Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de stand van zaken hulp, herstel en wederopbouw Oekraïne (Kamerstuk 36045-113)
2022D41603 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hebben
de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over onder meer de Stand van
zaken hulp, herstel en wederopbouw Oekraïne (Kamerstuk 36 045, nr. 113).
De voorzitter van de commissie, Wuite
De adjunct-griffier van de commissie, De Mare
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Inbreng VVD-fractie
2
Inbreng D66-fractie
3
Inbreng CDA-fractie
5
Inbreng SP-fractie
6
Inbreng PvdA-fractie
7
Inbreng Volt-fractie
8
II
Antwoord / Reactie van de Minister
10
III
Volledige agenda
10
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie danken de Minister voor de toegezonden brief over de stand
van zaken met betrekking tot hulp, herstel en wederopbouw Oekraïne. Zij hebben daarover
nog enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie zien dat de oorlog in Oekraïne ernstige gevolgen heeft
voor de gewone mannen, vrouwen en kinderen in het land. Het is een mooie ontwikkeling
dat het Oekraïense leger gebied weet te heroveren, maar juist in die gebieden zijn
de noden ook nog erg groot. Vooral door de naderende komst van kouder weer in de wintermaanden
maken de vooruitzichten voor veel mensen – vooral de meest kwetsbaren – niet beter.
Met koudere temperaturen op komst, zullen veel van de humanitaire behoeften toenemen.
Mensen hebben warm onderdak, kleding, medicijnen, brandstof en isolatie nodig, en
ondersteuning voor extra stookkosten. Wat gaat de Minister doen, via het Rode Kruis
en lokale organisaties die ter plekke actief zijn in de heroverde gebieden, om Oekraïense
mannen, vrouwen en kinderen de winter door te laten komen? Daarnaast blijven diverse
media berichten hoe langzaam de Europese steun aan Oekraïne opgang komt. Is het mogelijk
om onze militaire, financiële en humanitaire steun te versnellen?
De Minister schrijft rond het onderwerp «Rapid Damage Needs Assessment» dat er op zeer korte termijn USD 3,5 mld. nodig is voor de voorbereiding van de komende
winter. De leden van de VVD-fractie willen aan de Minister vragen of dit geraamde
bedrag nog accuraat is ter voorbereiding van de komende winter in het licht van de
ontwikkelingen sinds de aantekening van de brief? Zijn reeds afdoende middelen gealloceerd
om in deze voorbereiding te voorzien?
De Minister schrijft voorts rond het onderwerp «Hulp, herstel en wederopbouw» dat
Nederland op verzoek van de Oekraïense regering steun verleent bij herstel van de
zuidelijke kuststreek en hiervoor € 1 mln. heeft gealloceerd. Daarnaast schrijft de
Minister dat Nederland dit in samenwerking met Denemarken en Zweden zal doen. De leden
van de VVD-fractie willen aan de Minister vragen hoeveel financiële middelen zowel
Denemarken als Zweden hebben gealloceerd voor dit specifieke herstel en samenwerking?
Wat is de reden dat specifiek met Denemarken en Zweden wordt samengewerkt voor dit
herstel?
De Minister schrijft voorts rond het onderwerp «Bedrijfsleven» in te willen zetten
van in Nederland aanwezige kennis en expertise voor herstelhulp. Deelt de Minister
de mening van de leden van de VVD-fractie dat naast kennis en kunde uit Nederland,
ook de kennis van (gevluchte) Oekraïense inwoners dient te worden gebruikt bij het
vormgeven van het herstelplan opdat zij de compatibiliteit van het herstelplan en
de lokale behoeften kunnen faciliteren en begeleiden?
De Minister schrijft rond het onderwerp «Fiduciaire risico’s mitigeren» dat het ministerie
intern onderzoekt hoe het zijn risicomanagementinstrumentarium kan inzetten om corruptie
en fraude met door Nederland verstrekte gelden voor herstel en wederopbouw van Oekraïne
te voorkomen. Daarbij geeft de Minister aan de projecten tijdens de uitvoering middels
voortgangsrapportages en accountantsrapporten te monitoren. De leden van de VVD-fractie
willen aan de Minister vragen of de kosten van deze monitoring en de kosten van de
inzet van het risicomanagementinstrumentarium gefinancierd worden uit de gealloceerde
middelen van de verscheidene projecten en noden of dat deze via een andere kostenpost
worden gefinancierd (i.e. worden de kosten voor monitoring van de specifiek gealloceerde
budgetten afgetrokken)?
