Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over het jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen 2021
28 165 Deelnemingenbeleid rijksoverheid
Nr. 380
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 26 oktober 2022
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister
van Financiën over de brief van 29 juni 2022 inzake het jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen
2021 (Kamerstuk 28 165, nr. 371).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 21 oktober 2022. Vragen en
antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Tielen
De adjunct-griffier van de commissie, Lips
Vraag 1
Voor welke aspecten van «brede diversiteit» heeft de Staat aandacht bij toekomstige
benoemingen?
Antwoord 1
Diversiteit binnen raden van bestuur en raden van commissarissen is voor het kabinet
een belangrijk aandachtspunt. Op dit gebied zijn bij staatsdeelnemingen positieve
ontwikkelingen te zien. Er is de afgelopen jaren een duidelijke toename te zien van
het aantal vrouwelijke bestuurders en commissarissen bij de staatsdeelnemingen. Diversiteit
beperkt zich uiteraard niet tot genderdiversiteit, maar ziet ook op aspecten als culturele
achtergrond, leeftijd, seksuele oriëntatie en arbeidsbeperkingen. Er is een duidelijke
roep in de samenleving om meer diversiteit en inclusie in brede zin. Volgens het kabinet
valt ook in de raden van bestuur en raden van commissarissen van deelnemingen in dit
kader nog winst te behalen.
Vraag 2
Welk percentage dat aan het wettelijk streven voldoet wordt nagestreefd door de Staat
aangaande diversiteit van geslacht bij staatsdeelnemingen, met het oog op benoemingen
in 2022?
Antwoord 2
De wet schrijft voor dat een raad van commissarissen van beursgenoteerde ondernemingen
voor ten minste een derde deel uit vrouwen en voor ten minste een derde deel uit mannen
moet bestaan. Vanwege de bijzondere maatschappelijke positie van deelnemingen vindt
de staat het echter passend om deze standaard ook toe te passen op de niet-beursgenoteerde
deelnemingen en zowel voor de raad van commissarissen als de raad van bestuur. Van
de 11 deelnemingen met meer dan één bestuurder voldoen er 8 aan de vereisten als het
gaat om de raden van bestuur. Voor wat betreft de raden van commissarissen voldoen
alle 14. Bij de staatsdeelnemingen die nog niet aan deze eis voldoen, is het beleid
erop gericht om dit te realiseren bij de eerstvolgende aanstelling van een nieuwe
bestuurder.
Vraag 3
Hoe verhouden de cijfers in tabel 4.10 zich tot private partijen die niet in staatshanden
zijn?
Antwoord 3
Het Ministerie van Financiën heeft geen eigen cijfers beschikbaar van beloningsverhoudingen
bij private ondernemingen. Om toch een vergelijking te kunnen maken is informatie
over beloningsverhoudingen bij beursgenoteerde ondernemingen geraadpleegd op basis
van een openbaar beschikbaar rapport van EY.1 Dit rapport geeft aan dat de mediaan van de beloningsverhoudingen in 2021 bij AEX-bedrijven
(Amsterdam Exchange Index) 32.6 is. Bij AMX-bedrijven (Amsterdam Midkap Index) is
dat 25.0 en bij AScX-bedrijven (Amsterdam Small Cap Index) 11.6. De mediaan van de
beloningsverhoudingen bij staatsdeelnemingen (zoals opgenomen in tabel 4.10) is 4.5.2
Vraag 4
Wat is de beloningsverhouding voor Air France-KLM?
Antwoord 4
Air France-KLM rapporteert in haar jaarverslag over de beloningsverhouding. De verhouding
tussen de beloning van de CEO van Air France-KLM en de mediaan van de beloning van
de overige medewerkers was in 2021 25.96.
Vraag 5
Wordt hier de Staat bedoeld als aandeelhouder (dat met hoofdletter geschreven had
moeten worden) of de staat als de verslaglegging middels een staat?
Antwoord 5
In deze passage wordt gedoeld op de staat, zijnde de Staat der Nederlanden.
Vraag 6
Welke acties onderneemt de Staat als aandeelhouder om ervoor te zorgen dat ook bedrijven
waarvan de naleving van MVO (maatschappelijk verantwoord ondernemen)-standaarden achterblijft
gaan voldoen aan deze standaarden?
