Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda JBZ-Raad op 13 en 14 oktober 2022 (Kamerstuk 32317-772)
2022D40727 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid hebben de onderstaande fracties
de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Justitie en Veiligheid
en de Minister voor Rechtsbescherming over de volgende stukken:
• Geannoteerde agenda van de JBZ-Raad van 13 en 14 oktober 2022 (Kamerstuk 32 317, nr. 772)
• Verslag van de informele JBZ-Raad van 11–12 juli 2022 (Kamerstuk 32 317, nr. 771)
• Voorstel over het aanmerken van overtredingen van EU-sanctiemaatregelen als EU-misdrijf
(Kamerstuk 22 112, nr. 3473)
• Fiche: Richtlijn Ontneming en confiscatie van vermogensbestanddelen (Kamerstuk 22 112, nr. 3467)
• Geannoteerde agenda van de informele JBZ-Raad van 11 en 12 juli 2022 (Kamerstukken
32 317, nr. 767 en 32 317, nr. 770)
De voorzitter van de commissie, Van Meenen
De adjunct-griffier van de commissie, Nouse
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
3
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
4
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
5
II
Antwoord / Reactie van de Bewindspersonen
7
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda van de JBZ-raad van 13–14 oktober a.s. Deze leden maken van de gelegenheid
gebruik nog enkele vragen te stellen aan de Ministers.
Europees Openbaar Ministerie
De leden van de VVD-fractie lezen dat Nederland eraan hecht dat, in lijn met de eerder
aangenomen motie van het lid Sjoerdsma (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2312), zoveel mogelijk lidstaten zich voegen bij het Europees Openbaar Ministerie (EOM)
met het oog op effectieve fraudebestrijding in de Europese Unie (EU). Hoeveel lidstaten
hebben zich op dit moment aangesloten bij het EOM en welke lidstaten overwegen de
komende jaren om alsnog toe te treden tot het EOM? Kan de Minister zichtbare en inzichtelijke
resultaten schetsen die het EOM heeft behaald sinds de start van het EOM? Voornoemde
leden lezen dat het EOM na één jaar reeds een aantal gerichte aanpassingen van de
EOM-verordening zal voorstellen. Kan de Minister bevestigen dat er geen sprake is
van besprekingen over uitbreiding van het mandaat van het EOM en dat de Minister zich
blijft inspannen dat het mandaat van het EOM niet wordt verruimd? Kan de Minister
bevestigen dat alle gesprekken in dit kader door Nederland niet zonder expliciet voorafgaand
overleg zullen worden gevoerd, in lijn met de eerder aangenomen motie van de leden
Van Dam en Van Toorenburg (Kamerstuk 35 429, nr. 8)?
Mogelijke oorlogsmisdrijven in Oekraïne en de strijd tegen straffeloosheid
De leden van de VVD-fractie onderschrijven de noodzaak voor onderzoek en bewijsvergaring
in Oekraïne en steunen de inzet van de Minister met betrekking tot de vervolging en
berechting van oorlogsmisdrijven in Oekraïne. In dat kader vragen deze leden of de
Minister bij de JBZ-Raad kan bevorderen dat ook EU-landen die zich nog niet hebben
gecommitteerd aan de Dialogue Group on Accountability for Ukraine zich alsnog hierbij
aansluiten. Ook vragen deze leden welke rol Eurojust en Europol naast het Internationaal
Strafhof spelen bij het onderzoek naar oorlogsmisdrijven in Oekraïne en hoe de Minister
zich inzet om doublures van werkzaamheden in dit kader tegen te gaan.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Minister zich inzet voor effectieve en respectvolle
bewijsvergaring richting slachtoffers van seksueel geweld. Kan de Minister concreter
aangeven welke maatregelen de Minister noodzakelijk acht in dit kader? Is de Minister
bereid deze maatregelen ook naar voren te brengen tijdens de JBZ-Raad?
Juridische opleiding en de invloed op toegang tot het recht in de context van de rechtsstaat
De leden van de VVD-fractie begrijpen dat tijdens de JBZ-Raad gesproken zal worden
over verbeteringen van opleidingen en trainingen voor rechters en juridisch medewerkers
bij de rechterlijke macht als onderdeel van de bredere versterking van de rechtsstaat
in Europa. Is het de verwachting dat dit vooral zal gaan om het uitwisselen van best
practices en het bevorderen van grensoverschrijdende trainingen en workshops? Of acht
de Minister het denkbaar dat ook een discussie zal worden gevoerd over meer institutionele
vraagstukken?