Ook schrijft de Minister rond dit onderwerp over verdere instrumentaria om corruptie
met betrekking tot de verstrekte gelden voor herstel en wederopbouw van Oekraïne te
voorkomen. Deelt de Minister de mening van de leden van de VVD-fractie dat het tegengaan
van corruptie omtrent deze gelden niet alleen een aangelegenheid voor Nederland is,
maar tevens effectief anti-corruptiebeleid vanuit lokale instituties vereist? Deelt
de Minister hierbij de mening dat het tevens in het belang van Nederland is om te
helpen met het opbouwen van dergelijke instituties en zo lokale mechanismen tegen
corruptie in het leven te roepen c.q. versterken?
Tot slot, we weten dat Oekraïne één van grootste graanexporteurs ter wereld is. Het
Rode Kruis geeft aan dat de daling van de graanexport van het land met 46% dit jaar
een grote impact op de Hoorn van Afrika heeft, waar meer dan 80 miljoen mensen extreme
honger ervaren. Dit is de ergste voedselcrisis in de afgelopen 70 jaar. Hierdoor kunnen
mensen in o.a. Afrika steeds minder goed in hun basisbehoeften voorzien, wat kan leiden
tot extra migratiestromen. Wat doet de Minister om deze potentiele migratiestromen
te voorkomen? Welke afspraken worden hierover gemaakt met Noord-Afrikaanse landen?
Inbreng leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met gepaste opluchting kennisgenomen van de brieven
van 27 september 2022 en 12 oktober 2022 – Stand van zaken hulp, herstel en wederopbouw
Oekraïne en respectievelijk Financiële steun Oekraïne. In de brieven geven verschillende
Ministers en in het bijzonder de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
op verzoek van de Kamer inzicht in de verschillende acties die het Kabinet heeft ingezet
en verschaffen daarmee duidelijkheid over de stand van zaken rond de verschillende
fasen van hulp, herstel en wederopbouw aan en van Oekraïne. De leden van de D66-fractie
blijven uitermate bezorgd over de spoed en kwantiteit van de steun op de korte termijn,
met de naderende winter in Oekraïne.
De Minister schrijft dat op zeer korte termijn USD 3,5 mld. nodig is voor de voorbereiding
op de komende winter, de zogenoemde winterisation. Binnen nu en 36 maanden is USD 105 mld. nodig om in de dringendste herstelwerkzaamheden
te voorzien om de economie te stabiliseren. Vooralsnog zegt Nederland via een speciale
faciliteit van de Wereldbank een gift van € 70 mln. toe voor deze winterisation. Kan de Minister aangeven of en hoe het bedrag van USD 3,5 mld. behaald zal gaan
worden? De Minister geeft aan dat bij het bepalen van het aandeel hierin van Nederland
de fair share-benadering is toepast. De leden van de D66-fractie vragen in het bijzonder of deze
Nederlandse bijdrage voor deze fase voldoet, gezien het immense bedrag dat nu nodig
is voor de winter, die binnen enkele weken begint. Hoe is de Minister tot een bedrag
van € 70 mln. gekomen? Kan de Minister dit verder onderbouwen? De leden van de D66-fractie
uiten grote zorgen over het tijdpad en de spoed waarmee de speciale faciliteit van
de Wereldbank en effectieve steun zal materialiseren. Dit was ook de reden voor het
aandringen in het late voorjaar van 2022 op spoedige actie voor de komende winter
en aanleiding was het overhandigen van het Actieplan voor onmiddellijke herstelhulp
Oekraïne aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Kan
de Minister meer duidelijkheid verschaffen over het tijdpad waarin steun voor de zogenoemde
winterisation zich materialiseert?
Eerlijke en vrije humanitaire toegang
Voorts vragen de leden van de D66-fractie of de Minister zicht heeft op de humanitaire
toegang van noodhulporganisaties en of alle mensen in nood bereikt worden, waarbij
in geen geval onderscheid gemaakt mag worden tussen bevolkingsgroepen.
