Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuzu over de werking van de technische regeling tussen de EU en Israël
Vragen van het lid Kuzu (DENK) aan de Minister van Financiën over de werking van de technische regeling tussen de EU en Israël (ingezonden 5 september 2022).
Antwoord van Staatssecretaris De Vries (Financiën – Toeslagen en Douane) (ontvangen
            21 oktober 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 93.
         
Vraag 1
            
Kunt u bevestigen dat producten uit Israëlische nederzettingen in de sinds 1967 door
               Israël bezette gebieden niet in aanmerking komen voor preferentiële tariefbehandeling
               in de Europese Unie?
            
Antwoord 1
            
Dat is correct.
Vraag 2
            
Klopt het dat op grond van de in 2005 overeengekomen technische regeling tussen de
               Europese Unie en Israël preferentiële oorsprongsbewijzen van Israëlische goederen
               de postcode van de productieplaats moeten vermelden en dat, indien de locatie in door
               Israël bezet gebied ligt, EU-douaneautoriteiten de preferentiële tariefbehandeling
               onmiddellijk moeten weigeren?1
Antwoord 2
            
Dat is correct.
Vraag 3
            
Klopt het dat Israëlische exporteurs van goederen uit nederzettingen doorgaans preferentiële
               tariefbehandeling voor deze producten claimen en de Israëlische douaneautoriteiten
               ervoor preferentiële oorsprongscertificaten valideren, ondanks dat duidelijk is dat
               deze producten in de Europese Unie niet in aanmerking komen voor preferentiële behandeling?
            
Antwoord 3
            
Tariefpreferentie bij invoer in de EU kan alleen worden geclaimd door in de EU gevestigde
               importeurs. Zoals uit het antwoord op vraag 5 blijkt, heeft de Nederlandse Douane
               in de jaren 2017 tot en met 2021 bij haar controles niet kunnen vaststellen dat producenten/exporteurs
               die zijn gevestigd in bedoelde Israëlische nederzettingen ten onrechte oorsprongsbewijzen
               laten opmaken die indruisen tegen de strekking van de eerder genoemde Technische Regeling
               tussen de EU en Israël, noch dat de Israëlische autoriteiten daaraan meewerken door
               deze oorsprongsbewijzen ten onrechte te valideren.
            
Vraag 4
            
Klopt het dat de preferentiële oorsprongsbewijzen met vermelding van de postcodes
               niet automatisch worden gecontroleerd door de Nederlandse Douane en dat dit alleen
               gebeurt op de basis van risicoprofielen en/of steekproefsgewijs?
            
Antwoord 4
            
In de aangifte voor het vrije verkeer (de invoeraangifte) wordt geen informatie opgenomen
               over de postcode van de plek waar een product zijn oorsprongsverlenende be- of verwerking
               heeft ondergaan. Door de Nederlandse Douane kan dus niet automatisch worden gecontroleerd
               op het vermelden van, en de vermelde, postcodes.
            
Documenten, zoals preferentiële oorsprongsbewijzen, worden direct bij het doen van
               invoeraangifte, of achteraf na vrijgave van de goederen voor het vrije verkeer, risicogericht
               of steekproefsgewijs gecontroleerd. Wanneer daar wegens gegronde twijfel over de oorsprong
               aanleiding toe bestaat worden oorsprongsbewijzen gestuurd naar de autoriteiten in
               het land van uitvoer met het verzoek om bij de exporteur een onderzoek in te stellen
               naar de juistheid van de informatie op het oorsprongsbewijs. Dit kan ook bij wijze
               van steekproef gebeuren.
            
Vraag 5
            
Kunt u voor de periode 1 januari 2017 tot en met 31 december 2021 de volgende gegevens
               verstrekken betreffende de import van Israëlische goederen naar Nederland:
            
– het aantal douane-invoeraangiften dat op basis van Israëlische preferentiële oorsprongsbewijzen
                     is afgegeven;
                  
– het aantal fysieke controles en controles van documenten dat is uitgevoerd om de plaats
                     van oorsprong te verifiëren;
                  
– het percentage van de geïmporteerde Israëlische goederen, waarvan de oorsprong middels
                     dergelijke controles is geverifieerd;
                  
– het aantal verificatieverzoeken dat naar de Israëlische douaneautoriteiten is verzonden
                     om de oorsprongsaanduiding te controleren;
                  
– het aantal onjuiste of valse invoeraangiften die met betrekking tot de plaats van
                     oorsprong zijn vastgesteld;
                  
– het aantal aanvragen voor preferentieel tarief van goederen uit Israëlische nederzettingen
                     dat is geweigerd, alsmede het aantal zendingen waarop deze weigeringen betrekking
                     hadden; en
                  
– het totaalbedrag aan importheffingen dat door de Nederlandse Douane is opgelegd aan
                     goederen uit Israëlische nederzettingen, waarvoor een preferentiële tariefbehandeling
                     is aangevraagd en geweigerd?
                  
Antwoord 5
            
In de genoemde periode gaat het om in totaal 150.451 invoeraangiften, waarin op grond
               van de preferentiële oorsprong Israël tariefpreferentie is geclaimd.
            