Antwoord 6
Op basis van de nieuwe Nota Deelnemingenbeleid 2022 (Kamerstuk 28 165, nr. 370) ga ik het gesprek aan met de deelnemingen over hun MVO-beleid en ambities. Ik vraag
de deelnemingen een peeranalyse uit te voeren om inzichtelijk te maken of deelnemingen
een voorbeeldrol vervullen en ambitieus zijn op het gebied van MVO, waaronder op het
gebied van de MVO-richtlijnen zoals opgenomen in het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen.
Indien dit onvoldoende het geval is, gaat de staat als aandeelhouder het gesprek aan
met de deelnemingen tijdens reguliere overleggen en eventueel in een aandeelhoudersvergadering
hoe zij wel op het juiste niveau komen. Afhankelijk van het onderwerp en de sector
betrek ik zo nodig ook mijn ambtsgenoten van andere departementen. Uit ervaring weet
ik dat de deelnemingen oproepen vanuit de staat als aandeelhouder serieus nemen, dit
verwacht ik ook op gebied van MVO.
Tenslotte verwacht ik door rapportage in het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen
over de invulling van MVO door de deelnemingen, en door bespreking daarvan met uw
Kamer, eveneens een stimulerende en sturende werking uitgaat.
Vraag 7
Wat draagt het bezit van een luchthaven in Brisbane via Schiphol bij voor de Staat
als aandeelhouder?
Antwoord 7
De investering van Schiphol in de luchthaven van Brisbane draagt hoofdzakelijk indirect
bij aan de publieke belangen die samenhangen met Schiphol. Schiphol behaalt een financieel
rendement op de investering en daarnaast hebben dit soort activiteiten leereffecten.
Zo kan Schiphol bijvoorbeeld op kleinere schaal innovaties testen alvorens deze op
Amsterdam Airport Schiphol in gebruik worden genomen.
In de Nota Deelnemingenbeleid 2022 is een kader opgenomen hoe ik naar branchevreemde
en buitenlandse activiteiten kijk. Dit kader geldt voor nieuwe activiteiten en investeringen
van deelnemingen. Voor bestaande activiteiten is het kader bedoeld als richtinggevend
gedurende gesprekken tussen de aandeelhouder en de deelneming. Bij investeringen in
brede activiteiten, zoals branchevreemde en buitenlandse investeringen, is de grondhouding
van de staat als aandeelhouder kritischer dan eerst, omdat deze activiteiten verder
afstaan van het door de deelneming te borgen publieke belang. Daarbij zal ik aan aanvullende
criteria toetsen, zoals het trackrecord dat de deelneming heeft als het gaat om buitenlandse
activiteiten en of de activiteiten kunnen worden afgescheiden van de kernactiviteiten.
Vraag 8
Wanneer verwacht de regering dat de solvabiliteit van Air France-KLM positief zal
zijn?
Antwoord 8
Air France-KLM heeft gedurende de COVID-crisis en in de nasleep daarvan grote verliezen
geleden waardoor de vermogenspositie is verslechterd. Ter achtergrond, eind 2019 had
de onderneming een eigen vermogen van EUR 2.229 miljoen positief en eind maart 2022
was het eigen vermogen EUR 4.216 miljoen negatief. Air France KLM heeft dankzij verschillende
vormen van kapitaal aan te trekken het vermogen weten te versterken en afhankelijk
van hoe de markt zich ontwikkelt zal de onderneming daar ook van profiteren. De resultaten
hiervan zullen we in de kwartaal- en halfjaarcijfers terugzien. Daarnaast is de snelheid
van het herstel van de solvabiliteit afhankelijk van eventuele toekomstige maatregelen
die de onderneming nog gaat nemen om de resultaten te verbeteren en de balans te versterken.
Het kabinet kan hierdoor geen inschatting geven van wanneer de solvabiliteit van Air
France-KLM weer positief zal zijn. De Nederlandse staat blijft in gesprek met de onderneming
over de financiële situatie en het herstel.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
W.A. Lips, adjunct-griffier