Bijdrage bedrijfsleven
De aan het woord zijnde leden zijn blij te lezen dat Nederlandse bedrijven de weg
naar hulp aan Oekraïne vinden. Zij lezen dat al enkele tientallen bedrijven zich hebben
gemeld. Ziet de Minister nog specifieke belemmeringen waar bedrijven tegenaan lopen
die (als Nederland of in EU-verband) weg te nemen zijn, zoals handelsbarrières of
infrastructurele obstakels? Voorts steunen de leden van de D66-fractie de lancering
van de platforms in samenwerking met de Topsectoren en vragen de Minister de Tweede
Kamer met enige regelmaat te informeren over de uitkomsten van deze platforms.
Graanuitvoer
Een ander punt van zorg van de leden van de D66-fractie betreft de uitvoer van graan
en andere landbouwproducten en de gevolgen hiervan op de voedselzekerheid wereldwijd.
De toegenomen bombardementen op Odessa vormen een nieuw gevaar voor de voedselexport.
Kan de Minister aangeven wat de resultaten van de graandeal tot nu toe zijn geweest
en welke impact het toegenomen geweld zal hebben? Zijn er op dit moment nog exportrestricties
of andere belemmeringen voor de uitvoer van graan?
Voorts vragen deze leden of er reeds onderhandelingen plaatsvinden over een nieuwe
Zwarte Zee deal of een verlenging daarvan, gezien de huidige deal op 24 november afloopt.
Zijn dezelfde onderhandelaars weer in de lead? Nederland is door de VN benaderd om
een bijdrage te leveren aan deze overeenkomsten. Nederland gaat via organisaties die
de graandeal uitvoeren, VN-Conferentie voor Handel en Ontwikkeling (UNCTAD) en Centre for Humanitarian Dialogue (CHD) voor het Istanboel Coördinatie Mechanisme, ondersteuning bieden. Kan de Minister
kort aangeven van welke aard deze ondersteuning is? Is de Minister bereid ook bij
een verlenging of nieuwe deal, dergelijke ondersteuning te bieden?
Kan de Minister toezeggen erop aan te dringen dat een nieuwe deal niet stopt bij graan,
maar dat die zich ook richt op andere landbouwproducten die van belang zijn voor de
voedselzekerheid in Centraal-Azië en Afrika?
Ook vragen de leden van de D66-fractie of de Minister kan reageren op de aanbeveling
van het Hague Centre for Strategic Studies om de positie binnen de Internationaal
Monetair Fonds (IMF), Wereldbank en Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling
(EBRD) te gebruiken voor het bouwen van aanvullende graansilo’s en de infrastructuur
die hierbij nodig zijn. Dit in aanvulling op de zogenoemde «solidarity lanes» en Europese plannen voor nieuwe exportcorridors die gepland zijn voor de fase van
de wederopbouw na afloop van de oorlog.
Uitkomsten expertbijeenkomst Berlijn
De leden van de D66-fractie vragen tot slot of de Minister bereid is de Tweede Kamer
voor de begrotingsbehandeling te informeren over uitkomsten van de expertbijeenkomst
op 25 oktober in Berlijn.
Inbreng leden van de CDA-fractie
Afgelopen weekend zijn de raketaanvallen op Oekraïne geïntensiveerd waardoor wederom
grote schade is aangebracht aan de essentiële infrastructuren van verschillende steden
binnen Oekraïne. Grote hoeveelheden huishoudens zitten zonder energie- en watertoelevering.
Dit terwijl de winter snel zal indalen in Oekraïne en hierdoor de humanitaire situatie
verder zal verslechteren. De leden van CDA-fractie maken zich ernstig zorgen over
de winter welke nadert in Oekraïne en de gevolgen hiervan op de humanitaire situatie.
Het kabinet heeft € 3,5 mld. aan steun voor de winterisation ingezet. De leden van de CDA-fractie vragen zich af of deze steun en hulp ook de
zwaarst getroffen gebieden in Oekraïne bereikt. Komt deze hulp tot aan de recent heroverde
dorpen en steden in het frontgebied? Zijn er andere landen die vergelijkbare bedragen
inzetten voor de voorbereiding voor de winter, waardoor er gecoördineerde hulp is
en de middelen zo efficiënt mogelijk ingezet kunnen worden? Zijn er specifieke hulpvragen
door Oekraïne bij Nederland neergelegd voor de winterisation?
De needs assessment welke gemaakt is door de Wereldbank, Europese Commissie (EC) en Oekraïne, dateert
van 1 juni 2022. Sindsdien is de strijd weer geïntensiveerd door een groot tegenoffensief
van Oekraïne, aanvallen op de Krimbrug en de reactie met veel raketaanvallen door
Rusland. Hierin stond dat er € 105 mld. binnen 36 maanden benodigd is om in de dringendste
herstelwerkzaamheden voor de economie te voorzien. De leden van de CDA-fractie vragen
zich af of en wanneer de needs assessment herzien gaat worden. Wanneer wordt er opnieuw geïnventariseerd wat er daadwerkelijk
benodigd is?