Naar aanleiding van bovengenoemde invoeraangiften hebben 598 fysieke controles plaatsgevonden.
               Daarnaast hebben 4.106 documentcontroles plaatsgevonden, waarvoor in 91 gevallen een
               specialistisch team van de Nederlandse Douane is geraadpleegd.
            
Over de genoemde periode is 0,4% van deze invoeraangiften fysiek gecontroleerd, en
               heeft in 2,8% van de gevallen een documentcontrole plaatsgevonden.
            
Over de genoemde periode is er geen aanleiding geweest om een verificatieverzoek naar
               de Israëlische autoriteiten te versturen.
            
In totaal zijn er over de genoemde periode 258 invoeraangiften niet-conform bevonden.
               De non-conformiteit was in al deze gevallen echter gerelateerd aan andere oorzaken
               dan het niet voldoen aan de Technische Regeling of aan de oorsprongsregels.
            
Over de genoemde periode is geen aanleiding geweest om de aangevraagde tariefpreferentie
               te weigeren.
            
Omdat over de genoemde periode geen aanleiding is geweest om de aangevraagde tariefpreferentie
               voor deze invoeraangiften te weigeren, hebben er om deze reden ook geen extra (na)heffingen
               plaatsgevonden.
            
Vraag 6
            
Voert de Douane gerichte controles uit bij de import van producten van bedrijven waarvan
               bekend is dat ze in nederzettingen zijn gevestigd? Zo ja, op welke wijze? Zo nee,
               waarom niet?
            
Antwoord 6
            
De Nederlandse Douane handhaaft risicogericht op basis van risicoanalyses en aangevuld
               met steekproeven op de naleving van de voorwaarden van tariefpreferentie en de Technische
               Regeling. Oorsprongsbewijzen worden, wanneer daar wegens gegronde twijfel over de
               oorsprong aanleiding toe bestaat of bij wijze van steekproef, gestuurd naar de autoriteiten
               in het land van uitvoer met het verzoek om bij de exporteur een onderzoek in te stellen
               naar de juistheid van de informatie op het oorsprongsbewijs.
            
Vraag 7
            
Voert de Douane gerichte controles uit bij de import van Israëlische producten waarvan
               bekend is dat ze vaak uit nederzettingen afkomstig zijn, zoals dadels, kruiden en
               wijn? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 7
            
Zoals aangegeven in de antwoorden op de vragen 4 en 5, controleert de Douane risicogericht
               en steekproefsgewijs op de naleving van de voorwaarden van tariefpreferentie en de
               Technische Regeling. Bij een evaluatie van de controlestrategie op dit onderwerp is
               niet geconstateerd dat bepaalde producten een hoger risico met zich hebben meegebracht
               dan andere. Ook zijn hierover geen signalen ontvangen van de Europese Commissie.
            
Vraag 8
            
Worden geconstateerde onregelmatigheden inzake de technische regeling gerelateerd
               aan de import van Israëlische goederen aan de Europese Commissie gerapporteerd en/of
               teruggekoppeld aan de Israëlische autoriteiten? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom
               niet?
            
Antwoord 8
            
Recent is door de Europese Commissie uitvraag gedaan naar de ervaringen van de lidstaten
               met de uitvoering van de zogenaamde Technische Regeling. Daarbij zijn geen bijzonderheden
               aan het licht gekomen. Wel heeft één van de lidstaten aangegeven dat de huidige methodiek
               arbeidsintensief is, nu op basis daarvan niet automatisch valt te controleren of de
               oorsprong in de bedoelde Israëlische nederzettingen is verkregen.
            
Vraag 9
            
Bij de import van goederen waarvan de postcode aan weerszijden van de grens van 1967
               ligt, dient de Douane van lidstaten contact op te nemen met de Europese Commissie
               om de exacte plaats van herkomst te bepalen. Hoe vaak is dit in de periode 1 januari
               2017 t/m 31 december 2021 gebeurd?
            
Antwoord 9
            
Er is in de genoemde periode geen aanleiding geweest voor de Nederlandse Douane om
               hierover contact op te nemen met de Europese Commissie.
            
Vraag 10
            
Heeft de Europese Commissie op enigerlei wijze informatie verstrekt aan de Nederlandse
               regering over haar monitoring van de technische regeling binnen de Europese Unie?
               Zo ja, wat hield deze informatie in? Zo nee, wilt u de Europese Commissie vragen deze
               informatie alsnog te verstrekken?
            
Antwoord 10
            
De Europese Commissie heeft de lidstaten laten weten te zijn bevraagd over dit onderwerp
               door het Europees Parlement. Dit was reden voor de Europese Commissie om de lidstaten
               te vragen naar eventuele bijzonderheden met (de uitvoering van) de Technische Regeling.
               Daarbij is niet gesproken over eventuele monitoring van de Technische Regeling.
            
Vraag 11
            
Wilt u deze vragen afzonderlijk en zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Antwoord 11
            
Ja.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
A. de Vries, staatssecretaris van Financiën 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.