijkheid
om leerlingen niet bloot te stellen aan misleiding?
Antwoord 15
Voor mij is het van belang om besturen, scholen en leraren te wijzen op hun verantwoordelijkheid
voor het onderwijzen van een curriculum, daarbij integer te handelen – ook op het
gebied van het verspreiden van desinformatie – en goede procedures in te stellen om
mogelijke desinformatie snel aan het licht te laten brengen, zoals een medezeggenschapsraad
en een klachtenregeling.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.