Nederland geeft aan haar «fair share» bij te willen dragen aan het herstel en wederopbouw van Oekraïne. De inflatie in
heel Europa is sterk gestegen, met mogelijk een krimp van de Europese economieën in
de nabije toekomst. Er is een grote onzekerheid om hoeveel geld onze fair share in de toekomst zal gaan zijn. De leden van de CDA-fractie vragen zich af met wat
voor bedragen de Nederlandse overheid rekening houdt. Wordt hier reeds actief geld
voor gereserveerd en zit er een maximum aan wat wij toe willen of kunnen zeggen?
Oekraïne gaat een recovery fund starten om alle financiële bijdragen te verzamelen en gecoördineerd te besteden.
De leden van CDA-fractie vragen zich af wat de ontwikkelingen zijn met betrekking
tot het starten van dit recovery fund. In hoeverre is dit recovery fund al operationeel? Welke werkzaamheden worden door dit recovery fund reeds uitgevoerd? Hoe wordt toezicht gehouden dat de uitgaven op de juiste plek terechtkomt?
Nederland probeert op veel manieren bijstand te geven aan bedrijven die willen helpen
met wederopbouw in Oekraïne. De exportkredietverzekering (EKV) op Oekraïne wordt herzien
vanwege de grote risico’s en onzekerheid. Ook Invest International kan niet altijd
juist ondersteunen omdat de risico’s als te groot worden gezien. De leden van de CDA-fractie
vragen zich af of de Minister kan reflecteren op hoeveel bedrijven wel gebruik hebben
kunnen maken van deze beschikbare middelen ten behoeve van de wederopbouw van Oekraïne
de afgelopen periode?
Daarnaast worden inmiddels activiteiten gehonoreerd en gefinancierd door de ambassade
in Kiev. De leden van de CDA-fractie vragen zich af om wat voor bedragen dit gaat.
Hoeveel wordt er via de ambassade gefinancierd? Hoeveel en wat voor projecten worden
via deze route ondersteund?
Op 24 november loopt de graandeal af. Met de huidige spanningen bij het front, maar
ook wereldwijd door deze oorlog, lijkt een verlenging een moeilijk proces. De leden
van de CDA-fractie vragen zich af in hoeverre de regering of andere landen, zoals
Turkije, zich in kan zetten voor het heropenen van de onderhandelingen voor het voortzetten
van de graandeal. Is er al zicht op een verlenging van deze graandeal? Is er voldoende
opslag en transport van graan mogelijk om deze niet verloren te laten gaan?
Verder is er veel in de media geweest dat de graanexporten niet de zwaarst getroffen
gebieden van de voedselcrisis treffen. In Afrika loopt de inflatie soms op tot 31%.
De leden van de CDA-fractie vragen zich af hoe de Minister zich in kan zetten om te
zorgen dat de graanexporten uit Oekraïne ook meer naar de landen gaan die het hardst
de graanleveranties nodig hebben. Waar staat dit belangrijke onderwerp op de agenda?
Tot slot wordt aangegeven dat veel landen zouden baten bij verbeterde zaden. In Nederland
zit veel expertise over het verbeteren van landbouwzaden. Gezien dit gegeven vragen
de leden van de CDA-fractie zich af hoe Nederland kan assisteren bij het leveren van
betere zaden. Kan de Minister actief inzetten op het verbinden van de lokale agrofoodbedrijven
met Nederlandse bedrijven met de kennis op dit gebied? In hoeverre zit dit al in de
huidige werkprogramma’s van de landen?
Inbreng leden van de PvdA-Fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief
over de stand van zaken hulp, herstel en wederopbouw Oekraïne en de financiële steun
Oekraïne. Zij hebben daarbij nog enkele vragen en opmerkingen.