Workshop over grensoverschrijdende bescherming van kwetsbare volwassenen
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de inzet van de Minister ten
aanzien van de grensoverschrijdende bescherming van kwetsbare volwassenen. Deze leden
lezen dat de implementatie van EU-wetgeving op dit punt voor de Minister een passend
moment is om de ratificatie van het Haags Verdrag opnieuw te bezien. Tot op heden
heeft de Minister geen enkele stap gezet tot het verkennen van de voor- en nadelen
van ratificatie van het verdrag, ondanks eerdere oproepen van onder andere het Frans
voorzitterschap. Kan de Minister de kosten in kaart brengen van de ratificatie van
het verdrag en aangeven waarom zij het wenselijk acht dat dit verdrag «anticiperend»
wordt toegepast zonder dat daar een goede wettelijke grondslag voor is? Waarom acht
de Minister het wenselijk dat de rechtszekerheid voor Nederlandse burgers die naar
het buitenland reizen onvoldoende is gewaarborgd en dat rechterlijke beslissingen
ten aanzien van curatele, bewindvoering en mentorschap niet worden erkend? Hoe beoordeelt
de Minister in het licht van het voorgaande dat buurlanden zoals Duitsland en België
inmiddels wel het verdrag hebben geratificeerd?
Verordening tegengaan online seksueel misbruik van kinderen
De leden van de VVD-fractie lezen dat de kaders uit het kabinetsstandpunt leidend
zijn voor de Nederlandse inbreng ten aanzien van encryptie. Deze leden zijn het met
de Minister eens en zouden niet willen dat aan encryptie getornd wordt. Hoe ziet het
Europees krachtenveld eruit gelet op het behoud van encryptie?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken
op de agenda en hebben nog enkele vragen.
Kopgroepontbijt terrorisme
De leden van de D66-fractie lezen dat de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding
en Veiligheid (NCTV) deel zal nemen aan de ontbijtbijeenkomst van de kopgroep terrorisme,
waar België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Nederland, Oostenrijk, Spanje,
Zweden en de EU-contraterrorismecoördinator (EU CTC) over diverse actuele terrorismeonderwerpen
zullen spreken. Verwacht de Minister dat de toename van rechts-extremisme in Europa
een onderwerp van gesprek zal zijn en is zij bereid de NCTV dit zelf in te laten brengen?
Zoekt Nederland actief de samenwerking met andere lidstaten om meer te leren over
hoe deze specifieke vorm van extremisme effectief bestreden kan worden, en in het
bijzonder hoe om te gaan met de dreiging van potentieel gewelddadige extremistische
eenlingen (PGEE)?
Verordening tegengaan online seksueel misbruik van kinderen
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het BNC-fiche en
de technische briefing over de Verordening tot vaststelling van regels ter voorkoming
en bestrijding van online seksueel misbruik van kinderen. Deze leden onderschrijven
de noodzaak van een gezamenlijke aanpak om het verschrikkelijke fenomeen van online
seksueel kindermisbruik aan te pakken. Zij juichen toe dat er verplichtingen komen
voor aanbieders van hostingdiensten en interpersoonlijke communicatiediensten tot
risicobeoordeling en risico beperkende maatregelen. Ook zien zij de meerwaarde van
een EU-expertisecentrum. Zij hebben hierover nog wel enkele vragen.
Welke maatregelen worden nu al door aanbieders van hostingdiensten en interpersoonlijke
communicatiediensten genomen om online kindermisbruik tegen te gaan? Worden met dit
voorstel (naast verplichtingen) ook beperkingen opgelegd aan bedrijven in methodes
die zij nu toepassen? Hoe kijkt de Minister hier tegenaan? Biedt het voorstel volgens
de Minister ook voldoende mogelijkheden voor webproviders om preventieve maatregelen
te nemen?
De leden van de D66-fractie delen de zorgen van de Minister dat een deel van de maatregelen
in het voorstel de veiligheid van het internetverkeer juist zou kunnen schaden. Zij
onderschrijven de inzet van de Minister om geen maatregelen te steunen die end-to-end-encryptie
onmogelijk maken. Kan de Minister toelichten hoe zij zich in de JBZ-Raad zal inspannen
om te waarborgen dat er niet aan end-to-end-encryptie gesleuteld wordt? Welke lidstaten
delen deze zorgen? Gaat Nederland samen met hen optrekken om oplossingsrichtingen
aan te dragen?
