Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bontenbal over fouten in energienota bij teruglevering zonnepalenen
Vragen van het lid Bontenbal (CDA) aan de Minister voor Kimaat en Energie over fouten in energienota bij teruglevering zonnepalenen (ingezonden 29 juni 2022).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 23 september 2022). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3465.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Fouten ontdekt in energienota’s bij teruglevering zonnepanelen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Klopt het dat er signalen zijn dat sommige energieleveranciers niet meer over een
heel jaar salderen, maar over een kwartaal of een andere periode? Is dat volgens de
wet toegestaan?
Klopt het dat er geen heldere regels zijn over welk tarief een energieleverancier
als uitgangspunt mag gebruiken bij de saldering? Indien dergelijke regels wel bestaan,
wat zijn deze regels en waar kunnen consumenten deze terugvinden?
Antwoord 2 en 3
Zowel mijn ministerie alsook de Autoriteit Consument en Markt (ACM) hebben dergelijke
signalen ontvangen. In artikel 31c, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 is opgenomen
dat de leverancier het verbruik ten behoeve van de facturering en inning van de leveringskosten
berekent door de aan het net onttrokken elektriciteit te verminderen met de op het
net ingevoede elektriciteit, waarbij de vermindering maximaal de hoeveelheid aan het
net onttrokken elektriciteit bedraagt. Uit de wet volgt niet expliciet over welke
periode de saldering van de hoeveelheid ingevoede en onttrokken elektriciteit dient
plaats te vinden, maar dit blijkt wel duidelijk uit het amendement waardoor de salderingsregeling
in 2004 van kracht is geworden.2
De intentie van de salderingsregeling is dat de hoeveelheden op jaarbasis gesaldeerd
moeten worden, zodat het overschot aan opwekking in de zomer kan worden gesaldeerd
tegen het overschot aan afname in de winter. Dit blijkt ook uit de wijze waarop de
salderingsregeling tot voor kort werd uitgevoerd: de ingevoede en onttrokken elektriciteit
werden gesaldeerd op de jaarnota. Indien er na saldering sprake is van meer afname
dan invoeding, dan wordt het meerdere gefactureerd aan de klant. De wet doet daarbij
geen uitspraak tegen welk tarief de voor facturering in aanmerking komende kWh’s moeten
worden gefactureerd. Indien er sprake is van meer invoeding dan afname, dan betaalt
de energieleverancier de klant over dat meerdere een vergoeding. Deze moet op grond
van artikel 31c, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 redelijk zijn. De ACM houdt
toezicht hierop.
In uw Kamer ligt het wetsvoorstel tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de
Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling
voor kleinverbruikers3 ter behandeling, met daarin het voorstel dat de salderingsregeling in de periode
2025 – 2031 stapsgewijs wordt afgebouwd tot nul. Totdat de regeling volledig is afgebouwd,
is het de bedoeling dat de regeling wordt toegepast zoals deze oorspronkelijk was
beoogd én zoals deze sinds 2004 ook consequent is toegepast. Dit houdt in dat de onttrokken
elektriciteit en een percentage van de hoeveelheid ingevoede elektriciteit op jaarbasis
gesaldeerd moet worden. Ik ben dan ook van plan dit expliciet te maken door via een
nota van wijziging in het voorliggende wetsvoorstel artikel 31c van de Elektriciteitswet
1998 hierop aan te passen.
Vraag 4
Is het een correcte uitleg van de salderingsregeling dat zonnestroom die wordt gesaldeerd
vergoed moeten worden door de energieleverancier tegen het tarief dat op het moment
van opwekken en terugleveren aan het elektriciteitsnet door dezelfde leverancier in
rekening zou worden gebracht wanneer er sprake zou zijn van verbruik?
Antwoord 4
Salderen is het tegen elkaar wegstrepen van de hoeveelheid ingevoede en onttrokken elektriciteit zonder het tarief hierbij te betrekken. Het
aantal kWh dat resteert na saldering, onttrokken dan wel ingevoed, wordt gefactureerd.
Op dit moment is wettelijk niet geregeld tegen welk tarief het saldo na dit salderen
moet worden gefactureerd in een situatie waarbij het tarief in de factuurperiode varieert.
In het antwoord op de vragen 2 en 3 heb ik aangegeven dat ik via een nota van wijziging
zal expliciteren dat saldering op jaarbasis dient plaats te vinden. In deze nota van
wijziging heb ik tevens opgenomen dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur
regels kunnen worden gesteld over de berekening van de jaarlijkse leveringskosten.
Zie verder ook de antwoorden op de vragen 2 en 3.
Vraag 5
Hoe moet de salderingsregeling worden toegepast wanneer er sprake is van een energiecontract
op basis van variabele (uurlijkse) tarieven?
Antwoord 5
Eérst dienen op jaarbasis de hoeveelheid ingevoede en de hoeveelheid onttrokken elektriciteit
tegen elkaar weggestreept te worden. Het aantal kWh dat resteert, onttrokken dan wel
ingevoed wordt, wordt gefactureerd. Op dit moment is niet wettelijk vastgelegd op
welke wijze dit dient te gebeuren in een situatie waarbij het tarief in de factuurperiode
varieert. In een nota van wijziging die ik uw Kamer zal toesturen, wordt opgenomen
dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels kunnen worden gesteld over
de berekening van de jaarlijkse leveringskosten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.