Financieel
De leden van de PvdA-fractie onderschrijven het belang van een eerlijke financiële
inzet van Nederland en Europa met betrekking tot de wederopbouw van Oekraïne. De leden
zijn van mening dat het van belang is om naar de toekomst te kijken als het gaat om
wederopbouw maar ook over de financiële noden op dit moment om Oekraïne overeind te
houden en kritieke infrastructuur te verzekeren. Op dit moment nemen de Verenigde
Staten (VS) het voortouw in de acute financiering van Oekraïne en de leden van de
PvdA-fractie zijn van mening dat juist ook de Europese Unie (EU) hier het voortouw
in moet nemen. Deelt de Minister de mening met de leden van de PvdA-fractie? Hoe gaat
de Minister gehoor geven aan de acute noden van Oekraïne? Gaat de Minister andere
EU-lidstaten oproepen om nu gehoor te geven aan de financiële noden van Oekraïne?
Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
De leden van de PvdA-fractie lezen dat de aanvullende € 70 mln. die het kabinet vrij
wilt maken voor de wederopbouw uit algemene middelen zullen worden gefinancierd. Het
is goed dat de wederopbouw van Oekraïne naar aanleiding van de motie-Thijssen en Van
der Lee zo veel mogelijk uit additionele middelen gefinancierd wordt en niet ten koste
gaat van ontwikkelingssamenwerking (OS) gelden. Gezien het feit dat er al andere financiering
uit het official development assistance (ODA) en OS-budget is gekomen voor de steun voor Oekraïne, door middel van bijvoorbeeld
het geoormerkte «financiering ontwikkelingsrelevante infrastructuurprojecten in ontwikkelingslanden»
(DRIVE) budget en voor de opvang van Oekraïners, zijn de leden van de PvdA-fractie
van mening dat vanaf nu geen OS-geld naar de wederopbouw Oekraïne meer dient te gaan
en deze elders gedekt moet worden. Deelt de Minister deze mening? Waarom wel/niet?
Ook zijn de leden van de PvdA-fractie van mening dat het feit dat de financiële steun
zo veel mogelijk uit additionele middelen gefinancierd dient te worden, geen invloed
mag hebben op de Nederlandse inzet voor het herstel en de wederopbouw van Oekraïne.
Deelt de Minister deze mening van de leden van de PvdA-fractie? Zo nee, waarom niet?
Coördinatie en winter
De leden van de PvdA-fractie lezen dat in voorbereiding op de winter € 3,5 mld. nodig
is op korte termijn. Wat zijn de precieze noden voor de winter? Hoe worden deze in
kaart gebracht? Hoe verloopt de coördinatie voor deze acute hulpvraag? Wat betreft
de coördinatie van hulp en steun aan Oekraïne in het algemeen zijn de leden van de
PvdA-fractie bezorgd over de efficiëntie op dit moment. Hoe is de coördinatie op dit
moment vormgegeven? Hoe gaat de Minister Oekraïne hierin steunen?
Inbreng leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben de kabinetsbrief gelezen. De leden hebben hier nog
een aantal vragen over. Uit de kabinetsbrief blijkt dat Oekraïne kampt met een financieringstekort
van € 5 mld. per maand, nog bovenop de geleden schade in het land. De geschatte kosten
voor het totale herstel zijn € 350 mld. Er is € 3,5 mld. met haast nodig om de winter
door te komen. Gaat Nederland hieraan bijdragen? Zo ja, hoeveel?
Er zijn in de EU discussies gaande of het verstandig is om Oekraïne financieel te
steunen in de vorm van giften of van leningen. De EU heeft er tot nu toe vooral voor
gekozen om leningen te verstrekken aan Oekraïne, waar de VS hebben gekozen voor giften.
Wat is volgens de Minister de overweging geweest om via de EU over te gaan op leningen
en niet giften?
Kan de Minister meer in detail ingaan op de focusgebieden waar Nederland op in gaat
zetten ten aanzien van het herstel en de wederopbouw? Wordt daarbij ook gekeken naar
de «architecture for peace» aanpak, voorgesteld door PAX? Ziet de Minister een meerwaarde in de focus op psychosociale
steun? Is de Minister bereid om te luisteren naar lokale behoeften en niet uitsluitend
naar de wensen van de centrale overheid?
Inbreng leden van de Volt-fractie
De leden van de Volt-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Kamerbrief
stand van zaken hulp, herstel en wederopbouw Oekraïne. Zij hebben daarover nog enkele
vragen en opmerkingen.
