Schriftelijke vragen : De Europese Parlementsverkiezingen van 2024 naar aanleiding van het kabinetsstandpunt over het initiatiefvoorstel van het Europees Parlement over de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen (Europese Kiesakte) d.d. 17 juni 2022
Vragen van de leden Dekker-Abdulaziz en Sjoerdsma (beiden D66) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Buitenlandse Zaken over de Europese Parlementsverkiezingen van 2024 naar aanleiding van het kabinetsstandpunt over het initiatiefvoorstel van het Europees Parlement over de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen (Europese Kiesakte) d.d. 17 juni 2022 (ingezonden 20 september 2022).
Vraag 1
Kan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) toelichten hoeveel
niet-Nederlandse EU-ingezetenen tijdens de Europese Parlementsverkiezingen (EP-verkiezingen)in
2019 stemgerechtigd waren en wat uiteindelijk de opkomst was onder deze kiezersgroep?
Vraag 2
Kan de Minister van BZK toelichten op welke wijze deze kiezersgroep is geïnformeerd
over de registratie voor de EP-verkiezingen?
Vraag 3
Kan de Minister van BZK toelichten of op basis van de opkomst een evaluatie, landelijk
dan wel op gemeentelijk niveau, heeft plaatsgevonden onder deze groep? Zo ja, kan
de Minister toelichten wat de belangrijkste conclusies en aanbevelingen waren van
deze evaluatie? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Kan de Minister van BZK specifiek toelichten wat de regeldruk was en of de financiële
compensatie voor gemeenten om deze kiezersgroep te informeren toereikend was?
Vraag 5
In hoeverre is de Minister van BZK het ermee eens dat alle gemeenten dezelfde procedure
zouden moeten hanteren als het gaat om de organisatie en informatievoorziening voor
deze kiezersgroep en hoeveel regie kan het Ministerie van BZK nemen in dit proces?
Vraag 6
Klopt het dat gemeenten eerder verplicht waren om niet-Nederlandse EU-ingezetenen
in hun gemeenten te informeren over hoe zij gebruik kunnen maken van hun stemrecht
en het daarvoor benodigde formulier naar hen op te sturen? Is dat nog steeds het geval?
Zo nee, waarom is die verplichting vervallen?
Vraag 7
Is de Minister van BZK het ermee eens dat het van groot belang is dat gemeenten verplicht
worden gesteld niet-Nederlandse EU-ingezetenen proactief, tijdig en correct te informeren
over hun Europees stemrecht?
Vraag 8
Kan de Minister van BZK het tijdspad voor de organisatie en voorlichting van de EP-verkiezingen
2024 voor deze specifieke kiezersgroep schetsen?
Vraag 9
Kan de Minister van BZK toelichten wanneer zij een definitief besluit verwacht met
betrekking tot de wijzigingen van de Europese Kiesakte en deelt de Minister de mening
dat alle burgers in Nederland, en in het bijzonder niet-Nederlandse EU-ingezetenen,
tijdig en correct geïnformeerd moeten worden over eventuele wijzigingen in de Europese
Kiesakte en dat dit van groot belang kan zijn voor de opkomst?
Indieners
-
Gericht aan
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Gericht aan
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Indiener
H. Dekker-Abdulaziz, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
S.W. Sjoerdsma, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.