Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Werner, Inge van Dijk en Palland over het beschermen en behouden van maritiem erfgoed.
Vragen van de leden Werner, Inge van Dijk en Palland (allen CDA) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het beschermen en behouden van maritiem erfgoed (ingezonden 20 juni 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Uslu (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens
de Minister van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 4 oktober 2022).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht «Geld nodig voor beheer schepen: Utrecht wil
maritiem erfgoed beschermen»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Deelt u de overtuiging dat havens een herkenbaar gezicht geven aan een vissersdorp,
vesting-, handels- of havenstad en dat maritiem erfgoed en varend erfgoed daarin onmisbaar
zijn?
Antwoord 2
Onder de door het Rijk aangewezen beschermde stads- en dorpsgezichten bevinden zich
meerdere historische zee- en rivierhavens. De aanwezigheid van varend erfgoed en soms
ook van hiermee samenhangende ambachtelijke nijverheid geven deze historische plekken
meerwaarde en levendigheid.
Vraag 3
Onderkent u ook het belang van het behoud van historische woonschepen?
Antwoord 3
Bij cultureel erfgoed gaat het om «uit het verleden geërfde materiële en immateriële bronnen, in de loop van de tijd
tot stand gebracht door de mens of ontstaan uit de wisselwerking tussen mens en omgeving,
die mensen, onafhankelijk van het bezit ervan, identificeren als een weerspiegeling
en uitdrukking van zich voortdurend ontwikkelende waarden, overtuigingen, kennis en
tradities, en die aan hen en toekomstige generaties een referentiekader bieden».2 Ook historische woonschepen kunnen daar onderdeel van uitmaken en in die zin onderwerp
zijn van het streven naar behoud.
Vraag 4
Hebt u kennisgenomen van het rapport «Maritiem erfgoed in de provincie Utrecht»?3 Bent u bereid te reageren op de conclusies en aanbevelingen die het Rijk en het
rijksbeleid betreffen?
Antwoord 4
Ja, ik heb kennisgenomen van het genoemde rapport. Ik ben, samen met het Ministerie
van EZK, in gesprek met de sectororganisaties van de bruine vloot, het varend erfgoed
en betrokken provinciale en gemeentelijke overheden over de toekomst en de ontwikkelingen
in de sector, mede ter uitvoering van de motie Inge van Dijk c.s.4 De Minister van EZK heeft uw Kamer recent over de voortgang van dit gesprek geïnformeerd.5 In het overleg is verkend hoe de verschillende partijen vanuit hun eigen rol een
bijdrage kunnen leveren. Voor het Rijk ligt die vooral in ondersteuning en facilitering
op het vlak van kennis en kunde.
In het genoemde overleg met de sectororganisaties is onder andere een aantal constateringen
uit het rapport, zoals de basis voor wettelijke bescherming en de problematiek rondom
financieringen, aan de orde geweest. Anders dan het rapport aangeeft valt mobiel erfgoed
wel degelijk onder de definitie van cultureel erfgoed. Ook kunnen medeoverheden zelf
beleid voeren ten aanzien van het behouden, beleven en benutten van cultureel erfgoed
waar zij aan hechten. De Erfgoedwet biedt de mogelijkheid aan provincies en gemeenten
om hiertoe een erfgoedverordening vast te stellen. Ik ben verheugd dat de provincie
Utrecht zich blijkens het rapport sterk maakt voor het cultureel erfgoed in deze provincie.
Dit najaar zal opnieuw een overleg met de genoemde partijen plaatsvinden.
Vraag 5
Bent u bereid stappen te zetten om te komen tot een transparante registratie en cultuurhistorische
waardering en een duidelijke definiëring van maritiem erfgoed, varend erfgoed en historische
schepen?
Antwoord 5
Bij maritiem erfgoed als bedoeld in het rapport van de provincie Utrecht gaat het
om een breed thema met veel aspecten zoals waterbeheer, visserij, verkeer, handel
en recreatie. Het kan daarbij over zowel roerende (bijvoorbeeld schepen), onroerende
als immateriële zaken gaan. Als het gaat om registratie en waardering zijn er voldoende
mogelijkheden binnen de bestaande regelingen en beleid en is er al veel gerealiseerd.
Voor het varend erfgoed beheert de sector zelf een register, het Register Varend Erfgoed
Nederland, dat gekoppeld is aan het Nationaal Register Mobiel Erfgoed. De afgelopen
jaren heb ik de sector mobiel erfgoed ondersteund om dit te ontwikkelen. Tal van historische
havens maken voorts deel uit van de door het rijk aangewezen stads- of dorpsgezichten
en onder de rijksmonumenten bevinden zich talrijke panden die onderdeel zijn van ons
maritieme verleden. Ook gemeenten en provincies hebben de mogelijkheid om in hun omgevingsbeleid
gebouwen, structuren en objecten die betrekking hebben op het maritieme verleden een
beschermde status te geven.
Vraag 6
Welke mogelijkheden ziet u om bescherming van maritiem erfgoed, varend erfgoed en
historische schepen wettelijk te verankeren?
Antwoord 6
De Erfgoedwet, de Omgevingswet en het instrument van de gemeentelijke en provinciale
erfgoedverordening bieden veel mogelijkheden om zowel roerend als onroerend erfgoed
te beschermen. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan de evaluatie van de
Erfgoedwet als onderdeel van de beleidsdoorlichting erfgoed. Eerder heeft de «Commissie
Collectie Nederland» mij geadviseerd over de werking van het onderdeel roerend erfgoed
in de Erfgoedwet.6 Ik heb uw Kamer toegezegd aan het eind van dit jaar een reactie te geven op de uitkomsten
van beide onderzoeken.
Vraag 7
Bent u bereid in overleg met provincies en gemeenten te werken aan een plan van aanpak
voor het behoud van maritiem erfgoed, varend erfgoed en historische schepen, mede
in verband met de uitvoering van de motie-Inge van Dijk c.s. (26 419, nr. 101)?
Antwoord 7
Ik ben, mede in verband met de uitvoering van de motie Inge van Dijk c.s., die oproept
tot het bouwen aan een inhoudelijke agenda, samen met het Ministerie van EZK in overleg
met de sectororganisaties en medeoverheden. In het overleg is verkend hoe de verschillende
partijen vanuit hun eigen rol een bijdrage kunnen leveren aan een beter toekomstperspectief.
Dit najaar zal een vervolggesprek met deze partijen plaatsvinden over de voortgang
op de verschillende acties. De rijksoverheid kan de sector ondersteunen met kennis
en kunde.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.