Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Tjeerd de Groot en Hagen over aanspoelen stookolie langs de kust
Vragen van de leden Tjeerd de Groot en Hagen (beiden D66) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over aanspoelen stookolie langs de kust (ingezonden 5 oktober 2022).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 21 oktober
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Van Zeeland tot Noordwijk stookolie aangespoeld langs
de kust»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wanneer weet Rijkswaterstaat hoe groot de omvang is? Is dit niet te laat?
Antwoord 2
Op 27 september is voor het eerst stookolie aangespoeld op de Nederlandse kust, dit
was een kleine hoeveelheid op een enkele locatie. Op 28 september spoelde verontreiniging
ook aan op andere stranden, waarna direct is gestart met onderzoek naar de omvang
van de verontreiniging. Bij dit soort verontreiniging (stookolieresten in de vorm
van bolletjes) is de omvang bekend als de verontreiniging op stranden aanspoelt. Op
3 oktober was bekend dat verontreiniging is aangetroffen op de Noordzeestranden tussen
Katwijk en Vlissingen. In totaal is er circa 100 kuub verontreinigd materiaal opgeruimd.
Rijkswaterstaat heeft direct na melding van aangespoelde olieverontreiniging ingegrepen
volgens de gehanteerde aanpak (zoals beschreven in antwoord 8) en een onderzoek naar
de omvang van de verontreiniging ingesteld, dagelijkse strandinspecties uitgevoerd
en een aannemer ingeschakeld om de verontreiniging op te ruimen.
Vraag 3
Hoe wordt de stookolie zo goed mogelijk opgeruimd, zodat er zo min mogelijk schade
ontstaat aan het milieu?
Antwoord 3
De stookolie, die aanspoelde in de vorm van bolletjes, is opgeruimd met behulp van
machinale zeven, zogenaamde beach cleaners. Op plekken waar deze machines niet konden
komen, zijn de bolletjes handmatig opgeruimd. Vanaf 27 september zijn de stranden
dagelijks geïnspecteerd en hebben er opruimwerkzaamheden plaatsgevonden. Nieuw aangespoelde
verontreiniging is direct opgeruimd. Sinds 11 oktober spoelt er geen verontreiniging
meer aan. De inspecties zijn daarom afgeschaald hoewel Rijkswaterstaat uiteraard de
vinger aan de pols houdt.
Vraag 4 en 5
Bent u van plan om aankomend half jaar extra te monitoren op het aanspoelen van zeedieren
om de impact van de stookolie in kaart te brengen?
Hoe gaat u aankomende tijd onderzoeken hoe groot de impact is op het milieu?
Antwoord 4 en 5
De stranden waar verontreiniging is aangetroffen zijn dagelijks geïnspecteerd door
Rijkswaterstaat waarbij enkele aangespoelde, met olie besmeurde vogels door de dierenambulance
zijn opgehaald. Mochten er nog met olie besmeurde dieren aanspoelen, worden deze op
basis van inspecties of meldingen van strandbezoekers en -exploitanten geruimd of
behandeld.
De activiteiten van Rijkswaterstaat zijn gericht op het opruimen van olieverontreiniging
en het aansprakelijk stellen van en verhalen van de opruimkosten op de vervuiler,
als deze wordt geïdentificeerd. Er is op dit moment geen aanleiding voor nader milieuonderzoek.
Wel vindt onder het monitoringsprogramma van de Kaderrichtlijn Marien (KRM) reguliere
monitoring plaats van de waterkwaliteit en de ecologie.
Vraag 6
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de vervuiler gaat betalen?
Antwoord 6
Het Watermanagementcentrum Nederland van Rijkswaterstaat heeft op basis van een model
berekend waar de lozing heeft plaatsgevonden. Deze gegevens zijn overgedragen aan
de Maritieme Politie, die nu bekijkt of een onderzoek kan leiden tot het aanwijzen
van een mogelijke vervuiler. Zodra een (mogelijke) vervuiler bekend is, zal Rijkswaterstaat
de vervuiler aansprakelijk stellen voor de opruimkosten van de verontreiniging.
Vraag 7
Heeft u aanwijzingen dat het gaat om een illegale bilgewaterlozing? Zo ja, hoe gaat
u deze illegale lozingen aanpakken?
Antwoord 7
De olielozing die heeft plaatsgevonden is illegaal. Of het hier specifiek gaat om
een illegale bilgewaterlozing is onbekend. De lozing kan ook een andere bron hebben
en volgt mogelijk uit onderzoek van de Maritieme Politie.
