Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kathmann over Rechter: studenten mogen niet als hele groep worden uitgesloten van eenmalige energietoeslag
Vragen van het lid Kathmann (PvdA) aan de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen over Rechter: studenten mogen niet als hele groep worden uitgesloten van eenmalige energietoeslag (ingezonden 18 augustus 2022).
Antwoord van Minister Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) (ontvangen
5 oktober 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met de rechterlijke uitspraak dat studenten niet mogen worden uitgesloten
van de energietoeslag?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met deze uitspraak.
Vraag 2
Wat is uw reactie op deze rechterlijke uitspraak?
Antwoord 2
Ik blijf bij mijn advies om studenten niet als groep toegang te geven tot de eenmalige
energietoeslag. Er bestaat naar mijn oordeel een gerechtvaardigde en in principe ook
juridisch houdbare reden om studenten als groep uit te zonderen. De woonsituatie van
studenten is namelijk zeer divers, ook voor wat betreft de energiekosten. Ongeveer
de helft van de studenten woont nog thuis bij de ouders en heeft dus geen eigen energierekening.
Voor een aanzienlijk deel gaat het bij uitwonende studenten bijvoorbeeld om kamerbewoners,
met een huurprijs inclusief energiekosten.
Een groot deel van de studenten wordt daarmee niet geraakt door de stijgende kosten.
Deze generieke toeslag verstrekken zou eveneens betekenen dat alle studenten (vanaf
21 jaar) die tot de doelgroep behoren de toeslag (van inmiddels 1.300 euro) ontvangen,
dus ook thuiswonende studenten. Dit gaat aan het doel van de regeling voorbij, namelijk
het ondersteunen van de laagste inkomens bij het betalen van de gestegen energierekening.
Tegelijkertijd is duidelijk dat er ook studenten zijn met een eigen energiecontract
die in de knel (dreigen te) komen door hoge energieprijzen. Studenten kunnen in die
gevallen terecht bij de individuele bijzondere bijstand. Uit de uitspraak van de Rechtbank
Gelderland volgt dat de individuele bijzondere bijstand dan een redelijk alternatief
moet bieden voor de eenmalige energietoeslag. Aangezien de voorwaarden voor de energietoeslag
per gemeente kunnen verschillen, is niet in het algemeen te stellen wat een redelijk
alternatief is. Om richting te geven aan een redelijk alternatief, kan aansluiting
worden gezocht bij de criteria die een gemeente hanteert voor de categoriale bijzondere
bijstand voor de energietoeslag. Verschillen met deze criteria moeten onderbouwd kunnen
worden. Wel is, gezien de diversiteit in woonsituatie, het hebben van een energiecontract
op naam een redelijke, aanvullende voorwaarde die gemeenten kunnen stellen. Hiermee
wordt voorkomen dat studenten een beroep doen op de toeslag, terwijl ze niet onder
de doelgroep vallen.
Vraag 3
Bent u tevens op de hoogte dat de Landelijke Studenenvakbond (LSVb) en Federatie Nederlandse
Vakbeweging (FNV) nu een collectieve rechtszaak willen aanspannen? Bent u het eens
dat zo’n rechtszaak onwenselijk is als de rechter al duidelijk is en het tevens een
wens van een groot deel van de Kamer is om uitwonende studenten ook recht te geven
op de energietoeslag?
Antwoord 3
Ik ben het ermee eens dat een collectieve rechtszaak onwenselijk is. Ik ga ervan uit
dat de oplossing die er voor individuele studenten is gevonden ertoe leidt dat een
collectieve rechtszaak niet nodig is.
Vraag 4
Heeft u na het kennisnemen van deze rechterlijke uitspraak direct actie ondernomen
om er zorg voor te dragen dat gemeenten, of eventueel Dienst Uitvoering Onderwijs
(DUO), de energietoeslag aan uitwonende studenten uitkeren?
Antwoord 4
Voor DUO geldt dat de energietoeslag als zodanig niet in de bestaande systemen van
DUO past. Het uitvoeren van de energietoeslag door DUO vergt het opzetten van nieuwe
processen en systemen, en is daarmee op korte termijn niet mogelijk. Om dit op langere
termijn mogelijk maken, zou flink moeten worden geprioriteerd waarbij andere grote
opdrachten, zoals de herinvoering van de basisbeurs, in het gedrang komen.
