Lijst van vragen : 36200 IX Verslag houdende een lijst van vragen inzake vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2023
2022D37745
De vaste commissie voor Financiën, belast met het voorbereidend onderzoek van dit
wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen
met de daarop gegeven antwoorden. De vragen zijn op 26 september 2022 voorgelegd aan
de regering.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal
hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel
voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Tielen
De adjunct-griffier van de commissie, Lips
Nr
Vraag
1
Wat is de budgettaire opbrengst als EU-burgers worden uitgesloten van de 30 procentregeling?
2
Wat zijn de budgettaire gevolgen als voedselbanken (veelal stichtingen) een BPM-vrijstelling
krijgen, net als nu geldt voor BV’s en NV’s? Hoe zou dit het best geïmplementeerd
kunnen worden geïmplementeerd?
3
Welke risicoreserveringen zijn er op de Financiënbegroting of de Aanvullende Post
ten behoeve van de Financiënbegroting? Wat is de cijfermatige onderbouwing van deze
reserveringen? Is het de verwachting dat deze reserveringen volledig zullen worden
aangewend?
4
In de paragraaf «Vergroening en verduurzaming van de economie» worden meerdere maatregelen
genoemd. In welke mate is bekend wat deze maatregelen betekenen voor de internationale
concurrentiepositie zowel binnen als buiten Europa en kan de Kamer hiervan de rapporten
ontvangen die hieraan ten grondslag liggen?
5
Met welke argumentatie heeft KLM de banken verzocht de Revolving Credit Facility (RCF)
te verlagen met 665 miljoen euro, waardoor de garantiepremie over een lager bedrag
wordt berekend? Betekent dat ook dat de Nederlandse Staat de afgegeven garantie inzake
de RCF met een totale omvang van 2,4 miljard euro ook met 665 miljoen euro heeft verlaagd?
6
Welke rentetarieven, op basis waarvan de rentelasten op nieuw uit te geven schuld
worden geraamd welke gebaseerd zijn op de meest recente rentetarieven van het Centraal
Planbureau (CPB), waren dit en hoe verhouden die zich tot de huidige rentetarieven?
7
Welke rentetarieven, op basis waarvan de rentelasten op nieuw uit te geven schuld
worden geraamd welke gebaseerd zijn op
de meest recente rentetarieven van het CPB, waren dit en hoe verhouden die zich tot
de huidige verwachtingen voor 2023?
8
Wat zijn de verwachtingen ten aanzien van de rentelasten in 2023 op basis van de huidige
verwachtingen voor 2023, gelet op het feit dat de rentelasten op nieuw uit te geven
schuld worden geraamd op basis van
de meest recente rentetarieven van het CPB? Om welk extra bedrag gaat dit bovenop
de huidige begroting?
9
Wat is de reden dat de rentelasten tussen 2021 en 2027 dalen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
W.A. Lips, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.