Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Gündogan over het bericht 'Topambtenaar Economische Zaken nieuwe directeur VNO-NCW'
Vragen van het Lid Gündoğan (Gündoğan) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Topambtenaar Economische Zaken nieuwe directeur VNO-NCW» (ingezonden 9 september 2022).
Mededeling van Minister Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 12 oktober
2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Topambtenaar Economische Zaken nieuwe directeur
VNO-NCW»?1
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat deze topambtenaar per direct vertrekt bij het Ministerie van
Economische Zaken en Klimaat (EZK) en dat hij na een «afkoelingsperiode» van vier
maanden op 1 januari 2023 start als directeur van werkgeversorganisatie VNO-NCW?
Vraag 3
Kunt u melden wanneer de voormalig directeur-generaal Bedrijfsleven en Innovatie zijn
overstap heeft gemeld?
Vraag 4
Klopt het dat de voormalig directeur-generaal Bedrijfsleven en Innovatie per 1 januari
de rol van lobbyist vervult bij de grootste werkgeversorganisatie van Nederland? Klopt
het dat bewindspersonen een afkoelingsperiode van twee jaar in acht zouden moeten
nemen als zij dezelfde baan bij VNO-NCW zouden willen aannemen?
Vraag 5
Deelt u het standpunt dat het mogelijk is dat een directeur-generaal Bedrijfsleven
en Innovatie op het Ministerie van EZK over dezelfde hoeveelheid gevoelige informatie
beschikt als een bewindspersoon?
Vraag 6
Deelt u het standpunt dat de kennis, de competenties en de netwerken van een directeur-generaal
Bedrijfsleven en Innovatie niet onderdoen voor de kennis, de competenties en de netwerken
van een bewindspersoon?
Vraag 7
Waarom wordt er inzake integriteit en anticorruptie niet aangesloten bij de aanbevelingen
van de Group of States against Corruption (GRECO), waardoor er voor topambtenaren
dezelfde regels zouden gelden als voor bewindspersonen?
Vraag 8
Kunt u bevestigen dat het waarschijnlijk is dat de voormalig directeur-generaal Bedrijfsleven
en Innovatie in zijn nieuwe functie regelmatig in contact zal komen met zijn opvolger,
met de bewindspersonen en met zijn voormalige directe collega’s op het Ministerie
van EZK?
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat de voormalig directeur-generaal Bedrijfsleven en Innovatie inmiddels
geen toegang meer heeft tot gevoelige informatie en tot de computersystemen van het
Ministerie van EZK? Indien nee, waarom niet?
Vraag 10
Klopt het dat de «Gedragscode Integriteit Rijk» voor topambtenaren geen minimale afkoelingsperiode
voorschrijft? Wat vindt u in dit geval van de gekozen afkoelingsperiode van vier maanden?
Vraag 11
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Vertrek Lidewijde Ongering bij EZK»?2
Vraag 12
Wat wordt precies bedoeld met de constatering dat de voormalig secretaris-generaal
en de politieke leiding van EZK «anders denken over de aansturing van de organisatie»?
Vraag 13
Kunt u toelichten waarom een gerespecteerde en zeer ervaren hoogste ambtenaar meent
dat ze geen verantwoordelijkheid meer voor de organisatie van EZK kan dragen?
Vraag 14
Bent u bekend met het nieuwjaarsartikel van de voormalig secretaris-generaal onder
de titel «Vaart maken richting een duurzaam verdienvermogen»?3
Vraag 15
Bent u zich ervan bewust dat in het nieuwjaarartikel wezenlijke kritiek wordt geuit
op de huidige inrichting van het Nederlandse Klimaatbeleid? In hoeverre heeft een
afwijkende visie van de voormalig secretaris-generaal op het kabinetsbeleid een rol
gespeeld bij haar vertrek?
Vraag 16
Klopt het dat de voormalig secretaris-generaal een voorstander is van kernenenergie
als instrument om de energietransitie op een sociaaleconomisch aanvaardbare wijze
ten uitvoer te kunnen brengen? Hebben standpunten van mevrouw Ongering ten aanzien
van de inzet van kernenergie op enigerlei wijze bijgedragen aan haar vertrek bij het
Ministerie van EZK?
Vraag 17
Klopt het dat de voormalig secretaris-generaal actief pleit voor veel bredere CO2-beprijzing dan de huidige methode, hoofdzakelijk via de energierekening en de heffingen
in het kader van de Opslag duurzame energie (ODE)? Hebben standpunten van de voormalig
secretaris-generaal ten aanzien van brede CO2-beprijzing op enigerlei wijze bijgedragen aan haar vertrek bij het Ministerie van
EZK?
Vraag 18
Deelt u het standpunt dat de doelmatigheid van het beleid negatief wordt beïnvloed
als fundamentele inhoudelijke meningsverschillen geen onderdeel zijn van het publieke
debat?
Vraag 19
Kunt u pertinent uitsluiten dat inhoudelijke meningsverschillen een rol hebben gespeeld
bij het vertrek van de voormalig secretaris-generaal? Is er voldoende ruimte voor
tegengeluid op het ministerie?
Mededeling
Op vrijdag 9 september jl. heeft het lid Gündogan (Gündogan) vragen gesteld over het
bericht «Topambtenaar Economische Zaken nieuwe directeur VNO-NCW» (2022Z16600). Vanwege de benodigde interdepartementale afstemming kunnen deze vragen niet binnen
de gebruikelijke termijn worden beantwoord. Ik zal uw Kamer zo spoedig mogelijk de
antwoorden op de vragen doen toekomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.