Een andere mogelijkheid, namelijk het verhogen van studiefinancieringsbedragen, vergt
een wetswijziging, die niet met terugwerkende kracht kan geschieden. Voor studiefinanciering
in het hoger onderwijs bestaat de basisbeurs tot de herinvoering daarvan l niet en
de beoogde inwerkingtreding van het wetsvoorstel dat de herinvoering regelt is 1 september
2023. Daarnaast is relevant dat DUO de basisbeurs in het mbo voornamelijk in prestatiebeurzen
(mbo 1 en 2 uitgezonderd) verstrekt. Dat zijn in principe leningen totdat men (tijdig)
afstudeert. Wetswijzigingen met terugwerkende kracht zijn alleen mogelijk voor maatregelen
die louter begunstigend zijn, en het verhogen van prestatiebeurzen is dat strikt genomen
niet. Daarnaast weet DUO tot de herinvoering van de basisbeurs niet of een ho-student
uit- of thuiswonend is. Die informatie is pas na herinvoering van de basisbeurs weer
beschikbaar voor DUO als de student studiefinanciering heeft aangevraagd.
Als onderdeel van de koopkrachtbesluitvorming dit jaar heeft het kabinet wel aangekondigd
om de basisbeursbedragen voor uitwonende studenten in het collegejaar 23/24 te verhogen
met 165 euro om tegemoet te komen aan stijgende prijzen. Deze regeling wordt uitgevoerd
door DUO.
Vraag 5
Zo ja, op welke manier gaat u ervoor zorg dragen dat studenten zo snel mogelijk de
hoognodige energietoeslag uitgekeerd krijgen? Gaat u om dit te bewerkstelligen met
de LSVb en gemeenten in gesprek om een geschikte, en snelle, oplossing te vinden zodat
studenten de energietoeslag gaan ontvangen?
Antwoord 5
Studenten die in de knel (dreigen te) komen door hoge energieprijzen kunnen terecht
bij de individuele bijzondere bijstand. Voor studenten die een beroep doen op de individuele
bijzondere bijstand heb ik extra middelen beschikbaar gesteld (€ 35 miljoen in 2022)
aan gemeenten. Over de wijze van toekenning en de verdeling van de middelen is het
kabinet in overleg met gemeenten.2
Uit de uitspraak van de Rechtbank Gelderland volgt dat de individuele bijzondere bijstand
dan een redelijk alternatief moet bieden voor de eenmalige energietoeslag. Aangezien
de voorwaarden voor de energietoeslag per gemeente kunnen verschillen, is niet in
het algemeen te stellen wat een redelijk alternatief is. Om richting te geven aan
een redelijk alternatief, kan aansluiting worden gezocht bij de criteria die een gemeente
hanteert voor de categoriale bijzondere bijstand voor de energietoeslag. Verschillen
met deze criteria moeten onderbouwd kunnen worden. Wel is, gezien de diversiteit in
woonsituatie, het hebben van een energiecontract op naam een redelijke, aanvullende
voorwaarde die gemeenten kunnen stellen. Hiermee wordt voorkomen dat studenten een
beroep doen op de toeslag, terwijl ze niet onder de doelgroep vallen.
Ik heb mijn reactie op de uitspraak, samen met Minister Dijkgraaf, besproken met de
LSVb en andere studentenvertegenwoordigers. Daarnaast ben ik zeer regelmatig met gemeenten
in gesprek om vinger aan de pols te houden.
Vraag 6
Bent u bijvoorbeeld bereid om gemeenten, waar veel studenten wonen, alvast de zekerheid
te geven dat zij voldoende budget gaan ontvangen om de energietoeslag ook aan studenten
uit te kunnen keren?
Antwoord 6
Zoals aangegeven, kunnen studenten die in de financiële problemen komen door de energierekening
aanspraak maken op de individuele bijzondere bijstand. Voor deze uitzonderlijke gevallen
heb ik extra middelen beschikbaar gesteld (€ 35 miljoen in 2022) aan gemeenten. Over
de wijze van toekenning en de verdeling van de middelen is het kabinet in overleg
met gemeenten.3
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.