Rapid Damage Needs Assessment
De leden van de Volt-fractie vinden het positief dat er in nauw overleg met Europese
Commissie, Wereldbank en de Oekraïense autoriteiten een needs assessment tot stand is gekomen. Tegelijkertijd geeft de Minister aan dat de kosten verder kunnen
oplopen naarmate de oorlog langer standhoudt. Zal er in dat kader een constante evaluatie
blijven plaatsvinden over de totale kosten die nodig zijn voor wederopbouw in samenspraak
met de Europese Commissie, Wereldbank en de Oekraïense autoriteiten? Zo ja, hoe is
de Minister van plan te anticiperen op mogelijk hogere kosten voor wederopbouw?
Daarnaast geeft de Minister aan dat er op zeer korte termijn USD 3,5 mld. nodig is
voor de voorbereiding op de komende winter. In Oekraïne is er op dit moment een groot
tekort aan dekens, medicijnen en voedsel, zeker in de getroffen en bevrijde gebieden.
Daar komt bij dat de infrastructuur grotendeels plat ligt, waardoor verwarming, elektriciteit
en water niet vanzelfsprekend zijn. Kan de Minister aangeven hoeveel Nederland op
zeer korte termijn bijdraagt aan de USD 3,5 mld. en op welke termijn deze gelden beschikbaar
zullen worden gesteld? Kan de Minister verder uitweiden over de internationale coördinatie
van de winterisation? Wordt naast directe humanitaire hulp ook nagedacht over hoe de infrastructuur winterklaar
gemaakt kan worden en op welke termijn is dit volgens de Minister uitvoerbaar?
Hulp, herstel en wederopbouw
De leden van de Volt-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het overzicht
van de financiële steun voor herstel en wederopbouw die Nederland, EU-lidstaten en
G7-landen tot nu toe hebben toegezegd aan Oekraïne. Wel detecteren zij dat er naast
noodhulp veel kosten gefinancierd worden uit het ODA-budget, zoals de opvang van vluchtelingen
in Nederland en investeringen in het (Nederlandse) bedrijfsleven. Dit baart de leden
van de Volt-fractie zorgen, gezien het feit dat het ODA-budget nog steeds de VN-norm
van 0,7% niet haalt, maar er een trend ontstaat waarin er steeds meer non-ODA kosten
gefinancierd worden uit ODA-budget, zoals opvang van vluchtelingen in Nederland en
klimaatadaptatie. Tegelijkertijd begrijpen de Volt-leden dat de dringende situatie
vraagt om een snelle reactie met financiering die al voorhanden is. Daarom vragen
zij de Minister welke definitie van humanitaire hulp gehanteerd is en wat de reikwijdte
daarvan is? Kan de Minister onderzoeken welke investeringen op de middellange tot
lange termijn gedekt kunnen worden uit non-ODA middelen?
De leden van de Volt-fractie waarderen het dat er € 2 mln. humanitaire hulp ingezet
wordt voor het bestrijden van seksueel en gender gerelateerd geweld. Tegelijkertijd
maken zij zich zorgen over de bescherming van seksuele en reproductieve gezondheid
en rechten, zoals het recht op abortus. In humanitaire crises is er minder toegang
tot veilige abortus, terwijl er tegelijkertijd een stijging is van seksueel geweld.
Kan de Minister aangeven of de € 2 mln. voldoende zal zijn voor het bestrijden van
seksueel en gender gerelateerd geweld? Waarop is de inzet van € 2 mln. gebaseerd?
Worden deze gelden ook ingezet voor de bescherming van seksueel en reproductieve gezondheid
en rechten, zoals het opzetten van veilige abortusmogelijkheden voor slachtoffers
van seksueel geweld?
Verder geeft de Minister aan dat verzoeken voor steun betreffende gezondheidszorg
en reparatie van huizen en bruggen zijn doorgeleid naar de desbetreffende departementen
of aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) om het bedrijfsleven te stimuleren
te helpen met wederopbouw in Oekraïne. Tegelijkertijd staat in Oekraïne de winter
voor de deur en zijn huizen en ziekenhuizen platgebombardeerd. Het vrijblijvende karakter
van wederopbouwhulp via bedrijven en de RVO draagt volgens de leden van de Volt-fractie
niet bij aan een directe structurele oplossing voor de aankomende winter. Tegelijkertijd
zet bijvoorbeeld het Rode Kruis zich hier wel voor in. Kan de Minister aangeven welke
de relevante departementen zijn die zich inzetten voor de wederopbouw van huizen en
ziekenhuizen en waarom dit niet belegd is bij Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking?