PNR-richtlijn
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het recente arrest van het Europees
Hof over de PNR-richtlijn, waarin de condities voor het gebruik van de PNR-richtlijn
op vluchten binnen de EU zijn aangescherpt. Kan de Minister toelichten welke implicaties
dit arrest heeft voor de implementatie van de PNR-richtlijn in Nederland?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
Richtlijn milieustrafrecht
De leden van de CDA-fractie lezen dat de Commissie een voorstel heeft gepubliceerd
om de richtlijn inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht
te herzien en te vervangen. Deze leden vragen wat dit in de praktijk voor Nederland
gaat betekenen op het gebied van drugsdumpingen en wat voor consequenties de richtlijn
zal hebben voor personen die drugsafval dumpen. Wanneer wordt verwacht dat deze herziening
plaats gaat vinden?
Europees Openbaar Ministerie
De leden van de CDA-fractie lezen dat het EOM in zal gaan op een aantal benodigde
aanpassingen van de EOM-verordening. Heeft de Minister zicht op de te verwachten aanpassingen
die worden aangekaart door het EOM?
Juridische opleiding en de invloed op toegang tot het recht in de context van de rechtsstaat
De leden van de CDA-fractie lezen dat de Minister het van groot belang vindt dat de
rechtspraak toegankelijk is. Trainen en opleiden van personen die werkzaam zijn in
de rechtspraak dragen hieraan bij. Naar verwachting zal tijdens de JBZ-Raad gesproken
worden over verdere verbeteringen van opleidingen en trainingen als onderdeel van
de bredere versterking van de rechtsstaat in Europa. Deze leden vragen wat andere
lidstaten hierbij van Nederland kunnen leren. Deze leden lezen ook dat de Rechtspraak
werkt aan diverse trajecten om nieuwe juristen aan te trekken. Kan Nederland hierbij
van de aanpak van andere lidstaten leren?
Fiche: Richtlijn Ontneming en confiscatie van vermogensbestanddelen
De leden van de CDA-fractie zien het grote belang van het raken van criminelen daar
waar dit het meest pijn doet, namelijk door middel van het afpakken van crimineel
geld. De Minister zal bij de Europese Commissie (EC) aandacht vragen voor de uitvoering
hiervan en voor het opnemen van noodzakelijke waarborgen om tot tijdelijke spoedbevriezing
over te gaan. Deze leden vinden het positief dat de Minister de oproep van de EC verwelkomt
om geconfisqueerde vermogensbestanddelen aan te wenden voor slachtoffercompensatie.
Kan de Minister aangeven op welke manier de uitwerking van de motie van de leden Heerma
en Hermans (Kamerstuk 35 925, nr. 15) over het teruggeeffonds hierbij wordt betrokken? Deze leden vragen daarnaast wat
de inschatting van de Minister is wanneer de richtlijn wordt gepubliceerd. Zij vragen
ook welke voorbereidingen alvast getroffen kunnen worden door Nederland voor de implementatie
in de nationale wetgeving.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
Verordening ter voorkoming en bestrijding van seksueel kindermisbruik
De leden van de SP-fractie hebben bij het vorige schriftelijke overleg over de JBZ-Raad
uitgebreid stilgestaan bij de plannen voor de aanpak en het voorkomen van seksueel
kindermisbruik en online kinderlokken. Vorige week vond tevens een technische briefing
plaats over dit onderwerp. De leden van de SP-fractie hebben hier nog vragen over.