Een van de maatregelen om olielozingen te bestrijden is om de pakkans van de vervuiler
te vergroten zodat de veroorzaker aansprakelijk kan worden gesteld. De Kustwacht en
Rijkswaterstaat houden toezicht op illegale lozingen, onder andere door dagelijkse
controle- en observatievluchten boven de Noordzee. Daarnaast worden tweemaal daags
satellietbeelden gecontroleerd op olieverontreinigingen. Indien een lozing heeft plaatsgevonden
kan Rijkswaterstaat met behulp van een model het locatiegebied van de lozing terugrekenen.
Voor maatregelen gericht op preventie van illegale bilgewaterlozingen zie mijn beantwoording
op de Kamervragen d.d. 21-6-20222.
Vraag 8
Hoe snel kan de overheid ingrijpen als er nog zo’n incident is?
Antwoord 8
Na inspectie of melding van een incident kan direct worden ingegrepen. Bij een melding
van aangespoelde verontreiniging op het strand worden direct Rijkswaterstaat officieren
van dienst ingezet om ter plaatse te inspecteren. Indien meer dan 5 m3 is aangespoeld wordt onmiddellijk de aannemer ingeschakeld om de verontreiniging
op te ruimen. Dit is vastgelegd in de Samenwerkingsregeling Bestrijding Kustverontreiniging
RWS-diensten (SBK).
Vraag 9, 10 en 11
Hoever bent u met de herziening van de Samenwerkingsregeling Bestrijding Kustverontreinigingen
RWS-diensten en de Samenwerkingsregeling afhandeling besmeurde vogels, die herzien
zouden worden na de ramp met de MSC Zoe?
Wat is de status van deze regelingen?
Hoe, wanneer en door wie precies worden deze nieuwe regelingen vastgesteld?
Antwoord 9, 10 en 11
Na het incident met de MSC Zoe is de herziening van de Samenwerkingsregeling Bestrijding
Kustverontreinigingen RWS-diensten (SBK) opgepakt, deze wordt vormgegeven in samenspraak
met gemeenten. De aangepaste regeling is nagenoeg klaar. De herziening heeft betrekking
op het toevoegen van extra afspraken rond plastic vervuiling, naar aanleiding van
de motie Kröger3; olieverontreiniging was reeds onderdeel van de SBK (zie antwoord op vraag 8). De
Samenwerkingsregeling afhandeling besmeurde vogels (SBV) is niet aangepast naar aanleiding
van de MSC Zoe. De regeling is wel recentelijk geactualiseerd in het kader van een
reguliere herziening waarin ervaringen die zijn opgedaan vanuit incidenten worden
meegenomen. Hieronder valt bijvoorbeeld het incident met de Bow Jubail en de als gevolg
daarvan met olie besmeurd geraakte zwanen (zie reactie op motie Kamerlid Van Esch
(PvdD) – Kamerstuk 31 409, nr. 289). De update van de SBV is ook bijna afgerond.
De officiële vaststelling van beide regelingen door Rijkswaterstaat zal naar verwachting
in de eerste helft van 2023 plaatsvinden. Hierover zal ik uw Kamer informeren. Tot
de officiële vaststelling van de herziening van de SBK en de update van de SBV blijven
de oude regelingen van kracht, maar wordt wel gewerkt in de geest van de nieuwe regelingen.
Vraag 12
Hoe wordt de inzet van vrijwilligers meegenomen in deze samenwerkingsregelingen?
Antwoord 12
In de geactualiseerde SBK zal de mogelijkheid worden geboden voor gecoördineerde inzet
van professionele vrijwilligers bij incidenten. Afhankelijk van de situatie wordt
bepaald of deze professionele vrijwilligers ook daadwerkelijk worden ingezet. Dit
gebeurt in nauw overleg met gemeenten en de veiligheidsregio. Ook in het kader van
de SBV kunnen professionele vrijwilligers worden ingezet.
Vraag 13
Is de monitoring op zee voldoende om toekomstige incidenten snel op te kunnen sporen?
Antwoord 13
De huidige monitoringsmethode, zoals beschreven in antwoord 7, is tot op heden voldoende.
Daarmee was het de laatste jaren mogelijk om tijdig te handelen en is het aantal kustverontreinigingen
mede hierdoor sterk verminderd. De capaciteitsnota oliebestrijding wordt op dit moment
herzien en in dat kader worden ook mogelijke innovaties en verbeteringen op gebied
van monitoring en bestrijding bezien.
Vraag 14
Heeft de kustwacht genoeg materieel om de wateren te kunnen monitoren zoals afgesproken?
Antwoord 14
Ja, er is voldoende materieel. Naast eigen materieel voor dagelijkse controle- en
observatievluchten om verontreinigingen op de Noordzee op te sporen en te identificeren,
kan de Kustwacht gebruik maken van helikopters van de Landelijke Eenheid. Daarnaast
kunnen ook satellietbeelden van het Europees Agentschap voor Maritieme Veiligheid
ter beschikking worden gesteld aan Rijkswaterstaat.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.