Kan de Minister uiteenzetten waarom zij inschat dat (Nederlandse) bedrijven de meest
adequate actor zijn bij het wederopbouwen van huizen en ziekenhuizen? Op welke termijn
schat de Minister in dat bedrijven hiermee aan de slag kunnen?
Deelt de Minister de mening dat de € 60 mln. die de Minister op 22 augustus jl. heeft
toegezegd voornamelijk bestemd is voor het herstellen van infrastructuur zoals bruggen
en voor investeringen voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) in Oekraïne, en dat slechts
een gering bedrag bestemd is voor humanitaire hulp in de zin van hulp op korte termijn?
Kan de Minister specificeren welk deel van de toegezegde € 60 mln. bestemd is voor
humanitaire en noodhulp op korte termijn? Kan de Minister in de volgende brief specifiek
aangeven welke interventies en bijdragen strikt onder humanitaire hulp behoren, en
welke anders geclassificeerd dienen te worden? Wat doet Nederland ervoor om te zorgen
dat de geboden hulp ook de bekende «last mile» doelgroepen bereikt? Deze uitdaging betreft vrijwel elke humanitaire interventie
en mist nu in de brief en mogelijk ook in de Nederlandse inzet op dit moment.
Daarnaast nemen de leden van de Volt-fractie waar dat er relatief gezien vanuit de
EU en Nederland minder steun wordt geboden. Hoe beoordeelt de Minister dat de VS twee
keer zoveel hulp, waaronder humanitaire hulp, dan de EU en alle EU-lidstaten gecombineerd
aan Oekraïne ter beschikking stelt (Ukraine Support Tracker)? Hoe beoordeelt de Minister dat Nederland op het gebied van humanitaire hulp voor
Oekraïne respectievelijk de 22e (bedrag) en 29e (bruto binnenlands product) plaats inneemt?
Bedrijfsleven
De leden van de Volt-fractie zijn positief over het feit dat de Minister een bijeenkomst
zal organiseren voor het maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven om gedachten
uit te wisselen over de mogelijkheden en kansen voor deze organisaties bij de wederopbouw
van Oekraïne. Daarbij lezen zij in de brief dat er geld geoormerkt wordt voor Nederlandse
bedrijven voor het helpen met de wederopbouw in Oekraïne, maar lijken er geen financiën
geoormerkt te worden voor het maatschappelijk middenveld ter ondersteuning van de
wederopbouw. Kan de Minister hierop reflecteren?
De leden van de Volt-fractie steunen het inzetten van Nederlandse kennis en expertise
in publiek-private samenwerkingen op het gebied van gezondheidszorg, landbouw en water.
Tegelijkertijd nemen zij waar dat andere infrastructuur voornamelijk wordt uitbesteed
aan Nederlandse consortia via DRIVE en Develop2Build. De Minister gaat in haar brief
echter niet in op de aansturing en coördinatie van deze initiatieven, alsook op de
langere termijn consequenties van dit beleid. Daarom hebben de leden van de Volt-fractie
de volgende vragen. Hoe zullen initiatieven van bedrijven gefinancierd uit overheidsgelden
gecoördineerd worden? Hoe wordt ervoor gezorgd dat deze initiatieven zo goed mogelijk
aansluiten bij de gecoördineerde internationale respons? Hoe wordt gegarandeerd dat
de initiatieven van bedrijven zo veel mogelijk aansluiten bij de noden in Oekraïne,
gebaseerd op de needs assessment? Kan de Minister garanderen dat deze private initiatieven een aanvulling zijn op
de Nederlandse en internationale wederopbouw en gelden ter ondersteuning van een internationaal
overeengekomen wederopbouwplan?
Daarnaast hebben de leden van de Volt-fractie nog enkele vragen over de lange termijn
implicaties van het de investeringen in Nederlandse bedrijven voor het opbouwen van
de infrastructuur via Invest International en de Nederlandse Financieringsmaatschappij
voor Ontwikkelingslanden (FMO). Wie houdt de opgebouwde infrastructuur in handen?
Hoe wordt er zicht gehouden op de samenwerking met Oekraïense lokale initiatieven?
II. Antwoord / Reactie van de Minister
III. Volledige agenda
Stand van zaken hulp, herstel en wederopbouw Oekraïne. 36 045, nr. 113 – Brief regering d.d. 27-09-2022
Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
Financiële steun Oekraïne.
2022Z19336 – Brief regering d.d. 12-10-2022
Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J. Wuite, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
O.T. de Mare, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.