De leden van de SP-fractie willen vooraf benadrukken dat zij zich al jaren lang druk
maken over de online verspreiding van materiaal van seksueel kindermisbruik. Het Expertisebureau
Online Kindermisbruik (EOKM) speelt daarvoor in Nederland een belangrijke rol. Deze
leden hebben in het verleden daarom meerdere keren voorgesteld om het EOKM beter te
financieren en beter opvolging te geven aan verwijderingsverzoeken van het EOKM. Ook
hebben zij diverse keren aandacht gevraagd over de verantwoordelijkheid van online
aanbieders. Toch zijn er nog veel vragen over het voorliggende voorstel. Het EOKM
noemt deze plannen bijvoorbeeld niet proportioneel
Ook het BNC-fiche van de regering is vrij kritisch. Zo lazen de leden van de SP-fractie
dat de Minister zorgen heeft over aspecten die een grote inbreuk lijken te maken op
het recht op privéleven, het recht op gegevensbescherming en het communicatiegeheim
van burgers. Daarnaast geeft de Minister aan kritisch te zijn op het onderdeel van
het detectiebevel en het opheffen van anonimiteit op het internet. Uit het verslag
over de JBZ-bijeenkomst van juli jl.? blijken deze zorgen echter niet. Kan de Minister
nog eens toelichten wat Nederland nu precies heeft ingebracht? En met welke ambitie?
Is dat in gezamenlijkheid met andere landen? Deze leden willen dat de kritiek uit
Den Haag ook in Brussel goed over het voetlicht wordt gebracht.
De leden van de SP-fractie hebben nog diverse vragen over de inhoud. Zo werd tijdens
de technische briefing aangegeven door de politie dat er geen capaciteit is om alle
meldingen op te volgen. Hoe kijkt de Minister hiernaar? Is deze verordening een dode
letter?
Daarnaast is er veel onduidelijk over het detectiebevel. Wanneer de nationale autoriteit
zorgen heeft over het aanbieden van materiaal kunnen diensten worden verplicht om
de inhoud te scannen. De EC schrijft echter geen technologie voor. Bestaat hiervoor
eigenlijk wel de juiste technologie? Welke foutmarge is daarbij acceptabel? Kan de
Minister toezeggen dat er altijd een check door een persoon verricht gaat worden wanneer
materiaal verwijderd wordt?
In voorbereiding op de vorige JBZ-Raad schreef de Minister dat diensten data gaan
verzamelen over de identiteit van gebruikers. Dit is risicovol. Kan de Minister dat
verder toelichten? Kan de Minister, wellicht aan de hand van een voorbeeld, uiteenzetten
wat precies de plannen zijn?
De leden van de SP-fractie willen ook graag stilstaan bij ontsleuteling. Wanneer kan
de Kamer de antwoorden op al haar vragen tegemoet zien? Wat wordt ermee bedoeld dat
Nederland de voorstellen op ontsleuteling niet steunt? Hoe gaat Nederland andere lidstaten
van het belang van end-to-end-encryptie overtuigen?
De ambitie om de verspreiding van materiaal van seksueel kindermisbruik tegen te gaan
wordt vanzelfsprekend gedeeld. Er is echter nog onvoldoende helder over de waarborgen
en de gevolgen van het voorstel. De leden van de SP-fractie spreken de hoop uit dat
dat de bovenstaande punten opgehelderd kunnen worden voordat een deal wordt bereikt
op dit voorstel.
Richtlijn milieustrafrecht
De leden van de SP-fractie constateren dat criminaliteit zich makkelijk over de grenzen
verspreidt. Dat geldt echter ook voor milieuvervuilende bedrijven. Een bedrijf dat
in Nederland de milieuregels overtreedt kan zomaar de boel inpakken en naar een ander
EU-land verhuizen en daar dezelfde praktijk voortzetten. Het milieu in de EU en daarbuiten
is daar niet mee gediend.
Om die reden stelden de leden van de SP-fractie in 2019 bij de toenmalig Minister
al eens voor om in de EU een zwarte lijst aan te leggen van milieuvervuilende bedrijven.
Wanneer ze hier schade brengen aan het milieu, moet dat hier én in de rest van de
EU onmogelijk gemaakt worden.
De leden van de SP-fractie vernemen graag hoe deze Minister aankijkt tegen dit idee
en of de Minister bereid is om dit met de Europese collega’s te bespreken. Ziet deze
Minister wel de kans om dit tijdens de aanstaande JBZ-Raad ter tafel te brengen? Zo
niet, wanneer dan wel? Graag ontvangen deze leden hiervan een brief aan de Kamer op
een gepast moment.
E-evidenceverordening
De leden van de SP-fractie begrijpen dat er beweging zit in de triloog over de e-evidenceverordening.
Kan de Minister toelichten wat de huidige stand van zaken is en of de beweging in
de richting van het Nederlandse standpunt beweegt?
II Antwoord / Reactie van de bewindspersonen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.H. van Meenen, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
L.L. Nouse, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.